Donderdag 30
Maart 1905.
No. 5637.
54e Jaargang.
BERICHT.
De openbare meening.
Feuilleton.
Reservist Tiesmeijer.
Stadsnieuws.
FIRMA A H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosteu in rekening gebracht.
KORTEORACHT
Telephoon 19.
die zich. met ingang van
1 .April a.s, abonneeren op
de Amersfoortsohe Courant
ontvangen de tot dien da
tum veraohijnen.de num
mers KOSTELOOS.
Er doen zich nu en dan feiten voor, welke
aanleiding geven tot gissingen en onderstel
lingen en daarna tot gevolgtrekkingen bij
het groote publiek, welke talrijke malen ge
heel tin al in strijd zijn met de waarheid of
zelfs met de mogelijkheid en waarschijnlijk
heid.
Niet ieder feit van beteekenis kan rekenen
op de algemeene belangstelling bij het publiek.
Er zijn onderwerpen, welke voor de toekomst
van het grootste gewicht blijken geweest te
zyn en die toch nauwelijks door den tijdge
noot werden opgemerkt, terwijl omgekeerd
gebeurtenissen voorvallen, die tijdelyk de
spanning -der menigte in de hoogste mate
opwekken om weldra geheel en al tot de
vergetelheid te gaan behooren.
Waaraan dit verschil in waardeering van
het publiek moet toegeschreven worden, is
niet moeilyk te raden. Zaken, welke de ge
wone mecschelijke hartstochten het meest op
wekken en aan vuren, worden in den regel sterk
besproken en het scherpst beoordeeld, terwijl
zij ook uit den aard der zaak het eerst worden
vergeten. Spoedig toch moeten zy plaats
maken voor andere feiten, welke weer an
dere roerselen van 's menschen binnenste in
beweging brengen en alzoo de eerst opge
wekte hartstochten tot zwijgen noodzaken.
De wondeplek by niet weinigen is wel
de zucht naar hetgeen de Engeiscben zoo
eigenaardig noemen i scandal", de lust om
feiten en gebeurtenissen, welke op zicbzelve
soms reeds verschrikkelijk zijn, niet slechts
in al hun bekende bijzonderheden te be
spreken, maar om ze te vergrooten en op te
sieren. Te veel wordt hierbij vergeten, dat
daardoor de waarheid wordt beleedigd en
dikwijls zelfs zeer gewichtige belangen wor
den geschaad.
Het prikkeleu van verkeerde hartstochten
behoort tot de maatschappelijke kwalen van
onzen tyd. Indien hieraan perk en paal kon
worden gesteld, wij zouden niet booren kla
gen over de moeilijke oplossing der sociale
quaestie, over den ongunst van onze dagen
en over le wanverhouding in de maatschap
pelijke toestanden. Het sociale vraagstuk zou
zijn beteekenis geheel hobben verloren en
outwikkeling en beschaving, welke zulk een
hooge vlucht bobben genomen, zouden haar
volle kracht kunnen doen gelden.
Een dier verkeerde hartstochten noemen
wij de zucht naar schandaal. Wij willen niet
voorbijzien, dat er in alle tijden kwaadspre
kende tongen zijn bezig geweest, cu evenmin
beweren, dat de schandaalzucht eerst in onze
dagen is ontwaakt; maar wel meenen wij te
mogen volhouden, dat de schandaalzucht nim
mer zulk een vruchtbaren bodem heeft aan
getroffen als in den tegenwoordige» tijd.
Dit heeft een natuurlijke oorzaak. Het ar
beidsveld is ruim, omdat de middelen tot
verspreiding dier verkeerde prikkelingen van
den hartstocht thans in zoo groote hoeveel
heid werden aangeboden.
Een dier middelen is voorzeker de Pers.
Deze, met haar tweëerlei roeping, om het
publiek voor te lichten en teveus orgaa^
van de openbare meeniug te zijn, leent zich
zoo gemakkelijk tot voertuig van afkeurens
waardige prikkelingen en heeft zich in dagen
van opgewekte belangstelling voor zekere
gebeurtenissen erg voor te wachten, dat zij
haar schoone roeping verloochent.
Juist in zulke dagen heeft zij een gewich-
ige taak. Zij heeft in de eerste plaats den
plicht, de rechtmatige belangstelling van het
publiek te voldoen. Zij moet zich op de hoog
te stellen van de werkelijke toedracht der
zaak en die op zulk een wijze aan het pu
bliek raededeelen, dat dit aen goed overzicht
verkrijgt van het gebeurde, indien er ten
minste geen omstandigheden zich voordoen,
waardoor de Pers geuoodzaakt kan worden
tot zekere beperking in haar inededeeliugen,
waardoor zwijgen een voor haar gebiedende
plicht is.
