Zaterdag 20
Augustus
1904.
No 5542.
53e Jaargang
Feuilleton.
Hoe Samson ontkwam.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOOKT,
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement poi 3 maan'!»» fi.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent: elke regel meer 10 cent. Legale-,
iflicieële- en onteigeniugsaiivortentiëii per regel 15 cent. Reclan es 15 regels f 1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de siad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
'IVlephoon 10.
KENNISGEVING.
Do BURGEMEESTER on WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Oelet op am. en 7 der HINDERWET,
Brengen ter kenuis van het publiek, dal oen tloor
J. A. de VRIES ingediend verzoek, met bijlagen,
om vergunning tot liet oprichten van eone bewaar
plaats van gesorteerde lompen en ijzerwaren in bei
perceel alhier gelegen aan de Valkeatraat, by het
Kadaster bekend ouder Sectie E. No. 2028. op de
Secretarie der Gemeente ter visie ligt, en dat op
Donderdag, den 1. September aanstaande, des voor
middags te balf elt' uren, gelegenheid ten Raad-
huize wordt gegeven om, ten overstaan van het Ge
meentebestuur of van een of meer zijner leden, be
zwaren tegeu bet oprichleu van do inrichtiug in te
brengeu.
Amersfoort, 18 Augustus 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
Da Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
De Bouwverordening.
II
Ter gisteravond weder in »Do Arend" ge
houden vergadering waren aanwezig 20 per
sonen, benevens éen Raadslid.
De lieer J. R. van 't Hol' opende kort na
achten de bijeenkomst onder opmerking dat
de mannen die het Amerslbortsclie kwartiertje
in eere houden, nog wel zouden komen en
bracht in behandeling
Art. 34. Spr. vond het wel wat bezwarend,
dat privaten binnenshuis per se steen en zij
wanden moeten hebben. Welke bezwaren
zijn er om bijv. op bovenhuizen de zijwanden
der privaten van hout te maken
De heer Salomon son achtte het voor
schrift juist omdat de stank doordringt door
hout, zelfs al is het met behangsel als anderszins
beplakt.
De lieer Van Scha'ik meende, dat bra-
baudsche muren of Exelsior-platen evenmin
stank doorlaten.
De heer Van 't Hof stelde voor, te ver
bieden houten afschuttingen, als kraalschoten,
die alras open trekken.
Art. 35. De heer Boer koel merkte op
dat B. en W. spreken vaneen »voor de ledi
ging gemakkelijk te bereiken plaats" en vroeg
ol 't niet goed zon zijn, te verzoeken de
privaatput te mogen leggen ouder de straat.
Dat is gemakkelijk voor den bewoner zoowel
als voor de Gemeente-controle.
De heer Van 't Hof herinnerde, dat dit
ontwerp bijna gelijktijdig is gemaakt met
het ontwerp voor de beerputten, dat ge
lukkig is gerenvoyeerd. Ware het aangenomen,
dan zou het een onoverkomelijke ramp zijn
geworden; immers elke lediging had dan f7
gekost. Belachlijk was 't éen reukloo/.e wagon
voor te stellen, waar hitfr minstens 300 closets
zij» er dus lederen dag 50 putten zouden
moeten geleegd met éen wagen. Do Gemeente-
reiniging zou al heel gauw diep in de narigheid
hebben gezeten.
De lieer Boor koe I pleitte voor o verstorting
der closets en meende dat het tonnenstelsel
voorgoed moest afgeschaft.
De lieer Van 'til of merkte op, dat dit
punt later aan de orde zou komen. Spr. zou
wel eens willen uitweiden over liet gunsche
systeem der Gemeente-reiniging hier ter
stede een verschrikkelijk nare, dure en be
labberde geschiedenis. Zóo conservatief is
men hier, dat een Raadslid zelfs liet tonnen
stelsel verplicht wilde stellen.
