No. 5515. 53e Jaargang. Feuilleton. PENSIONOPOLIS. Stadsnieuws. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.- traneo per post ƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25; elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Telephoon 19. Zij die zich met 1 JULI abonneeren, ontvangen tot dien datum alle nummers GRATIS. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gelet op artikel 6 en 7 van het Koninklijk besluit dd. 4 Mei 1S96 (Staatsblad do. 76) tot vaststelling van een Algemeen Reglement voor de Kamen van Koophandel an Fabrieken, noodigt allen, die niet op de laatst vastgestelde lijst van kiezer* voor de Kamer vau Koophandel te Amersfoort voorkomen, maar aanspraak kunnen maken om op de nieuwe Kiezers- Igat te worden geplaatst, uil, daarvan vóór I Juli aanstaande ter Secretarie aangifte te doen op aldaar verkrijgbare formulieren. Vestigt er voorts de aandacht op, dat alleen xjj genoemden aansprak kunnen maken, die voldoen aan de beide volgende vereiichteu: A. men moet kiezer ziju van leden van den Raad der Gemeente Amersfoort. B. men moet te Amersfoort bestuurder of mede bestuurder zijn en gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende maanden zjjn geweest van een bedrijf van handel of nijverheid. Amersfoort, 17 Juni 1904. De Burgemeester voornoemd, WU1JTIERS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien de missive van don beer Kolonel-Militie commissaris in de provincie Utrecht dd. 17 Juni 1904, No. 29, en art. 130 der Militiewet 1901 Doen te weten, dat de verlofganger HENDRIK NIC0LAAS PRINS van bet 6e Regiment Infanterie der lichting 1900 op Vrijdag den eersten Juli 1904, des voormiddags ten tien uur, in het Militair Logement, Lange Nleuwstraat te Utrecht, gekleed in uniform en voorzien van de kleeding- en uierustingstukkon, hein bij vertrek met groot-verlof medegegeven, van zijn zakboekje en verlofpas, ter na inzpeotle voor den gemelden Militie commissaris moet verschijnen. De aandacht van gemelden verlofganger wordt ge vestigd op art. 81 der Militiewet 1901, hetwelk o. m. bepaalt, dat de verlofganger, die niet overeenkomstig art. 130 der gemelde Wet voor den Militie-commis saris verschijnt, in werkelijken dienst wordt geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie maanden ge houden. Amerafoort, 18 Juni 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Da Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. K EGELE N. Nu te Amersfoort voor de eerste maal een Groot nationaal kegelfeest wordt gegeven en daartoe uit alle plaatsen des lands kegelaars „Ooh, geef me nog even de kaas aan merci" zeide hij tot zijn vrouw. „Eu schikt h«t je, morgen nog een paar visites te maken Hij deed al zijn best om over wat auders te praten, maar Lilli Het niet los. „Neen, papa, nu u a hebt gezegd, moet u ook b zeggen. Wat heeft luitenant Weijer dan wel van u gezegd 1" De majoor keek zijn vrouw smeekend aan en vroeg „Zeg jij haar eens, dat ze niet zoo ontzettend nieuwsgierig mag wezen". Maar ook dit hielp niet. Lilli plaagde, bad, smeekte, vleide tol de majoor eindelijk zeide „Nu, als je 'l dan met allegeweld wilt weten, hij heeft me de les gelezen omdat ik zoo terloops zei, dat ik er niet aan dacht, je in de eerste veertig jaar van me te laten gaan". „Volkomen juist, papa" lachte Lilli „zestig jaar it nog een heel mooie leeftijd om te trouwen. Maar toch, wat gaat het hem aan of en wanneer ik trouw?" „Ja, dat heb ik hem óok gevraagd" antwoordde de majoor „maar bij wilde nergens naar hooren. 