Zaterdag 11 Maart 1905. No. 5629. 54e Jaargang. Feuilleton. Reservist Tiesmeijer. iMEECFOOETSGHE COURANT. UITGAVE: FIRMA A- H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en octeigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. By advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT9 Telephoon ld. KEN N I 8 G E V ING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Ge meente, dat de door den Directeur van 's Rijks di recte belastingen enz. te Amsterdam executoor ver klaarde kohieren Nos. 13 en 14 van de Personeels belasting over het dienstjaar 1904/1905 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 10. Maart 1905. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIER8. Een boekverkooper-martelaar. Op die wyze trekt hij te velde tegen de inlegering der Fransche troepen, die hier de de vrijheid zouden brengen, tegen het ver jagen van den Prins en de nalornme verspreid de verwoesting." Om kort te gaan, hij werd andermaal «in apprehensie genomen over uit drukkingen in hetzelve Project, doch in submis sie gekomen zynde ontslagen, onder betaling vau een boete van 1150 met de kosten." Voor dezen keer kwam bij er dus nog al wel af, daar de zes weken, die hy inmiddels in de gijzeling ten btadhuize had doorgebracht, het gemoed der rechters verteederd schijnen te hebben. Het beloofde Tafreel, door Van dar Aa op «30 a 40 vellen groot octavo tot 2 stuivers ieder Vel" geschal, kwam dan ook uiet uit. Juist toen hij voor de Leden van den acht baren Raad van Rechtspleging gebracht werd, had hy opnieuw pogingen aangewend om ia Holland terug te mogen keeren. Üen 25 Maart 1801 nl. had het Uitvoerend Bewind een pro clamatie uitgevaardigd waarby aan allen, die tijdens de politieke geschillen veroordeeld wa ren, ontheffing van verderen straftijd gegeven werd. Nauw was hij weer op vrjje voeten of hij haastte zich te verzoeken, in dat voor recht te aiogen deeleu en by besluit van den 28 April 1801, toevalligerwijze door de zelfde personen genomen, die hem in 1796 veroor deeld hadden, werd hem te kennen gegeven, dat zijn verbauing opgeheven was. Reeds half Mei ging hij naar Haarlem om daar eeuige weken te vertoeven, terwijl hy die bezoeken later nog zeer dikwyls herhaalde. Het laatste bewys van zijn tegenwoordigheid te Utrecht is een door hem geschreven en te zijnent §edrukt vlugschrift getiteldDe zoogenaam- e verdediging van Willem Paschen Ctz eene bijdrage tot het VIII deel der Geschie denis van den joug9t geëindigden oorlog." Het had hem goed gedacht dezen Drost van Bredevoort, over ter dood brenging van freule Van Dortb in die Geschiedenis zeer bard te vallen. Ik kom hierop zoo aanstonds terug. Pascheu verdedigde zich hieromtreut in een brochure, tegen den «Schrijfjeukerigen en niet min verwaanden Boekverkooper wiens voorname drijfveer volgens 's mans eigen bekentenis de honger scbynt te zyn die, schoon van geen ongunstigen aanleg, doch niet weinig ingenomen met zich zeiven on zyn bekwaamhedenzich vry driftig en onvoorzichtig, alhans voor iemand in zijn omstandigheden, in de staatkundige twisten mengde". Aanstonds schreef Van der Aa een tegenbetoog, waarin hij Paschen »de vuilaartige scribent en armhartige libelschy- ver" alle hem door dezen toeg. diende epi theta ornantia met interest teruggeeft, tegen het «papieren wangedrocht waarvan P. zeven maanden zwanger ging", tegen Enschedé, die een advertentie door hem tegen Paschen opgesteld weigerde op te nemen en die bij daarom «den waardigen zoon mijns beuls van '96" noemt en tegen de Konst en Let terbode en den Recensent ook der Recensenten verschrikkelijk te keer gaat. Het mocht niet baten, dat de «Algemeene Konst. en Letterbode van April 1807, dit twistgeschrijf besprekende, zeide: «het ware beter dat de heer Van der Aa zich bepaalde tot het verknopen van boeken in stede er zelf te schrijven". Die critiek en dergelijke opmerkingen beantwoordde hij aanstonds in bet Voorbericht van een der vele boeken die hy sedert schreef. In elk deel kan men juist nagaan