No. 5669
54e Jaargang.
Feuilleton.
DICK BULTITUDE.
UITGAVE
FIRMA A- H VAN CLEEFF
te AMERSFÜOKT.
Verschynt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnomont per 3 maanden f\.
iranco per post f 1.15. Advertentiën 6 regels 00 cent; elke regel meer 10 cont. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. RoolameB 15 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rokenlng^gebracht.
KORTE6RACHT 9-
Telephoon 19.
KENN1SGEVINUEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMPRSFOORT,
Gelet op artt. 6 en 7 dor HINDERWET,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door: E. BE3M ingediend verzoek, met bijlagen,
om vergunning tot het oprichten vau eene paarden-
slaohterij in het perceel alhier gelegen aan ae Arn-
hemschestraat 12 bij hot Kadaster bekend in sectie
E no. 1708, op do Secretarie der Gemeente ter visie
ligt en dat op Donderdag, den 6. Juli 1005, des
voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Ilaad-
huize wordt gegeven om, ten overstaan van het
Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden,
bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in
te brengen.
Amersfoort, 24 Juni 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Do Burgemeester,
WUIJTIERS.
Do Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gelet op artt 6 en 7 der HINDERWET,
Brengen ter kenuis van het publiek dat een voor A.
J. BOÓDE ingediend verzoek, met bijlagen, om ver
gunning lot bet oprichten van eene bewaarplaats
voor benzine in het perceol alhier gelegen aan de
Kampstraat 43, bij hot kadaster bekend in Sectie
E no. 3260, op de Secretari e der Gemeente ter visie
ligt en dat op Donderdag, den 6. Juli 1905, des
voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Raad-
huize wordt, gegeven om, ten overstaan van hetGe-
meentebestuur of van een of meer zijner leden, be
zwaren tegen het oprichten van de inrichting in te
brengen.
Amersfoort, 24 Juni 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
Gezien de missive van den heer Kolonel-Militie-
Commissaris in de provincie Utrecht d.d. 23 Juni
1905, No. 35, en art. 180 der Militiewet 1901
Doen te weten, dat de verlofganger
JAN VERSTEEG,
van het 8e regimont Iufantorie der lichting 1898,
op Vrijdag, den Zevenden Juli 1905, des voormiddags
ten tien uur, in het Militairo Logement, Lange
Nieuwstraat te Utrecht, gekleed in uniform en
voorzien van de kleeding-en uitrustingstukken, hem
by vertrek met groot verlof medegegeven, van zijn
jakboekje en verlofpas, tor nfl-inspcctie voor den
gameiden militie-commissariB moet verschijnen
De aandacht van gemelden verlofganger wordt
gevestigd op art. 131 der Militiowet 1901, hetwelk
o. m. bepaalt, dat de verlofgnnger, die niet overeen
komstig art. 130 der gemelde wet voor den Militie-
commissaris verschijnt, in werkelijken dienst wordt
geroepen en daarin gedurende ton hoogste drie
maanden gehouden.
Amersfoort, den 28 Juni 1905.
Burgomeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De rootle lach!
Buiten zyn met deze mooie, zonnige da
gen buiten zyn, ver van de wereld met haat-
dikwijls zoo kleinzielig gedoe, ver van haar
gewroet en haar geploeter, 't is een genot,
't is een weelde I
Misschien wordt dat niet zoo ten volle be
seft door hen, die hot wokon lang, dag in,
dag uit genieten, wordt dat eerst recht ge
waardeerd, gesavoureerd door hen, die na oen
week werkens, één dag er uittrekken, één
dag doorbrengen in een mooie, stillestreek,
waar het genoog twintig-eeuwsch is om ons
die comfort te verschuilen, waaraan we nu
eenmaal gewend zijn en nog weinig genoeg
om er vry, absoluut vry te wezen.
't Was een heerlyke, zoele dag.
We bevonden ons daarbuiten allen in don
tuin, een klein park gelijk sommigen za
ten in het gras anderen in, niet op do
breede, gemakkelijke leuningstoelen weer
eenigen lieten zich zacht slingeren in hang
matten enkelen slenterden door de kleine
paadjes over allen lag echter die zekere
doezeligheid menschen eigen, die vrede met
zich zelf en hun omgeving hebben, en alles
van zich afschudden, wat dien zou kunnen
verstoren.
Veel werd er niet gesproken nu en dan
zei deze of gene 'n enkel woord we lie
ten ten volle op ons inwerken het getjilp
der vogels, het geuren der bloemen, het zoele
windje, het heerlyke «niets doen", het zich
lekker voelen
Wat zou ons uit onze rust kunnen wek
ken
Een enkel woord daar klonk het ul
«De post
We zijn en blyven toch echte kinderen
van de wereld, niet waar want gewekt wa
ren we uit ons gesoes een ieder keek bc-
geerig naar haar, die dat electriseerend
woord riep.