't Is geen praten met verliefden Auriep hjj plotseling bij de poging om het woord nog terug te houden, had hij zich werkelijk op de tong gebeten en sedert deze na den val in den slag bij Gravelotte gehecht was, was deze zeer pijnlijk; zooals hij 't noemde, droeg hü zijn Achillespees in zijn mond. Maar ook deze hoogst natuurlijke klacht baatte hem niet; Lilli keek bem een oogenblik verwonderd aan en vroeg toen „Maar wat hebt u daar dan toch mee te makeu als h|j op Hilda verliefd is? Maar naar het Hartje des lands stroomen, is een enkel woordje over het kegelspel hier wel op ziju plaats, minder voor de kegelaars dan wel voor de toeschouwers. Een ruve schatting stelt het aantal land- genooten die het kegelspel regelmatig be oefenen op rond 600Unatuurlijk zijn daarbij niet gerekend de kegelaars in de kinder kamer, die op de ouderwetsche manier met een miniatuur-bal hun kegeltjes ten val trachten te brengen. Maar dit groote aan tal schijnt toch welhaast voldoende voor de bewering, dat kegelen ook hier te lande een zeer populaire sport is. Als lichaamsoefening zou men liet spel waarschijnlijk op de lijst der sporten een plaatsje achteraan dienen aan te wijzen; de gewone sport-eigenschappen, met de om schrijving van hetgeen #sport" is, kunnen hier noode van toepassing gemaakt worden. Dit neemt evenwel niet weg, dat de kege laar sinds jaar en dag als een soort sportman wordt beschouwd en dat hij van zijn stand punt, en met het volste recht, een beetje meewarig neerziet op de meeste andere sporten, die nog maar beginnelingen zijn, vergeleken bij het zeer oude kegelspel. Kegelen is van zeer eerbiedwa&'digen ouderdom; het is zelfs moeilijk uit te maken hoe oud het wel is en als zeker kan men aannemen, dat het reeds in de 15e eeuw hier te lande werd beoefend. Het woord zeifis van oud-Duitsche afkomst, afgeleid van chegil, dat paaltje beteekent; later vindt men khegel, kekelinghe, met keghelcole, cloot en nog veel later ook kegel- bane. Dat het spel spoedig algemeen werd beoefend, moge onder meer blijken uit de voorliefde waarmede tijdgenooten als Jan Steen, David i Teniers, Adriaan van Ostade en anderen j voor menig schilderij en menige prent het I herbergtooneel met de levendig bevolkte kegelbaan kozen. Gezwegen nog van de talrijke wat wij thans noemen Reglementen, die nog in menig oud-archief worden bewaard. Up die afbeeldingen zien we het spel in zijn eenvoudigsten vormde kegels hebben niet den vorm van de huidige patent-kegels doch een zekere suikerbroodgedaante, terwijl ze alle even lang zijn; van een baan is geen sprake: de ballen zijn veel kleiner en veel lichter dan de thans gebiuikte. Maar toch wijkt het kegelspel, zooals dat trouwens dezen conservatieven volkssport be taamt, overigens slechts zeer weinig af van het middeleeuwsche. De kegelbanen zijn wel licht wat fraaier en doelmatiger geworden en worden, althans in de steden, en de groote dorpen van Noord-Brabant en de Noorde- j lijke provinciën overdekt, maar de regels zijn al even eenvoudig gebleven als vroeger: men werpt den grooten pokhouten bal langs de rechte plank naar de aldus opgestelde negen kegels en tracht deze »alle negeu" tegelijk om te werpen, 't Is intusschen gemakkelijker gezegd dan gedaan Zelfs de beste kegelaar maakt nog wel een npoedel" dat is werpt geen enkel „hout" om. »Men heeft ze niet aan een touwtje." Deafmetingen van onzeNederlandschezaak kundig aangelegde kegelbanen zijn van 16 i um aue negen in tot 24 Meter. De kegels worden opgesteld I D»t Het doel op een ruit met gelijke tusschenruimte tus- schen alle kegels. De smalle baan de concours-banen hier zijn 21.35 M. lang en 0.32 M. breed is wan- hopig glad geschaafd, en bovendien gecJied, zuiver waterpas gelegd en moet 5 a 6 c.M. boven den gewonen grond liggen. De kegels zijn in den regel 40 a 43 c.M. lang (de bij dezen wedstrijd gebruikt wordende patent- kegels zijn wat korter) de middelste, de zoo genaamde Koning is de langsto, en aati den voet 10 a 12 c.M. dik. Daar ze aardig zwaar j zjjn, staan ze dus nogal vast en moet de bal er wel juist tegenaan komen om ze te doen j vallen. De ballen, meest van pokhout, zijn 15 a 20 c.M. in doorsnede; enkele hebben een duimgat. De grootste van de hier te ge bruiken ballen is 0.25 c.M. Het kegelspel in ons land staat, zoover de aangesloten vereenigingen betreft, onder con trole van den »Nederlandschen Kegel Bond", gevestigd te 's Gravenhage. Feitelijk echter is in de laatste jaren de »Amsterdamsche Kegel Bond'' het organiseerend lichaam voor het bevorderen van het kegelspel in ons land, waar een 30 Bonden en 700 clubs -- na tuurlijk behalve die, welke voor elk kegelfeest in de gauwigheid worden in elkaar gezet het kegelspel