Dinsdag 20 Februari 1906. No. 7161. 55e Jaargang Feuilleton. „MESELLE". Stadsnieuws. FIRMA A. H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zateidagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. iranco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; eikeregel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewgsnumraers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9- Postbus 9. Telophoon 19. Het vraagstuk van de rechterhand In de practijk blijft de leer van „het mooie handje", zooals men bij kinderen gewend is de rechterhand te noemen, zich nog altijd handha ven. Men mag beweren, dat dit bij voorkeur gebruiken van éen onzer beide handen een eenzijdige ontwikkeling bevordert, die verkeerd isuien mag betoogen, dat het bij allerlei werkzaamheden een gemak en voordeel is, ze oven gemakkelijk met de linker- als met de rechterhand te kunnen verrichtenmen mag wgzen op den ongelukkigen toestand van iemand, die zijn rechterhand heeft verloren of erg ver minkt en die, doordat hij alleen met de rechter hand heeft leeren schrijven, teekenen, schilderen enz., zoo goed ula tot werkloosheid gedoemd is, toch gaat men bijna algemeen nog door, in de opvoeding de rechterhand veel meer te oefenen dan de linker. Het is dan ook maar niet zulk een kleinig heid als sommigen meenen, voor dit éénzijdige gebruik onzer handen, het tweezijdige in ae plaats te stellen. Het is nog altijd de vraag, of niet door de natuur, dat is tengevolge van de inrichting van ons lichaam, onze rechterhand als het ware is aangewezen voor vele werkzaam heden, er geschikter voor is dan de linker, en zoo ja, of dit dan oorspronkelijk, in aanleg reeds het geval is, dan wel dat het door oefe ning, in verband met erfelijkheid zoo is ge worden. Bij zeer jonge kinderen, dit heeft men vast gesteld, is er nog geen verschil in het gebruik van beide handen op te merken en het onderzoek leert, dat anatomisch dan ook geen sterker ontwikkeling der spieren en beenderen aan de rechterzij kan opgemerkt worden. Eerst bij kinderen van ongeveer 8 maanden heeft men waargenomen, dat de rechterhand meer gebruikt wordt d.„n de linker, en kinderen, die over het jaar, ongeveer 13 maanden oud zijn, kan men reeds geheel „reehtshandig" noemen. Oefening en erfelijkheid moeten hier een rol spelen. Bij dieren heeft men een verschil in ontwikkeling en in het gebruik van rechter- en linkerzijde niet kunnen constateeren. Bij men- schen uit zeer oude historische tijden en, naar men meent, zelfs bij den oerraenscli uit den voorbistorizchen tijd, valt een voorkeur van 't gebruik der rechterhand boven dat van de linker vast te stellen, vooral af te leiden uit de gedaante van de steenen gereedschappen, die van hen zijn overgebleven. Ook de ruwe afbeel dingen in ivoor gesneden of op steenen gegra veerd, leeren, dat in de oudste tijden al de meeste menschen „rechtsch" waren, ofschoon er toen evenals nu, by uitzondering enkele linksehen bestouden. ..Liel' kind", zeide mademoiselle, haar pen neer- eggend, „wat bon je bleek, wat zie je er vermoeid uit. Waarom ben je nog op? Je zult riek worden." „Mademoiselle, ik kom u wijzen boe u kunt ont vluchten", zei Evelyn, met groote moeite baar tranen bedwingend. „Parry haalt een ladder eu hij zal die hier b\j uw venster brengen. Die kunt u wel afgaan, niet waar, en dan uw weg vinden naar de Beeches, don zelfden, diou wij vanmiddag zijn gegaanParry zal aan het eind van de laan u opwachteu en meene men naar Carchester. Hij zal u buiten de stad uit het r\jtuig laten; u weel waar bet station is; daar gaat u heen en dan kuut u met een