Donderdag 21
December
1905.
No. 7136.
55e Jaargang
De eerste indruk.
Feuilleton.
Het telegram,
r S"S
Binnenland.
UITGAVE
firma a- h- van cleeff
te AMERSFOORT.
wTf-'^0n^er^a9' etl Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maan vnfi.
0«i ...^ei Pos f Advertentiën 16 regels 60 cent; elke. regel meer 10 cent. Legale-,
meer/025° °"t,CIgeningsa(lvortentiën Per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/" 1.25; elke regel
J* °'e Etters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
ij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephoon lt>.
'ij die zich mot ingang van
1 Januari op deze courant
wenschon te abonneeren,
ontvangen de tot dien da
tum verschijnende nummers
aiUS i'ELiOOS.
Men verhaalt van een schatrijke Parüsche,
vicomtesse, alleraardigst, beminnelijk en
vriendelijk menschje, met o zoo'n klein hart
op .vier liefdadigheidszin nooit tevergeefs
een beroep werd gedaan een echt
acoeur d or" dus.
Van deze vicomtesse wordt verhaald, dat
xtj op een vinnig-kouden Decemberdag in
haat geruischloos, over het asphalt als voort-
zwevende coupé huiswaarts reed. Zij was
gehuld, gewikkeld in donzig bont, in mollige
pelzen. Haar koetsier en palfrenier hui
verden nog onder hun dikke bontjassen. Do
raampjes van het rij te ig waren ondoorzicht-
baar; zóo geniepig koud was 't.
En de vicomtesse had 't gewaagd, even 'n
handje te steker, uit haar enormen pels
mantel en te vegen over een der beslagen
raampjes En zij zag staan toen, een
doodarm, verkleumend vrouwtje. De stakkerd
drukte een paar kinderen tegen zich aan.
De holle wanhoopsoogen smeekten. De sid
derende, stokkerig-mngere hand werd uit
gestrekt, tnet bede om hulp, naar het bril-
lante rijtuigje, dat daar pijlsnel voortgleed
over den boulevard En dat visioen
van bittere armoede, die kleumend schreit
in barre winterkou, had de lieve vicomtesse
diep getroffen. Men zegt, dat er tranen
welden naar de schoone »yeux de myosotis",
die reeds zoovele manneharten in lichtelaaie
hadden gezet.
Toen men het hotel der kleine vicomtesse
bereikt had, wenkte zij den palfrenier; ze
moest hem iets opdragen. En in de tamelijk
kille vestibule gaf zy wier neuspunlje nu
toch óok frisch was geworden en wier adem-
tochten te bespeuren waren in den vorm
van lichte «rookwolkjes" in de ijzige Decem-
ber-atmosfeer haar orders. Zij dacht nog
aan de arme, verkleumende vrouw op den
boulevard. Er moest onverwijld gezonden
worden voedsel, brandstof, kleeren, geld, hulp,
aan allerlei ongelukkige arme menschen,
die nu zóo leden in den winter.
En toen haar gevraagd werd, aan welk
adres de heerlijke giften en gaven.
loeit wikkelde do vicomtesse, die geen
seconde langer in de koude vestibule wilde
toeven, zich in haar enormen bontmantel, en
zei«over oen half uur moet Pierre bij ine
komen".
De palfrenier boog. De concierge, muisje
in hand, hield de deur open voor de vicom
tesse. Rn de kamenier, door het electrische
signaal gewaarschuwd, dat madame thuis was,
stond gereed met de Huweelen peignoirhad
gezorgd, dat het lekker-koesterende, gezellig
makkelijke huistoiletje, waarnaar de vicom-
t' sse na zoo'n kil tochtje verlangde, in orde
was. Het servies met de noodige ingrediënten
voor een geurig kopie cacao, met van die
orivergehjkelijk-smakehjke knabbelkoekjes en
biscuits, wachtte. In den grooten haard van
het prachtig boudoirtje gloeide een vuurmassa.
Na een kwartiertje was de lieve vicomtesse
heelemaal «bekomen" van haar koud tochtje.
En juist toen ze begonnen was aan een al
lerinteressantst noviteitje van haar gelief koos
den auteur, meldde Pierre zich aan Pierre
die besteld was om te vragen, waar madame
wenschte, dat die gaven die kleeren, dut
voedsel, die giften, die brandstof zouden
worden bezorgd.
De vicomtesse was knorrig over't gestoord
worden.
In den haard gloeide 't met hevige kracht.
