Gemengd nieuws. Ingezonden. naar Harderwijken als chef te Huis ter Heijrle M. Buijtenhuis, thans te Zwolle. Aan den Raad dezer Gemeente is verzonden het volgende adres door de heeren W. C. Oos- ternmn, als Voorzitter, en F. Faber, als Secretaris: Ondergeteekenden, vertegenwoordigende de af- deeling Amersfoort van den „Bond van Ned. Onderwijzers (goedgekeurd bij Kon. besluit van 22 Maart 1890, No. 2S) hebben de eer U te verzoeken, te breken met het stelsel van ambu lante Hoofden en, te beginnen met de school le soort (jongens), het te benoemen Hoofd hetge- heele onderwijs in een vaste klasse op te dragen. Met de meeste hoogachting, hebben zij de eer te zijn, enz. De volgende Toelichting vergezeld dat adres: Waur de onderhavige kwestie reeds zoo menig maal in Pers, brochures en vergaderingen is be sproken, meenen wij te mogen veronderstellen, dat ze ook voor Uw geacht college niet geheel nieuw zal ziju. Bovendien nemen we beleefd de vrijheid, U te herinneren aan ons adres een tweetal jaren geleden gezonden, waarbij door ons gevoegd was de bekende brochure van den beer G. H. van Dalen, Hoofd eeuer school te Assen delft, getiteld „Het Hoofdschap". Wellicht zullen velen Uwer zich nog herinneren, hoe daarin door een Hoofd eener school een juiste critiek wordt geleverd op het ambulantisme. We wijzen hier nog eens nadrukkelijk op, te meer daar ook andere Hoofden op het standpunt van den heer Van Dalen staan, om te doen uitkomen, dat de strijd tegen het ambulantisme niet louter een is van klasse-onderwijzers, maar dat ook zelfs dragers van het Hoofdschap het verkeerde van dat stel sel inzien. Het zij ons vergund, iog even in 't kort na te gaan, welke rol het Hoofd der school thans vervult en welke plaats hij zou kunnen innemen. Het is buiten kijf, dut onder de huidige omstan digheden het Hoofd vrij kan big ven van bet geven van onderwijs. De uitzonderingen, die wel eens voorkomen, bewijzen niets anders, dan dat niet alle Hoofden zich kunnen schikken in den toestand in de school te zijn zonder ook maar eenig aandeel te nemen in de werkzaamheid van de school. We meenen dan ook dergelijke uitzonderingen buiten rekening te mogen laten bij de beoordeeling van het stelsel. Wanneer nu een Hoofd zich geheel onthoudt van het geven van ouderwijs, dan ligt het voor de hand, dat de schooltijd moet worden doorgebracht met andere werkzaamheden. Deze bepalen zich, zooals ook in Uw college zoo juist is uitgedrukt, tot administratie- en concierge-diensten. Gaarne willen we aannemen, dat de admini stratie, vooral bij een groote school, veel tijd in beslag neemt, ofschoon er op dit punt veel over dreven wordt. Waar toch de geheele administratie welke de Leerplichtwet oplegt aan een zeer ongunstig gelegen dubbele school met veel ver zuim te Amsterdam niet meer dan 3 uur per week vereischt, daar meenen we gerust te mogen conetateeren, dat de Hoofden, die zoo hoog op geven van hun administratie zich schuldig maken aan schromelijke overdrijving. Maar aangenomen, dat werkelijk veel tijd in beslag wordt genomen door administratiewerk, daar meenen wij toch er op te moeten wijzen, dat dit werk buiten schooltijd behoort te geschieden. Dat men dan niets onbillijks van het Hoofd eischt, ligt toch voor de hand, waar het Hoofd een zooveel hooger salaris geniet dan de klasse-onderwijzer, die trouwens ook geen gelegenheid krijgt, onder schooltijd zijn noodzakelijke