No. 567ft 54e Jaargang Feuilleton. DICK BULTITUDE. Stadsnieuws. FIRMA A H. VAN CLEEFF te AMERSFOOKT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. iranco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel moer 10 cent. Legale-, ofïlcieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 15 rogels 1,25; elko rogel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewysnummors naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. By advertentiën van buiten de stad worden de incasaeorkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT9 Teiephoon 10. KENNISGEVING. Examen ter verkrijging van hot diplomn van hnlpkenrmee8ter van vee en vleecsh. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van belanghebbenden dat het examen ter verkrijging van ean diploma van hulpkenr- meeater van vet en vleoach tal aanvangen op Donderdag 20 Juli a.s. des voormiddags te 9 ure iu net openbaar slachthuis te Rotterdam. Amersfoort, 14 Juli 1905. De Burgemeester van Amersfoort, WUIJTIERS. pop kan, l)e poppententoonstelling. Vermoeiend was 't ventje in hooge mate, dat als klein kind zyn ouders, de vrienden van zyn ouders, het kindermeisje, ja, wien niet, elk moment van den dag, als ny iets voor 't eerst zag, vroeg «Waarom is dat er?" Ik herinner me nog best, hoe het overi gens aardige kereltje, als ik met hem wan delde, me bijna wanhopig maakte, wanneer hij, zoo ik op zijn eeuwig «waarom?" er me mee afmaakte met een Jantje van Leiden, er een niet minder aan-een-lijntje-houdend «wat bedoel je, wat dan?" op liet volgen. En tocb, als je goed er over nadenkt, was die gierigheid van dien kleinen snuiter veel begrypelyker dan dat wy, groote menscben, maar «zien naar", maar «omgaan met", maar «doen" zoo heel veel, dag in, dag uit, zonder dat de vraag in ons opkomt i «waarom is dat er waarom doen we het - hoe is het ontstaan Of, zou het nu eenmaal zoo bedoeld zyn. dat we dikwijls als marionnetten ons gedragen zouden wij anders misschien te veel tn onze hersenen moeten opnemen Gisteravond dacht ik onwillekeurig aan mijn kleinen inquisiteur van destijds, toen ik een kijkje nam op de poppententoonstelling in Amicitia en als ik een deskundigen gids in mijn nabijheid hadde gehad, dan zou ik hem misschien ook vermoeid of in ver legenheid gebracht hebben door de vele vragen, welke mij op de tong lagen. De beide eerste waren zeker wel geweest «waarom zou de pop uitgedacht zijn en het speelgoed uitsluitena van 't meisje wezen? Zou ze haar onstaan niet danken uit den bijna instinciieven drang van 'tvrouwties- kind om iets te willen hebben oin te lief- koozen, te verzorgen, te koesteren, van het moedertje-in spe, zich voorbereidend, onbe wust, tot haar taak? Want waarom anders is de pop zoo uit sluitend het speelgoed van het meisje de 29.) Het veld was heel groot, aan twee zijden met bouten palen afgezet. Twee der kleinste jongen» waren er trotsoh op de goalpalen te mogen neer zetten en haastten zich naar hun plaats. De overigen liepen zoo'n beetje rond en draalden nog met be ginnen; alleen de nieuwe jongen, Kiflin, stond alleen en studeerde ijverig in een boekje, waariu deregels van het voetbalspel vermeld stonden. Eindelijk vond Tipping 't maar beter, een aanvang te maken. „Ik wil met Bultitude spelen, zei hij, hij doet 't zoo goed: kom eens hier ventje aan mijn kant en als je het niet goed doet, dan is het des te erger voor jezelf! Het gaf niets om tegen te stribbelen en dus volgde Paul Tipping onderdanig en het spel begon. Het was niet bepaald geanimeerd. Wat Paul betreft, hjj begreep er niet veel vau. Hij bad geen voetbal ge speeld sinds hij zelf een jongen was, en toen was bet spel nog heel anders ingericht. Ook had hij er nooit de ware liefde voor gevoeld, maar nu trapte hij er ijverig op los, om aan alle verdenking