«Couranten niets dan couranten I"
liet zij er plagend op volgen, wetend, welke
teleurstelling haar definitie gaf.
De meesten onzer hernamen hunne vorige
houding een paar slechts vouwden ze
open, de bladen vlogen de inhoud vluch
tig door,
«Do roode lach," las er een. «Wat 'n
vreemde titel I"
En hy las verder steeds sterker schoon
hij onder de impressie van zijn lectuur te
komen.
«Mooi subliem!"
Vragend keken we hem aan.
19.)
Mijnheer Tinkler, zei do directeur op zyn onaan-
gsnaainsten toon, als 't mijn gewoonte was, berispin
gen toe te dionen in tegenwoordigheid van de jon
gens, maar 't is myt. gewoonte niet. dan zou ik me
genoodzaakt voelen, u te zeggen, dat dit late opstaan
een slecht begin van don dag is en oen heel verkeord
voorbeeld voor hen, die onder uw boude gesteld zyn."
De heer Tinkler gaf geen verstaanbaar antwoord,
maar ging zitten en begon zijn boterhammen met oen
woeste aart to verslindon, die zeker de aandacht van
zyn blozen moest alloiden. Bijna onmiddellijk daarop
keek de dokter op »ijn horloge en zei:
„Nu, jongens, hebben jullie een half uur om krij
gertje te spelen. Als jullie terugkomen, heb ik je wat
te zeggen. O, staat u niet op, Tinkler, voor u hee-
lemaal klaar is.
Doch de heer Tinkler gaf er de voorkeur aan van
't ontbyt weg te loopen, liever dan het voort te zet
ten in tegenwoordigheid van zyn meerdere. Dus
mompelde hy iets van „uitstekend ontbeten," wat
volstrekt niet waar was, od volgde de andere, die
naar boven klauterden om schoenen aan te trekken
en naar *de speelplaats te gann.
Het was opmerkelijk, dat zo dit volstrokt niet de
den met zoo'n geestdrift als men verwachten zou
van jongens, die voor een poosje de sport mogen
beoefenen. Maar 't kwam zeker omdat krijgertje
Hij nam het blad weot* op on zonder dat
hij 'n woord ter opheldering zoi of w\j iets
vroegen, las hij voor, wat hem zoo getroffen
had.
Roods na do eerste regels luisterden we allen
aandachtig toe en daar, in die vredige
omgeving, daar striemden zo ons als't ware,
die woorden, waarmede do «uan-hot-zooklicht"
schryver van «do Telegraaf" ons weergaf
zijn indrukken, dio hot hoek van den Rus-
sischen dichter Loonidew Androjeff bij hem
gewekt hadden.
We hebben geen verlof gevraagd om zyn
artikel in ons blad te mogen overnemen
wo gelooven, dat hy, die met zooveel gloed
de aandacht vestigt op AndrejelVs work zulks
overbodig vindt, waar hem on thans ons
den wensch dringt, dat steeds moerderon
zullen opgewekt worden om to lezen die
«meesleurende aanklucht van geweldig-pro
pagandistischo kracht tegen het bedryt van
den oorlog."
Zoo volge dan, wat hart en verstand van
den #aau-hot-zoeklicht" schrijver tot oore
strekt.
De roodo lach dat is niet de grijns,
die over 'n S. D. A. P.-gezicht opoosDulktf
nu éen-on-twintig lioerale hoeren in derlut
vet worden gejaagd, met een telegraphische
boodschap, dat ze zich sivoeplè zoo gauw
mogelijk uit te sproken hoobon over do
kwestie van het algemeen kiesrecht.
Do roode lach dat is niet 'n karmoezyn-
aangestipt troetellachje, dat weekjes zenuw-
trekt op 't gelaat eener debutanto in de
Kalfjeslaan of eener Tollinis-champètr'arde.
De roode lach, dut is 'n lach, dio hikt mot
oogen vol diepen, stnrron waanzin die blood-
lippen doet openkrampen dat is de lach
van het slagveld du hoonlach, die uit 'n
bleeken, in-woede-verwrongen soldatenmond
stulpt, op het oogenblik, dat hy wezenloos
terneer valt.
Misschien wordt hot vrede, 't Geld wordt
duurder, en vadertje krijgt haast pijn in het
hoofd van al 't gezanik om hom henen.
Linevitscli trekt aldoor terug. Er wordt nog
wat geschoten. Maar do rochto animo is or
af. Üok Japan voelt, dat het vrij moet komen
onder liet oorlogsjuk uitdat hot in vredig
handelsbedrijf en wontolraderende industrie
'n nieuwe, groote toekomst zich moet houwen
nu een nieuw caisson voor oon ongo-
dacht-machtig, nationaal fundament goed
on wol op harden bodem is aangeland, en
jlit fundament over breeder bodem blykt te
spelen zoo eentonig was, oh üaarby eeu voorgescure-
ven spelletje guat nooit zoo van harte.
