Dinsdag 13
Maart 1906.
No. 7170.
55e jaargang
Feuilleton.
Leemen voeten.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en ZaterdagmiddagAbonnement per 3 maanden fi.
u-anco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
ol'licieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regèl 15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRAGHT9
'ostbus 9. Telephoon 19.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meen to AMERSFOORT,
brengen ter ulgcmeeue kennnis, dat bij bun besluit
vat» heden, ingevolge art. 8 der HINDERWET, aan
J. KAMSTEEG, wonende alhier, vegunuing is ver-
leeud tot de opricbiug vau een Smederij aan de
Breedestraat wijk F. No. 35, kadastraal bekend
Gemeente Amersfoort sectie E. No. 33/4.
Amersfoort, 10 Maart J90Ö.
Burgemeester en Wetboudors voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. GTENFERT KROESE.
De voorstellen van Burgemeester eu
Wethondei's betreffende de pension nee-
ring van leeraren bij het Hooger- en
Middelbaar onderwijs, en do daarover
gewisselde stukken.
By de Wet van 6 Juni 1905 is bepaald, dat
o. a. de leeraren aan de Gemeentelijke Gymnasia
en Hoogere Burgerscholen voor de toepassing der
bepalingen omtrent pensioen als burgerlijke amb
tenaren kunnen aangemerkt worden en tot het
bekomen van Rijks-pensioen de helft hunner
jaarwedde binnen vier jaren moeten storten in
's Rijks kas. Zij kunnen dus overgaan van het
Gemeentelijk- naar het Rijks-pensioen, doch
moeten dan gedurende vier jaren 12'/» pCt. van
hun jaarwedde missen en moeten vóór 1 April
aanstaande beslissen. Gaan zij over tot het Rijks-
pensioen dan verzekeren zij ook pensioen aan
hun weduwe en weezen een pensioen voor deze
laatsten geoft de Gemeente niet en de leeraren
hebben voor hun persoonlijk pensioen 4 pCt.,
2 pCt. of niets te betalen, naarmate van de ge
vallen, in do Gemeentelijke verordening voorzien
(afhankelijk van den leeftijd).
Hoe ongaarne ook raootcn we de over deze
belaugrijke zaak gewisselde stukken samenvatten
zij beslaan, behalve de overzicht3-3taten, bijna
26 pagina's druks en zouden dus menig nummer
van deze courant vullen.
Voor de eerste maal kwam het verzoek der
leeraren, van 22 September 1905, in behandeling
in de Raadsvergadering van 28 December 1905.
De leeraren verzochten, dat de Gemeente hun
premie voor het Rijks-pensioen gedurende vier
jaren zou voorschieten, terwijl zij dan dat voor
schot zouden terugbetalen in juarlijkschc ter
mijnen tot zij hun 65ste jaar zouden hebben
bereikt.
B. en W. stelden 14 December 1905 voor, dat
de Gemeente gedurende 4 jaar voor zeven hunner,
wier pensioen invalt tusschcn 1913 en 1922, per
jaar zou betalen f 823.32s en voor negen, wier
pensioen intreedt tusschen 1926 on 1943, per
jaar 552.021; totaal dus in 4 jaar f6401.40. Drie
leeraren wenschen, als gepensionneerd Rijks
ambtenaar, niet over te gaar naar het Rijks-
lensioenóen is niet in het Gemeente-pensioen
„onds een andere was bij de invoering van het
Gemeente-pensioen reeds 55 jaar en kon daarin
8.)
Het scheen Ester's voogd toe, dat de liefde van
dit meisje eenmaal oen groot kleinood zou zijn,
een zogen voor een sterk hart, maar een laat voor
een zwak, zelfzuohtig karakter.
Hij sprak haar dieu dag nog een oogenblik alleen.