te ont komen, en wachtte nu maar op een goede gelegen heid om zijn plan ten uitvoer te brengen. Eindelijk kon bij niet langer wachten want de vreeselijke gedachte kwam bi) hem op, dat als bi nog langer blref de directeur zou komen, want bi die «papa en mama" zegt, die slapen, an, die zij uit- en aankleeden, kappen on, baden kan ik heb nog nooit van een jon gen gehoord, die enthouisiast was over nog zoo met >menschelijke eigenschappen" begif tigde poppenkinderen of het moest zijn, wanneer ze »soldaten" voorstelden. En dan nog zou by er niet aan denken er iets anders mee te doen dan hen te laten marcheeren of te laten doodschieten of te commandeeren die houten, levenlooze, saaie dingen te cajoleeren. te vertroetelen «goed voor flauwe meisjes" «flauw" onderstreept door oen eigenaardige schouder beweging en een minachtend neus-optrekken, zooals een jongen dat alleen kan doen. Hoe de eerste pop er moet hebben uit" gezien Vele hoogst primitieve figuurtjes - dat moesten ze wel by de eenvoudige snywerk- tuigen, stukken vuursteen, zyn welke langen tijd werden aangezien als afgods beeldjes, bleken by latere opgravingen speel poppen te zyn geweest. Slechts een hoogst enkel exemplaar van die eerste speelpoppen bestaat er nog en omdat ze uit zaoht hout werden gesneden en dus vermolden, en zeker omdat ook de meeste vóór-historische kin deren, zoo min als die van de 20e eeuw, haar poppen een eeuwig leven deden deel achtig worden. In de nalatenschap van Jacoba van Beieren werd een aangekleede pop gevonden, «Vrouwe Jacop" zelf voorstellende, maar oneindig meer aantrekkelijkheid hebben ongetwijfeld de wereldberoemde «poppenhuizen" in het Rijks museum te Amsterdam, vooral dat, hetwelk aan den buitenkant geheel van schildpad met zilver ingelegd is, voorstellend een woning van een Amsterdamsch patriciër uit de 17e eeuw en in alle details nagebootst. Het is van den zolder tot den kelder naar behooren gemeubileerd. Alles werd eraphrt voor gemaakt, het servet- en linnengoed, het zilver, het porselein, kortom alles werd er expres voor vervaardigd, tot zelfs de huis bijbel apart gedrukt, 't is een kunstwerk in elk opzicht. Maar niet minder bezienswaardig is do bekende poppenverzameling, welke nu in het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Oudheidkunde (onderdeel van het Kyks Museum te Amsterdam) is ondergebracht op de binnenplaats. Die poppen in nationale kleederdrachten, werden gemaakt voor de wereldtentoonstelling te Parys van 1868 (Walchersche boer en boerin, Volendammer visschor en zijn vrouw op 't ijs, Marker huisgezin, enz.)zij zijn allo lovensgroot en met de grootste zorg gekloed en gefcapt. Eobtor de niet-nuhlieko collectie van een dame, die indortya by Breda, later to Am sterdam on thans, als ik 't wel heb, te Leeu werden woont, is zeker even interessant. Telkens toch uls voor haar, reeds als heel klein kind, con kleedingsstuk, wat ook, werd gemaakt, liet haar moedor uit »do lappen," eon pop op dezelfde wyzo aankleeden of oen stuk voor pops's linnenkast vervaardigen. En elke verandering in kapsel werd trouw in de poppencoiffure ook aangebracht. F.n daar hot meisje, als getrouwde vrouw die verzameling tolkens aanvulde, is hel voor de geschiedenis der mode een allerkostbaarste collectie. Onze Koningin heeft ook een heel mooie verzameling poppen, waaronder een tweetal, voorstellende een garde-grenadier een garde- huzuur, een geschenk van keizer Wilhelm II, byzonuer uitmunten. Even met een enkol woord er aan herin nerd hoe in den tijd, toon de fransche Sans culottes hier de vryheid en do nieuwe denk beelden kwamen brengen, de volwassenen hier te lande zich niet op straat vertoonden zondereen «Joujou de Normandie", oen soort harlekijntje aan een elastiek, dat armen en beenen bewoog. In don historlschen