Dinsdag 16
Januari
1906.
No. 7146.
55e Jaargang
Feuilleton.
„MESELLE,;
7->
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.
iranco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
K ENNI8GEVINGEN.
Herziening van de belastbare opbrengst
der gebonwde eigendommen.
Dc BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
Gezien art. 26 der Wot van 2 Mei 1897 (Staats
blad no. 124);
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dateene
algemeene opgaaf van den inhoud der kennisgevin
gen, bedoeld bij die wetsbepaling, omtrent de her
ziening van de belastbare opbrengst der gebouwde
eigendommen volgens art. 2 der Wet van 11 Januari
1904 (Staatsblad no. 5) in de Kadastrale gemeente
Amersfoort, onder bijvoeging van den kadastralcn
legger en do plans, op de Secretarie der Gemeen to
is nedergelegd ter kostelooze inzage van belangheb
benden gedurende twintig dagen na heden.
Amersfoort, 15 Januari 1906.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Op Vrijdag, den 19den Januari 1906 zal door de
Commissie voor het schattings-district Amersfoort,
of door een of meer harer leden, van des voormiddags
10 ure tot des middags 12 ure zitting worden gehouden
in het Stadshuis te Amersfoort tot het geven van
mondelinge inlichtingen aan lion, die zich daarvoor
aanmelden.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
Brengt, ter voldoening aan du aanschrijving, opge
nomen in het Provinciaal Blad, van Utrecht no. i
dezes jaars, ter konnis van belanghebbenden, dat ii
de Gemeente Baarn een geval van miltvuur is
voorgekomen.
Amersfoort, 15 Januari 1906,
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gelet op art. 264 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat het le suppletoir kohier der
Straatbelasting en liet 2e suppletoir kohier der In
komstenbelasting over het dienstjaar 1905, goedgo-
kourd door Qedeimteerdo Staten van Utrecht, in
afschrift gedurende vijf maanden op de
der Gemeente voor een ieder tor lezing liggen.
Amorsfoort, 15 Januari 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
sproken wegens feiten, begaan vóór 15October 1904.
4. Op verzoeken, sub 2 genoemd, is art. 36, tweede
lid, niet van toepassing voor zoover de verzoeker
op 15 April 1905 het bedrijf uitoefende in de lokaliteit,
waarvoor het verlof wordt gevraagd.
Het verlof wordt evenwel ingetrokken, indien die
lokaliteit op 1 Januari 1916 niet voldoet aan de
eischen, krachtens art. 35 gesteld, voor zoover die
eischen golden op het tijdstip, waarop het verlof
werd verleend.
5. Zij, op wier ingevolge artikel 65, tweede lid, der
Drankwet (Staatsblad 1904, No. 235) ingediend
verzoek om verlof vóór het in werking treden dezer
wet afwijzend is beschikt op grond van artikel 36,
eerste lid, 2o, kunnen een nieuw verzoek om verlof
indienen vóór 1 Maart 1906. Op dat verzoek wordt
vóór 1 Mei 1906 schriftelijk besohikt.
Zij, die hun verzoek om verlof voor de voortzetting
van den verkoop van alcoholhoudenden drank an
deren dan sterken drank, hebben ingediend vóór 15
April 1905, en op wier verzoek afwijzend is beschikt
op grond van artikel 36. tweede lid, kunnen een
nieuw verzoek indienen vóór 1 Maart 1906; op dat
verzoek is van toepassing het bepaalde in artikel 65,
laatste lid.
Op verzoeken, ingediend op grond van het eerste
en tweede lid van artikel 2 der Wet van 30 Decem
ber 1905 ia het bepaalde in artikel 12. eerste, tweede,
derde, vierde en vijfde lid niet van toepassing.
Amersfoort, 15 Januari 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De Vrouw en de Kinderwetten.
Wijziging Drankwet.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT
maken bekend, dat bij de Wet van 30 December
1905 (Staatsblad No. 361) artikel 65 der Drankwet
(Staatsblad No. 235, van 1904) is gewijzigd en ves
tigen naar aanleiding dier wijziging de aandacht
van belanghebbenden op het volgende
1. Verkoop van alcoholhoudenden drank., andereu
dan sterken drank en van alcoholvrijen drank in
eene lokaliteit, als bedoeld in art. 34, eerste lier der
Drankwet, kan zonder verlof geschieden tot 1 Au
gustus 1906.
2. Een verzoek om verlof voor de voortzetting van
dien verkoop na 31 Juli 1906 moet ingediend
worden vóór 1 Maart 1906. Vóór 1 Mei 1906 wordt
op het verzoek schriftelijk besohikt.