De grootmoeder bad haar een kostbaar cadeau gege-
von, de schrijftafel van haar vader, en in een der
vakken, goed gerangschikt en met lintjes omwonden,
do brieven, die haar ouders in de drie maanden
hunner verloving aan elkaar gescbreveu hadden. De
oude vrouw had ze nooit gelezen, hoe vaak ze ook
heden nog in de aan haar gerichte brieven bladerde,
die in jaargangen geschikt waren. Was het uit ijver
zucht of teergevoeligheid? Nu gat zij ze aan haar
kleindochter en E?ter«ei tot Weller, toen ze met hem
iu den verwilderden tuin op een bemoste steenen
bank onder een struik goudenregen zat
„Zal ik zo al lezen, wat dunkt jou, Henk Ik ben
dadelijk met den eersten begonnen. MAar Een
gloeiend rood bedekte haar gezicht. Sedert haar ge
sprek van den vorigen dag had zy zicQ haar vader
zoo na gevoeldhg had haar voor oogon gestaan met
*ijn opbruisende jeugd, met de muls scheef op 't
hoofd. Nu hadden de eerste, baar zoo vreemde
woorden haar verschrikt en hem weer van haar ver
wgderd.
«Hoe oud ben je, Ester
«Zestien."
«Wil je naar je voogd luisteren
dus niet worden opgenomen. Voor deze laatsten
stelden B. en W. andere voorzieningen voor.
Bij de vergadering van 28 December werd
ingebracht een nader adres der belanghebbende
leeraren, ten gevolge waarvan het voorstel van
B. en W. van 14 December werd gerenvoyeerd
naar de afdeelingen. Dat voorstel werd in die
vergadering aangeduid als „een mooi stuk werk".
Dat adres, van 27 December, was van dezen
inhoud
„Ondergeteekenden, vernomen hebbende, dat
Burgemeester en Wethouders op het adre3 van
leeraren, inzake hun pensioen, in anderen geest
adviseeren dan door adressunten is voorgesteld,
geven U eerbiedig in overweging, het verzoek
der leeraren in te willigen, zooals het is gedaan,
waardoor de Gemeente zekerheid heeft dat alle
adressanten de Gemeente-regeling zullen verlaten,
of wel, de behandeling van het bedoelde rekest
te willen uitstellen tot een volgende vergadering,
opdat de publieke opinie of eventueel de leeraren
zich kunnen uitspreken over het voorstel van
B. en W., hetgeen niet overbodig mug geacht
wordeu, daar ondergeteekenden, reeds bij opper
vlakkige beschouwing, onbillijkheden en weer
legbare opvattingen in dat voorstel hebben ge
vonden, terwijl de aanneming ervan niet alle
leeraren zal doen besluiten, de Gemeenteregeling
te verlaten".
Een zeer uitgebreide Memorie van toelichting,
met twee bijlagen, volgde dat adres. Het oedrag
der tegemoetkoming over 4 jaren „gelijdelijk" te
verdeelen, zooals dat uit het subsidiair verzoek
der leeraren zou voortvloeien, wordt door hen
in Bijlage 2 gesteld op f 14 568.90, of per jaar
f3642.23.-
De conclusie dier Memorie is:
„Adressanten blijven, op grond van de boven
staande toelichtingen van meening, dat in don
geest van hun adres van 22 September 1905
een billijker regeling der tegemoetkoming tot
stand te brengen is, dan op de wijze voorgesteld
door B. en W.
„Waar hun adres tweeërlei beoogt
1. het voorschieten der premiën door de
Gemeente,
2. het verleenen van een tegemoetkoming,
on waar het eerste punt op groote administrative
bezwaren schijnt te stuiten, hebben adressanten
gemeend in hun rekest van 22 September 1905
een wijziging te moeten uanbrengen, waarbij
het eerste genoemde punt (nl. hel voorschieten
der premiën) vervalt en waarbij de tegemoet
koming alleen behouden blijft, maar thans in
gekapitaliseerden vorm.
„In Bijlage II van dit adres hebben zij de
eer U de volgens hun systeem berekende tege
moetkomingen mede te deelen, zoodat het thans
gevraagde volmaakt overeenstemt met het door
de Rotterdamsche Raadsleden voorgestelde.
„Mocht hun oorspronkelijk verzoek door den
Raad niet voor inwilliging vatbaar worden geacht,
dan zouden zij subsidiair gaarne hun voorstel
tot uitkeering van de gekapitaliseerde tegemoet
koming U in ernstige overweging willen geven.
Dit zou van de Gemeentekas in vier jaar tijds
Zy knikte ernstig. Als zg „ja" zei, was het een eed.
„Wacht nog twee jaar. De brieven behooren je nu
tóch toe. Niemand kan ze je meer ontnemen."