In het zaaltje heerschte een lekkere, koeste
rende, iets meer dan matige temperatuur.
Madame herinnerde zich haast niet meer.
Wat Pierre eigenlijk bedoelde?
O ja, die arme menschen Maarniet nu.
Later. Madame wenschte nu niet gestoord te
worden.
„En bovendien", zei ze, een der plooien
van haar Huweelen kamerrobe verschikkend
«ik vind 'tvolstrekt zou koud niet....
gut néé
Snel »ing ze weer vorder lezen in bet
pikant-interessunte noviteitje van baar liefsten
auteur.
Pierre was met onbeweeglijk gelaat onhoor
baar verdwenen.
De mooie haard in h.et boudoir bleef met
felheid gloeien, koesleren.
En nog altijd stond, op den boulevard, van
kou en ellende te sidderen de arme vrouw
met de holle smeekoogen en de trillende
handen, die zoo'n indruk gemaakt had op het
gevoelig hartje van de lieve, brave vicom
tesse.
Aldus de Zoeklicht-schryver van «De Te
legraaf».
Wy missen eigenlijk het recht om te glim
lachen over die oppervlakkige Parisiennc,
wier opwellingen van gevoel en deernis zyn
als de snelverdwijaende rimpeling, welke de
wind toovurt op liet watervlak, waar hy
overheen strijkt; met de zich ras herstellende
inkerving, die onze vinger vormt op bodem
van was.
Het geval van de «gevoelige" vicomtesse,
die getroffen werd door de straatellende zoo
lang zy-zelve iets van de kou en den jammer
van armoe kon bespeuren, doch wier deernis
wegsmolt, vervluchtigde,in hetgezollig-warme
boudoir't is zeker «frappant".
Doch hoeveier van ons doen precies-eender,
zjj 'tdan op andere wijze?
Ge leest, in uw blad, een oproeping om
hulp, om steun, gevraagd door lieden van
gezag. De bewoordingen der annonce makon
indruk op u. Onder de «eerste impressio"
neemt ge u voor, daar óok een steentje toe
bij to dragen. Al is 't maar een kleintje dan.
En op dat moment ontwaart ge werkelijk in
uw hart schrijning van mede-lyden, van zucht
en drang om te helpen.
Maar die «eerste indruk" gaat voorby.
Andere gedachten, impressies, bemoeiingen
verdringen de «nobele en spontane opwelling",
die u byna deed handelen.
En wanneer de bede, tot «onze liefdadige
lnridgenooten" gericht, in uw herinnering
terugkeert, dan wordt ge zoowaar een weinig
knorrig, gemelijk, wrevelig. De zaak is, dat
gij u eigenlijk schaamt over uwinconsequentie,
uw schrielheid, uw egoïsme. Maar ge weet
die stem te onderdrukken en praat u-zelf in,
dat 't zoo erg niet zal zynG(j legt do
hand op de reeds hulf-geopende beurs en
trekt de koordon er van weer aan. Ge draait
'tsleuteltje van uw geldkist om en rekent
uit, dat gij, per slot van rekening, weer item-
zooveel «verdiend" hebt!
Van den diepen, scherpen «eersten indruk"
is niets overgebleven. Precies gaat 't u im
mers als do lieve, gevoelige vicomtesse,
nadut ze een uurtje vertoefd had in haar
lokker-verwarmd, somptueus-luxueus boudoir!
't Kan gebeuren, dat we, door een toeval,
plotseling anderen #kyk" krijgen op iemand,
I dien we minachten of wantrouwden. Dan
hebben we berouw over onze overijling. En
wij nemen ons plechtig, vastelyk voor om
zoodra wij den man, (tien we onverdiend
hoonden ul den rug toekeerden, ontmoeten,
hem royaal de hand toe te steken, ruiterlijk
te zeggen; «Vriend, vergeef mij. Ik heb je
onrecht aangedaan. Ik beken schuld". Dat
zal een pleister op de geslagen wonde zyn.
wat? Nóg nl moer? vroeg Peter Peppercorn
verbaasd. Nóg al meer?
Ja, pa.
voor over hebbou om ,ic!> zoo'u boetje bb bet gruoto
tKhii"' me «Wf B""1"''-
hat Hof lang met onmogelijk
Graaf of Ücssuhontrekker.
't ine beate jongen, dat 'l bem al
leeó te doen is om 'to kunnen profiteer Van jo
royale buien.
verilor «oïomonl ,„lr0Juce,M b» ilc nioeel
Wel, by boeftrao j, ,t ^stuur vormen
aristocratisch" f ^hftppjj( zal ik nog met vele
van rijn nieuwe msa sciinpj v, ,|0 prospectus, pa,
Uonkt u or wel van?