3. Op verzoeken, 9ub 2 genoemd is het bepaalde
in artikel 36, eerste lid, 2o, niet van toepassing voor
zoover de daar bedoelde veroordeelingen zijn uitge-
De tijdgeest vraagt steeds meer rechten
voor de vrouw. Als we nu de Kiuderwetten
eens nagaan, dan zien we, dat de vrouw
zich verheugen kan in grootere gelijkstelling
met den man.
Deze Kinderwetten komen natuurlijk ten
opzichte van de vrouw ook niet verder ver
andering brengen dan betrekkelijk ouderlijke
macht en voogdij. «Ouderlijke" raaebt heeft
de wetgever gezegd, in plaats van het een-
zijdige »vaderlijke" macht van vroeger.
Vroeger waren volgens art. 436 sub 3
alle vrouwen, behalve de moeder over haar
kinderen, uitgesloten van de voogdij. Vroeger
konden minderjarige kinderen voor het aan
gaan van een huwelijk volstaan met de toe
stemming van den vader, als maar bleek,
1 dat het aan de moeder gevraagd wasol
deze toestemde of niet, deed er niet toe, als
't maar gevraagd was.
Nu hebben volgens de nieuwe redactie
van art. 92 de kinderen, die een huwelijk
sluiten willen, toestemming hunner beide
ouders noodig. Indien éen der ouders toe-
I stemming gegeven heeft eu de andere van
de ouderlijke macht ontzet is, kan de Kan
tonrechter helpen.
Nu kan ook in gevallen, waarin de vader
uit zijn macht ontzet kan worden, de ouder
lijke macht aan de moeder worden opge
dragen.
Vroeger behield alleen de hertrouwende
„Arm, klein ding" had mademoiselle eens gezegd,
toen iemand eenige verwondering toonde over haar
voorliefde voor dit ziekelijke, bedorven en weinig
aantrekkelijke kind maar het goheim van Winifred's
gehechtheid aan „mesolie" bleef onopgelost.
Evelyn bracht de boodschap harer moedei op
eeningszins knorrigon toon over en voegde or aan
toe: „Ik vind het afschuwelijk, naar mevrouw Bare es
te gaan, want is zy alleen, dan verveelt het mij haar
scherpe stem te hooren, en zyn er andrre menschen,
dan is het al niet veel beter, wantz'y schijnen bang,
iets te zeggen of te laohen."
„Kom, dat hindert niet", antwoordde mademoiselle
pbilosophi8ch. „Wat doet het er toe of men zich by
mevrouw Barnes verveelt of ergens anders."
„Maar ik verveel my liever in het geheel niet."
„Zoo is de jeugd I Weet je wat een Fransch
schrijver heeft gezegd? Als men veertig is, dankt
men den hemel, wanneer men maar tamely k onge
lukkig is. Winifred, lievertje, kom mee naar myu
kamer en help „meselle" aankleedeu."
Zij vonden een volle kamer by mevrouw Barnes.
Het toeval, niet z\j zelve, had dit zoo gewild. Zij
zou de Merringtous gaarne heel alleen voor zich
hebben gebod en nu kwamen er bezoeken uit alle
oorden. Do beer Harold, van Stacey Court, van de
jacht terugkomendelady Durcombe en baar dochter;
mevrouw Masan, de vrouw van den hulpprediker te
Tidburyde Goldings, de nieuwe dominee van Bar
ton, van wien men nog niet veel wiet, behalve dat
hij in een zwarte toga had gepreekt. Mevrouw Bar
nes zou zich echter niet van haar goede voornemens
laten afbrengen. Zy vond een plaats naast zioh voor
mevrouw Merrington en installeerde mademoiselle
en Evelyn aan bet andere eind van de kamer. Na
vervolgons het gebeele gezelschap van thee en koek
jes te hebbeu voorzien en omdat zij er op kon re
kenen, dat mademoiselle door de gesprekken rond
haar werd afgeleid, nam zij mevrouw Merrington
onder handen.
„Ik kreeg vanochtend een brief van mijn vriendin
miss West. Zij was een paar jnar geleden tc Florence
en boorde daar beel wat omtrent uw tegenwoordige
gouvernante. Zij gaf toen onderwijs bij een familie
Payne, groote vrienden van miss West, en zeer kerk
gezinde meuscben. Het scbjjnt, dat mademoisello
Ixc bun kinderen maanden lang les had gegeven
in Fransch en muziek, mnar omstreeks den tijd dat
miss West daar kwam, hadden zy zich verplicht go
zien, haar tot hun groot leedwezeu op te zeggen."
„Wat zegt u
„Als gouvernante hadden zij niets op haar aan le
merken. Zy gaf goed le9 en de kinderen waren zeer
aan haar gehecht; maar het scheen, dat zy geen
godsdienstige beginselen had."
