Dinsdag 12 December 1905. No. 7132. 55e Jaargang Feuilleton. Stadsnieuws. UITGAVE FI rma a- h- van cleeff te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag' Donderdag' en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. ïraneo pei post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, •jiiicieele-en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25; elke regel m^G1 w' roote ^t'ers naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden inrekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT9 Telephoon 19. ÏU die 1 Ja wens ontv turn H U die zich met ingang van 1 Januari op deze courant wenschen te abonneeren ontvangen de tot dien da^ turn verschijnende nummers KOSTELOOS. LOTIS1CO. On Jer de geschenken van het vorig Kabinet behoort ook de zoogenaamde Loterij wet Waar deze uitgevaardigd heet te zijn'om te beteugelen het onzedelijke, gelegen in alle loterijen behalve die van liofdadigheids-ver- eenigingen of ten behoeve van kunst of weten schap, daar zou wel de vraag kunnen gedaan worden uit welken hoofde de Staat dei- Nederlanden zich dan tóch het monopolie der loterij heeft verzekerd. Of het »'t brengt zoon aardigen duit in de Schatkist" dan wèl zoo hoog zedelijk is? Maar om kort te gaan, allerwege worden door de bevoegde macht de loterijen verboden. Bekend is de maatregel tegen de Sinterklaas tombola's, het verloten van koek, van voor werpen die men bij sigaren, margarine, enz. kan cadeau krijgen. Bekend is óok het von nis van den kantonrechter tegen de «Neder- landscheEffecten-loterg" en tegen «Lotisico". Vooral de laatste heeft heel wat belang hebbenden in den lande en menigeen, die langs anderen weg geen uitzicht had op een buitenkansje, al een aardig voordeeltje be zorgd. Er zijn er onder de polis-houders, die be reids verklaard hebben «geen goed geld naar kwaad geld" te willen gooien. Laat ons nu eens zien wat sKijkei", de hoogst bekwame verslaggever vanjuridieke zaken, ia »De Telegraaf' schrijft. Hij begint dan met »een vergelijkiug" en zegt Daar waren eens twee kinderen, die elkan der voortdurend sloegen. Het lawaai, dat hierdoor in huis ontstond, liep bepaald de spuigaten uit. Toen verbood de vader het vechten met gestrengheid. «Hier in huis" zei-die, en hij dreigde met de vuist, «mag eens-voorgoed niet meer ge vochten worden. En wie het toch doet, neem ik z'n lekkers af, of hij mag z'n kamer niet af." i «Weet je wat", zei nu zusje tot broertje, «telkens als vader moeder slaat, dan sla ik jou". En dat dedeu zij. Want in dit gezin sloeg de vader zelf z'n vrouw Zoo wanhopig komiek is bet vonnis, dat voorloopig de maatschappij «Lotisico" naar huis heeft gekregen. Haar bedrijf is daarin veroordeeld, omdat het een loterij is, waar bij de winners, worden aangewezen door bet lot. Wie wil dat niet? De Staat. En wie trekt dat lot? De Staat. Wie stempelt dit bedrijf, omdat er 'n kansbepaling bij te pas komt, tot 'n ongeoorloofde handeling D e Overheid. En wie bepaalt de kans D e Overheid. Want in dit gezin sloeg de vader zelf. De veiligheid der verzekerden. Tbaos komen onderscheiden verzekerden ons vragen, hoe het met huu recht is ge steld op het oogenblik, en hoe het er mee zal alloopen als het veroordeelend vonnis bevestigd wordt. .Op den voorgrond is zeker dit geruststel lende antwoord te plaatsen, dat dc Maat schappij op 1 December j.l. heeft aangekon digd: «dat zij aan haar verplichtingen jegens de polishoudeis op onveranderde wjjze zal blijven voldoen, en dat de afgesloten con tracten gehandhaafd blijven". En er is geenerlei reden om aan de betrouwbaarheid dezer toezegging ook maar in 't minst te twijfelen aangezien op de correcte houding dezer onderneming vooralsnog niets valt af te dingen, en er ton overvloede op gerekend kan worden, dat hoog-bevoegde rechtsgeleer den, róor deze toezegging aan het publiek geiiaan werd, hun meening in deze richting hebben uitgesproken. Hoe dus de rechterlijke beslissing ook moge uitvallen, het is niet te voorzien, dat de belangen der tallooze be trokken personen er duurzame schade door zullen lijden. Mag