Wel ik beb niet vuol vorstand van
aandeelen en zulke dingen. „Pickles'4 liggen meer
op myn weg.
Pa, ik tvou, (lat u niet bu elke gelegenheid uw
zaak or bijhaalde.
Versmaad m'u zaak niet, jongen. Het wusiu'n
zaak, die jo ai die buitensporigheden veroorloofde
vergoot dat niet.
Dat is alles waar, pa. Uw zaken hebben een
prachiig sucoós gehad en u hebt 't recht, er trotach
op te zyn, maar dut is nog geen reden, dat uw mond
altijd vol moet zijn van
„Pickles", bè? Ha, hal Nu, misschien beb je
gelijk. 'I Is bovendien nogal natuurlijk, dat je mui
oude vrienden denkt. Ik zeg je, beste jongen, als
jou vrienden je zoo goed Ier zijde slaan als do miiuo
dut mij geduau bobben, dan zal je er geen mufeol
by hebben. Naar laat mo je prospectus nu eens
zien.
„Hyacintus, Limited". Hum! Dut klinktuogal
goed. „Deze maatschappij is opgericht tot het ver
krijgen van cod cessies voor liet exploileeron van
bluembollenveldeu in Zuid-Afrika".
De inleiding is van minder belang, po, maar
de Directeuren
Besturend-directeur, Sir Guillcm Huwksloigb.
Guillaumo, pa. Guillnumn, verbeterde Bob.
O, dat is 't zelfde, zei do oude man. Dut is je
aardige vriend, nietwaar? En waar is jou naam?
Hier onderaan, zei Bob, bem aanwijzend, Ito-
bert Peppercorn Esq-, Capsicum Lodge. Bent u daar
niet trobob op, pa?
O, ja; dat klinkt hooi aardig. Maar is 't nog-
ja; maar zal 't or ook uitkomen?
Ply zegt, dat de aandcolou binnen drie maan
den boven pari zullon s'.uan. O, do zaak ia zoo vei
lig als de Bank.
Dat zal veel horstellen van wat wij hebben
bedorven.
Op dat moment loeft er in ons zelfs geest
drift voor den verongelukte. Neon, waarlijk,
hij is eon beste, brave, nobele kerel. Wie
hem oen haar zou durven krenken, zal met
óns te maken hebbenEn wanneer wy den
armen kerel vun dienst kunnen zijnons
huis', onze beurs, ons hart staan wttgewyd
voor hem open.
Huichelen we, foppen wfj ons zeiven, wan
neer wy aldus sproken 7
In 't geheel niet.
Wij ondergaan slechts in sterke, in hevige
mate den invloed van de „eerste opwelling".
Het beste, zuiverste, waarste, kinderlykste
in ons laat zich dan gelden.
Daarna koelen wo af, «aan we «redenoeren",
gaan wo nou-ja's en alles-goed-on-wel's ver
zinnen.
Tien togen éon, dat wy, oen dag na de
gloeiende peroratie ten eere van don mis
kende, tot do conclusie komen, hoe 't toch,
achteraf boschouwd, voorzichtig is, nog eens
de kat uit don boom te kyken het prachtige
van 's mans karakter Inkt ons nu niet meer
zóo mooi, zóo treffend. Onze eigenliefde
blaast ons in, dat we bést mot goed fatsoen
een anderen kant kunnen bIJJven uitkijken
als do «verongelijkte" toevallig lungs komt.
Precies als de madame la vicomtusso op
den guren Decemberdag. Had ze, op don
boulevard, haar koetsje laten stilhouden toon
ze do arme vrouw zag staan bibberen, en
dadelijk een geldstuk voor don dag gehuald,
de stakkerd zou gered geweest zijn.
De opbrengst der gewone Rijksmiddelen,
waarvan maandelijks In de «Stuutseourant»
opgaaf wordt gedaan, heeft in November van
dit jaar f103 000 minder bedragen dan in
de zelfde maand van lüOi, maar was, vooral
wegens de gewone afbetalingen op de directe
belastingen, ruim 3>/j miltioen boven do
raming voor éen maand.