beoefenen. schreven, dien we hier doen volgen Keeglaars, ten strijde! de b.ian ia geopend. Hoort gij den opzet van 't neeenul wel? Ulad ia de plank en de ballen goed loopend. Alles noodt uit tot het edele spel. Acbt ora den Lange, reeds staan tij te wachten, Of zij U tarten, zoo vast op de beeD Rappe gezellen, nu toont hier uw krachten. - Werpt met éen bal alle negen dooreen Kalm met een blik eerst den afstand gemeten, Dan zet U schrap en vooral: houdt de plank! Hebt gij in 't gooien U dapper gekweteD, 't Is dan zoet rusten bij 't bier op de bauk. Keegleu maakt lenig en forsch in de schondren, Zeker van oog en veerkrachtig van band I Keeglen is heilzaam voor jongen en oudren, 'tls het gezondste vermaak van hel land. Wat soort vau spol kan het keegleu gelijken? Wat is er eedier vermaak in het land? Toeval en gunst moet voor oog en hand wijken, Prijs brengt alleen U de kracht en 't verstand, Kraoht, die uw bal als eeu sneltrein doet rollen, Kunst, die hem stuurt naar het eind van de baan Om alle negen in eens la tien vallen, dapper bestaan. Op dan, jong Holland dat wakker en vaardig Zoekt naar ontspanning, die spieren verstaalt, Hier ia een strijdperk, uw mannenkracht waardig, Waar door den flinkste de prijs wordt behaald. Keeglen maakt mannen met armen van ijzer, Longen als paarden en vuisten voor twee, 't Maakt ons gezonder en kloeker en vrijzer, 1 Leven de kegels en ballen Hoezee 1 neen" vervolgde zij „U zeide echter zooeven, dat hij niet op baar verliefd is. Ik begrijp er nu niets meer vau. Op wien ia hij dan wè! verliefd „Geef me eeu kus, dom kiud" zeide de majoor teeder „die vraag bewijst me, dat je nog veel meer ingénue bent, dan ik wel dacht". Zij keek he n een oogenbiik verbluft aan en zeide toen heel langzaam„Neen papa, zoo'n gans beu ik toch niet ik begin 'tuu te begrijpen hij is verliefd op mij." „Eindelyk" zeide de majoor, verlucht opademend, „'t Heeft anders nogai lang geduurd eer je dat hebt gesnapt. En wat zeg je daar wel van?" „Die arme Hilda" antwoordde Lilli eindelijk „Wat ik er van zeg, doet er niet toe; ik zou liever willen weten wat Hilda er vau deukt. Ik geloof, dat ze er heel veel verdriet van zal hebben". „Is ze dan werkelijk verliefd op hem?" vroeg de majoor. „Ik kan 'tniet gelooveu, Ook hierom niet, omdat ze veel ouder is dan hij eu bovendien, als ze geen wederliefde vindt. En oók omdat Stieber dol verliefd is op Hilda, ten minste hij heeft ontzaglijk den overste daarmee doorgezaagdmaar wal heb je, Lilli? Wat trek je voor 'nraar gezicht?" „O niets, heelemaal niets" bracht Lilli met moeite uit maar haar tranen logenstraften haar woorden. Plotseling Btoud ze op en liep do kamer ui", „Maar man, waarom heb je uiet gelet op de teekena die ik nietje wisselde" zeide nu mevrouw Öperlicb, „ik heb onophoudelijk zitten knipoogen, maar jij deed net of je niets zag." „Waarom heb je me dan niet op mijn voet getrapt" vroeg bij „daarvoor heb je die dingen toch. Maar waarom windt Lilli er zich zoo over op, dat S ieber verliefd is op Hilda?" „Wel, om de zeer eenvoudige rsden, dat zij zelf op hem verliefd is", antwoordde zyn vro »w. „Hè?" vroeg de majoor tot heL uiterste verbAasd. „Dat heb ik nu eeus netjes in de war gestuurd. Maar dat komt er vau", viel hjj plotseling uit, „als jelui De Kegelmarsch van den heer Van Aaken misschien de meest populaire, die hij ooit geschreven heeft is overbekend, maar wellicht weet niet iedereen, dat de heer J. R. van der Lans en onze stadgenoot de heer B. H. Kuyper er een tekst bij hebben ge- De gewone audiëntiën van de Ministers van Justitie, van Binnenlandsche en van Bui- terilandsche Zaken zullen ook de volgende week niet plaats hebben. Met ingang van 1 Juli treden bij de Rijks telegraaf de volgende nieuwe bepalingen in werking. Het gebruik van geheim letterschrift, dat j vroeger, behalve in regeerings- en dienst- telegrammen, verboden was, is thans ook toegestaan voor gewone telegrammen, i Terugbetaling van seinkosten geschiedt voortaan bij vertraging van 12 uren tusschen I twee aangrenzende of rechtstreeks verbonden landenbij vertraging van 24 uren tusschen twee andere