Tweede Blad
Ingezonden.
beboorende bij de
Amersfoortsehe Courant
van Zaterdag 16 April 1904
uitgave firma A. H. van CLEEFF.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT,
brengen ter algemeen© kennis, dat by hun besluit
tan heden, iugevolge art. 8 der HINDERWET, aan
H. W ALKENHORST wouende alhier, Tergunning
is verleeud tot de oprichting van ecue smidse, met
plaatsiug vau eeu gasmotor van 3 paardenkrachten
en ran eene bewaarplaats van benxine in het perceel
aan den Utrecbtschen weg, kadastraal bekend Ge
meente Amersfoort, Sectie C. No. 1133, onder voor
waarden, voor sooveel betreft de bewaarplaats van
benzinele. dat de bensine steeds bewaard worde
in een onoutplof baar vat2e. dat de bewaarplaats
niet mag worden geopend tusachen zonsondergang
Amersfoort, i* April rjin.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris.
B. W. Ta. SANDBERG.
Ten overstaan van den Rijl^tuinbouwlee-
raar, den heer C. il. Clausen, uit Boscoop
en de Commissie van Toezicht, bestaande
uit de heeren A. M. Tromp van Holst en
Jhr. tnr. B. W. Th. Sandberg, werd Donderdag
in de openbare Lagere school aan de Beek
straat het eind-examen afgenomen van hen,
die den 2-jarigen tuinbouw-cursus volgden,
welke hier wordt gegeven onder leiding van
de heeren O. Bussemaker, uit Soest en K.
Post, van Lage Vuursche.
Van de 13 leerlingen waren 11 opgekomen,
van welke aan 3 het diploma kon worden
uitgereikt en wel aan: Hendrik van Beek,
Cornelis van Koltschoten en Rut Timmerman,
allen te Amersfoort.
Mej. H. M. Fortuin is óok geslaagd voor
de acte vrije- en orde-oefeningen gymnastiek.
De heer J. Dijk behaalde de hulp-acte.
Aanstaanden Dinsdag zal, ter eere van den
28sten verjaardag van L. K. H. den Prins
der Nederlanden door het garnizoen een
groote parade worden gehouden, 's middags
om 12 uur op he: voorplein der In'anterie-
kazernes, dat gedurende de plecntigheid door
de hoofdpoort voor het publiek toegankelijk is.
De troepen zullen worden gecommandeerd
door majoor W. F. K. Bischoff van Heems-
kerck van bet 5e reg. Infanterie en de hon
neurs bewezen aan kolonel W. A. T. do
Meester, garnizoens-commandant.
Rij Kon. besluit is bepaald, dat aan gepas-
porteerde onderofficieren, die tot een ver
bintenis bij het reservepersoneel van de land
macht zijn toegelaten, van dit personeel weder
overgaan in den rar.g of de betrekking, door
hen bekleed, by het leger de zelfde soldij en
verboogingen van soldij zullen genieten als
door heo werd genoten toen zy bet leger
verlieten.
De Algemeene vergadering van aandeel
houders der Amersfoortsehe Bank heeft de
Balans en winst verliesrekening over 1903
goedgekeurd en besloten het saldo wiust te
gebruiken tot afschrijving van oprichters-
kosten.
Zeker een zear heuglyk bericht voor onze
lezeressen is wel, dat de »Singer-maatschappij"
ook hier van 27 April tot 6 Mei in «De
Arend" een tentoonstelling zal houden van
moderne kunst-borduurwerken, vervaardigd
op haar naaimachines.
We komen er op terug.
In alle stilligtieid waren ze Donderdag
ochtend uitgerukt, mannetje voor mannetje,
om toch vooral maar eiken nieuwsgierige
op een afstand te houden.
De oefening had een prachtig verloop
weer pansch onopgemerkt gelijk men
waande kwjtm men terug
En 's avonds werden twee heel mooi prent
briefkaarten gebracht aan den heer Burge
meester als Hoofd der politie, waarop alle
deelnenteüden aan de oefening zeer scherp
staan afgebeeld.
De heer Van de Pol, die met zijn camera
in de buurt was, had de agenten en de heeren
Schoterman en Welling gekiekt, de plaat
gauw ontwikkeld, een paar afdrukken ge
maakt en zoo vereeuwigd de oefening met
den slangen- wagen, die deze week inderdaad
«de torsie hulp bij brand" verleende.
üok de nieuwe combinatie de «Hollandsche
Opera van het Paleis voor Volksvlijt" heeft
opgehouden te bestaan. ZocJs te voorzien
was, weigerde het orkest te werken beneden
Bondstarief, d. i. het beweerde, dat het be
neden dat tarief »werkte" als het per dag
t/ao van zijn maand-gage aannam.