op dit oogenblik het bedrijf voort gaan In afwachting van de beslissing der appèl rechters, gaat «Lotisico" voorloopig met haar bedrijf voort. Nog 1.1. Woensdagavond berichtte zij een uitkeering op de door haar afgegeven polis no. 3005, ornaat op dat num mer een prys in de Staatsloterij was gevallen. En tegelijk bood zij de toezegging van pro spectussen aan. Uit al welke dingen blijkt, dat er voorloopig niet aan gedacht wordt, het bedrijf te stagneeren. «Mag dat?" vraagt een lezer ons. Al is er van het veroordeelend vonnis des Kanton rechters hooger heroep aangeteekend, is dat vonnis niet voorloopig 'n verbod om door te gaan Ziedaar 'n zeer moeilijke vraag. Ten uit voer golegd wordt eeu vonnis niet vóór het onnerroepelijk beslissend is geworden, of, zooals men pleegt te zeggen, in kracht van gewysde is gegaan. Maar daarmee is deze vraag niet opgelost. De strenge theoreticus zal zeggen «Zoodra de rechtmatigheid eener handeling in t wij tel is getrokken en een vervolging heeft uitgelokt, zal de staatsburger haar hebben na te laten tot nadrukkelijk is beslist, dat zij geoorloofd is". De eenvoudige practijk zal in 'n geval als dit betoogen «ga voort op uw weg, totdat in eindvonnis d. w. z. in hoogste ressort het ver- bodene uwer gedraging is uitgesproken. En daaraan blijkt ook «Lotisico" zich te houden. Art. 3 en vlg. der polis kunnen in dit verband buiten beschouwing blijven, want daar is het geval voorzien, dal de Wet op de Staatsloterij wordt gewijzigd, of die loterij wordt afgeschaft, en daarvan is thans geen sprake. Want alle loterijen zijn door den Staat afgeschaft, juist behalve de zijne Var. opzegging der polissen door de ver zekerden kan evenmin 'n oogenblik sprake zijn, daar de vennootschap dat recht nadruk kelijk aan zich heeft voorbehouden. Gaan eventueel de verzekeringscontracten teniet Deze vraag is zeker wel de moeilijkste in dit verband. Zijn de overeenkomsten, door de vennootschap aangegaan, thans nietig geworden door het algemeen verbod der loterijen? En stellig die, welke sedert 1 Juli 1905 (d.i. nè de invoering der Loterijwet) zijn afgesloten Inderdaad hoogst ingewikkelde puzzles Dat een contract, afgesloten nadat de ver oordeeling der ondernemers vaststaat, van zelf nietig zou zijn, omdat het voorwerp der overeenkomst, de z.g.n. «oorzaak", niet ge oorloofd is, in strijd komt met de wet, met de openbare orde en de goede zeden, is buiten allen twijfel. Maar de contracten, die van vóór de ver- oordeelmg dateeren Indien deze n.etig zouden worden, omdat hun «oorzaak" in Ëdel Bloed. S (Slot). Het was alsof de hand had vergeten, dat zij vijftig jaar ouder was gewordenmen zag 't hnar aan, terwijl de vingers zich krampachtig sloten, dat zij in don geest nogmaals op den lnngen K trom melde. .Maar zooals ineuschen vau dat soort nu eenmaal zijn, vertelde do kolonel verder, zoo was natuurlijk ook de lange K een wraakzuchtig, niet vergevend valsch canaille. Het liefst was hij naar den kapitein gegaan om hein nog alles to verradenmaar dat durfde hij toch niet vojr onsdaarvoor was hij te luf. Maar dat bij vau de heelc klas slaag had gehad eu dc kleine L. dsarvau de schuld was, vergaf hy dezen niet. „Op een middag hadden wy weder ous vrije uur on de cadetten gingen op de pleinen wandelende twee broers zooals altijd samen, de lange K arm in arm met twen anderen. „Om van het Karreepleiu op hot andere plein, dat met de hoornen, te komen, moest men het portaal doorloopen, dat in den vleugel van liet hoofdgebouw lag, en er bestoud een order, dat de oudetten daar niet gearmd mochten doorloopen, teneinde de passage uiet te belemmeren. „Op bedoelden namiddag wil nu liet oligemic, dat del uiige K. terwyl hij mol zijn heide makkers van hot Kareeplein nuar het andere plein wil over steken, in hot portaal de beido broers tegenkomt on dat die, in gedachten verdiept, hadden vergoten elkander los te laten. „De lauge K blijft, hoewel de zaak hein iu het geheel niets aanging, staan toen by dat ziet hy apert do uogou wyd open en den mond nog wijder, en roept het tweetal aan„Wat moot dat