„Geen godsdienstige beginselen
„Hoegenaamd niet. Ik zei u al, dat buitelandsche
Protestanten die zelden hebbennuwr dit is een
van de sterkste staaltjes waarvau ik ooit heb gehoord.
Z(j ging met de Payne's noar do Eagelsche kerk,
vader het vruchtgenot van de goederen van
de kinderende moeder die hertrouwde,
verloor het. Thans behoudt de hertrouwende
vrouw het vruchtgenot. Vroeger mocht de
moeder zich verschoonen van de voogdij
over haar kinderen. Thans moet zij ze
a.nvaarden.
De vader kon vroeger bepalen, dat aan
zijn vrouw, zoo zij langstlevende was, een
bijzondere raadsman zou worden toegevoegd.
Die raadsman is verdwenen uit het wetboek.
Io den familieraad, die bijeengeroepen
wordt als er een voogd benoemd moet
worden, konden vroeger alleen mannen
plaats nemen. Nu mogen ook vrouwen
gehoord worden als lid van den familieraad.
Dit zijn eenige veranderingen, waarom
vele vrouwen wel niets zullen geven, maar
die toch door de strijdsters voor uitbreiding
van den invloed der vrouw wel geappre
cieerd zullen worden. N. D.
Het verlof van don Minister van
Waterstaat.
Freule Anna de Savornin Lohman schrijft
in »De Telegraaf
Men vraagt mij hoe ik denk over het
verlrek van minister Kraus naar Zuid-Ame-
rika. Eerlijk gezegd, snap ik er niets van,
maar dat zal wel daarin zitten, dat wij, hier
aan »De Telegraaf", in de politiek de onnoo-
zelbeid zelve zijn. Toen er voor 'n half jaar
een satanistisch v Ministerie aan 't bewind
kwam, schreeuwden de Christelijken moord
en brand. Nu een der negen satanskinderen
voor een maand of zes onschadelijk is ge
maakt, heffen ze lofliederen aan Neen, ze
schreeuwen weer moord en brand. Nu
komt er van de liberale wetgeving, die ze
zoo innig haten, heelemaal niets terecht I
Begrijpt u het?
De liberalen schreeuwen net zoo hard. Dat
is nog maller. Die weten drommels goed,
dat hoe minder hun Ministerie uitvoert, hoe
langer het leeft. Voor hen zou het dus zaak
zijn, als het heele Ministerie op een goeden
dag naar Patagonië vertrok. Eu bovendien
mr. Borgesius blijft toch immers
Wat is er dan te klagen
De bekende oud-Burgemeester Tj. van der
Zee schrijft aan het zelfde blad
Wat de dagbladen ons melden, dat een
Minister vao Waterstaat gedurende vijf
maanden een particulier baantje zal gaan
waarnemen, moet ieder Nederlander voor
de toekomst met de diepste zorg vervullen.
Men hekelt zoo dikwerf republikeinscke
landen, waar de leden der Regeering op
niet anders dan eigenbelang bedacht zijn
maar wie bad ooit kunnen denken, dat zulks
in een land met een regeerend Stamhuis
maar zij boorden bij toeval, dat zy eenige maanden
te voren, toou zij aan Roomsch Katholieke leerlingen
ouderwijs gaf, ben naar de mis vergezelde. Vóór
dien tijd ging zij zij met Protestantsch» dames naar
de Italiaansche Pi'otestantsche kerk.Zij ging waar
heen ha&r leerlingen plachten te gaan. zoolang zij
bij hen was en eens zelfs woonde zij een Vrijzinni-
genbid8toud by 1"
„Dat moet eeu vergissing zyu. Myn zuster is zóo
nauwgezet en mademoiselle schijnt iu elk opzicht
een onberispelijk persoon; zoo lief met de kinderen
en zoo gedienstig en onbaatzuchtig."
„Maar lieve mevrouw, wat heeft d
.enst te maken?"
Mevrouw Merrington zat sprakeloos, toen de deur
open ging en dominé Barnes binnentrad. Zijn komst
was een welkome afleiding voor het gehecle gezel
schap, want de eenige onderwerpen van gesprek in
dit sulle jaargetij, het weder en de slechte wegen en de
waarschijnlijke terugkomst van de Cosmo Foxes,
waren afgehandeld.
„Ik hoop, dat u zich amuseert," had Evelyn
ironisch mademoiselle toegefluisterd.
„Uitstekend, dank je."
„Vrooljjk vindt u niet?"
„Neeu, dat niet. Wanueer gy Engelscben u amu
seert, zijt ge nooit vroolijk. Ujj hebt een eigenaar
dige manier om alles te doen. Het is vermakelijk
om te zien."
Hetbinnenkomeu van den heer Barnesen debegroe-
tiugen, die volgden, gaven wat afleiding en het
kwijnende gesprek flikkerde op.