Dat is dus het einde van een met zooveel
opgewektheid begonnen leven, waarbij zooveel
bewijzen van willen en kunnen gegeven zijn.
De gebroeders Houpst, pachters van het
terreiu der voormalige looierij van de weduwe
Overgoot-, thans door aankoop eigendom der
Gemeente, waren bij de gister ten Raad huize
gehouden aanbesteding met f50 hoogste
iaschryvers naar den afbraak van de kleine
loods en de 12 houten looikuipen.
De afbraak is hun loegewezen.
Het hotel xDe vergulde Zwaan" wordt
aanmerkelijk vergroot door bijbouw in den
tuin van vergaderzalen en uitpakkamers
terwijl op de bovenverdieping logeerkamers
worden ingericht.
Gister is hier in betaling gegeven een
zoogenaamd rolletje kwartjes dat, bij opening
slechts twee kwartjes aan de buitenzijden
en overigens centen bleek te bevatten.
't Wordt dus zaak, niet alleen te letten
op de valsche kwartjes, maar ook de patro
nen aanstonds te openen.
Gisteravond had de timmerman J. van den
H., die Achter 't oude Stadhuis bezig was
jalouzieëu op te hangen, het ongeluk te
vallen.
Dr. Schreuder, die de eerste hulp ver
leende, constateerde beenbreuk en deed den
patiënt huiswaart brengen.
Een vriendelyke hand schrijft ons
Voor mij ligt een boek met eeu mooie,
llinke teekening op den omslag en geschreven
door een Araersfoortscb ingezetene, gedrukt
door een Amersfoortscheu drukker en uit
gegeven door een Amersfoortschen uitgever.
Zoudt gij denken dat de voorraad boeken
waaruit gij te raden hebt, welke ik bedoel,
groot is? Ik geloof het niet.
Mij dunkt wij kunnen het verschijnen van
»Ruiterweelde" va:; Mil van Hoorn een evene
ment noemen. Wto Mil van Hoorn is zullen
de meesten der lezeressen en lezers wel weten;
wie het niet doen, mag ik het niet zeggen,
maar wel kan ik een weinig op weg helpen.
Stel u voor dat iemand byv. Richard lsaiic
Paters heet en geboren is te Doorn, dan kan
hij zich als schrijver licht Rip van Doorn
noemen. Aldus de afleiding.
Voor velen is Mil van Hoorn trouwens
geen onbekende, en voor hen is het lezen
van «Ruiterweelde" een weder in het ge
heugen roepen van genoten aandoeningen.
Maar er zullen toch Ook mensehen zijn die
zeggen: sflé, Mil van Hoorn? Wie is dat?
Daar heb ik nog nooit van gehoord."
Welnu, vooral voor deze laatsten zijn deze
regelen bestemd. Ik wil eens even praten
over dezen Amersfoortschen schrijver. Hij
heeft geschreven o.a. «Paardje"daarover
werd gerecenseerd in «Nederland" als volgt
«Het talent van dezen schryver, dien wij
reeds vroeger ontmoetten, komt hier het
meest en zuiverst uit in de knappe en frissche
tafereelen uit het militaire leven" een auder
zyner boeken «Eigen Rechter" werd o.a. in
«De Amsterdammer, Weekblad voor Ned."
besproken in dezer voege: «Vergelijkingen
gaan altijd mank en zoo is 't misschien te
gewaagd Mil van Hoorn's teekeningen in
éen adem te noemen met de doeken van
Breitner, ducb 't mag gezegd worden, dat
geen Nederlandsch auteur er tot heden in
slaagde brokstukken van het militaire leren
gelukkiger weer te geven, dan deze pas be
ginneling."
My dunkt, dat deze beoordeelingen voor
een «pas beginneling" nogal gaan. Men zou
nu denken, dat men te Amersfoort zich zou
verdringen ten eiude exemplaren van «Rui-
tenweelde" machtig te worden; niets van
alles, men hoort er haast niet over praten.
Hoe komt dat Laat ons toch denken aan
het spreekwoord«Geen profeet is geëerd
in eigen land", maar er is meer. Onder de
boeken die in het Nederlandsch tegenwoordig
uitkomen, wordt het grootste gedeelte inge
nomen door de zoogenaamde Noorsche litera
tuur bijna al die boeken pakken, dat is
mode. Ik geloof dat er geen dame is, die
op een jour zou durven bekennen, dat zij
bijv. Gösta Ber.'ing niet gelezen had nu zou
ik niet graag iets kwaads van Gösta Berling
en zyne collega's zeggen, maar éen ding zal
men my moeten toegeven, het is geen
Ncderlaudsch boek.