atlas, bijeengebracht door Fred. Muller (Rijks Pren tenkabinet te Amsterdam) zijn verscheidene afbeeldingen van- en spotprenten op die pop petjes. Zoo is er heel wat van de geschiedenis der pop te vertellen de gelukkige bezit ters van de werken «La poupóó k travers les Ages" en van «The history of the doll", die zich ook in do collectie' Alberdlngh Thym bevonden, kunnen daarin voel belangryks omtront dat onderwerp vinden. Maar wij keeren na dit oppervlakkige praatje tot de tentoonstelling terug. De collectie, in Amicitia geëtaleerd, bevat heel aardige exemplaren, vooral do poppen, gekleed in de volksdrachten, zullen zeker menigeen interesseeren 't is wel goed gezien, om naast «de meesteres"do dienstbode toplaat- sen ten einde het verschil in kleeding te doen uitkomen, terwijl het costuum voor den rouw in sommige streken ook heel eigenaardig is. Natuurlijk ontbraken de bekende vorstelijke en andere geschiedkundige personen niet. Zoo de groep Koningin Elisabeth van Engeland on Maria Stuart met lady Court, do volgdame van de laatste liet contrast in liet toilet der beide vorstinnen is te dankbaar om niet nevens elkaar to stellon! Dan Jeanne d'Arc het werkelijk fraaie pantser en de traditioneclo helm, welke do pop, die «de Maagd van Orleans" voorstelt, draagt, heelt ruim f 200 gekost. De llindelooper kamer, die geheel uit el kaar genomen kan worden en vervaardigd werd op l/4 van ware grootte door den maker van eenzelfdo vortrok, dat zich be vindt in het Rijksmuseum, vertegenwoordigt met huur unliek pm-eli iu ook oen klein ka pitaaltje. Ze ziet er leuk uit, maar stellig zou het effect grooter zyn, als men er niet van boven maar beneden in moest zien, maar als zy stond in een, aan een ij l«mt van g'as voorzien omhulsel zoodat men daar door een kijkje in en door het vertrek kon kingen. Maar dat zal bezwaarlijk gaun wegens het hoen en weer zendon van de collectie, die reeds zooveol eischt van zorgvuldigo vopnk- klng. Do costumes zien er alle frisch en netjes uit en we geloovon dal de jeugd, en ook wel de oudere geleiders, mot genoegen een half uurtje in Amicitia verwijlen zullen. Suze Frederiks van Cleeff. Amersfoort, 14 Juli 1005. wist van Dick dat deze dikwijls oen wakend oogje over het spel liet gaan, en gebeurde dat nu ook weer, dan wa# alle hoop vervlogeu. Paul wist toch maar al te goed, dat hjj nooit den moed zou heb ben om den directeur om verlof te vragen. Met kloppend hart ging hjj naar mjjnheer Tinkler en vroeg zoo onderdanig als hjj maar kon: „Mijnheer zou ik als'tublieft naar hui» mogen gaan V Ik ik voel me niet lekker." „Niet lekker? Wat scheelt je dan, zei do heer Tinkler zonder op te kjjken van zjjn boek. Paul was hierop niet voorbereid en rar.kte alweer een beetje in de war. „Ik beb if's aan mjju lever, zei bij ten slotte. Na het eten komt het me dikwijls overvallen." „Aan je lever zei de heer Tinkler. Wal is dat nou op jou leeftjjd. Allemaal gekheid hoor. Ga maar weer gauw spelen, dat komt alles weor te recht." ,'t Is veel te erg, mijnheer, zei Paul, en mijn dokter heeft me juist gewaarschuwd, dat ik oa hot eten geen beweging moet nemen. Als u wist wat een leverkwaal was, zou u er wel anders over praten." Mjjnheer Tinker wensnhte niet langer lastig gevallen te worden, en zei „Nou hinder me niet langor. Ga maar weg I" Dus nu was Bullitude vrijde weg lag open voor hem. Het zou hem masr weinig moeite kosten, den weg naar het station te vinden en was hjj een maal daar, dan had hjj den heelen middag voor zich om op oen trelu te wachten. „Dat heb ik hem nu eons noties geleverd, dacht hjj cn hjj liep bjjna even hard als de jongen waar voor men hem hield. Het lot cal me nu wel gunstig zjjn!" In de gisteren gehouden vergadering vau do Provinciale Staten van Utrecht is, ter vorvanging van mr. F. D. graaf