bezigheden buiten het eigenlijkedesgeven, als correctie, voorbereiding e. a., te verrichten. Bovendien kan het nimmer in de bedoeling van den wetgever hebben gelegen, den schooltijd te bestemmen voor administratiewerk. Dit toch zou in het geheel niot strooken met de vrij booge eischen, die men aan de benoem baarheid tot Hoofd stelt en ook niet met de groote macht, die art. 21 het Hoofd geeft. In het dagelijksch leven toch zoekt men voor een dergelijk werk een klerk en geen chef. Nu dient een Hoofd ook nog andere werk zaamheden te verrichten, als: klaar staan voor bezoeken, het in ontvangst nemen van leer middelen, brandstollen, enz. enz. Tal van bezig heden liggen in'dit „enz." opgesloten, maar wij stellen Uw college te hoog, dan dat wij zouden meenen, dat voor dergelijke futiliteiten een stelsel moet in stand worden gehouden, dat voor de Gemeente kostbaar en voor de school niet dienst baar is. Wij meenen dan ook op dergelijke argu- menton niet behoeven te reageeren. Ieder verstandig mensch zal glimlachend de schouders ophaleD, wanneer een ambulantus met dergelijke argumenten zijn recht van bestaan wil verdedigen. Laten we voor een oogenblik de kwestie der verantwoordelijkheid rusten, dan meenen we in het bovenstaande voldoende te hebben aangegeven den werkkring van de meeste ambulante Hoofden Kr zijn evenwel nog wel andere argumenten, waarop men zich ter verdediging van het ambu lantisme beroept. Gaan we deze even na. Ten eerste. „LfetHoofd moet invallen bij ziekte". De ondervinding in Amersfoort leert, dat dit thans veelal niet gebeurt. We zwijgen van 1 of 2 dagen verzuim, maar zoodra het zich laat aanzien, dat de klasse-onderwijzer eenigen tijd niet ter school zal kunnen komen, wordt zijn plaats aanstonds ingenomen door een tijdelijke leerkracht. Welk een omvang deze plaatsver vanging soms aanneemt, kan blijken uit het feit, dat thans, begin Februari, niet minder dan 5 bezoldigde tijdelijke leerkrachten werkzaam zijn. Ten tweede. „Het Hoofd dient op de hoogte is zijn van het onderwijs in elke klasse". Een leek in ondorwijszaken kan dit oen zwaarwichtig argument vinden. Een onderwijzer, die weet wat het zeggen wil met kinderen op en neer te gaan, die dagelijks ondervindt de groote moeilijkheden, bij elk kind zoo verschillend; die zoo vaak ge waar wordt, dat het kind, dal hij zoo goed meende to kennen, toch cigenlyk zich geheel anders voor hem ontpoptdie, wanneer de tijd van overgang gekomen, zorgvuldig moet wikken en wegen, welke leerlingen het beef en met de meeste vrucht het onderwijs hebben gevolgd; de onderwijzer kan niet indenken hoe een Hoofd eener school, die zich zelf onthoudt van het geven van onder wijs Id de klasse, ook slechts een flauw idee kan hebben van den toestand dier klasse. Wanneer een Hoofd zich wendt tot den klasse-onderwijzer, wat in de practijk ook gebeurt, dan zal die hem een eenigszins juist beeld kunnen geven van de vorderingen en het karakter der leerlingen, die aan zijn zorgen waren toevertrouwd. Een Hoofd die dat niet doet, komt absoluut niet op de hoogte van het onderwijs in elke klasse. Ten derde: „Het Hoofd dient de steun en hulpe te zijn van den klasse-onderwijzer". Wij willen aannemen, dat elk Hoofd op een hoogte staat, die hem het 'recht geeft, zich den meerdere te noemen van zijn klasse-onderwijzers. Laat hy zijn een leidsman voor hen, die steun en hulpe behoeve, dan nog kunnen wij ons niet