Datzelfde vindt men in al die Noorsche
werken het zijn geen menschen, zooals wij
ze in onze omgeving waarnemen, maar de
uitgevers vragen daar zeer terecht niet naar,
doch zien met genoegen, dat dergelijke ver
taalde producten uit het hooge Noorden een
gansche reeks drukken beleven.
Nu zijn er nog verschillende Fransche,
Duitsche en Engelsclie romans, die als ver
taalde werken in Nederland opgang maken,
maar dat is meer met een enkel het geval.
Verder resten ons nog de oorspronkelijke
Nederlandsche werken. Vindt het publiek
nu, dat er onder die werkenden laatsteD tijd
veeluitkomt.waarvande karakters der personen
tot ons spreken, waarv in het op heden ons
doet denken aan menschen, die wij kennen
of aan ons zei ven, of waarvan de gesprekken
zóo zijn, dat ze ons al lezende de oogen
vochtig doen worden of ons tot hartelijk
lachen nopen? Ik geloof 'tniet. Er zijn
er, en luat ik er b.v. éen noemen, al is
het ook al een paar jaar geleden verschenen,
ik bedoel «Inwijding" van Emants Dat is
een boek, dat op alle vragen, straks gesteld,
toestemmend antwoordt. Zyn er velen zoo
Neen, wat zien wy als een soort geest de
meeste werken doordringeneen prachtige
vorm, ecu stijl, wel eens wat zwaar eu wat
lang, maar toch mooi, heel mooi zelfs, maar
de personen, die optreden, zyn bijna alle
overdreven gestellen, zenuwmenschen, en ik
wel gelooven, dat het als kunstwerk nog
veel meer waarde heeft, het denken en han
delen van eeu zenuwlijder of lijderes weer
te geven, dan het doen en prateu van ge
wone menschen; maar ik voor mij vind,dat
een boek, waarin menschen van vleesch en
been optreden, zooals wy zelf zijn, en die
doen als wy zeiven, meer blijvenden indruk
op ons maakt.
Eenige dagen geleden had ik een werk
onder handen, gegoten in kostelijken vorm;
men kreeg daarin o.a. een beschryviug van
het Kurhaus met omgeving te Scheveningen,
zóo mooi, dat als men de oogen sloot men
oin zoo te zeggen, de Pier kon zien en de
muziek hooren maar de persoon, die hier
handelend optrad, liep bijv. driemaal om het
gebouw heen, dan weer eens 'oor de Galerie
enz. en vroeg zich dan steeds af: «Waartoe
toch al die drukte, waartoe dat leven?"
Ronduit moei ik 'zeggen, dat een dergelijk
werk hoe goed ook geschreven, te weinig
blyveuden indruk op mij maakt. De hande
ling wordt te veel naar den achtergrond ge
drongen.
QWelnu, als men het cenigszins met
mij eens is, dan verzeker ik u, daar zult gij
genieten Tan «Ruiterweelde'' van Mil van
Hoorn.
Wanneer men die eenvoudige schetsjes
leest, dan geuiet men men leeft weer en
probeert het, lezer, als gij «Batterij hond"
leest, eens niet te lachen dat kunt ge niet
nalaten en evenmin zult gij «Kameraad ver
loren" met droge oogen kunnen eindigen.
Het is waar wat de recensent zegt: «Mil
van Hoorn is méér schetser dan verteller;
hij spreekt niet, bij schildert zijn personen
en die sprekeD."
O, wat doet het goed in deze dagen van
ontevredenheid en gemopper, zulk een boek
eens te lezen, en vooral wat genot, dat wij
steeds gevoelen, dat de schrijvor de menschen
weergeeft zooals ze zijn.
Iemand zeide me eem «Hij, die de ge
wone dingen uit zijn omgeving kan weer
geven zooals zo gebeuren, is een schrijver,"
Welnu, het is Mil vat» Hoorn, ook weder in
dezen bundel schetsen gelukt te bewyzen, dat
hij een schrijver is.
Daarom tot slot een laatste woord tot op
wekking leest «Ruiterweelde". (Uitgevers
ValkholV Co. Amersi'oorty,
Het weerbericht van het Kon. Meteorolo
gisch instituut van gister heeft de volgende
merkwaardige toevoeging
Hedenmiddag 1.15 uur bereikte de ther
mometer te De Bilt den stand van 26.4° Cel
sius, hoogste sedert de oprichting vau het
Instituut te Utrecht, later te De Bildt, iu
April voorgekomen.