Voetbal en oriölcot mochten alleen op halve vrye
dagen en word gespeeld op een naburig veld, door
dr. Griinstoue gehuurd: maar op do spoelplaats was
't altyd Itrygertje. De diroctour vond dat ien uitste
kende oefening voor de jongens, die hun meteen
van kaltekwaad afhield.
Het was een mooio ochtend. Den heelen nacht
had 't stevig govrorou, do grond was hard, met rijp
bedekt en kraakte onder do voeten. De lucht was
fri8oh en zuiver en de naakte zwarte takken staken
scherp af logon hot zachte blauw dor morgenlucht.
't Was weor voor een grooton tocht op schaatsen
over donkergroon spiegelglad ys of voor een verre
wandeling ovor landwegen naar vroolijke marktstad
jes met roodbedakte huisjes, maar nu had 't allo
rnaoht om te bekoren verloren. Het drukte alleen
maar lernoer door het groote contrast tussohen die
heorlijko vrijheid en de droeve werkelijkheid van een
onbelangrijk spelletje te moeton doen.
Er was goen animo om to spelen. Zo stonden by
hoopjes to praten en stampton met hun voeten om
ze warm te houden. Langzamerhand verschonen de
dagleorliugonverschillende van hen haddon geen
tact om met de andoren ineo to doen en konden 't
niet met hen vinden.
Als de heer Tinkler, die zich bij con van de groep
jes gevoegd had, zich al niot by hot ontbijt bad
onderscheiden op by zonder verdionstolyke wyze, nu
maakte hy 't ruimschoots good door de grandeur on
den blague van zyn conversatie, waardoor h\j erin
slaagde op sommige dor kleinere jongons indruk te
maken.
Het nadeel van oon huis als dit, zoi hü il iuach-
tondis dat'n mensch 'emorgeus zijn pijpje mot molton
kan. Ik bon or zoo aan gewend en mis hot natuur
lijk erg. Als ik er op stond, zou Grimstono er niota
grijpen, dan dat waarvan do stoutste gele
staatatechnlcl voor oon doco&nium nog waag
den te droornen. Ook Japan krygt bohoofte
aan mannen en aan rust. En als straks de
vredesondorhnndelaren die Roosevelt heeft
saftmaoroepen, et-gons in 'n huis van staat ia
San Francisco, in Washington of in't Haagje
tegenover mekandor zullen zitten met loe
rende leepe oogjes, gosmijdig van diplomaten-
draaien dun wordt hot alleen 'n kwestie
van loven en bieden» 't Wordt een reuzen-
sjacher. Er zullen cijfers en phrason op
papier komen. Motorlunge telegrammen
zullen onder zeeën door, on langs woeste
nijen, Iang9 groote steden,vruchtbare landen
en dwars door donkore wouden trillen. Soms
zullen misschien mannon met bleek-ernstige
snuiten, uit statio-faiUouils oprijzen, rnokaar
plechtig den rug toedraaien -- rnaur dan
zullen ze 's middags weer koud-van-voorhoofd
bij mekaar komen weor handelen, schrappen,
amendeeren, knoeien. Totdat dan einaelHk
de vrede, de Vrede mot 'n palmtak in ae
hand en gehuld in 'n witte kimono, blijmoe
dig do trappen van het sjuclicr-paieis zal
komen aftripuon on alle volkoren on alio
zoeklichtschryvers zullen juichen
Dan dondert niot meer liet onweer vun
den veldslag boven de legioenen van den
laatsten Romanoff barsten do sbrapnolls,
loeien de granaten, boemon do kanonneiv
iluiton de gewoot-kogois.
Dan verstomt de roode lach, die wezenloos
van afmatting en hitttegek van de visie
van stuk geloopon raonschonvleesch, verklon-
tonde hoofdkaas, borrelende ingewanden, ver
stijvende monden en brokondo oogen hoeft
gedavord in do hooiden van houderdon on
gelukkige stumpers.
Alleen in Rusland zullen ieder jaar, tegen
dat de wilde kastanjes bloeien, langs de
kiozolpaudjes van gekkenhuizen, cebogen
kerels, mot wezenloozon blik langs ue gras
zoompjes slenteren. En nu on dan zal er
'n riinpelluehjo langs hun kaken plooien, zal
or 'n hikje hun mond ontvlieden. En de
modici, dio collega's van buiten op bezoek
krygen, zullen ze aanwyzon en hunnen gasten
meuedeelendie haddon eonmaal in Munt-
sjoerye den rooden lacli te pakken nu lachen
ze nog maar witjos
De roode lach - eigonlyk is het geen
medische naum, maar oon naam van fan
tasie. De roode lach zoo heet een boek
van don Russiaoheu dichter Leonidew An-
drejelT, dat in het land Semstvos en goeber-
natoren, der moosjioks on popen, groot opzien
heeft gebuurd - on dat nu ook in net Fransch
en Duitsch is vortaald geworden. De scbry ver
op tegen kunnon hebben, maar 't staat «iet, ziu Je,
voor soo'n troop jongens, Hot slaat niet!"