begrijpen, dat het Hoofd daarvoor ambulant moet zijn. Een onderwijzer, die steun behoeft, zal allicht zooveel zelfkennis bezitten, dat hij dien steun niet inroept voor de klasse, zoodat alle kinderen getuige zijn, dat hun onderwijzer geholpen moet worden. Hij zal, wanneer bij zich zwak gevoelt, hierover na schooltijd met het Hoofd willen spreken. In verband hiermee meenen we echter er op te moeten wijzen, dat het Hoofd zelf zijn leerkrachten kiest en dat dus bij voor keur die onderwijzers zullen komen, die hij be rekend acht voor hun taak. Voor Amersfoort kan dit alles nog zooveel minder gewicht in de schaal werpen, omdat wij hebben verplichte schoolvergaderingen. Een blik in de notulen dier vergaderingen kan U overtuigen, dat daar de plaats is, waar Hoofd eu personeel de belangen der school bespreken; dat daar het Hoofd zijn kennis opdoet van de vorderingen der leerlingen; dat daar getoetst wordt of de leerlingen die hoogte bereiken, die zij volgens het leerplan in de klasse, waarin zij zijn, moeten bereiken. Daar kan het Hoofd dus zien of de onderwijzers, zoo hem dat nog niet op andere wijze duidelijk was geworden, een juiste opvatting van hun taak hebben. Maar alles toegegeven, is het dan nog niet noodig, dut het Hoofd zich dagelijks in de klasse vertooi\t om na te gaan of de onderwijzer wel werkt, of de leerlingen wel goede vorderingen maken, of orde en tucht niets te wenschen over laten, kortom iB het dan nog niet noodig, dat het Hoofd controleert? Neen, beslist neen, ant woorden wij hierop. Dat is niet alleen niet noodig, maar werkt bovendien storend op den arbeid van den klasse-onderwijzer. Wij vreezen de controle volstrekt niet, maar verwerpen een controle, die absoluut niet de minste waarborgen biedt, maar slechts bestaat in een kort gadeslaan van onderwijzers en leer lingen. Bovendien zal de onderwijzer geen hoog idee krijgen van de werkzaamheid van het Hoofd, wanneer hij dagelijks hem in de verschillende klassen niets ziet doen dan kijken en wij kunnen ons indenken, dat zooiets niet zal aansporen tot jrootere werkzaamheid, maar wel tot verslapping. iVy meenen dit te moeten releveeren, omdat het een theoretisch argument is voor het ambulan tisme. De heeren Hoofden passen het echter in 1 de practijk bijna nooit toe omdat zij zelf wel weten, dat er elke innerlijke waarde aan ont breekt. Ten slotte nog een enkel woord over de ver antwoordelijkheid. Wij erkennen gaarne, dat het Hoofd hierin een taak heeft, die niet met hem door de klasse-onderwyzcrs in gelijke mate wordt gedeeld. Maar men vergisse zich toch niet door te meenen, dat die verantwoordelijkheid iets met bel onderwijzersschap heeft te maken. Verantwoordelijk voor het onderwijs zijn alleen zij, die onderwijs geven, maar het ambulante Hoofd beeft een andere verantwoordelijkheid te dragen. Waar hij als Hoofd eener school is benoemd, rust op hem de taak, voor de autori teiten de persoon te zijn, die belast is met het beheer van schoolgebouw, schoolmeubelen en leermiddelen. We hebben niet gewezen op dorpsscholen, kostscholen, vele bijzondere scholen, waar het Hoofd niet ambulant isook niet op die plaatBen als Alkmaar, Middelburg, e.a. waar men ingezien heeft, dat het schade voor het onderwijs is, de beste leerkracht aan het lesgeven te onttrekken. Ook het financieele voordeel vooi de Gemeente laten we buiten beschouwing. De uitwerking moet ten slotte berusten bij Uw