lauden van Europa of tusschen twee aangrenzende of rechtstreeks verbonden landen buiten Europa, en ten laatste bij drie- i maal 24 uren vertraging in alle andere ge- j vallen. nu ouder elkaar maar geeu geheimpjes hadt, tiau was dat uiet gebeurd. Waarom heb jij me dat uiet eerder gezegd, dat zij verliefd is op Stieber 'l Is niet miju j gebuid, maar de jouwe, dat Lilly nu in haar kamer i zit on seu paar dozijn zakdoeken nat built. Enliu, ik zal even Daar haar toe gaau en haar troosten Hilda is nog niet met Stieber getrouwd, uog niet eens verloofd. Ik zal naar hem too gaan cu eens met hem praten. Als Lilly verliefd op hem is eu hem absoluut wil hebben, dan zal ze bem hebben óok." „Ja maar ook dftn pas als hij ook vues op haar heeft" meende mama energisch „want je zult toch wel uiet ouze dochter hem willeu aanbieden eu evenmin goedvinden, dat hij haar trouwt uit mede lijden of omdat zij rijk ia?" De majoor krabde zich achter 'toor en liep onge duldig in de kamer op en neer. „Een mooie ge schiedenis" zeida h|j eindelijk, „een mooie geschie denis. Hoo komen we er met fatnoeu uit? Kom, ik zal eeng met Lilly gaan praten die zal wel naar rede willen luisteren". Hij ging naar de deur, maar z|ju vrouw hield hem terug. „Blijf maar hier en eet maar af. Ik zal wel naar toe gaan". En zonder te wachten op z|jn tegenspraak, ging zij de deur uit. De majoor keek haar ua eu wachtte in spanuing tot zij met Lilly zou terugkomen. Hij had werkelijk leed o:n lijn dochter, die hij zielslief had indien liij maar had kunnen vermoeden hoe het met haar hart wat gesteld, dan had bij haar dit leed bespaard. Hij maakte zich de bitterste verwijten over t|jn on voorzichtig praten en om wat tot bedaren te komen dronk hij ten slotte zijn bier in éen teug uit. „Kom, m|ju vrouw zal haar wel weten te kalmeeren en Lilly zal wel naar rede luisteren en op stuk van zaken, wat zou zij er aan gehad hebben al» zij Stieber werkelijk had getrouwd Over honderd jaar ziju we tóch allemaal dood." H|j was er blij om, dat zyn lijfspreuk hem zóo te Aan het hoofd van dit nummer komt voor de officieele uitnoodiging om zich te doen inschrijven op de Kiezerslijst voor de Kamer rechter tijd was iugevallen en volkomen gerust ge steld, stak hij nu oen versche sigaar op de zaak was daarmee voor hem afgedaan. lagen later. De jonge Weijer strom pelde op een stok in het groot# park der ouderlijke villa en deed zoo weder zijn eerste loopoefeuingeu. 't Ging maar slecht en hemzelven ging't óok eieclit, althans h|j was danig uit zijn humeur; 't stond hem niets aan, net als een infanterist te moeten loopeu. Toen hij met zijn paard gestort was en bemerkt had, dat z|jn voet verstuikt en misschien ook wel gebroken was, had hij zich aanvankelijk zeer verheugd op een lang verlof, zich gedroomd op een gemakkelijke divan in de prachtige serre, waar Lilly en Hilda hem iederen dag zou komen opzoeken eu trooiten en met hem babbelen, iets voorlezen, bloemen brengen eu wat dies meer zij. Hij zou zicb veel --ieker houden dan hij was en traohten hun medelijden op te wekken. Medelijden slaat al gauw over tot liefde en zoo zoudon beiden op hem verliefd worden, gel|jk hij verliefd was op beidon, en als een pacha op zijn divan sou hij rjjpelijk overwegen wi3 van beiden hij zou trouwen. Want trouwen wilde hij, dat stond vast bij hem ondank» zijn jeugd was bij het ;ong- gezellenleven reedt lang beu. Hij vond het razend i vervelend, iedertn middag met de kameraden in het j Kasiuo te zitten en iederen avond met de zelfde jongelui biertje te drinken. Alt|jd het zelfde discour». En reeds zag hij zich alt jong echtgenoot door zjjn vrouw, die hem natuurlijk zou verafgoden, op de handen gedragen. Dat alles was door t|jn hoofd gegaau toeu bij na I den val op den grond lag en de dokter bem vluchtig onderzocht, maar ook hij bad alras de droe*e waar- moeten erkenDeD, dat 't steeds anders gebeurt dan mnu zicb voorstelt. In plaats van in de serre op de I divan te liggen, was by onverbiddelijk te bed moeten blijven en llilda noch Lilly had zich om hem be- I kommerd. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1