vroegen trein naar Londen gaan, eer de mensobeD aan het station nog iets gehoord hebben van van wat vanavond gebeurd ia." Dit alles werd zoo rad mogelijk gesproken. Evelyn zweeg, geheel builen aderu. „Eu de heer Lethbridge wil dat doen?"zei made moiselle bewonderd. „Ja, hij heeft het beloofd." „Wat heeft die jongen u lief!" „Maar, mademoiselle, om Godswil haast' u. Er is geen oogeublik tn verliezen. Iedereen is beneden druk bezig. Er is niemand, die aan ons denkt of ons kan zienmaar over een paar minu ten is dat heel anders." Evelyn luisterde aan de deur. Zij kon ia het an dere eind van bet huis gegons van stemmen, ge- druiach van gaauden en komenden, het riukinkeu van bellen, het open- en diohtgaan van deuren hooren, wat door ae tegenstelling de stilte en een- Een eigenaardig bewijs voor den ouderdom van het bij voorkeur gebruiken van de rechter hand, ligt in het reeds sinds vele eeuwen aan genomen symbool van vriendschap, dat bestaat in twee in elkaar gesloten rechterhanden. Een ander merkwaardig bewijs ziet Urimitt in vele talen van ouden oorsprong, waarin het zelfde woord voor „vijf' en voor „linksch" gebruikt wordt, evenals voor „tien" en voor „rechtsch" woorden van gelijken oorsprong zouden gebezigd worden. Dit moest dan veroorzaakt zijn doordat de oudste volken het tellen verrichtten door met de rechterhand achtereenvolgens de vingers van do linker aan te wijzen, terwijl men bij vijf gekomen do geheele hand aanvattedaarop begon men de vingers van de andere hand moe te tellen en bij tien had men dan de rechterhand in haar geheel te nemen. Hoe kwam men er toe de éenc hand meer dun de andere te gebruiken en dan bijna algemeen daarvoor de rechter te kiezen? Volgens velen moot de inrichting van ons lichaam dit veroorzaukt hebben. Meet men nauwkeurig de spieren van de rechterarm, dan vindt men die geregeld wat dikker en omvang rijker dan die van don linker. Het verschil is niet groot, doch het bestaat. Toch kan daaruit niet volgen, dat de menschen graag alles met de rechterhand doen omdat die sterker is; want men kan evengoed het omgekeerde volhouden, en beweren, dat die arm sterker is, omdat men hem zooveel meer gebruikt dan de linker en hij daardoor meer wordt geoefend, hierdoor er meer bloed heen gevoerd wordt en hij sterker groeit. Het feit, dat bij pasgeboren kinderen geen verschil in ontwikkeling van beide armen kan bemerkt worden, is hiermede wel in overeen stemming. De anatomische samenstelling van ons lichaam zal echter ook ongetwijfeld een rol spelen bij deze kwestie. Uiterlijk is de bouw van ons lichaam rechts en links zoo goed als gelijk, maar inwendig verschillen onze lichaamshelften zeer veel. In de buikholte ligt bjjv. links de maag met de milt en rechts de lever met de galblaas. In de borst is er nog grooter verschil. Links ligt het hart, omgeven door de liukerlong, die slechts uit twee kwabben bestaat, rechts daarentegen ligt in de borst alleen de rechter long; deze is grooter dan de linker en bestaat uit drie kwabben. H ermee staat in nauw verband een verschil in ligging en verloop der groote bloedvaten en daardoor eenig verschil in den toevoer van het bloed naar de linker- en de rechterhelft van de hersenen en van enkele andere organen, doch met zekerheid kan men toch niet zeggen, dat daarin de oorzaak van de rechtshandigheid der menschen ligt. By men schen die „linksch" ziju, is de ligging van maag, hart enz. niet anders dan bij de meerder heid, die reehtshandig is. Dat de oermensch er al spoedig toe kwam, ook indien beide armen even krachtig waren, zaambeid hier boveu nog grooter maakte. „Het. is