College, dat dan ook wel het aanstellen van reserve-onderwijzers, niet uit het oog zal verliezen. En waar nu reeds meermalen door U is blijk gegeven van Uw groote belangstelling in goed onderwijs, daar vragen wij U met te meer vrijmoedigheid: geef ook het Hoofd der school een klasse, opdat hij gelegen heid krijge, zijn talenten dienstbaar te maken aan de opvoeding der jeugd. De gelegenheid is weer opengesteld tot inschrijven van leerlingen voor het Herha- lirigsonderwijs voor meisjes. Leest de advertentie in dit nummer, dames; wijst er uw dagmeisjes op en spoort ze aan, dit voor hen nog zoo hoog noodige onderwys te volgen. In dit jaar zijn opengesteld 16 plaatsen als adelborst 3e klasse en 16 als adelborst 2e klasse bij de Koninklijke Marine. Voor 1907 worden alleen opengesteld plaatsen als adelborst 2e klasse. Bijzonderheden in «Staatscourant" no. 43. Luitenant P. D. van Essen, van het le regiment veld-artilerie, zal eerlang hit voor do officieren hehoorende tot de 4e divisie infanterie een voordracht houden over het nieuwe snclvuurgeschut. Door verschillende Besturen van vereeni- gingen van militairen en oud-militairen is aan de Ministers van Marino, Oorlog on Koloniën hot verzoek gedaan, te mogen weten of op de lot stand koming van een pensioenfonds voor weduwen en weozen van onderofficieren eri minderen alsnog mag worden gerekend. Als antwoord daarop werd namens bun Excellenties medegedeeld, dat om verschil lende redenen op dit oogenblik daaromtrent nog geenerlei bepaalde toezegging kan worden gedaan. Het Bestuur van de Vrijzinnige propaganda- club heeft collectief ontslag genomen. De vergadering van «Ons Belang", welke gisteravond zou worden gehouden en waarin overste jbr. Graatland als spreker zou optreden, heeft geen voortgang gehad. 't Was niet zeer beleefd en 't is niet bepaald in het belang van «Ons Belang", dal het Bestuur de belangstellenden deed komen voor een toe-deur, te meer, daar de zaal reeds Dinsdag werd afgezegd en er dus tijd te over was geweest om beriont te zenden. De vereeniging «Pluralia" houdt Dinsdag en Woensdagmiddag zitting tot het uitreiken van stekjes. De tentoonstelling der daaruit gekweekte planten en bloemen wordt waarschijnlijk ge houden op Koninginnedag. We vestigen de aandacht op de tentoon stelling van de portefeuile-Van Essen, Zater dag en Zondag in „Amicitia" te houden. Een pracht-collectie, waarvoor «Kunstbe schouwingen" grooten dank verdient, dat ze die ook te Amersfoort doet bezichtigen. Mejuffrouw mr. C. C. van Dorp, de bekende advocate uit 's Gravenhage, zal hier in het begin der volgende maand voor de kantonale afdeeling der «Vereeniging tot opvoeding in het huisgezin van halfverweesde-, verwaar loosde- en verlaten kinderen" een lezing geven over de Kinderwetten. Door de Directie van het «Brongebouw" te Haarlem is eeu Nationale wedstrijd voor gemengdeen mannenkwartetten'uitgeschreven die op Zondag 27 Mei a.s. zal plaats vinden. Voor dit concours zijn acht pryzeu, samen 32 medailles, beschikbaar gesteld. Aangifte tot deelneming moet geschieden vóór 1 April 1906 aan het „Brongebouw", te Haarlem, waar men tevens nadere inlich tingen kan bekomen. Waar Amersfoort thans zóo veleZangver- eenigingen heeft, zullen er zeker wel zangers ook van hier naar de hoofdstad van Noord- Holland gaan.. De voorwaarden liggen óok ter lezing te onzen bureele. By de teu overstaan van notaris Johs. Knoppers gehouden