welke recensie aan een vorig doel of een vroeger van zijn hand verschenen boek inmiddels te beurt gevallen is. Tusschen 28 Augustus en 23 November 1807 gal' hij den boekhandel op en verliet hij Utrecht om zich metterwoon te Amster dam te vestigen, waar hy den 26 October 1715 in zyn woning, aan den Binnen Amstel by de Hoogesluis, overleed. Meer nog dan uit het bovenvermelde, kunnen wij 's mans denkbeelden en zyn niet te loochenen, maar door de omstandigheden niet beloonde verdiensten, voor de Prinsge- zinde partij nagaan uit zyn werken. Het zou te ver leiden, hier tevens alle bij hem uit gegeven boeken te noemen en we moeten ons dus tevreden stellen met die, welke hy zelf schreef even aan te stippen. Ze volgen ia chronologische orde. 1. Myne politicque denk wyze vrijmoedig geschetst: Eu onderzocht in hoeverre dezelve een grond opleverd, om my het vertrouwen 29). Martha zat er vrijwel voor stommetje bij en tiara slechts af en toe deel aan het gesprekzij voelde zich reoht onbehaaglijk en begreep haar moeder niet. Hoe kón deze dit bezoek afleggen en hoe kón zjj blijven zitten nu sjj zóo duidelijk merkte, dat me vrouw Tieamejjer haar absoluut niet te geraoot kwam. Zij zat als op heete kolen en wachtte met klimmend ongeduld op het oogenblik waarop baar moeder zou opstaan en sóo werd ajj hoe langer soo stiller. Mevrouw Tiesmeijer was niet alleen een seer ver standige maar ook een recht goede vrouw en zoo geviel het, dat zjj plotseling medelijden kreeg met Martha en dacht.als zij werkelijk verliefd is op Ernst en er sich op heeft verheugd, hem te sien, dan is het toch wel wat heel wreed, baar dat te ont houden is se niet verliefd op hem en slechts mee- Eekomen omdat baar meeder bet wilde, dan moet et meer dan pijnlijk voor haar syn, het geaprek te moeten volgen" en soo zeide zij dan ook opeens en sender eenige inleiding: ,En mjjn arme jongen ligt óok nog altijd soo op sijn chaise-longueals bij hoort, dat u hier is geweest, ui hy boos op my sijn, wU ni#t "Ten benl b^*c,1,• k#n helaal niet hier komen, maar misacbien doet u hem wel het genoegen, hem even te gaan bezoekenby ia daar, op de verandah." Eindelijk I Het allerliefst was mevrouw Von Melcbo w mevrouw Tiesmeyer om den hala gevallen, maar ajj was ten seerste bedreven in de kunst om niets te laten blijken van hetgeen in haar binaenate omging en sjj wierp dan nu ook, in plaats van bet luide uit te jubelen, een blik naar de antieke staande klok welke op een marmeren tafeltje onder een buitengewoon mooie rococco-spiegel pronkte en zeide: .Wat aie ik f Al by eenen? Dan moeten we eigenlijk weg; maar toch een oogenblik kunnen we nog wel blyven. Hoe gaat het uw aoouT Het on geval is Goddank niet heel ernstig geweest." Reeds was zy opgestaan en mevrouw Tiesmeyer gevolgd. Zij ksek naar Martha en zag, dat deze hoog rood was en dacht: „Je kunt goed zien, hoogeluk kig zij ia." Maar in werkelijkheid sohaamde Martha zich de oogen uit het hoofd en waa zjj liefst niet meege gaan. Ernat lag in een courant te kijken toen de dames op de verandah kwamen; by wierp het blad weg en trachtte op te staan, maar mevrouw Von Mol- chow woukte hem, sicb niet te laten atoren .Bljjf toch liggen, wat ik u bidden mag, mijnheer Tiea mejjer wij komen maar voor een oogenblikje om naar u te informeeren en te hopen, dat u heel spoedig weer totaal genezen is. 't Heeft ons allen zeer leed gedaan, dat het ongeval juiat u moest trefleu; ook mjjn man verzocht me, zijn groeten over te brengen en u uamens hem evenseer hartelijk beterschap te weDBohen." Dat was nu wel niet waar, maar wat deed dat er toe er worden ieder uur van den dag zoo real con ventioneels jokkentjes gedebiteerd, dat bet ot >en paar meer or minder werkelijk niet aankomt. Men ging diohtbjj den patiënt zitten, maar reed* na een paar minuten atond mavrouw Von Melohow op en wees op een praohtig bloeiende azalea, heel aan het andere einde der groote verandah. .Wat een praoht vau een plant, mevrouw; uw tuinman moot wel een duizendkunstenaar ajjn om