op het oogenblik volkomen veilig", zeide zij by de tafel terugkomend. Mademoiselle verroerde zich niet. Zjj zat inet haar kin in haar hand, pein zend voor zich te kjjkeu. „Mademoiselle, waar zit u nu aan te deuken Hebt u mij niet begrepen? Parry gnat naar Carchester om de politie te halen. Weet u niet meer wat papa zei Ais zij u hier vindon, nemen zjj u mee naar de ge- vangoais en dan „Hangen zij mij op", zei mademoiselle den volzin voleindend, wat Evelyn niet kon. „Ik zie niet hoe ik kan onttcomen. Men zal mg zien, zoo niet bjj het verloten van bet huis of in het Pork, dan op do dogcart met de heer Lethbridge." Evelyn zag haar verbaasd aan, want deze bezwaren werden gemaakt op de manier van iemand, die een voorwendsel zoekt om zich aan een onaangenamen plicht te onttrekken. Eeu zucht geritsel was builen onder het raam hoorbaar. „Daar is de ladder", zei Evelyn. Mademoiselle bewoog zicb niet en een trok van wrevelig misnoegen overtoog haar gelaat. Evelyn vloog naar de kleerkast, nam eeu hoed en mantelhaastig die a..n mademoiselle Ise toereikend, zeide zij hartstochtelijk „Toe lieve mademoiselle, doe ze aan en g«. 1" Nu pakte inademoisolle de teere pols van het meisje vast. dat het baar pijn deed eo zag hnaraan mat letterlijk vlammend gezicht. „Waarom wil je, dat ik heenga?" riep zij. „Wolk recht heb je om mij hot leven op te dringen, liet levon van een gejaagd dier, een bloedend, aile mloos dier, met de bloedhonden altjd aan zijn hielen?" Zij slingorde Evelyn's hand van zich, sprong over eind en begon in de kamor op en neer te gaun met g-oote passen. „Ik kan het niet langer verduron. Mijn kraofcil is ten slotte maar die van oen vrouw. Die is uitgoj mt. Ik kan niet moer verdragen. Ik ben op het punt gekomen, dat moeheid pjjn, dat „trgd marteling is. O, heilige zaak heb ik niet genoeg voor u geleden vooral éen te gebruiken, is te begrijpen. Men stelle zich bijv. voor zijn verdediging tegen wilde dieren en zyn strijd tegen andere volks stammen. Vóór men nog knotsen en strijdbijlen huntcerde, wierp men met steenen. Wat in nu eenvoudiger, dan dat men op de eenen arm een v)orraad steenen meedroeg en met den anduren wierp? Later werd de bjjl of de knots natuur lijk in dio zelfde, reeds meer geoefende hand genomen. Dat mun daarvoor do rechter koos, wordt door dr. E. Wober die onlangs een boekje over de „Ursacheo uud Folgen der Reohtshiin- digkeit" schroef, waarvan dr. P. F. Abbink Spaiuk in het „Album der Natuur" van Fe bruari eeu overzicht geeft, op de volgende wyze verklaard: „Het voordeel om bg hel gevecht het strijd wapen mei de rechterband te voeren, volgde uit hut meer links gelegen zijn van hut hart. Wie dus toevallig don rochtorurm gebruikten, liepen in bet gevecht niet zoo gauw zulke gevaarlijke en doodelijke wonden op als degenen, die de linkerhand gebruikten en daardoor meer gevaar liepen voor verwondingen aan het hart. Dienten gevolge gingen tnuer linkshandigcu te gronde, vaak zelfs eer zij nakomelingschap hadden, waar door de rechtshandigen hun gewoonte om rechts te vechten meur aan hun nakomelingschap konden overerven. Het bleek bovendien van belang voor de linkshandigen, ook rechts te leeren vechten eu zoodoende word de rechtshandigheid ten slotte algemeen." Bovendien zijn er redenen genoeg voor de menschen om, hetzij dit dandc rechter-dan wel de linkerhand is. allen de zelfde hand voor vele werkzaamheden te bezigen. Bij het naast elkaar strijdvoeren, is het een gemak, dat allen het wapen in de zelfde hand voerenbg het in ge lid staan to maaien, is hut noodzakelijk ten elude elkaar niet te hinderen, dat