Hij wiBt, dat zij geen nieuwsgierigheid kende, om
dat haar nooit iets verboden was eo hij verheugde
zich, dat lig haar nog een tijdje voor de keunis er
van bewaard.
Weller was al schriftelijk betrokken in de beraads
lagingen over haar blgf in Engeland. Toen alles reeds
beslist was, kwam bij voor een moudelinge bespre
king naar Peterawalde, waar hg sedert de bevesti
ging van zijn pupil niet meer geweest was. Het was
nog Februari. Do vorst was eerst na Keiatmis inge
vallen en by werd met de slee van het station ge
haald, maar de deken vau vossenvel was lekker
warm en als altyd overviel hem een gevoel, zooals
de vreugde, die men ondervindt, als mou weer in't
vadorland terugkeert, toeu hg het heerenhuis nader
de, waarvan het hooge paunendak een last van
sneeuw droeg. Ester kwam juist vnu het meer in
het bosch, waar zg schaatsen gereden had. De pels
muts zat haar scneef op hot hoofd, zo had een
frisscho kleur eu toeu ze Weller de band gaf eon
meer teedere begroeting liet zo zich al lang niet
meer welgevallen - en hem vriendelijk iiaiizag,be
greep hij plotseling niet, hoe hg in zjjn hard loven
den zonneschijn, die van haar uitging, twee jaar
lang had kunnen ontberen.
„Nu, Ester, ga je graag naar den overkant?"
«Och", zei ze lachend, „by jou ia die vraag uot
zoo'n formaliteit als bij grootma. Je denkt daarbij
aan mijn lange kloeren. Jullie hebt besloten en dus
zal het wel goed zijn."
Er was ook werkelijk niets tegen te zeggen. Me
vrouw Birch woonde to Windsor, waar haar man
procureur was. Juffrouw Frankol kende de familie
omstandigheden precies^lhoewel zij de iongate dooh i er
de vriendin voor Ester, niet meer had opgevoed. Zy
f 14 568.90 eischen of per jaar f3642.23 Het
meerdere boven het voorstel van B. en W. zou,
zooals U uit de vergelijking kan blijken, ten
goede komen aan de oudere leeraren, waarvoor
niet alleen de billijkheid, maar ook het Gemeente
belang pleit, omdat ook bij aanneming van het
aldus gewijzigde verzoek der leeraren, dtzen
zonder aarzeling de gemeentelijke regeling
allen zouden verlaten.
De conclusie van het zeer omstandig rapport
van B. en W. op die Memorie, van 6 Februari,
luidt
„Op grond van het bovenstaande zijn wij van
oordeel, dat hot verzoek der leeraren niet voor
inwilliging vatbaar is en volharden wij bij ons
voorstel dd. 14 December 1905, in den hieronder
aangegeven zin gewijzigd.
„Artikel 2 van het concept-besluit tot wijziging
der Pensioenverordening wordt gelezen
„Het bepaalde in artikel 13 der Pensioenver
ordening zal geacht worden geen invloed gehad
te hebben op- en het bepaalde in artikel 1 dezer
verordening heeft geen invloed op de rechten
en verplichtingen van die leeraren van het
Gymnasium en de Hoogere Burgerschool, die op
1 Januari 1906 in dienst der Gemeente geweest
zijn, een verklaring gezonden hebben aan het
Departement van Binnenlandsche Zaken als
bedoeld in artikel 6 der Wet van den 5 Juni
1905 en de stortingen van 1 Januari tot 1 April
1906 over hun tractement, berekend naar de
artikelen 9 en 14 der Pensioenverordening, vóór
1 Mei voldaan hebben."
Het rapport der le afdeeling, van 21 Februari,
luidt
De Voorzitter brengt ter tafel een schrijven
van den leeraar Thiel, houdende mededeeling,
dat het contract met „Eigen Hulp" niet tot
stand is gekomen, waardoor vervallen is de
grond, waarop Burgemeester en Wethouders het
tweede deel van hun voorstel intrekken.
Een lid deelt mede, op verzoek der leeraren
een conferentie met eenigen hunner te hebben
gehad, in welke conferentie het standpunt van
beide partijen is besproken.