„Jo bent laat, beste man" zei mevrouw Barnes,
hom een kop thee brengende waar bij stond, bij
den heer Golding en mademoiselle.
mogelijk zou kunnen zijn. Of dat nu een
opdracht vari de Chileenshe regeering, dan
wel een contract met een particulier is,
blijft volmaakt het zelfde. Of de Minister
van Waterstaat gedurende de maanden vaa
zijn afwezigheid al dan niet tractement zal
genieten, doet ook niets tot de zaak af. Het
feit blijft bestaan, dat een Nederlandsch
Minister gedurende vijf maauden zonder
redenen van bestaan van zijn Departement
zal afwezig zijn, om te zijnen voordeele een
ander baantje te gaan waarnemen en dat
schreit ten hemel.
En is het waar, dat de Eerste Kamer der
Staten-Generaal een wenk heeft gekregen, om
met spoed te werken opdat deze Minister nog
de Waterstaatsbegrooting in die Kamer zou
kunnen afdoen, dan bewijst dat alleen, dat
deze Regeering alles durft te trotseeren.
Dien durf te verdedigen, zooals de «Nieuwe
Courant" deed, dat het eeu eer voor ons
land is, dat de Minister deze opdracht had
voorts, dat bij gedurende zijn afwezigheid
geen tractement zal genieten, en last not
least, dat Minister Veegens evengoed het
Departement van Waterstaat er bij kan
waarnemen, hij speelt een spel, dat voor de
toekomst groote gevaren voor ons laod op
levert. Want waar is in deze voor de toekomst
de grenswat kan hieruit geboren worden
waar blijft het beginsel; waar blijft de eerbied,
die ons land tot nu toe elk. Staats
burger, van welke richting op politiek of
godsdienstig gebied ook, voor Harer Majes-
teit's regeering koesterde
Wie waarborgt de Nederlandsche regeering,
dat een harer leden, die inmiddels lid dier
regeering blijft, en alzoo deel van haar uit
maakt, aan allerlei onaangenaamheden zal
blootstaan, die een beleediging voor dat
regeeringslid zijn, met hem voor voor Hater
Majesteit's regeering en voor Hare Majesteit
zelve
Niemand kan dat waarborgen, en juist om
de hooge positie, die de heer Kraus op het
oogenblik inneemt, zullen de pijlen, die op
hem evenals op ieder ander worden
afgeschoten, des te vergiftiger zijn.
Ik vraag mij af voortdurend en voort
durend hoe is het mogelijk, dat de raads
lieden van de Kroon vergunning daartoe aan
Hare Majesteit de Koningin hebben kunnen
adviseeren.
Waar gaat het heen in ons land Wij heb
ben bij de Begrootiogsdebatten in de Tweede
Kamer reeds moeten ervaren, dat een Minister
van Oorlog plaats heeft genomen in een
Ministerie, die er volgens eerlijke beginselen.'
naar den politieken strijd absoluut niet in
past.
Wij hebben moeten ervaren dat een nieuw-
Departement in het leven is geroepen, waar
„Ja ik ging even de kerk binnen, waar de kinde
ren aan bet zingen waren. Marris was beziy, hun
het nieuwe Benediclus ie leeren." Toen, zich tot
den heer Golding wendende, vervolgde hij„Ik weet
niet wat voor koor u te Barton gevonden hebt?"
„Ik weet er niemendal van", zei mr. Golding
kortaf.
De heer Barnes zetto groote oogen en mevrouw
keek den spreker streng aan. Op een ander oogen
blik zou zij zulk een gebeurtenis niet zonder beris
ping hebben laten posseeren, maar nu was zij geheel
vervuld van mademoiselle.
Er kwam leven in den kring, daar ieder wat van
zijn of baar koor te vertellen bad en nu oordeelde
mevrouw Barnes het oogenblik gunstig om het
onderzoek, waarop zij baar hart b..il gezet, in te
stellen. Zij kuchte even om haar mau een wenk
te geven en zei toen op dien gedwongen,onnatnur-
ly ken toon, waarop menschen allicht spreken wanneer
zij verlangeD dat hun opmerkingen heel spontaan
en zonder bedoeling klinken
„Ik boor, mademoiselle, dat u een groote musi
cienne is Hebt u veel gedaan aau koorzang
kerkkoor bedoel ik."
„Helaas neen, madame."
„Ik geloof, dat eenige onzer koren in net buiten
land tegenwoordig zeer goed zijn, in de Anglikaan-
scho kerk, wel te verstaan. Ik weet niet of u daartoe
behoort."
De laatste zinspee, hoewel gesteld als een verklaring,
was klaarbljjkelyk bedoeld als een vraag en mevrouw
Barnes verwachtte een antwoord.
(Wordt vervolgd.)