beteeke- aen, zegt hij, dat jelui hier gearmd loopt? Willen jelui hier fatsoenlijke mcnschen den weg versperren' jelui diefjesmaatjes?" De kolonel viel zichzelf in de reden „Dat is nu vijftig jaar geleden, zeide hij, of nog nog meer, maar ik herinner het mij als ware het gisteren gebeurd. „Ik liep juist met twee anderen het Karreeplein rond en plotseling hoorden wij uit bel portaal een schreeuw ik kan beelemaal niet beschrijven, hoe die klonk. Als een tijger of eenig ander wild dier uit zijn kooi losbreekt en zich op eeu me usch werpt, dan zou men, denk ik, zoo iets te hooren krijgen. Het was zón afgrijselijk, dot wij drieën de armen lieten zinken eu gsbeol verstijfd blevou siaan. Eu niet alleen wij, maar ieder die op hot Kavreopleiu was, bloef staan en alles werd plotseling stil. En nu Hop alles, wal beenen had om te loopen, naar liet portaal en van hel andere pleiu kwamen zy ook reeds aan, zoodat het by de ingangen zwart zag vau de cadetten, die elkander verdrongen. Ik was er natuurlijk öok onder en wat zag ik daar l)e kleine L was als een wilde kat tegen don langen K opgeklauterd. Met zijn linkerband was hij a»-, diens kraag gaau hangen, zoodat de laDge benge) half gestikt was; met zijn rechtervuist sloeg hy krak krak den langen K midden in het gezicht, waar hij bein maar raken kon, zoodat K het bloed als een waterval uit den neus liep. Nu kwam do officier van dienst van het andere plein, on baande zich een weg door de cadetten. L 2. wil je dadelijk loslaten! nep hy met don- derende stem - hy was namelijk een man als een boom on had eeu stem, die men van liet eoueeiuU dor academie tot hel andere hoorde, en wij hadden kolossaal veel respect voor hem- Maar de kleine L. hoorde mot en zag met, maar bleef steeds hot gezicht van den langen K bewerken, en daarbij liet by telkens opnieuw den vreeselyken, gillenden schreeuw hooren, die ons allen door merg °Vooi, de officier dat zag, pakte hy zelf den jODgen bij beide schouders eu trok hom met geweld van den i '"zoodw hij echter op zijn beenen stond, draaide I do kleine L. met de oogeu, viel languit op den grond middels dooi- de nieuwe L.terijwet tot een ongeoorloofde is verklaard, dan zou dus deze wet een terugwerkende kracht hebben. En dat verbiedt di wet zelve, die elders bepaalt, dat haar bepalingen alleen voor de toekomst verbinden. Bij de samenstelling der Loterijwet heeft men aan dat bezwaar gedacht. Het was het Arnhemsche Kamerlid, thans de Excellentio Rink, die een amendement op art. 10 deed aannemen, bepalende, dat deze wet niet van toepassing zou zijn op loterijen, vóór 1 Juli 1905 reeds wettig lijk aangelegd. Blijkbaar heeft de Kantonrechter deze overgangsbepaling op «Lotisico" niot toege past. Wat de Rechtbank in deze zal doen, dient men af te wachten. Dat het in de bedoeling van het artikel liggen moet om terugwerkende kracht der wet te voorkomen, staat wei twijfelloos vast. En het is in het algemeen te hopen, dat men niet genoopt zal zijn, deze wet om haar tekst, te inter preteeren in anderen zin, dan die door ont werpers en wetgevers beoogd werd. Als het nu mis mocht loopen, wat dan? Mocht echter het vonnis veroordeelend zijn, vragen sommigen onzer lezers, wal staat ons dan te doen om voor onze belangen op te komen Niets, moeten wjj daarop antwoorden. Gij moet afwachten, wat de vennootschap over u zal beslissenin rechten haar aan spreken, kunt gij in géén geval, omdat dt een rechtsvordering zou moeten worden ter zake van een schuld uit spel voortgesproten en zoodanige rechtsvordering staat onze wet niet toe. Rechtsmiddelen tegen «Lotisico" bob ben de verzekerden dus niet. Laat men zich daarom rustig honden en afwachten, in bet volle vertrouwen, dat niet beschaamd moge worden, dat deze vennootschap ernaar streven zal, de belangen barer verzekerden hóóg te houden, en volledig na te komen. I Tot diakenen bij de Ev. Luthersche ge meente hier zijn gekozen de heeren G. P. Ittmann Jr. en W. A. H. Weber. De dirigeerend officier van gezondheid le klasse K. Hennes en de dirigeerend officier on wentelde zich stuiptrekken