Naar zijn raeening is het pnnt van uitgang in
deze kwestie het artikel der Pensioenverordening,
dat zegt, dat zoodra ambtenaren opgenomen
worden of zijn in een pensioenfonds van een
ander publiekrechterlijk lichaam, in casu dus
den Staat, over het gedeelte van hunGomeeute-
tractement, gelijkstaand aan het bedrag, wa„r-
voor hun bezoldiging bij dat lichaam in dergelijk
fonds is opgenomen, geen pensioen kan verkregen
worden.
Op grond van dat artikel is het z, i. volkomen
duidelijk, dat thans de leeraren uit het Gemeente
lijk pensioenfonds getreden zijn, terwijl volgens
de zelfde verordening van teruggave van pen-
sioens-bijdragen geen sprake kan zijn.
Naast die kwestie van recht, doet zich echter
de kwestie van billijkheid voor. Nu is de vraag:
doet zich de mogelijkheid voor, dat de leeraren,
op andere voordeelige wijze geholpen worden aan
het bedrag, dat zy in de eerste vier jaren moeten
storten. Moet die vraag in bevestigden zin be-
wilde Ester zelf wegbrengen en werd heelemaal op
gewonden bij do gedachte aan de reis, die zij twintig
jaar geleden voor de eerste maal gemaakt had, toen
al niet jong meer.
Ester was heel niet angstig. Weller beloofde haar
in de aanstaaudo lento te zullen bezoeken. En hg
hield ook woord. Hij had zaken tc Londen en nam
een vrijeu dag voor Windsor. Natuurlijk had hij
zijn komst kunnen verwittigen maar daar hij geen
aanspraak maakte op verdere gastvrijheid on ineen
hotel overnachtte, zoo wilde hij zich bet genoegen
niet ontzeggen, Ester le verrassen. Hij verheugde
zich nl op het zonneapel in haar oogeu, wanneer hg
plotseling tegenover haar zou staan. Het was zon
derling, hoe jong bij zich altijd voelde, als hy naar
zijn pupil ging. Hij vergat dan zijn hard leveD, dat
hem mets gebracht had dan ontgoochelingen, zijn
arme, verlamde vrouw en de graveu van zijn kinderen,
en hg vergat ook, wat nog hot beste was, de zorg
voor de zaken die hem van den eeuen dag in dou
anderen hielp.
Toen bet heerlijke slot van Windsor uit het letter
lijk jubelende lentegroen opdook, hoog en heorachend,
met tinnon eu torens, zoo'n eebt slot in de beteokenis
der Middeleeuwscke dichtkunst, orheugde hij zich,
wunt er sprak strijd en tegenstand uit, maar ook be
schermende liefde en poëzie.
In het vriendelijke huis van den heer Birch waar
aan matlila bloesem trossen hingen van glycinea's en
waar potten met madeliefjes voor de veustersgelijk
vloers stonden, wachtte bem echter een teleurstelling
De jongedames waren niet thuis. Ze waren op 'l
speelterrein een partij golfaan 't spelen. Maar mevrouw
Birob, die zjjn naam goed kende, stond er op, hem
daarheen te brengen om Ester's verrassing te zien.
Ze was zulk een «sweet girl"boel den weg over
onderhield ze hem over haar deugden en do hechte
vriendschap tusschen baar en dear Lucy. Weller, die
een weinig ontstemd waa, vermoedde, dat die moeder
antwoord worden, dan vervalt voor hem ook de
kwe3tie van billijkheid.
Verscheidene leden meenen, dat ongetwijfeld
de gelegenheid bestaat, om door hulp van
verzekering-maatschappijen in het bezit te
komen van het bedrag, dat gestort moet worden.
„Eigen Hulp" had zich verbonden uot het sluiten
van een contract, indien de deelname verzekerd
was van ten minste 100 leden. De meeste leeraren
hebben waarschijnlijk willen afwachten de be
slissing, welke door de Gemeentebesturen zouden
worden genomen. Luidt die voor velen ongunstig
dan zal zeer zeker een contract met „Eigen Hulp"
alsnog tot stand kunnen komen.
Een lid meent, dat men tegenover de oudere
leeraren een ander standpunt moet innemen dan
dan tegenover de jongeren vooral in het belang
der Gemeente. Want de Gemeente heeft er veel
belang bij, dat de oudere leeraren, die in de
naaste toekomst pensioen zullen erlangen, over
gaan tot de Rijks-regeling.