alle bloe men too tot ontwikkeling te kunnen brengen". Eu te ont-ze^gen en van een Bediening te de- mitteeren. Te Haarlem, Door Cornells van der Aa, Boekverkooper. [1795] II -]- 30-]- 11 pp. in 8°. •Een Werkje dut het zeldzaam lot te heurte viel, dat het den bijval van veele lieden, verschillende in Staatkundige be grippen, wegdroeg en als een zeer kort Com pendium van 's Lands Historie aangemerkt werd." Aldus Van der Aa in de Inleiding van zijn hierna te noemen «Beknopt Hand boekje.'' Voor het eerst gedrukt na 25 September 1795. In Maart '96 verscheen reeds eens vierde druk. Het voorbericht is onder teekend C. van der Aa en daarin zoowel als in den tokst zegt deze zijn eigen lot gevallen te beschreven. Het voorbericht leert ons het ontsta in van het boekje, reeds hiervoor vermeld; bl. 130 bevat de politicque Denkwyze en de laatste twee bladzijden behelzen het Verhaal van de feitelyke aanranding op 1 April 1795. 2. Missive, behelzende eeinige bedenkingen over het Provisioneel Rapport vau de Com missie van vierentwintig. Aangesteld op orde vau de Provisioneelo Representanten van Holland, tot bet Onderzoek na het Politiecq en Finantiecl gedrag der Lederen Miuisters van het voorig Bestuur. Door ecu waar Va derlander. Te Haarlem, Bv C. van der Aa, Boekverkooper, 1796. 111 -f- 72 pp. 8°. Dit boekje werd afgedrukt in Maart '90 en tydens S. H. Veruede's »iets over het succint rapport der comm. van onderzoek" verscheen, szoodat dezelfde zaak nu uit twee oogpunten bekeken wordt". Opmer kelijk hierin zyn de pasages, waarin aan getoond wordt hoeveel zwarigheden men ondervond som de 24 byeen te krijgen, zó dat men eiutelyk zich moest vergenoegen met sommige penoouen, die gehaait uit hunne winkels of werkplaatsen voer eene bezoldiging van f7 Gld. [sic] drags zitting naaraeti," en waarin vermeldt wordt, hoe »de geslotene alliantie met <le Fransche Republiecq van dato 16 Mey 1795deeze Staat zoo veele Schatten kostdaar men met de Fransche Republiecq een schuld van 100 millioon had gecontracteerd, en bovendien had aangenomen jaarlyks 25000 man Fransche troepen te onderhouden, wat men gerust op 12 millioen 'sjaars rekenen kan." Nog in 't zelfde jaar verscheen een tweede [titel] druk, als«Missive over het uitgebracht Provisioneel Rapport, van de Commissie van XXIV. Aangesteld door de om de plant beier te kunnen sien, ging sij er been en dwong daardoor mevrouw Tiesmeyer baar to volgeu. En toen sjj de azalea van allo kanton bad bekeken en bewonderd, sloeg ae de bandon ineen o/er de audere planten en bloemou on biold niet op met bewonderen en vragen. Middelerwijl set Martha togonoror Ernst, bijna niet in slaat sioh goed te houden, lly moest ge merkt hebben, dat haar moedar met opset was opgestaan om hen, sjj 'took maar voor een oogen blik, alleen te laten en dit maakte haar nóg meer verlegen dan toen zjj de verandah betrad. Zjj bad hem de hand gereikt, dooh hem daarbjj niet durven •aasien. „Weet u wel, juffrouw" begon Tiesmeijer „dat het heel vriendelijk van u ia, dat u ook eens persoonlijk naar my komt informeeren f Eigenlijk lig ik hier deD gauscheu dag alleen; selfs als de schrijf machine ginder ratolt en or sMkbrieveu worden afgedaan, ben ik alleen met mijn gedaohten en die gaan al:ijd terug our Sylt. Wel heel jammer waa 't, dat de MQgename dagen soo plotseling oindigdon." „Gaat u er volgende jMr weer heen?" vroeg sjj, eisenljjk om isu ts zeggen. Hij keek iiMr mot groote oogen Mn. „Misschien misschien om de oude herinneringen op te irissohen, ioMt Als ik ga, ga ik niet alleen." Hy legde aulk een klemtoon op bet woordje „alleen", dat ajj er niet andere uit kón begrijpen dan dat hy er sieohta weer heen wilde gaan als sjj ala syu jonge vrouw meeging. Aaustonds bracht zjj hei gesprek op onverschillige sakou en deed alle moeite, soo onbevangou mogelijk te babbelen; zy durfde hem niet Mnkjjken, maar toen se hem in den loop van 't gesprek even aansag, bemerkte sjj dat sjjn oogen soo vorschsnd op haar waran gericht, dat sjj middon in een «woog. Een gelukkig lacbjo vloog over ayn gelaat. „Hë, waarom swjjgt u soo opeens r Ik hoor u Provisioneelo Representanten van liet Volk van Holland, tot liet onderzoek nlia liet Politiecq eu Finantioel gedrag der Regenton en Ministers van het Oud [sic] Bestuur. Door een waare Vaderlander." Te Haarlem, Ry C. van der Aa, Boekverkooper, 17ü6. III -f 72 pp. 80 Iets, betreffende du l'inanlieele gesteldheid van den Burgerkr[jgsraad der Stad Haarlem, onder laatst geeindigde Administratie, Op den 19 January 1795, Te Haarlem, By C. vau der Aa, Boekverkooper [1795] 11 -+• 18 pp. in-8u. Zooals wel van zelf spreekt, beweerden de «Waare Vaderlanders" zoodra de om wenteling haar beslag gekregen had, dat de vroegere bewindvoerderen weinig ander» gedaan hadden dan do hun toevertrouwde gelden verduisteren. Zulk een aantijging kon Vau der Aa, tol 20 Januari I79ti Secretaris van don Burgerkrygsraad, niet onder zich lateu. Hy haastte zichdanook, dit boekje to schrijven en er in te bewy/en, dat de kus in stede vau verminderd te zijn «door grove Verteeringen ais die in 1/85 aungeleekoml zyn, Wynkoopors Re keningen, Verschotten op den Pcuniogdag, enz." gedurende zyn zesjarig beheer juist met 18642. vermeerderd was. lu zijn hierna te uoemon zoogenaamde oVerdedi- 5ing vau Willem Pasciieu" merkt hy aan, at, ofschoon hy Februari 1795 een kapi taal van f67013.— overdroeg, den 17 le- bruari 1798 «alle effecten en bezittingen van dien van ouds vergaarden Schat" voor nog geen 119000.— in liet o,>enliaar verkocht werden. «Welk eerlyk den kend Hauriemsch burger moet zich niet met mij bedroeven voegt hy er aan toe. In October 1801 bood hy nog enkele exemplaren van de drie hier genoemde stukjes te koop aan «alles ia grout-octavu". De prysby elkander ingenaaid is f I.2.— 4. Request om me Rappèl van Ban, be nevens eene Memorie Aastru< tif. Opgesteld en overgegeeven aan het Wetgcevend Li chaam des Baiaafscheii Volkt dn >r Cornells van der Aa. Weleer Boekverkooper te Haar lem: Voorzien Met eenige ophelderende Aanmerkingen en nodige Bylagcn, belreklyk de gevoerde Procedure en het driejarig Con finement. Te Utrecht bij C. van der Aa 1800. IX -f 159 -j- III pp. in-8°. De prys is 12 stuivers. 5. Geschiedenis van den jongst-geëindig den Oorlog, tot op hot sluiten vau deu Vrede te Amiëns. Byzonder mot betrekking tot de Bataafsche Republiek. Uit de beste Autlien- Ik heb u dat op Sylt al eens gezegd. „Dat deedt u ook" aeide sij „en wildo toen heele- maal niet gelooveu, dal ik toch niet in staat ban om ëeu onkelen toon te singeu en dat ik het meest od muzikale schepsel op dit oaderioMnache beu." „Ik kan het nog niet pelooven." „En toch ia 'tsoo; niet ieder beeft de gave die u besit om elke melodie die ajj maar eens hebbeu geboord na te spelen of na te zingen. Ik ga naar oen concert omdat dat er too by boort, mur ik boor sieohta een warreling vau tonen, aonder eameuuaug ot melodie." Zjj waa bljj, dit theiua te hebbeu aan- geroerd en vervolgde„Maar u moest üertrud Reuter, mjjn vriendin, eens hooreuzingen.deselfde die onlangs by ons uw tafeldame was: een uachte- Jammer, dat ajj geen middelen heeft om haar seldzMin mooie stem te ontwikkeleu, wauter schuilt een groote kunstenares in liur." „Hoe lUMkl sij 't overigensV' vroeg Tiesmeyer. „Ik heb haar sedert niet weergezien." „Ach, sjj komt nergena, selft niet by my tenth »k iimt haal en da i is 't soms nog met kruideu en dranken. U begrijpt niet hoeveel moeite bet my laatst heeft gekost, baar de invitatie by ons te doen aannemen. Eu 'lis toch soo'n lief meisje; ik zou wei willen, dat haar eens een groot geluk teu deel viel." „En weV OfMfyt ia dit geval een groot geluk?'' „Dawzij ecu ihau vindt die haar lief hoeft of dat de heogei sich barer erbarmt en een hoorn dus over- vloeds over bMr uitstort, .opdat zy eindelük eens ontslagen worde van do alljjd dureude xeldsorgon. Mur u ia mij lyig.gltyd antwoord sobuldig opmyn vraag hoo zjj u wwfjjlen is." (Won// vtrvolf'L)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1