De hoogste vroeger in de maand waarge
nomen temperaturen zijn: 25.9° op 23 April
18(35 en 25./° op 21 April 1870.
Het abnormale karakter van den dag wordt
verder gekenschetst door het feit, dat heden
ochtend ten 8 ure de temperatuur te Maas
tricht ruim 129, te Groningen bijna 109, te
De Bilt bijna 7° boven het normale was.
Deze hooge temperaturen zijn in Europa,
beperkt tot een vrij smalle strook vanZjid-
Frankryk tot over ons land en worden waar
schijnlijk verplaatst doordat een reeks baro
metrische miuima zich van de druk der
eilanden tol Wesl-Afrika uitstrekken en over
dien geheelen afstand aan haar Oostkant
zuidelijke wiiiden veroorzaakt.
Tegeo den driftherder W. K.. uit Lunteren,
die zich failliet heeft gegeven doch aan den
boedel onttrok een Russische obligatie van
125 roebel, f8U0 aan bankpapier en 8d scha
pen, welke hij beweerde dat zijn vader toe
behoorden, werd door de Rechtbank te
Arnhem 1 j «ar en (3 maanden gevangenisstraf
geëischt.
Op het anders zoo vreedzame Urk zijn een
zestal Bunschoters elkaar zóo met liet mes
te lijf geweest, dat het heele eilaud er aan
le pas is gekomen.
De eenige veldwachter vermocht geen
vrede te slichten en alarmeerde dus de be
volking die, otn de vechtersbazen tot kalmte
te brengen, ze den een na den ander in de
haven werkte, wat een zeer bekoelenden
invloed moet hebben gewerkt.
De boringen naar drinkwater ten behoeve van
de Amsterdamsche waterleiding, die reeds ge-
ruimen tijd om Amersfoort en Barneveld wer
den verricht, hebben thans plaats bij Lunteren.
In de buurtschap de Flierl wordt thans ge
boord op de boerderij van M. van Ekkeris.
De tranen der menschen wegen dikwijls zwaar
wee hem, die dan ze doet vergieten.
Jules Capré, de Fransche weerprofeet, voorspelt
voor de tweede helft van April eenige dagen
mooi weer, maar van '20 tot 30 April zal het
weder zeer slecht zijn in West- en Middel-
Europa. Er zullen vele depressies uit het Noord
westen over het Kanaal komen. Den 27en en
den 28en zal de temperatuur koud wezen en er
is dan gevaar van vorst.
Voor de Meimaand voorspelt de profeet ook
al niet veel goeds.
liet zal waarschijnlijk tot 13 Mei guur en
regenachtig blijven. Den 13en wordt het mooi
weer in West- en Middel-Europa, maar van 18
tot 22 Mei zijn er aanhoudend onwedera te
wachten en van 23 tot 31 Mei wederom niets
anders dan depressies. Vooral de 26ste Mei zal
een „kritieke" dag wezen.
„Verbrennt die Springschnürre!" stond voor
enkele jaren te lezen in de grootzche Duitsche
dagbladen en medische tijdschriften.
„Verbrandt de springtouwen Door het onop
houdelijk springen worden hart en lever aan
gedaan. Het is de oorzaak van ernstige kwalen,
met den dood als onvermijdelijk gevolg I
De Duitsche onderwijzeressen hebben niet
nagelaten, haar leerlingen te wijzen op het ge
vaarlijke van het touwtje-springen.
Wanneer zullen de Nederlandsche onderwijze
ressen dit voorbeeld volgen?
Wat baat het of de Regeering alles doet om
de volksgezondheid te bevorderen, wanneer het
volk zelf niet meehelpt?
Daarom: Verbrandt de springtouwenzegt
het „Leidsch Dbld."
Verschenen is het eerste nummer van „Nieuw
I^ven, geïllustreerd weekblad voor onderwijs en
opvoeding in school en huis". De hoofdredactie
bestaat uit de heeren J. Faber, J. N. van Heste
ren en H. Werkman.
Dit nummer bevatBericht, Benoemingen,
Vergelijkende examens, Ons doel, Het kind,
Schoolhygiène, Congres voor kinderbescherming,
Blijde jeugd, J. Stampérius (met portret), Uit
de onderwijzersvereenigingen, Kantonslöjd, Op
den uitkijk.
Het opnemen van Ingezonden stukken brengt
niet altijd mede, dat de Redactie onvoorwaardelijk
inattmt met hun inhoud.
Kopij van geplaatste of ongeplaatste stukken wordt
nimmer teruggegeven.
ANTWOORD AAN DEN HEER A. M.