verkooping werd perceel 1 Winkelhuis, Lungestraat 102, ingezet op f2900 en opgehouden f2920; perceel 2 Woon huis, Weverssirigel 36, ingezet op f1000 eo gekocht door S. Kraan voor f1020; perceel 3 vijf woningen met erf, Liendertscbeweg 4 tot 12, ingezet op f5050 en gekocht doorG. Laseur, te Hoogland, voor f5100. Het geval van den brandenden boer op do Langestraat heeft zich Dinsdagavond op den Zuidsing&l herhaald, waar ditmaal eenstadsche door zijn pijp in brand geraakte, tot twee maal toe zelfs. Ook nu bleef de schade be perkt tot de jas en liep de rooklustige zelf geen brandwonden op. Acht u te groot om door elke kleinigheid d beleedigd te toonendat getuigt van veel hoogmoed en weinig verstand. Voor allen, die met de tram rijden: Gij zult, wanneer ge wilt instappen, niet den weg versperren aan hen, die uitstappen. Gij zult, wanneer ge wilt uitstappen, nieivyf minuten vóór do tram stopt aau don uitgang gaan staan gelijk een schildwacht. Gij zult u niet vermaken met den conducteur een bankje van zestig te willen doen wisselen. Gij zult uw tramkaartje niet verbergen gelijk een schat, waarnaar ge minutenlang moet graven eer ge 't vindt. Gij zult by 't instappen van u begeleidende individuen geen afscheid nemen als gingt gij naar Amerika. Gij zult u vóór 't instappen f jndig overtui gen van do richting die uw wagen neemt, maar geen voorlezing van den conduoteur daarover verlangen. Gij zult u jegens den wagen voerder niet uit sloven met 't vertellen van komiekigheden. De man heeft aan andere dingen te denken. Gij zult uw natte parapluie niet aanleunen tegen de knieën van uw medepassagiers. Gij zult, wanneer iemand een plaatsje verlangt, dat door wat aamenschuiven kan verkregen wor den, niet als vastgeroest op r.w plaats blijven zitten en suffen. Gij zult, niet alleen voor jonge, mooie deerntjes plaats maken, als 't noodig is, maur ook voor oudere dames. Gij zult' man zijnde, mooie vrouwen niet aan gapen, als wildet gij ze van liefde opeten. Gij zult, vrouw zijnde, niet 't toilet van uw buurdame bestudeeren, als ware zij een prijsbig of 'n natuurwonder. Gij zult geen kaas of bokking of sprot in den wagon meevoeren. Gij zult eerbied hebben voor de bee:i9n van uw medeschepselen. Gij zult tegen lieden op de andere ban', niet hardop zeuren over de tandje» van uwSosefïen, de luiertjes van Sarles en de kromme beentjes van Sanette. Gy tuit niet spuwen, rt «U»'" f"""- gy juli ni('■p°"e^Sr.ejirenald»mft Eigmaarf'gf,™1-b,0'„ elijk ontbonden de „Dev. »ild« 'i? wegens h?welilk «W»« '™1 "ie men een ,*0r sijn kinder» OP de vrouw, d.o d« «Jg »00b|ekOTi dt, rich heeft gelvjmon. OooB nu^ het de rechtsgeleerd»h,iding j, uitgesproken, vonnis waarbij de ft.n jn de regi8ters van binnen deu wettigen inschrijven. De den Burgelijken «oe vervallen en kracht van dat vonnis JfJ'8" te)?en de eebt- zclfs kan geen dwi|ijge verlating worden genoote wegens kwaacnvii"^ inge9t!!d' -^TT De Ginnekensche Goedkoop tram-tanef. u üyor im een Tramweg Maatschappij jftren „9_ dividend uit van 6 percent. wccst, waarin 9 en 10 perct den maar de eerste je»n ™°°,e,Tn uur een, „'tegenwoordig slechts 5 cent. Het gebeurt dikwijl». tUt kinderen «njrMl volwassenen bij ongeluk het een o:Tand slikken, dat de maag of de kunnen beschadigen, zooals een hard, mew achtig lichaam, met uitstekende punten.Gewoon lijk verlaten zulke voorwerpen het w weder langs den natuurlyken weg. maar j