in het stof. We hadden nog nooit zoo iets gezien en keken verbaasd en verschrikt toe. De officier echter, die aich over hem heen had gebogeu, richtte aich op„De jongen heeft de vree- selijkste krampen. Voorwaartstwee aun zijn beenen hijzelf nam hem onder de schouders naar het hospitaal". En zoo droegen wij den kleinen L. het hospitaal binnen. Terwyl zij hem wegdroegen, naderden wy den grooten L. om te vernomen wat er eigoulijk gebeurd wa%en van dezen en de twee cadetten die niet den langen K hadden geio'>pen, boorden wij nu de ge- lieele geschiedenis. De lange K stond daar als eoc hond die slaag had gehad en wicChte zich het bloed van den neus. Was dit niet het geval geweest, dan had niets hein kunnen redden en had hij nogmaals een flink pak slaag ge kregen. Nu echter wendden allen zich zwijgend van hem afniemand sprak meer een woord met hem hij had zich als een schoft gedragen. Het tafelblad dreuude, daar de oude kolonel er met de vuist op had geslagen. Hoe lang do andoreu hem genegeerd hebbon, zeide hij, weet ik niet. Ik heb uog een heol jaar met hem iu do klas gezeten, doch geen woord meer met hem gesproken; wij ziju tegelyk als vaandrig in het leger gekomen ik heb hem de hand niet tot afscheid ge reikt. Ik weet niet of hij officier is geworden ik heb zijn naam nooit in de ranglijst gezocht, en weet niet of hij in eeu der oorlogen is gevallen. Voor mij be stoud hy en bestaat hy niet meer het oeuigewat mij spijt is, dat de man in myn leven bestaan heeft eu dal ik de herinnering aan hem niet kan uitrukken als een onkruid, dat men in deu baard smijt! Den volgeuden ochtend kwamen slechte berichien uil hei hospitaal: do kleine L. lag buiten keunisiu oen lievige zenuwkoorts, 's Middags werd zijn broer erbij geroepen, maar de kleine had hem niet meer herkend, 's Avonds, toen wij in do groote gemeen schappelijke eetzaal aau het souper zateu, liep er eeu gerucht als oen groote, zwarte vogel, met on hoor baren vleugelslag ging het door de zaal - dat de kieine L. was gestorven. Toen wij van de eetzaal in onze compBgnies-af deeling terugkwamen, stond onze kapitein bij de deur der zaal; wij moesten binnenkomen, eu toon berichtte hij ons, dat onze kinine kameraad, I, 2, dien avond was ingeslapen om niet meer te ontwaken. Do kapitein was eeu zeer goed mensch in 1S66 is hij als eeu dapper held gevallen hy hield van ziju cadetten, eu toen hy ons zyn mede- deeling deed, moest bij zich de tranen uit den baard wisschen. Toen beval hij ons, allen de handen te vouweneen vau ris moest naar voren treden en herdop het Onze Vader opzeggen. De kolonel boog bet hoofd. Voer de eerste maal, zeide hy, heb ik toen ge voeld, boe schoon eigenlijk het Ouze Vader is. Deu volgeuden middag ging do deur open, die van het hospitaal naar het gymnastiekploiu leidae die booze, noodlottige deur. Wy moesten op het hospiiaalplein aantreden om onzen gestorven kameraad nog eenmaal te zieo. De scbredeu dreunden en stampten, toen wij het plein overliepen. Niemand sprak een woord; men hoorde sleehls een zwaar ademhalen. Eu daar lag nu de kleine L, de arme kleine L., in zyn wit hemd, de handen op do horst gevouwen, de bloudo lokkou gekroesd om het voorhoofd, dat wasbleek was, do waugen zoo ingevallen, dat het mooie, brutale neusje ver vooruitstak, en eeu uit drukking op bot gelaat De oude kolonel zweeg; hij haalde met moeite adem. Ik beu een oud man geworden, ging hij op ge breken toon voort ik heb mannen op slagvelden zien liggen meuscheu, wien dood en vertwijfeling op het gelaat stond gescbreveu, maar zulk een harte leed als op het gezicht vau dit kind heb, ik nooit weder gezien uooit - nooit. Diepe stilte heersehte in het restaurant waar wy zateu. Toen de oude kolonel zwoeg en zijn verhaal niet voortzette, stond de kellner zaobl uit zyn boek op eu slak de gasvlam boven onze hoofden aan; bet was geheel donker geworden. Ik hief uog eenmaal do wijnflesch op, maar zij was bijna ledig slechts een traau vloeide er oog uit een laatste druppel van het „edele bloed".

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1