Niet alleen uit een billijkheidsoogpunt, maar
vooral uit het oogpunt van koopmanschap vraagt
hij dus of het niet mogelijk zou zijn, aan de
oudere leeraren een ruime tegemoetkoming te
geven, bijv. van gedeelte ran hetgeen zij ge
stort hebben.
De Voorzitter wijst er op, dat Burgemeester
en Wethouders in hun voorstel van de zelfde
gedachte zijn uitgegaan. Gaat men de cijfers na
iu kolom die dus de bedragen aanwijst welke
de oudere leeraren zullen ontvangen, dan ziet
men onmiddellijk, dat inderdaad de oudere
leeraren aanzienlijke bedragen ontvangen, die
het gedeelte van hetgeen zij gestort hebben
verre overschrijden.
Bovendien moet men niet vergeten, dat in
1899, bij het tot stand komen der Pensioenver
ordening, de oudere leeraren op buitengewoon
voordeelige wijze in het Pensioenfonds zijn op
genomen, een omstandigheid, waaru.ee men ook
rekening moet houden wanneer men in verge
lijking wil treden met beslissingen, dezer dagen
door andere Gemeentebesturen in deze kwestie
genomen.
Ten slotte genieten daarenboven de leeraren
aan het Gymnasium het groot voordeel, dat zij
thans mogen kiezen, waar zy volgens ae oude
Hooger onderwijswet onvoorwaardelijk en
zonder eenig recht op teruggave hadden moeten
overgaan tot Rijkspensioen.
Vervolgens resumeert de Voorzitter de voor
deden, welke voor alle leeraren aan den over
gang verbonden zijn, om vervolgens na te gaan,
voor wie het Rijks-pensioen duurder, voor wie
het goedkooper is. Men komt dan tot de conclusie,
dat voor sommige leeraren het Rijks-pensioen
duurder is, mede tengevolge van de voordeelige
wijze, waarop zij in 1899 iu het Gemeente-pen
sioenfonds zijn opgenomen. Vandaar dat mede
in aanmerking genomen hun langdurige diensten
voorgesteld wordt dezen leeraren een tegemoet
koming te geven.
Voor de jongeren zijn wel de voordeelen groot,
maar erkend wordt, dat, vooral voor hen, die
huisgezinnen hebben, het bezwaarlijk is, een vrij
naait hem, zooala een Duitsche moeder ook zou doen,
ten gunste van zekeren jongen man sprak, die bij
met en courant in een easy-chair onder dc platanen
in 't kleine tuintje achter bet buis bad zieD liggen,
te meer daar hij wist, dat de procureur een volwassen
zoon had, die hein in de zaak hielp.
Maar daar waren ze bij de speelplaats, geheel weg
gedoken in dat onbeschrijflijke Engelsche lentegroea
en daar wierp een in 'c wit gekleedo gestalte den
golfstok in een boog iu hel gras en vloog op hem
toe en daar zag hij werkelijk inde zonnige oogen
waarin, ondanks al het gouden geschitter, dadelijk
tranen kwamen bij do plotselinge herinnering aan
het vaderland.
Natuurlijk bleef hij bij den luDCh. Ondanks zyn
geheime vooringenomenheid tegen Bob, kou hij uit
muntend met iedereen opschieten, waarover hij zich
in stille verwonderde, want Hendrik Wolier was wel
't minst van alles een society man. Hij bad nooit ge-
weteu, dal hij eenig talent had om in een gezelschap
te verkeeren, vooral niet in een vreemd land en
mot con taal die hij niet vloeiend sprak. Maar by
meende, dat Ejter hiervan de oorzaak was. Iu haar
tegenwoordigheid zou zelfs een waisenbeeld de stijf
heid verleereu. Hg vond, dat zg zich verwonderlijk
ontwikkeld hadde zekere vrgmoodigbeid der En
gelsche vrouw vereenigde zich met de trouwhartig
heid van een rein hart, die op haar voorhoofd
geschreven stoud en uit haar oogen lichtte. Hij ver
telde van zijn Londonsche strooptochten, vau het
huiveringwekkende van het Detective-museum en
do onmeuschelijke wreedheden vau hel Australische
gevangenisschip. Men lachte bem uit. Dat waren
dingen, die zelfs voor de Engelsciien onbekend waren.
Toen men opstond, was men iu do vrooljjkste luim.
(Wordt vervolgd.)