persoon in kwestie en zyn omgevmg maten sion licht ongerust, dat de spijsverteringsorganen zouden kunnen worden gekwetst. Een Engelsch dokter werd onlangs eens Dn een kind geroepen, dat een gouden broche had ingeslikt. Hij liet daarop dc kleine een hoeveel heid watteii inslikken, gedeeltelijk in melk g weekt, gedeeltelijk bedekt met confituren. Lenige uren later liet hij het patiëntje wat wonderolie innemen, en de broche kwam te voorschijn. was geheel door de watteu omringd on veroor zaakte niet de minste verwonding. Een ander dokter in Ierland was op het zelfde denkbeeld gekomen voor een kind, dat een koperen knoop had ingeslikt. Het schijnt, dat de watten door het ingeslikte lichaam worden aan getrokken, Men heeft ook den raad gegeven, zich m een dergelijk geval van broodkruimels te bedienen, maar deze worden door het maagsap opgelost en zijn du3 voor dit doel minder geschikt. Het opnemen van Iugezondeu stukken bewijst niet, dut de Redactie steeds onvoorwaardelijk instemt met hun inhoud. Koptf van Ingezonden stukken, al dan niot geplaatst wordt nimmor teruggeven. llicreu-iiii.shandcling. Caprice, de begaafde medewerkster van het weekblad ,De Amsterdammer" verhaalt liet volgende Dezer dagen werd ik door een abonnee van de «Groene" verzocht, om nog eens aan vrouwen in herinnering te brengen, de monsclionteereiide wijze, waarop trekdieren in Italië worden afgebeuld. Gaarne voldoe ik aan dit verzoek, hoewel myn stem zal zijn, vrees ik, uls «die eens roependen inde woestijn". Mijne zegsvrouw (die onmiddellijk lid is geworden van de Internationale Ver eeniging tot bescherming van dieren), die veel genoot van natuur en kunstwerken in het heerlijke Italië, wil er niet moor heen reizen, omdat haar genot in hooge mate in Napels en Rome werd vergald door het weerzinwekkend afbeulen van kreupele paarden, aan borst en flanken bloedende ezels, en totaal verwaarloosde honden. Iudiun vreemdelingen konden besluiton een deel van ltalië's en Spanje's want daar is het afbeulen, mishandelen en niet- verzorgen der dieren even erg welvaart te fnuiken, door die landon niet meer te bezoeken, wegens de grenzelooze onbarm hartigheid der bevolking tegenover trekdieren, jadan zou men iets bereiken ten behoeve der gemartelde dieren. In Sorrento zag myno verontwaardigde reizigster zeer jonge kinderen, die als Zon- dagsvermaak vogeltjes vingen, de diertjes wurgden en hun mooie vlerkjes en veertjes uittrokken met onbewogen geziclietn, alsof zij draden trokken uit een kluw garen. Engelschen hebben in Italië reeds vee! gedaan, om dieren zooveel mogelijk te be schermen tegen de wreedheid van den mensch het sieraad der schepping Er is echter nog niet voldoende geprotes teerd. Luider en algemeen moet de ver ontwaardiging opklinken. Wjj moderne vrouwen, ontwassen aan het verouderd be grip, ljjdelyk neer t,e zitten bij misstanden en onbillijkheden, wy, die gaarne mee red deren en ordenen, die niets liever verlangen dan eene beweegkracht te zijn, hoe beschei den ook, in het gecompliceerde raderwerk der mensclien-maatschappy, wy vrouwen moeten deernis hebben met dieren. Hun wel en wee mag ons niet onverschillig zijn. Wij zijn verplicht, ieder in eigen kring dierenliefde te kweeken. Bonden tot be scherming van dieren, ook vogels, behooren wy te steunen. En dat kunnen wij allen Zoo heel gemakkelijk is het om jaarlijks

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 2