Gaat men de onderdeden na, dan vindt
men by do successierechten een bijzonder
lage ontvangst, f 307 000 minder dan in No
vember 1004 en t'51 000 minder dan de ra
ming gemiddeld over éen maand. De overige
middelen bobben dus to zamon rnira mil-
lioen meer opgeleverd,doch ook met verschil
len in meer en minder. Tegenover f108 000
meer uit de directe belastingen, f 70 000
meer uit de invoerrechten, f4000 meer uit
gouden en zilveren werken, f2000 meer uit
Hum! een Bank springt soms.
Nu, ik heb beloofd twee duizend aandeelen te
nomen, cu het dort van hul bezoek van den baronet
is, u over te Imloii een zelfde bedrag te nomen.
Tweeduizend aandeelen tegen oon pond der stuk
dut is nogal wel voor bloembollen, lió En dan,
bloembollen in Zuid-Afrika 1 Al» 't nu nog uien, of
zelfs knollen waron, kon ik or nog iels mode doen
maar bloembollen neon, duur moet ik né ts van
bobben.
Nu, pa, u moot 't zelf weton, maar wat u ook
beslist, ik verzoek u vooral voorkomend to zyu tegen
Sir Guiiluunio ou zyn doebtor.
Jo bedoelt dus, dat bij zyn dochter meebrengt?
Ja, Alice heeft boloofil hem to zullon verge
zellen.
Zit zo óok ul in die bloembollen-geschiedenis
Ze is een charmant meisje. Ik zou gaarne heb
ben, dal u in 't byzonder een goeden indruk op huar
muukt. Ik kan 't u ovon goed toevertrouwen, pa,
dat ik
Even goud haar gezelschap wonich te houden
als hnur vader
Pa, u moet do dingen niot zoo opnomou. Dunk
er uan, Alice is een dame. Ik bomin huur zeer vurig,
en dut zult u ook wel al» u zo maar oor»', eens ge
zien bobt. Zo is 't mooiste
Hml Mooi i* wat mooi doet, maar l'olly, dan?
l'olly zei Bob, onrustig op zjju stool hoon en
weer schuivend, nu, natuurlijk ik houd van Polly
ninsr zij i* bij nu als een zustor.
Maar ik denk, Bob, dat zo jou beschouwt als
iels moer dun een broer. Ik beb opgemerkt, dat jo
in den loatsten tijd voor haar niet meer do zelfde
bent vun vioogor, en ik heb tnyu hersens afgemar
teld om te weten waarom. Twist gehad, zei ikaltol
mijzelf muur ik heb me vergist. Nu is 't geheim er
uit. Jo hebt bevonden, dal ze niet goed genoog voor
j0 ia, maar ik uil jo zeggen, wat ze ia, Bob. Ze is
0011 meisje uit duizenden en ik wil niet, dat jo
baar 't hart broekt voor ul do knappe dames iu 't
land.
Maar hoor eens vader, u is wel wat onbillijk.
U hebt toch óok zolf gekozen toon u trouwde.
Hom I Nou ju. Heb jo al mot Polly gespro-
kon Hub jo haar dit engagement al medegedeeld
Wol o neon, nog niet, zei Bob, onrustig
ik heb uog goon gelegen beid gehad.
Wil u niet een van myn roosjes hebben,best
oompje? zei Polly, uit den tuin binnentredend.
Alsjeblieft, Polly, Spel zo mo allemaal maar
op, totdat ik or uitzie als eou Jauijo-in-'t-grocn, als
jo dat wilt.
Neen, u krijgt er maar óen, zei zo, do bloum
op znn borst spellend. Daar Is die niet mooi?
Niot half zoo mooi als jü, myn kind, nietbalf
zoo liof.
Oom, vloi nu niot, zoi zo lauhond. Hob'. goen
niouw»
Nu, Have, zei tiaar oom oonigszins aarzelend,
Bob hooft jo iets belangrijks te zoggeu.
Aan mij?
Do aap komt uit do mouw, mompelde de oude
man. We zullen spoedig zion, weikon kant hij op
springt.
Wat i« 't, Bob? vroog ze, niouwsgiorig haar
hand op zyn sahuudors leggende.
O, niets, tol hjj, de zuuk is deze, al pa bezoe
kers verwacht en iiy zal je do rost wel vertellen.
Eu goou acht slaande op den druovcn blik op
baar gelaat snelde h|j de kamer uit.
Drommels I sisto l'etor, de jonge deugniet beeft
't uan mij overgelaten om dat ïaakje Tu orde te
makon.
Wat scheelt Bob? vroeg Polly, op don ouden
hoor toctrodend, waarom is hjj toch zoo veranderd t
(Wordt vervolgd.)