Art. 36. Dj heer V a n 't 11 o f vroeg waarom
het hier verboden wordt, in de privaatput
een verlaat of gelegenheid tot overstorting
te brengen. Dat is een bemaling, die onmogelijk
kan gehandhaafd worden, want dan inout
elke week de closet-put geruimd en niemand
wil de stof knopen die voor zeker 9ll0 uit
water bestaat. De Amersfoortsche ontwerp
verordening heeft, als gewoonlijk, weer buiten
gewoon veel gelijkenis met de reeds aange
nomen Utrechtsclie; en juist wat in deze in
voor Amersfoort zoo hoog noodig is, werd
weggelaten.
Het art. 58 der Utrechtsclie Verordening
luidt in zijn geheel
.Het is verboden een inrichting le maken, waar
door faecalo stollen uit een privaat middellijk ol on
middellijk kunnen worden afgevoerd in een riool
der Gemeente of in een openbaar water.
„Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, v»u
dit verbod tot wederopzegging ontlieliing te verleenen
aau den eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder vau
een pul,waarop uiisluiiendprivatenmet spoelinrichtiug
ioozen, wanneer de iuricluing tot afvoer zoodanig is,
ii, dat alléén de vloeibare inhoud van die put door
een vasten rooster, met openingen van niet meer dan
1 c.M. wijdte, naar een riool der Gemeente of een
openbaar water kan afvloeien."
Spr. wilde voorstellen, in dien zin alinea
c. te wijzigen. De redactie Iaat spr. gaarne
over aan den wetgever.
De heer L. vunAchterbei' gh meende,
dat het niet aanging om, waar jarenlang de
I faecaliëu zijn verzameld in tonnen en werden
gehouden buiten de stadsgrachten, nu weer
te gaan verzoeken, ze in de riolen en dus
in de grachten te brengen. Dit houdt nauw
verhand met de algemeen» gezondheid. Laat
de huurders f 100 meer per jaar verwonen,
doch verontreinig geen openbare wateren.
2l-
Hy zeide „goeden avond, jongens" met een air of
bij de Groothertog zelf ware, tot de grinuekeiula sol
daten en, ol toppunt van booze voldoening, by
drukte den kapitein der troep, een jongen oubeschaam-
den Duitsch-Zwilser, een Italiaanscli goudstuk in de
band, dat op een kermis te Lugano in de beurs van
den acrobaat wa- terecht gekomen en in bet kanton.
Waadt niet als goed goud in ontraugst genomen
zou worden. Het was vermakelijk, het gesmoorde la
chen der schildwachten te hooren, die niet veel met
hun kapitein op hadden, en diens onmachtige wilde
woede te aanschouwen, toen do deur op slot ging
en de „professor" zijn kamer binuen ging. De cipier
sloot zorgvuldig de deur achter den „eeregasi", zooals
men een gevangene op den laatsteu avond van zyn
aanlach bestaan noemde, want zulk een gast is nooit
zoo „kostbaar" als op bet laatste oogeublik.
Samson liep vooruit tot bij middeu in de kamer
stoud en wierp een trotscbeu blik om zich heen.
„Stook het vuur wat op", gebood hij, eu liet zich in
deu defiigsteu der beide stoelen vallen.
Do cipier haastte zich, grijnzend en buigend, te
gehoorzamen.
„Er is bout genoeg voor twee nachten minstens,
professor", zeide bij sluw.
Doch Samson trok zich niets aan van die wreede
toespeling. Hij bromde alleen: „maak wat voort,
oude bunzing. Breng my wat le eten."
„Wat zal de professor gebruiken?" vroeg de cipier.
Naar oud gebruik mocht de veroordeelde op dezou
noo.ilottigeu avond vau alie gerechten gebruiken,
die bij vau de tafel des Groothertogen wikle hebben.
„Heb je een menu van de avondgerechteu zeide
de acrobaat.
Zyn vermogen om zich een grooten mijnheer te
wauen, zijn schitterend comediospelen, was voor hem.
wat liefde eu vriendschap iu zulk een duister uur
voor audere meuschen zijn. Het was zijn dierbare
troosteres, zijn goede engel, die een sluier trok over
afgrijzen en werkelijkheid en een roraantis;h waas
verspreidde over den donkeren en verschrikkelijke!!
weg, dien hij moest betreden.
