Donderdag 29
1905.
No. 5671.
54e Jaargang.
Feuilleton.
DICK BULTITUDE.
Binnenland.
UITGAVE:
FIRMA A H- VAN CLEEFF
le AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f i.
iranco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
ofïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
Ter-visie-ligging opgaven
van Candidaten.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT maakt bekend:
dat de bij hem ingeleverde opgaven van candidaten
voor de op heden gehouden verkiezing, ter vervul
ling van vgf plaatsen in den Raad der Gemeente
Amersfoort, evenals het door hem opgemaakte proces
verbaal van sluiting der caudidatenlijst, ter Gemeente
secretarie voor een ieder ter inzage liggen
dat afschriften dier stukken aangeplakt en tegen
betaling der kosten verkrijgbaar ziju.
Amersfoort, den 27 Juni 1905.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
STEMMING.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
brengt ter openbare kennis, dat de stemming ter
vervulling van vijf plaatsen in den Gemeenteraad
van Amersfoort in de kiesdistricten 1, II en III, zal
plaats hebben op Maandag den 10 Juli 1905, van
des voormiddags acht tot des namiddags vijf uur.
Candidaten zijn
Kiesdistrict I
ESVELD tan, H. W.:KLEBER,J.G.; KOKING, H.
ROLANDUS JIAGEDOORN, J. C.
Kiesdistrict II:
ACHTERBERG!! van p; HAMERS A. A.
Kiesdistrict III:
HERCHEL Bzn., APLOMP, C. J.: TROMP van
HOLST, A. M.
De herstemming, zoo noodig, zal plaats hebben
op Woensdag, den 19 Juli 1905.
Verder worden de iugezetenenen herinnerd aan
den inhoud van artikel 128 van het Wetboek van
Strafrecht, luidende
„Hij, die opzettelijk zich voor een ander uitgeven
de, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uilge
schreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste een jaar.
Amersfoort, den 28 Juni J905.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Namen en voorletters in alphabetische volgorde.
Vrouwenkiesrecht.
Te mi'Iden van al het verkiezings-gesclireeuw
en verkiezings-geknoei heeft men mij
wanneer schreeuwende, vereenigende, ver
gaderende, en protest- meetingshoudende vrou
wen ook meededen, en mee-agiteerden,
zoo dikwijls gevraagd, of ik voorstandster
ben van het vrouwenkiesrecht, of niet. Ik
heb mijne meening opzettelijk niet willen
uitspreken voor de verkiezingen omdat ik
zelfs den scbijn van tot een of andere «partij"
of «richting'' te behooren wensch te vermijden
Ik ben een eenling, een «Wilde", zooals men
in den duitschen Reichstag die enkele onaf-
hankelijken noemt, die geheel en al stemmen
naar eigen overtuiging en beginsel, zonder
zich te willen scharen bij eenige groep of
partij, of onder de een of andere leuze voor
dit of voor dat
Dicht bij Paul was de ambitie niet veel grooter
dan verwacht kon worden op zoo'n eersten dag na
de vacanlie. Een jongen met lange haren had een
popelje meegebracht en voerde hiermee met behulp
van zijn zakdoek eu een penhouder een of ander
tooneelstuk op, tot groot amusement van zijn buurman.
Als de heer Bultitude gehoopt had, onopgemerkt
te blijven, dan sloeg bij de plank toch mis. De
jongens stompten en schopten hem voortdurend,
zoodat hij maar blij was, dat 't etentijd was.
Aan tafel ontdekte hij tot zyu schrik, dat hij een
ellendige portie gekookt schapenvleesch te eten kreeg
dat al zóo lang gestaan had, dat het vet gestold was.
Paul deed moeite, het met tusscheupooxen naar
binnen te workeu. Toen 't op was, kwam er nog
een vreeeelijke pudding met niervet, overgoten met
een siroopachtige zwarte saus.
Dit maal, al was 't overvloedig en heel gezoud voor
jongens, die in den groei zijn, was niet iets waaraan
Paul gewend was. Hij voelde zich te ouwel om een
onderhoud met deu directeur aan te knoopeu eu
liep langzaam en mismoedig over de kale sombere
speelplaats, terwijl de anderen weer onverbiddelijk
aan 't krijgertje spelen moesten, totdat drGrlmstone
weer boven aan de trap verscheen.