Doch in de tweede plaats heeft de Pers
tot roeping, orgaan te zijn van de openbare
meening. Doch niet zonder eenig voorbehoud.
Niet alle stroomingen en meuningen heeft
zij te verkondigenzij moet een keuze doen
uit de afwisselende inzichten, welke de open
bare meening beheerschen, ten einde, hoe
wel zelf orgaan dier meuning, haar tevens
te houden of weer te leiden in het goede
spoor.
Eukele nieuwere letterkundigen zijn de
meening toegedaan, dat zij; om geheel waar
te wezen, ook moeten afdalen tot de laagste
rangen der samenleving en de slechtste
hartstochten van het menscbelijk gemoed in
al hun afzichtelijkheid en gevolgen hebben
te schilderen. Dat is niet waar. Het gemeene
en ontaarde behoeft niet het ouderwerp onzer
beschouwingen te wezen. Met afkeer heeft
men er het hoofd van af te wenden en slechts
te letten op het edele, het schoone en het
goede. Het verkeerde beeft alleen recht op
onze aandacht, wanneer men zich tot taak
stelt, het weg le nemen en het door bet
goede te vervangen.
- Evenmin nu als de letterkunde zich tot het
schetsen van liet slechte en ontaarde heeft
te bepalen, evenmin mag de dagbladpers
vergeten, dat zij slechts het voertuig moet
wezen van dat deel der openbare meening,
dat zich richt op bet goede en een afkeer
toont van hetgeen alken ens waar dig moet
heeten.
Zoo is het te billijken, dat na het verne
men van een atschuwelijken moord, zich in
de Pers een stem doet hooren tol wederin
voering van de doodstraf. Dit is een uiting
van het beleedigd rechtsgevoel en zal zelfs
door de tegenstanders dier straf worden ver
goelijkt. Een deel der openbare meening
wenscht na zulk een treffend feit het uit te
spreken, dat de tegenwoordigestrafwetgeving
ge.rn voldoenden waarborg oplevert voor de
orde en de veiligheid in de samenleving en
dat de doodstraf een middel zal wezen om
in deze tot verbeteriug te komen. Daarin
is dus niets afkeurenswaardig.
Maar wel moet de Pers er voor waken,
dat zij de schandaalzucht van een deel van
het publiek aanwakkert. Zij mag de belang
stelling opwekken en prikkelen, wanneer het
schoone daden betreft of een edel streven
er door bevorderd kan worden. Zij moet zelfs
met al haar vermogen de instellingen bevor
deren, die tot heil der samenleving kunnen
strekken en de edele bedoelingen van men
schen vrienden bij het publiek aanbevelen,
maar moet zich ver houden van effectbejag
en bevrediging van ongezonde nieuwsgierig-
beid.
Dan zal zij bijdragen tot de bevordering
I eener juiste waardeering van de min of meer
gewichtige feiten, welke in het dagelijkscb
I leven voorvallen en zal haar het verwijt niet
kunnen treffen van het algemeen belang te
hebben willen dienstbaar maken aan haar
eigeubelang. Dan zal zy zich haar schoone
roeping waardig kunnen Iconen en in pluals
van tot vermeerdering der bestaande ellende,
tot bereiking van betere toestanden ook op
sociaal gebied medewerken.
.Du» tóch ik begreep ook al niet waarom mijn
poedel dit züwegje wilde iuslaan; ja, ja, die stomme
dieren zjjD dikwijl» wijder dan wij en zoo vind ik u
du» eindelijk, juffrouw Vöu Melchow."
't Waren majoor Von Wellnir en xija onafscheide
lijke pcedel. Galant bood de majoor, die nauwelijks
notitie nam ran Tieameyer, Martha sjjn arm en
vroog haar: .Mag ik het genosgen hebben, u eens
den tuin te laten tien? Ik ben speciaal beiast met
den aanleg en nel toelicht en misschien iulerresseerl
hel u, een» te tien wat «r in ta.t laatste jaar ia bij-
geplant."
Zouder baar antwoord af le wachten, ging hij baar
voor en trok baar daardoor al» 'tware mee.
Martba wierp Tiesmeijer een medelijdenden bük
toety had werkelijk met hem te doen nu hij voor
de tweede maai too'n treurige rol speelde en weer
alleen bleef staan. Zij wilde hem niet laten gaan
tonder althans een vriendelijk woord.Niet waar,
mijnheer Tiesmeijer, het blijtt dus afgesproken, dat
wij de eerste wal» samen dansen en doe mij inmid
dels het genoegen, eens naar juffrouw Reuter om te
tien, die ik den heele.. middag niet onder de oogen
heb gehad."