„Ik zag zjoeveu in de keuken gevulde baars, op
gemaakt mot kreeft," zeide de cipier, zijn lippen
aflikkende.
„Is de wijnkelder van Zijn Omnde goed?"
„De beste uit liet liecle laud, professor."
„Dan wilde ik wel wat Falerinsciiun wijubij myn
eten hebben. Ik zal Uien onversneden drinken, vriend
niet een glas van dat nat op twintig glazen water,
zooals Horatius. Ik ben geen dichter en gebruik mijn
versnaperingen liefst puur. Eerst Falernische wiju,
dan gebakkeu viach, ei: vlcesoh ua. En laat myti
vriend de kapitein vauavoud eens lekker eten van
myn fooi. Hij ziet or zoo mager uit, en bij is jong
en moet zorgen, wat meer spieren te krijgen."
In de Ridderzaal, waar de Groother;og het maal
gebruikte, vonden al deze opmerkingen oeu verbaasd
gehoor. De cipier bad ze den kok verleid, eu de
kok bad zo weder den bedienden overgebracht, die
weer op huu beurt deu opperjagermcostor hadden
ingelicht.
Toen do Groothertog overal grinnekemie gezichten
om zich heen zag, weuschtc bij te weten wat er
gaande was. Zyn gemalin, do kleine Weetmchc, op
wie bij ontzettend verliefd wus, vond de overgebrachte
gezegden vuu den kuiistemakor vrceseljjk koddig,
vooral do boodschap, die de professor voor den
kapitein van de wacht bad meegegeven, want zij bad
dat ventje eveneens al dadelijk niet mogen lijdon.
Zij sneed eigenhandig groote stukken uit de beren-
kop voor Samson, en zond hem haar eigou beker,
gevuld met deu diepbruinen wyn, dien hy vorlangdo,
met de boodschap er by, dat zy or eerst zelf de lippen
aan gezet had. Toen liet zij deu cipier zyn verhaal
nóg eeus verldlleu, on by de passago, waar by do
toespoliDg maakte op de onbeduidende gestalte vau
De lieer P. v n n Achterberg li vraagt
of 'tniel nog veel erger is, dat de sputa vu»
een teringlijder i» do gootsteen worde» ge-
worp -» en zóo in do grachten komen.
De lieer L. van Achterbergh vindt
het erg genoeg, waar do spuwlleschjes voor
teringlijders toch overbekend zijri en uclit
het absoluut onnoodig dat men de grachten
nog meer verontreinigt door er ook andere
uitwerpselen in te brengen.
De beer Van 't H o I acht liet gevaar van
overstorting uit closets volkomen denkbeeldig.
Utrecht heeft óok een Gezondheids-commissie,
welke liet ontwerp stellig óok heeft gezien.
Wat uit de eloset-puit'en komt, is meest water,
En hoe is 'tin do Aldegondostraat waar 1)6
woningen alles en alles in het Gemeente-riool
gooien Wal is meer besmettend, een zink
put of een privaat? De zinkputten Ioozen
wel iu een riool en zóo i» de grachten. De
spoeling der closet-putten kan vrijelijk door
een vasten rooster van ten hoogste 1 c M.
wijdte in bet riool gt bracht, even goed als
t Utrecht met zijn 1111RH) inwoners. Deze
groote belemmering moet hier ondervangen
hiet moet niet de theorie, maar de practijk
aan 't woord wezen. Men bedenke toch, dal
iu den legenwoordigen tijd ieder, die t 300
verwoont, een closet eischt. De wetgever
moet oen wet maken, die kan en dan ook
zal worden nageleefd en als dit verbod blijft
gehandhaafd, zal er even hard worden ge
knoeid als er nu nog geknoeid wordt. Spr.
zou niet gaarne allen (ion kost geven die in
de grachten hun faecaliëu Ioozen. Spr. her
innert hoe een tuinman, die last had van een
zinkput, de raad werd gegeven, oen paar
gaten in de kante» te slaan, wat hij met alle
succes deed.