Toen de dtrecteur Paul aankeek, begon deze zoo
hard hij maar kon mee te loopen met voorgewenden
Maar het spreekt van zelf, dat ik al
heb ik-zelve geen den minsten lust mij met
politiek te bemoeien, (omdat ik elke richting
oud lood om oud ijzer vind,) nochthans uit
zuiver rechtsvaardigheids-gevocl opkom in
beginsel tegen het schreeuwend onrecht, dat
de wet der vrouw aandoet, waar van haar
geëischt wordt te deelen in de lasten van
de staats-huishouding, zonder dat haar éenige
invloed hoegenaamd op het beheer van die
huishouding wordt toegekend. Door de vrouw,
élke vrouw, het kiesrecht te onthouden, be
handelt de wetgever de vrouw als een on
mondige. Mij-goed, maar dan moet bij ook
consequent blijven, en van haar niet ver
langen, dat zij op andere punten waar
het lasten geldt, geheel en al gelijk staat
met den door hem mondig-erkenden man.
Dezelfde vrouw, die niet waardig is haar
stem uit te brengen tot het kiezen van een
volksvertegenwoordiger, moet de belastingen
opbrengen, die deze, door haar niet-mede-
gekozen volksvertegenwoordiging, ingemeente
en rijk, verlangt en vaststelt. Het geld wordt
van haar geëischt voor vermogens- of bedrijfs
belasting, voor hoofdelijken omslag, enz. enz.
Maar wat er met dat geld geschiedt, of er
dingen mede worden gedaan, die lijnrecht
indruischen tegen hare wenschen en rnee-
ningen, dat alles gaat haar niet aan, moei
zij lijdelijk duldenzij heeft te betalen,
maar mag niet meespreken waar het geldt 't
gebruik van haar zuur-verdiende spaarpen
ningen zij is mondig genoeg om te ver
dienen voor de instandhouding van de Staats
huishouding, maar onmondig, waar het geldt
haar stem uil te brengen, om iemand aan
te wijzen die dat geld zal beheeren.
Dit is nu een schreeuwende onrechtvaardig
heid, en daartegen protesteer ik uit een zuiver
rechtvaardigheidsbeginsel. Zoolang er onaf
hankelijke vrouwen zijn, onafhankelijk in
dien zin, dat zij haar eigen brood verdienen,
of optreden als hoofd van het gezin, zoolang
de Staat van zulke vrouwen, om die reden,
vergt dat zij deelen zullen in de belastingen,
zoolang blijft het een eisch van recht, dat zij
óok mogen meespreken waar hel geldt het
bestuur van dien Staat, die feitelijk dus mede-
bestaat van en dóór haar. Men kan van
meening zijn, ik voor mij deel die mee
ning, dat bet toch reeds verbazend domme
«stemvee" niet van veel beter gehalte zal
worden dan 't reeds is, wanneer men het
aanvult met eenigo gelederen schreeuwende,
vaandels-ontplooiende, van overspannen theo
rieën dikke, en van hersenen leege, in politiek
doende vrouwen, die beter deden op hun
thuis te passen, in plaats van zich door leiders
in wien zij «gelooven", en met wien zij
Zijn pogingen werden beloond door een goedkeu
renden blik van Grimstone, die hem weer wat
opvroolijkte.
„Ik heb hom in een goed humeur gebracht, xei
hij tot zichzelf, als dat nu maar zoo blijft tot van-
avoud, dan durf ik misschien wel naar too gaan en
vertellen hoe ik eraan toe ben. Wat kan 't mij
per slot van rekening ook schelen Ik heb toch
ook niets gedaan, waarvoor ik me hoef tegeneoren.
Zoo iets kon iedereen overkomen?"
Het zelfvertrouwen verdween echter weer gauw,
toen hij 't schoollokaal binnenkwam. Hij ging naar
een klaa in 'teind der kamer, waar de heer Tinkler
een nieuwe algebraïsche stelling aan het uitleggen
was, een goede gelegenheid voor de jongens om andero
figuren op de lei te teekenon.
Paul toekende niet tneo, maar zijn onwcteudheid
maakte, dat hij weinig gosticht werd door de kabolis-
tische teekens op het bord. Hij zat te kijken naar
Grimstone die aau 't andere eind dar klas Grieksch
doceerde en nogal in eon goede stemming scheen.
Zoo nu eu dan wierp hij een aardigheid door de
gesprekken eu vragen heen. Opeens echter, toen
iemand binnenkwam en hem een groote blauwe
enveloppe overhandigde, betrok zijn beele gezich.
De jongens kregen berisping op berisping eu met
grappen en vroelijkheid was 't gedaan.
Paul zag dat alles met misnoegen aan.
„Als ik daar zat, dacht hij, zou ik al lang zijn
geslagen1 Wat doen dio stomme jongens hem nou
ook zoo nijdig to makenHoe moet ik nou naar hom
toegaan eD met hem praten, zoolang bij zoo is 1 Eu
toch moet hot. Ik zit op heete ko'.en. Do eerste de
beste maal. dal zo me de eene of audere vraag uit
de lesboekeu zullen doen, ben ik reddeloos verloren
Waarom heb ik ook geen betere opvoeding gekregen
«dwepen" naar de stembus te laten voeren,
maar al is dit feil ook zoo, toch mag dat
geen reden zijn om te ontkennen het on
rechtvaardige van den bestaanden toestand.