Na eenigen tyd versenoon dr. Grirastouo bovon aan
de yzeren trap, die naar do speelplaats leidde en
commandeerde: „Naar binnen!"
Paul volgde do andoron, bij zichzelf ovorloggonde
of bij nu aan 't losjes looron zou gaan.
De jongens betradon hot schoollokaal iti bollige
stilte on namen bun plaats in aan do lessonaars un
langs do bruiuo banken. Do diroctour was er vóór
hen ou stond mot zijn oenen arm op don leseonaar
geleund, met eon uitdrukking van naderenden donder
in houding on blik, die, in vorbaud mot do drukkende
siilte, maakto, dat do jongons or naar van worden.
Hij begon, Ilij zoido, dat sedert men weor «nam-
gekomen was, by oon outdokking had gedaan, dio
eon van hen allou betrof, Hot deed hom p(jn, do
zaak hier bekend to moeten maken,
I)e hoer Bultitudo kon zyn ooroti nauwelijks ge
looven. Zyn geheim was dus ontdekt; do behandeling
hem door Dick aangodaan, zou dus gewroken worden
Het was wel niet erg lljngovoolig vau Grimstono om
publiciteit aan de zaak te geven, maar wat kwam
dat erop aan, als alles good eindigde?
Hy ging dus gemakkelijk op uou bank zitten met
zijn rug togen oon lossonaar aan, zyn boonon gokrulst
terwyl op zyn gezicht te lezen stond, dat hij precies
wist, wat er komen zou on or moo ingenomor was.
„Zoolang ik mo aan het onderwijs hob gegoven,
ging de directeur voort, bob ik or mo op kunnen
beroemen, do jougens, die onder mijn dak vertoeven
het zoo goed en overvloedig van oton en drinken te
gevon, als maar noodig is, zoodat zo nooit zich konden
veroutscliuldiged ovor muogobrachto snoeperijen. Ik
bon altijd zelf hij do inaaltydnu gowoost, ik hob zelfs
myn vaderlijk oog over jollio laten gaan, als jo do
sport beoefende".
Hier Held hij op en zag do twoo, die hotdiohtst
by hom zaten mot hot vaderlijk oog nun en wel op
zoo'n manier, dat ze van verlegenheid niet wisten
waar zo blyvou moesten.
„Hy dwaalt oen bootje vau 'l uhapitoraf", dacht Paul.
„Ik hob dat alios gedaan met het oogmerk, Jat
ik jullie fiksoh gestel, dat slechts eenvoudig, maar vol-
doondo voedsel vraagt, xooals jullie 'top n»ijn tafel
vindt, niot wil bedorven zien door allerloi poespas
vat» kookobakker*. Zo »ijn lo «enen male verboden
en iedoro jongen, die hior sit, weot dat hooi good I
En toob, wat geschiedt Er zijn van dio laaghartige
naturen oudor mijn loorlingon dio er niot voor te
rugdeinzen, tuijn wyze raadgevingen in den wind te
slaan. Ik zul goen namen noemenhot kloppertje
van binnen zal do zondigon wel aanwyzon"
Allo jongen», dio begrepen, wolkon weg dr. Grim
stono In wildo slaan, trachtten oon air van groote
onschuld aan te nomen, hetgeen den moesten jam
merlijk mislukte.
„Ik kan niet donken, vervolgde dr. Grimstone,
dat hot kwaad nóg grootor omvang hoeft, dan ik
vermoed. Hot kan zoo ziju, ou hut ion ino nu ook
eigonlyk niet meor verwonderen. Misschien zju er
ondor jullie, dio schuldbewust, zijn. Als dit zoo is,
laton dio joogons dan bokoane t zichzelf opgeven
op oorlykc wyzo. Recht door zoo!"
Op dio uituoodiglug ging niemand in. Zo waren
allon voorzichtig goworden on nsmen liover oon
afwachtende houding aan.
„Laat hy, wious schuld ik kon, dan tol nto komen,
zyn fout belijden ou om vorgitlenis smoekon!" don*
derdo do directeur.
Maar i.ogeen, die bodoeld word. bleet in gebreke,
zeker door een govool van zondigheid en een flauwe
hoop, dat inisschion nog een ander do persoon in
kwestie zyn zou.
„Dan zal ik hom bij zijn naam roepen I bulderde
Grimstono, „Coggs sta opl" If'ordf ivrvolgd