De heer L. Achterbergh zegt, dat het
hier ee» sanitaire quaestie geldt waarvoor
de dokters jarenlang streden. Het past ons
niet, daar nu tegenin te gaan. Het alge
meen belang staat verre boven dat van enkele
bou wers.
De heer P. van Achterbergh meent,
dat zjjn ooi» denkt dat we in do Middel
eeuwen leven, leder eischt thans een closet.
De beer W. van Achterbergh zegt,
dat we het verzoek om een bepaling te ma
ken als Utrecht heeft, gerust kunne» doe».
Nog zeer pas heeft de Gemeente het Rijks-
riool uit de lufanterie-kazernes overgenomen.
Hoeveel ongerechtigdheid daaruit komt, weet
iedere aannemer. Het zelfde geldt voorliet
riool der Cuvalerie-kazet n?s.
tchen, dut de tranen baar ui
De heer II o e r k n e I merkt op, dat in tal
van Gemeenten heel wat wordt gedaan voor
waterverversching, door ee» stoomgemaal als
anderszins en zou 'loon zeer groot voordeel
achten als de Gemeente steeds zorgde voor
een lliuke doorstraling. Is die er, dan mag
men gerust closet-putte» late» overs tor te».
De heer Van 't H o f zegt, dat hier een
uitstekende waterverversching bestaat. Te
dezen opzichte inaakt Amersfoort een hoogst
gunstige uitzondering. Zelfs in dezen dro
gen zomer heeft geen enkele gracht ge
slonken.
De hoer L. van Achterbergh herin
nert, dat de stichting vMeerenberg", welke
grooter is dan heel Amersfoort, een Centrale
beeft vooi alle faeculiën. Ook bier moet inen
geen overlaat toestaan, doch alle putten doen
uitzuigen door zulk een Centrale. Spr. stelt
voor, de overlaat te verbieden, doch de Ge
meente te doen zorgen voor een Centrale
voor allo beerputten.
Do hoer V a n 't H o f merkt op, dat dit
Liernui'-stelsel thans niet aan de orde is,
doch hy toch even moet antwoorden. Spr. stelt
voor, dat art. 58 der Utreclitsche verorde
ning worde overgenomen. In de Gezond-
neids-commissie te Utrecht hebben zelfs pro
fessoren zitting; bier moeten we 'tmaar met
doctoren doen. liet geldt bier niet alleen
liet belang van een klein klompje huiseige
naren, maar óuk dat van winkeliers, slagers,
bakkers, enz. dm er groot belang bij hebben,
dat alle huizen worde» bewoond. En veel
huizon blyven leeg otndui er geen closet in
is Waarom zou te Amersfoort niet kunnen,
wat te Utrecht wel mag. Spr. wil deze quaestie
gaarne later nog eens bespreken als het ont
werp op de lediging dor beerputten wordt
ingediend.
Geroep: Stemmen.
De lieer V a n 't H o fSteunt iemand het
voorstel- L. van Achterbergh. Niemand
Het voorstel- Van 't Hof (overneming art.
58 Utr. verord.) wordt nu aangenomen by
acclamatie.
De heer Koppen stelt voor, het heele
tonnenstelsel af te schalie».
De lieer Van 't II o f zegt, dat dit later
eens besproken kan worden, in een aparte
vergadering :.ls het beerputten-ontwerp in
den Raad komt.
Bij 36 e vindt de beer Prins S r. het wel
wat veel, dat bij elke woning een beerput
moet zijn.
De heer Van Schalk vindt het nonsens
den kapitein, moest tij
de oogen kwmnen
„M<iet >iie innn werkelijk sterven?" vroeg tij. „Dat
vin ik inderdaad jaiucnor. llij schijnt bijzonder
onderhoudend en geestig te zijn.
„AU Uwe Genade hem too vorstelijk omhaalt,
moogi gij er wol eeni/szins aanspraak op maken, U
door hem uitmuntend te laten a rumoeren", icide de
kapitein vol vuur, doch mot trolscho zelfbtbecrsching.
Hy gevooide lust den acrobaat nogmaals voor hul
laatst Ui lurgeu en aldus tijn wraak te koelen.