Van tweeën een, of de Staat moet het be
ginsel der onmondigheid doorvoeren, en de
belastingquestie eu de andere plichten, die
een vrouw heeft als lid der maatschappij,
op een andere en voor haar minder bezwa
rende wijze regelen dan nu het geval is, waar
zij in dat alles gansch en al met den man
gelijk sfaat, óf hij moet consequent blijven,
en de vrouw het rerht toestaan als gelijke
van den man mede te stemmen, ivaar zij,
evenzeer als zijn gelijke, mee moet betalen.
Ik herhaal nog eens met nadruk, persoon
lijk verwacht ik van het stemrecht niets voor
de verbetering van het vrouwenvraagstuk.
Maar uit rechtvaardigheidsbeginsel geef ik
haar gelijk, als zij zegt«Ik wil het recht
hebben mijn stem uit te brengen op dezen
of dien, die mijne belangen volgens mijn in
zicht zal vertegenwoordigen, want ik moet
wél bijdragen tot de instandhouding van
den Staat, maar ik kan geen invloed uitoe
fenen op de wijze waarop dat geschiedt."
Die redeneering is eene waarvan men de
gegrondheid moet erkennen, hoe men zelve
ook denken moge over de gevolgen ervan
in de praktijk. In de praktijk zal het m.i.
óok als de vrouwen meestemmen zullen,
blijvenoud lood om oud ijzer. Daarom
maak ik persoonlijk mij niét warm over de
questie. Wanneer in theorie aan de recht
vaardigheid is voldaan, en de vrouwen het
kiesrecht zullen hebben verkregen, zal het
vermoedelijk in de praktijk even onrecht
vaardig toegaan als thans. Want politiek en
rechtvaardigheid sluiten elkaar uit.
ANNA DE SAVORN1N LOIIMAN.
Overgenomen uit de Holl. Lelie No. 52.
De heer Wisselink, directeur der Rijks
Hoogere Burgerschool te Heerenveen, wees,
eenigen tijd geleden, de ouders en voogden
der leerlingen op de bezwaren, die z.i. aan
voetbalwedstrijden verbonden zijn.
Thans heeft de pers- en ropaganda-cora-
missie van den Nederlandschen voetbalbond
een circulaire rondgezonden om de door den
heer W. geopperde bezwaren te weerleggen,
en het goed recht van het voetbalspel en
van de daarmede gepaaard gaande wed
strijden te handhaven.
Door den gemeenteraad van Grootegast
was besloten het sluitingsuur voor tapperijen
toen ik een jongen was eu waarom heb ik niet beter
geprofiteerd, 't Is toch hard ala ze merken, dat ik
niet eens zooveel weet als Dick. Grimstone komt
hierheen Nou is 't uit met me!"
De Grieksche les was geëindigd en de directeur
verliet voor een oogenblik zijn plaats en ging uaar
de bank, waarop Paul bevend zat. De storm, die zóo
gewoed had, was voor 't oogenblik voorbij enhij
vroeg alleen maar „Welke jongens hebben 't vorig
jaar danseu geleerd?"
Een paar gaven autwoord en clr. Grimstone ging
„Mijuheer Burdekin was vóór de vaeautie verhin
derd, jullie de laatste les te geven; hij wil die nu
vandaag inhalen, omdat hij toch in de buurt is.
Gaat nu dus naar mijn vrouw om van schoenen te
verwisselen. Bullitudo, jij had ook dansles: ga dus
met de andere mee."
De heer Bultitude was zóo overbluft, dat bij niets
zeggen kon; 'tWas nu ook hier niet bepaald de
plaats voor een uitvoerige explicatie. Wel was het
wijzer geweest misschien als hjj nu maar alles en
alles gezegd had maar bij kon niet.
„Ik denk toch, dat ik maar gaan moet, dacht hij.
Ik hoef immers niet te danseu. Ik heb nooit meer
gedanst, sinds ik eeu jongen was. Maar ik wil hem
toch ook niet beleedigen."
Dus volgde hij de audereu uaar de kleedkamer,
waar zijn haar geschuierd werd, zijn voeten gestoken
werden in fijne leeren schoentjes, terwijl hij een paar
glacé handschoenen aankreeg.