Tiesmeijer keek ben nahij was haar dankbaar
voor haar laatste woorden, maar kon toch een ge
voel van bitterheid niet onderdrukkeu. .Zy heeft
jo niet lief' zeide hy in ziobzelven .en bekommert
tich heeleraaal niet om je, anders zou ze je niet
voor de tweede maal laten staan, maar wel 'teene
of andere voorwendsel hebben gevonden om aau de
uitnoodiging van deD majoor to ontkomen. Ik ge
loof niet, dat juffrouw Reuter in staat tou tyn eeu
barer vereerder» tweemaal too'n mal figuur te laten
maken."
Om Gertrude te vinden, ging bij den tuiu weer
in en passeerde daarbij deD kolonel, die met een
groepje officieren stond te praten en hem toeriep
.Nu, Tiesmeijer, hoe amuseer je je?"
't Allerliefst had by geautwoord .ik sterf bijna
van ve~veling" inaar dat kon hy toch niet zeggen
en hy antwoordde dut maar.Uitstekend, kolouel,
uitstekend."
.Dat doet me veel geuoegeo, maar 't spreekt ook
eigtnlyk van teil", antwoordde de kolouel, die
daarna met een vriendelijk knikje Tieameyer be
duidde, dat by wel weer weg kon wezeu.
Iets als galgenhumor kwam over den reservist.
.Daar is geen eiod aan dat weg-weteu; 't is nie! bij
ie houden", bromde bij halfluid.
Hy slenterde venier en kwam voorbij een groepje
dames, in wier midden mevrouw Von Melobow stond
Zoodra tij hem zag aaukomeu, lacb.e tij op haar
allervriendelijkst hem toe. reikte hem de hand
een by mi ondenkbare onderscheiding, die door ieder
werd opgemerkt en vroeg .Wel, boe bevalt hot
u, mijnbeer Tiesmeijer?''
Hij boog en loog.Buitengewoon, buitengewoon,
mevrouw."
Zij lachte hem nogmaals genadiglijk toe, wendde
ticb weer tot de dames eu Tiesmeijer mocht weer
weg-wezen.
Hij giug dan ook maar weer verder, Op het groote
grasperk werd een algemeen spel gespeeld waaraan
al wat ticb tot de jeugd rekende, deel naiu. Ger
trude Reuter stond toe te kjjken
Tieameyer giug naar haar toe en een glans vau
genoegen vloog over haar gelaAt toen ty hem ont
waarde. .Hat is goed van u, dat u tich een weinig
met mij occupeertik dacht al, dat u mij vergeteu
hadt, evenals Martha dat tcbjjnl gedaan le hebben.
In de Reraonstrantsche kerk wordt Zondag
te half tien een gudsdienstoeferiinR gehouden
voor jongelieden van 9 lot 14 j:uir en om
elf uur de gewone godsdienstoefening voor
de gemeente.
II. M. de Koningin vertrekt Zaterdagmid
dag half twee van den Haag naar »het Loo",
waar Zij te 3.46 hoopt aan te komen.
De gewoue audiënties van den Minister
van Buitenlandsch zaken ad interim zulleu
op Vrijdagen 31 Maart en 7 April a.s. niet
plaats hebben.
Het stoffelijk hulsel van Adam Wjjnen,
den in 94-jarigen ouderdom overleden
laatsten oud-strijder van 1830 te Amersfoort,
werd in deftigen eenvoud op de Nieuwe Al
gemeene Begraafplaats aan de schoot der
aarde toevertrouwd.
Aan den ingung vau het kerkhof wachtte
de slafmuziek van bet 5e regiment infanterie
den stoet op en geleidde onder treurmuziek
de kist, slechts versierd met het Meialen
Kruis, naar de groeve, waar omheen zich
tal vau belangsteueudea hadden verzameld.
De beer K. Teeling, godsdienstonderwijzer,
hield een korte rede; een schoonzoon van
jen overledene dankte vooZ de belangstelling.
In den ouderdom van 59 jaar is te 's Gra-
venhage vry plotseling overleden dr. L. Bleek
rode, de ook hier ter stede bekende Nuts-
lezer.
De heer W. Lucas, klerk der posterijen en
telegrafie 2e klasse te Rotterdam, wordt met
ingang van I April overgeplaatst naar hier.
De acte Nuttige handwerken is s'
behaald door mej. J. T. J. van Scfr^ -
Voor het toelatings- examen tot de Am
bachtsschool hebben zich aangegeven 65
adspiranten, van welke 2 zich terugtrokken
en 13 wegens plaatsgebrek moesten worden
afgewezen.
Toegelaten werden
Voor do schilderklasseC. Top, J. F.