Schimmel- penninck, benoemd Commissaris van de Koningin in do Prov. Utrecht, tot lid van Gedeputeerde Staten gekozen mr. dr. F. A. C. H. graaf van Lynden van Sandenburg, die de benoeming aannam. Vorder werden o.a. in die vergadering do volgende, voor onze stad van belang zynde punton behandeld, n.l. de missive van Go- (leputeiirdo Staten, daarbij advies uitbrengend betreflende het ln den jongstleden Winterver gadering aan hun College gerenvoUeerde adres van liet Bestuur der V ereeniging «Amers toortsche Industrie-en Huishoudschool", nis- rnedo betredende oen later ingekomen adres van dat Bestuur, houdende verzoek om, we gens wyziging in het plan van oprichting, ui plaats van het bij besluit vnn de Staten von 20 Juli 1903 toegezegde subsidie van f 1000,— voor het jaar 1005 oen subsidie van f700.— te ontvangen. Z. h. s. goedgekeurd volgens advies van Ged. Staten en van do commissie van rapporteurs. Maar hjj had alweor misgerekond. Nauwolijks was hjj door de groepjes jongens heen gebroken, toen hg zjjn yalaoh buurtje, Porter,) van de IDuitsohe les ontmoette, die juist op weg was naar hot voet balveld. „Zoo ben je daar, Bultitude, zei hjj mot zijn piep stem, ik heb je noodig." „Ik beb nu geen tjjd, zei Paul. Ik heb haast. Een andere keer dus." „Ja maar dat gaat coo niet, cn Porter pakte Paul hg de jas, ik wil dat konijn hebben." Die ongelukkige vraag deed den hoor Bultitude de adem in de koel «tokken. Hjj bad geen flauwe notie, welk konjjn bedoeld werd on nog minder wiet hg waar hg «oo'n beest op 't oogenblik van daan inoost halen. Dat was nu do tweede maal dat die jongen zich tuseohen bom en «yn vryhoid «tolde. Hg trachtte zyn vervolger tevreden te «tollon. „Ik zeg je tocb, boste jongen, dat ik zoo'n konijn niet bg me heb. Eerlgk niet Ik weet zelfs niet waarover jo praat." Nu werd Porter woedend. „Jongens, riop, hij kom eens hier. I.aat Bultitude mo myn konijn geven. Hy zegt, dat by er uiots van weotl" Van vorsuhilloudo richtingen kwamou do jongomt aanzetten. „Wat ia or te doen? vroeg er oen. „Wel, zeurde Porter, hy heeft me beloofd oen kouyn moo to brongon en nou zegt hij, dat er niets van aan is. Laat hem dan zoggen wat hg er moe gedaan heeft," „De hoer Bultitude beschikte gewooniyk niet over oen groote hoo veal held tegenwoordigheid zan geest maar nu bad hd tocb oen gelukkigo inval. „Gunst riep Ly. Dat is waar oolrl Welzeker! Het konyn. Ik hob oou prachtig by me. Ik zal 't oven gaan halen!" „Zou je dat houich willen doen, riep Porter half tevrodon gestold. Maar waar beb Je het dan „Waar? zoi Paul, natuurlijk fn niyn kollertjo? waar zou 't anders zyn? 't Is niet in jo koffer, viol Slggers tn, want dien heb ,ik gisteren nog omgekeerd eu er was geen ko nyn ln. Uanronboveu lioo zou een konyu in een koffer kunnen leven Hy liogt. Ik zie bot op zyn gezicht. Hy heeft or geen „Dat is nogal glad, zcl dn heer Bultitude. Hoe zou ik er aan komen Ik ben tocb goon goochelaar. Ook ia het myn gewoonte niet, met konijnen te vonten. Wat doen jullie ine ook lastig te vallen? Jullie zyn gek." De jongens vormden langzamerhand een kring om dcu hoer Bultitude en het verontwaardigde vlasharige jongetje. Opeoni kwam Tipping aan ge loop# t>. „Wat is er aan do hand? zei hg. Natuurlgk ia er weor wat met Bultitude. Wat heeft by uitge voerd „H|j loog nto voor, dat hy oen kouyn voor me opfokte, logde de kleino Porler uit, on nou wil hd bot het mo niot gevon en ook niet zuggon wat by er mee gedaan heeft." „Hy moet ous ook eon naar muizen govon," zeiden or een paar, dlo pas lu het kringetje gekomen waren. Riggers besloot do zank nader to onderzoeken. „We moeten achter do waarheid komen. Laten we naar de goalpalen gaan eu daar bet oordejl I vellen." Zoo gezegd zoo gedaan. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1