De dansles werd gegeveu in de eetzaal, waaruit
de lucht van schapeuvleesch nog niet verdwenen
was. Toen Paul binneukwaiu, zag hij, dat de vloer
was schoongemaakt en dat tafels eu banken naar de
een" ztfde van de kamsr verhuisd waren.
Biddlecomb en een paar kleinere jongens waren
en herbergen op Zondagen te vervroegen en
te bepalen op twee uur des namiddags.
De burgemeester dier gemeente achtte
dit besluit zeer in strijd met de belangen
van de ingezetenen der gemeente, met name
van de kasteleins, doch tevens van alle ne
ringdoenden. Op Zondagen toch is het be
zoek van ingezetenen der stad Groningen en
de omliggende gemeenten per fiets en per
rijtuig soms zeer groot en zoo oordeelde de
burgemeester zeer terecht, dat dezen, nu
men na twee uur alle herbergen en koffie
huizen gesloten vond, de gemeente Grootegast
niet meer zouden bezoeken, weshalve hij op
vorenstaande gronden weigerde het Raads
besluit ten uitvoer te brengen.
De burgemeester vroeg voorts aan Gede
puteerde Staten het Raadsbesluit aan de
Koningin ter vernietiging voor te dragen.
Het college van Gedeputeerde Staten ver-
eenigde zich met het gevoelen van den
burgemeester en verzocht aan den minister
van binnenlandsche zaken te bevorderen dat
het Raadsbesluit der gemeente Grootegast
werd vernietigd.
De Minister schijnt evenwel eene andere
meening toegedaan en heeft althans, zeker
tot niet geringe spijt van vele ingezetenen
van Grootegast, geene termen gevonden
meergemeld Raadsbesluit aan de Koningin
ter vernietiging voor te dragen.
Van de grasmaaiers uit Groningen, verleden
week in Friesland aangekomen, zijn er ver
scheidene onverrichter zake moeten terug-
keeren wegens de vele maai-macbines, naar
schatting ongeveer 300, welke in de provincie
zijn in gebruik genomen.
Enkele maaiers waren, wegens gebrek aan
reisgeld, verplicht den terugreis te voet af
te leggen.
Naar het Vaderl. meldt zijn plannen in
bewerking om de afd. Landbouw van Bin
nenlandsche Zaken in te richten op de wijze
van het hoofdbestuur van posterijen en tele-
graphie, als een zelfstandige afdeeling hoofd
bestuur van landbouw.
De Raad der gemeente Engwirden heeft
besloten paal en perk te stellen aan het te
laat ter vergadering komen van Raadsleden
en het te vroeg vertrekken. Komen ze meer
dan eeu half uur te laat en verlaten zij de
vergadering voor de sluiting, zonder toestem
ming van den voorzitter dan krijgen zij voor
taan geen prensentiegeli.
er al.
Sigger was aan 'topsnijden over danspartijen, die
bij in de stad bad meegemaakt en over mooie meis
jes die hem op de bielen gevolgd waren eu Tipping
leunde saai tegen den muur terwijl Chawner bem-
wat in 'toor fluisterde.
Er werd eeu geruisch van rokjes buiten de deur
geboord eu twee kleine gracieuss meisjes kwamen
binnen, met een oudere dame, die hun gouvernante
was en een pince-nez droeg om haar uiterlijk een
beetje meer imposant te doen schijnen. De meisjes
heeten Mutlow, waren zusters van een der dagleer
lingen en mochten als bijzondere gunst, als vrien
dinnetjes van Dulcie, de le3 bijwonen. Dulcie zelf
volgde eeu beetje verlegen.
De zusjes Mutlow zaten stijf op eeu bank, aan ie
dere zijde van de gouvernante en alle drie staarden
uit de hoogte naar de jongens, die danig onder die
inspectie begonnen te blozen, bun knoopjes los en
vastmaakten met bijzondere zorg en dan op het eene
dan weer op het andore been gingen staan.
Dulcie kroeg den armen heer Bultitude al heel
gauw in het oog, die, gedachtig aan Tipping'swaar
schuwing, al xijn best deed, baar te vermijden.
Ze liep recht op hem af, legde baar baud op zijn
arm en keek hem smeekend aan. „Dick, zei ze je
bent toch niet meer boos, wel?„
De beer Bultitude bad al een heele boel verdragen
en, tocb al niet bijzonder zacht van natuur zijnde,
schudde hij de kleine, zachte hand van zich.
Ik wou, dat je die dingen nu niet meer in 'tpu
bliek deed? Je zult me nog compromitteeren, zeibij
zenuwachtig.
Dulcie opende haar groote, grijze oogen zoo wyd
ze maar kon; er kwam een blosje op baar wangenen
ze trok (le kleThe kin wat verachtelijk in de hoogte.
IFordf vervolgd.)