allen het rechts of allen het links doen, en zelfs bij het vreedzaam aan tafel zitten te eten, zou het zeer ongemak kelijk zijn als du een dit met du reohtur-, de under het met de linkurhund deed. Dit laatste is echter alleen het geval als men nogal dicht op elkaar gedrongen aan tafel ge plaatst ia. Zit inen flink ver uit eikaar, dan hindert het niet, als de een den linker-, de ander den rechterarm gebruikt. Multatuli heeft dan ook al opgemerkt, dat de leer van „het mooie handje" haar oorsprong vindt in de enge ruimte, die wU iu onze woningen ter besohikking hebben. Het is, zooals hij het zoo nnrdig uitdrukt, een gevolg vuil onze bekrompenheid, hierbij doelende op bekrompenheid in dubbelen zin. Nu, 'tis zeker, dat wie rechter- en linkerhand voor allerlei werkzaamheden volkomen even goed kan gebrui ken, beter ontwikkeld is dan de rechtsebu of de linksche. Maar zulke handige menschen zjjn zeld zaam en dit zal nog wel vele jaren lang zoo blijven. (Bildtsche Crt.) Dr. Vitus Bruuwma. Broeders, ongelukkige, verdrukte broeders, beb ik niet voor u gesneden Ik beb niet mjjn bloed voor u verguien, maar mijn loven heb ik gegeven, mijn hariebloed druppel voor druppel. Er bleef niots over in mijn hartbet is als een steen. Het mede lijden is uitgedoofd. Lcat een ander mijn plaats iu nouieu. Ik vraag slechts om mijn loon ik heb het verdiend. Geef mij den doodlaat mij sterven, o laat mg sterven De laatste woorden werden uitgebracht als door een ondraaglijke pijn aan baar ontwrongen. Zij wierp zicb op duu grond en woonde luid, het vreescljjkn wecuen cener krachtige natuur, die tea laatste be- swfllti onder don smm hut. Evelyn, ziek en wee, waggelde naar een stoel bij den wand. Zij zat daar, baar hoofd moe achterover geleund, zonder dc minste poging in doen om die, op ditoogenblik zoo gevaarvolle uitbarsting te stuiten. „Wat doet het or :oe?" dacht zjj. „'t Is alles om 't even. Zou dit zijn do schaduw des doods?" En inderdaad stierf er iets iu Evelyn dien nacht, dut nooit meer zou op'eveu: het argelooze van ecu gelukkig kind, dut als een trouw beeld van het loven, haar eigen bevoorrechte en exceptioneele er varing beschouwt, liet gezicht van smart maakt ons beter of slechter, en ik bob dikwijls gedacht, dat do Evelyn, die ik sedert beb leeren liefhebbon en hoogschatten om oen m >1 ego voel dat grenzen van gelool noch natie kent, geboren is, toen zjj voor hol etrsi do aanwezigheid voelde van dat kruis, dut tcrwjjl hot éen on/.ur verplettert, ovor ons allen uon schaduw werpt in de grwoto broederschap der volken. Hot geweldig snikken hodaarde allengs en liet ee» akelige stilte na in het dauw verlichte vertrek. Een poos lag inademoisolle zóo onbeweeglijk stil, dat Evelyu droomeud zich afvroeg, of de dood tiaar wLosch had verhoord en vervuld. Maar weldra richtte zij -ich overeind, met moeite opslaande, als iemand die door ziekte of langdurige pyn is uitgeput, floe pend, wankelend ging zy de kamer door, dronk wat water eu bevoohiigdo daarmee gelaat en handen. Toeu zjj zich omkeerde, zag Evelyn een doodeljjk De Commissie van actie in zakt) verbete ring der salarissen van Hoofden van scholen in de Provincie Utrecht heeft pogingen aan gewend om op grond van art. 26 der Wet op het Lager onderwijs ie komen tot een zoodanige verhooging van tractementen, dat het Hoofd eerier school ten plattelande, wat salaris betrelt, niet uchter slaat by een on derwijzer in de groote plaatsen. De Raad v.ui Aministratie der II. IJ.S. M. heeft afwijzend beschikt op het verzoek der Kamer van Koophandel tebneek om invoering van Kilumeterboekjes, op