Haars, O. de Vries, M. A. Welling, P. J.
Hoff en A. Geuchies.
Voor de timtnerklasseC. van Loenen,
W. Mulder, A. M. van Plateringen, J. W.
van Eist, G. uoops, A. van Surksum, L. M.
Kok, A. Epskamp, W. Ree-Iers, J. vanToor,
J. Jekel, A. Broekhuizen, P. Schreuder, A.
Velthnizen, H. de Kruijf, L. Prins, C. Eiskes,
Weet u wel, dat ik groote luat gevoel, naar hui»
te gaau 1"
Hy had met haar plaats genomen op een bank.
.En waarom dm?" vroeg hy ,ik wil u wel beken
nen, dat ik 'l alweer volkomen mei u eens beu
omdat ik bier als brigadier etn allerdroevigste figuur
maak maar waarom wilt u heengaan
Zy werd zeer ernstig en antwoordde: .Omdat ik
iutie, dat ik verkeerd deed, de uitnoodiging aau te
nemen. Men moet tich niet bewegen in gezelschappen
waarioe men niet behoort en ik behoor hier niet.
Ja, als papa nog officier watmaar byna niemand
weet, dal ook ik een officiersdochter ben en die 'i
welen, doen nei alsof te mij niet kenuen. Ik ben
bier een vreemdelinge; men kent miju naam nauwe
lijks, beeft my vroeger niet ontmoet en weet du»
niet wat men eigenlijk met mij zal beginnen. Men
zegt eeu paar banaliteiten tegen me en dan mag ik
weer heengaan."
.Net al» 't my gegaan is" laebtte hy en hy ver
telde wal bem overkomen was.
.Wel, dan tyn we lotgenooten eu, al» gezegd, Martba
bekommert tich ook niet om my en ik hebgrooteD
lust, naar buis te gaan."
.Doet u dat niet'' verzocht hy .'i i» al b\j half
acht geworden, over een half uur wordt er gegeten,
dan gaan we danseD en dan zult ook u ticb amu-
seeren."
„Als ik ten iniuste maar geen muurbloempje
bljjf
„Hoe komt u tiaarlü. Dat gebeurt niet. De eerste
wal» moet ik met Martha doen, maar als u wilt
dan» ik alle andere dansen uiet u."
Zij kon hAar lachen niet laten .Dat gaat toch
•liet; wal toudeu de menachen er wel vau zeggen"
tuide io.
.Ja, dat i» waar ook, maar in ieder geval hoop ik
menigen dan» met u te doen eu vertoek u ook
daarom te blijven. Ik k&u niet weg eu ale ik 'ttou
wagen uit te knijpen, dan weel ik aeker dat ik
morgen too 't een en auder op myn boterham krjjg
en dal tou ik toch niet gaarne willen. Ziet eens,
de beroepsscldaat trekt ticb vau een tUodje niets
aau, maar ik, die in myn gewonen doen met de
beeren omga, vind het dubbel onaangenaam de
eeue of andere grofheid te moeten slikken en als
u nu blyfl, kom ik niet in de versoeking om van
bier te deserteeren. U doet dus een goed en mcnscb-
lievend «erk als u alle gedachten aan heengaan
opgeeft. Niet waar, u blyft dus óos
Hy keek baar zoo smeekend aan, dat ijj tijh van
baar oor.pronkelyk voornemen liet afbrengen.
.Nu, goed, als ik u daarmee werkelijk een ge
noegen doe enik sou self gaarne blijven,
omdat
,Nu? Omdat? 't Is niet onbescheiden als ik dal
vraag?"
.Welneen" antwoordde tij onbevangen .omdal
moeder, die ticb veel meer op dit feest beefi ver
heugd dan ik, er heel veel leed van sou hebben
als ik vroeg ibniakwam omdat zy aaustouda sou
begrijpen, dat men my bier links liet liggen."
,U Loudl seker heel veel van uw mama 1"'
Iu haar groote blauwe oogen fonkelde een eigen
aardig lichtje.
.Of ik vati myn moedertje boud? Maartij is toch
de eeuige iu de heele wereld die ik bosilfamilie
hebben we niet. Maardat intereseeert 11 toch
niet."
.Toch wel" antwoordde hg .reed» den eersten
avond toen u naast mij tat, vond elk woord dat u
zeihe weerklank in my. Ik weet nog niet boe dat
gekomeu i», maar de oprechte belangstelling, welke
u mg lieb'. ingeboezemd permiteer het uiot ge
heel correcte woord komt misschien daaruit
voort, dat u zou openhartig eu eerlijk is, ep over
taken spreek:, dierudcreu trachten te verbeimlüken."
(Warilt vrvolfd.)