„Zekeronderhouden Wij heiu too goed Wij kunnen,
doch hy kan ons dat lastig vergulden door thans
grappen le verknopen", tuide de Hertog.
„Integendeel" antwoordde de kapitein. „Zijn hart
is luchtig genoeg, want op het ergste is hy voorbe
reid z.yu buik is meer dun vol, want hjj heeft oeu
maaltijd gehad, waarmee een Vorst hel tou kunnen
doen: ziju teoneu tijn too warm of te geroosterd
waren zyn stel extra-gewriebton zoo lenig, als hy
maar wensohen kan" eeti uitbundig gelach bo-
groet'o dien lijnen streek „eeti machine, die zóo
goed geolied is, kan haar evengoed verrichten als
anders. Het ligt volmaakt in de rede, dat Uwe
Genade hem na het avondeten zou verzoekeu, te
dansen".
„Hy zal anders niet in al te beste conditie zyn",
meende do cipier grinnekend. „Het is nog pus veertien
dagen geleden, dat wy hem in de Kunde kamoj
hebben gehad, eu den duivel uil zyn beenderen
hebben gedraaid".
„Uli!" sidderde de bruid, „hoe afgrijselijk! Waarom
liet gij dit doen?" keerde tij zich lot haar echt
genoot „als tij hem tóch moesten hangon, kon
die marteling limu nog wel bespaard zijn gebleven.
Natuurlijk is hij oen toovenaar, maar" zij ver
borg haar gezicht in de goudgele vlechten, dio
mei marlen omkranst waren, terwijl h|j zich tot
haar boog.
„Zou je hem gaarne willen zien dansen?"
duisterde de Groothertog zacht, „Zou Je daar pleister
in hebben?"
„Ik zei immers reeds, dut ik het graag zou willou"
antwoordde zy, nog cunigstina gcuielyk, doch daarbij
wiarp tij haar hoofd zoover achterover, dat zyu
lippen den rand van haar oortje evon beroerden.
„Waar tal het plaats vinden?" vroeg hy, terwijl
tijn vingers onder de tafel met de hare speelden:
„in Uwe vertrekken of in de liroot-hertogely ke taal?"
„Niet in do mijne", zeide ty, met een lichte huive
ring. „Ik zou de geduchto niet kunnen verdragen,
dat een dienaar des Booten daar geweest was."
„Dan tal het in de taal gebeuren", zeide hjj.
„Je behoeft niet te wachten", zeide Sauison uit
de hoogte tol den cipier, die mot de zilveren schotols
om hem hoen dribbelde, „ik eet liever alleen, tenzij
ik met iemand in gezelschap ben, waarmee ik waar
dig redaueeron kan. Over een half uur kan je
terugkomen. Ik wensch wat toilet te maken."
Het vuur glooide en verwarindo deu oiigeluk-
kigen Jean Mario. Hij draalde nog met eten, maar
do Falernernische wijn schonk hem eau verheerlijkt
gevoel. De pijnen, nog eeti gevolg van de vreeselyko
folteringen welke hy bij het verhoor had doorstaan,
werden minder. Hy strekte zich gemakkelijk uit
en liut zich lui achterover in zyn stoel vallen.
'Toen trof het zyn trotschen blik, hoe schamel
hem zijn gevangenispak stond. De cipier had op
syn verzoek zyn oud Huwuulen danscostuum
op het bed gelegd. Maar de schoenen Tot zjju
geruststelling en vreugde staken die iu den sak van
ziju lluweeleu jas de schoenen met (lo voeren
hoewel het heiu sterk verwonderde, dat zjj niet door
een der schildwachten gestulen waren en hel custuuiu
eveneens. Toen schoot het heiu te binuen, dat hjj
aan de gerechtsdienaars gezegd had, dat al wat hem
toebehoorde, met zwavel overgoten was, eu aan deu
persoon, die zich iets van zou toecigenen of de plaats,
waar zij verborgen wordon, verklappen, slechts onge
luk zouden aanbrengenDientengevolge had meu
hem zijn plunje maar laton behoudoo.
Wortti v«rvo/«K)