grond, datdemaana- retour-kaarten der Maatschappij even goed koop zijn als de Kilometerboekjes dei S. S. en dut buitendien aan de invoering van ge noemde boekjes tal van administratieve be zwaren zijn verboudeu. Door den beer F. L. Laporte, opzichter by het seinwezen der N. C. S. te IJtrechr, is dezer dagen eeu spoorwegrywiel in gebruik genomen, dat uitmunt door de eenvoudigheid van samenstelling en de lichtheid, benevens het gemakkelijk van en op de rails brengen, vooral by het naderen van treinen. Als rywtol is door genoemden heer benut een gewone heeren-by cycle, waaraan de in richting bevestigd wordt, welke de fiets, met zyn gewone wielen en banden, op de spoor wegrail doet loopen, zonder dal aan het rij wiel zelve iets behuelt veranderd te worden. Wil men den spoorweg met zijn fiets op zeker punt verlaten en de liets dairna op den openbaren weg als gewoon ry wiel bezigen, dan heelt men niets anders te doen dan de drie beugels wuarmude de begcleidingsinricb- ting aan de fiets is bevestigd, los te maken, de zich dauruan bevindende holle stangen in elkaar te schuiven en deze aan zyn hels te bevestigen, juist als een hengelaar die per liets uit hengelen gaat. Do geheele inrichting weegt slechts zeer weinig en bestaat uit 3 stangen aan welker einde een klem wiel is bevestigd dat op de andere spoorstaaf dan waurup de liets loopt zich beweegt en voorzien is van een Hens, die het onmogelijk maakt uil tie rail te loopen. De stangen zyn verder bevestigd, éen aan de voorvork onder bot stuur, éen aan de voor vork onder de us van het voorste en éen aan het frame onder de as van liet achterwiel. Ujy' deze verbinding is het bijna niet block gelaat, maar geen ander spoor vau den storm die het m<>t boete tranen bad besproeid. 7.jj wierp zich aan Evelyn's voelen met een glim- laob. die gelijktijdig stralend was en weemoedig. „Vergeef mgik verstootte je, Ik sprak ruw tot je. Het was met ik, die sprak; bot was een denton dien ik hier binnen altijd draag", tg wees op baar borst, „eeu demon van zelfzucht ea lafhartigheid. Somtijds, wanneer mijn zenuwen tjju overspannen, zooals vannacht, breekt bjj los van den ketting, fol tert mij, overmeestert mij. Tjjdolyk ben ik in zijn macht: tijn gevloekte stem overtoont elke andere; maar het duurt .slechts een poos. Hot ware „ik" ie dan weer vrij. Ik deins dnn niet meer terug. Na do dood mij niet zoekt, mij zelfa verstoot, moet or n»g werk voor mHn zjjn. Ik gehoorzaam je, engelachtig kind; ik vat mjjn taak weer op." Bedaard, maar vlug nam zij haar papieren bijeen eu stak die bij zich; zij vond eeu boursje dat zij in haar zak liet glijden, zette haar hoed op, sloeg den mantel ont en deed toen het venster open. „Laat ik u helpen", zei Evelyn, toesnellend om haar behulpzaam te zgn. De nacht was regenachtig, zonder maan of s'erren, oen ondoordringbare duisternis. Zacht on vochtig sloeg de nachtwind haar in hot gela Ia verte, wat Evelyn een andere wereld leek, klonken stemmen en bot geraas van wielen op de keien voor den slal van meer nabij, alleen du wind streek door de laurierboomeu, met eeu langgerekten zucht. Mademoiselle ging vlug de ladder af. Toen haar hoofd ter hoogte was van bet kozijn, stond zij weer stil eu zag omhoog. „Adieu, adieu", (luisterde zij do kleine banden kussende, dio de ladder vasthielden Ken oogwenk viel het licht uit de kamer op baar oogst, «n teoder glimlachenden mond; toen w.« ze weg Nadat de trilling der voeten op do ladder ophield, w,« het Evelyn, alsof mademoiselle vervlogen woein di t groote zee van nachtelijk duister. (Slol volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1