KOLLEW1JN Nz., naar aanleiding van
zijn studie, als feuilleton opgenomen in
de Amersfoortsehe Courant van 10 Maart
en volgende, door O. G. H. Heldring.
Van een mijner vrienden had ik het voorrecht
de Amersfoortsehe Courant toegezonden te krijgen,
waarin het bovenbedoeld stuk als begin var. een
feuilleton werd opgenomen.
Een aantal regelen waren met potlood onder
streept.
De onderstreepte regelen waren aan mijn
adres.
Aan mijn vriond dank voor deze attentie, daar
ik anders onwetend zou zijn gebleven van de dit
feuilleton tegen mij gerichte aanvallen.
Had ik niet mogen verwachten (al werd mijn
naam niet genoemd) dat de schrijver in zijn
verbolgenheid tegen mij, ook mij daarvan niet
onkundig zou gelaten hebben, een enkel woord
aan de firma Van Cleeff ware voldoende geweest
om mij met die verbolgenheid in kennis te
stellen, daar de firma van Cleeff wel aan die
beleefdheid zou voldaan hebben.
Ik betreur het om de goede zaak, dat de heer
Kollewijn heeft gemeend, tegen mij te moeten
optreden. Zou ZEd. zelf gelooven dat hij aan de
zaak waarvoor hij zoo ijvert een dienst bewijst
Zou de heer K. niet moeten toestemmen dat
het de zaak, waarvan hij een voorstander zegt
te zijn, ten goede gekomen zou zijn, indien hij
zijne verontwaardiging, over het feit, dat iemand
hem waagde tegen te spreken, had bedwongen
Maar ter zake. Iemand die mei lofelike ijver
liefhebbert in kleine onnameaharujemle onderdeeltjes
van onze geschiedenis, hield bij herhaling vol: en
nu volgen een viertal punten die ik zoo aan
stonds punt voor punt zal bespreken.
Op dezen liefelijken aanhef Kan ik dit zeggen,
dut een man zóo doorkneed in de Geschiedenis
als de heer Kollewijn mag verondersteld worden
te zijn, natuurlijk ook van alles wat op de Ge
schiedenis betrekking heeft op de hoogte is, niet
eenzijdig, maar na voor- en tegenstander» is de
geschiedkundige vraagstukken te hebben be
studeerd.
Iemand die „liefhebbert" doet dat ook en
mogelijk gaat deze meer in bijzonderheden die
geschiedkundige feiten nu, die hem boeien. Of
dit laatste de heer Kollewijn gedaan heeft, mag
betwijfeld worden.
Bij de behandeling der vier punten, zal ik het
oordeel van enkele geschiedschrijvers citeeren
en ik zeg den heer Kollewijn na, tegen een inge
wortelde verkeerde opvatting is kennis vaak machte
loos en wel omdat menschen die daarmee behept
zijn, meenen de kennis alleen te bezitten.
Maar genoeg. Ik ga over tot de punten in
quaeatie.
U. dat Paulus Buy evenzeer een gedenkteken
verdient als Oldenbarneveld.
Ik heb dit gezegd evenwel in dit verband dat
het wel toevallig was, dat da beide lands-advo-
caten, die onze republiek hebben helpen grond
vesten onder Prins lVillem I en Prins Maurita,
Amersfoortere waren.
Paulua Buys was lands-advocaat van het iaar
1572 tot 15S4 cn wat hij voor ons land gedaan
heeft in dien tijd en later als staatsman, kunnen
zij die daarin belang stellen lezen in de verdien
stelijke dissertatie van dr. W. van Everdiugen
door professor Blok meermalen aangehaald in
zijne Geschiedenis van het Nederlandsche volk.1)
Hij werd in die betrekking opgevolgd door
Johan van Oldenbarnevelt.
Dat van Paulus Buys zoo weinig bekend is,
mag daaraan worden toegeschreven dat iu de
nieuw opgerichte republiek geene notulen aange
houden zijn altham» weinig genotuleerd werd.
maar nog meer omdat Paulu» Buys zijn hoofd
Waarom, vraag ik mg at, heeft de heer Kolle
wijn mgn naam niet genoemd? Zou dat hoffelijk
heid tgn gewee.t of, en dit ia eerder eau te nemen,
om met le meer bgteuder spot, daar ieder lecer
bijkans kon bevroeden wie door Z.Ed. bedoeld wordt,
tegen mij op ie treden.
Van ile dit proefechrifl van dr. Var Everdingen
was blijkbaar den heer Kollewijn niets bekend eu
dal uietlbgeaetaaode Z.Ed. Blok baeludeard beeft.