Donderdag 3
1906.
verhuizing*
No. 7192.
55e Jaargang
Feuilleton.
Leemen voeten.
Stadsnieuws.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
iranco per post 4.45. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
Postbus 9. Telephoon 19.
Bij dit nummer behoort een
BIJVOEGSEL.
BELEEFD VERZOEK
ons kennis te willen geven van
opdat de courant zonder stoornis kunne wor
den bezorgd en niet in het oude huis in de
bus bijjve liggen.
De uitgevers.
KENNISGEVING!
Collecte voor den gewapeuden dienst
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT,
Brengen ter algemeene kennis, dat. de gewone
jaarlij ksclie Collecte ten behoeve van het Fonds ter
aanmoediging en ondersteuning van den gewapenen
dienst in de Nederlanden, langs de huizen der inge
zetenen zal plaats hebben op Maandag 14 Mei 1906,
des voormiddags 10 ure.
Zij wenschen deze ten dringendste in de belang
stelling der ingezetenen van allen rang en stand aan
te bevelen.
Men vergete niet, dat, al moge ook het getal der
overgeblevenen uit de veldtochten van 1830 en 1831
jaarlijks verminderen, daarentegen, tengevolge der
Expeditiën in onze Oost-Indische Bezittingen, het
getal van hen, die op onderscheidene wijze aanspraak
hebben op ondersteuning, steeds weder toeneemt en
vermoedelijk zal blijven toenemen.
Bij bet op zich zelf verblijdend verschijnsel, in
de laatste jaren aloin in den lande waargenomen,
eener toenemende belangstelling in alles wat de
verdediging des Vaderlands betreft, vertrouwen
Burgemeester en Wethouders, dat de opbrengst dezer
collecte zal bewijzen, dat men ook moer dan tot
dusverre belang stelt in het lot van den verminkten
en hulpbehoevenden oud-soldaat!
Moge toch hun, die lfun leven veil hebben voor
liet Vaderland, de overtuiging wordeu geschonken,
V dat het Vaderland niet ondankbaar is, en alzoo de
in te zamelen giften er toe bijdragen om aan meerdere
9 oud-strijders, die danrop aanspraak hebben, eene
tegemoetkoming te verstrekken ter verlichting der
zorgen van den ouden dag.
Amersfoort, 30 April 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Weth., L. B.
De Secretaris,
■3 J. G. 8TENFERT KROE8E,
Onderzoek ran Verlofgangers.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT,
Gelet op do artt. 125—131 der Militiewet 1901
(Staatsblad No. 212 van 1901, No. 293 van 1903), en
24.)
Toen h(j terugkwam, was hij in een voortreflijke
stemming. Zij bad weer gelijk gehadhij wasjuist
op weg geweest, een beetje Tannhauser te spelen.
Hij kondigde haar meteen bezoek aan. Een van de
privaat-docenten, die zich voor zjjn werk interesseerde,
"Ou Zondag overkomen en z(jn aanleekeningen inzien.
Ester was verheugd en maakte van de provisieka-
ner een logeerkamer. Alles ging haar lient en vlug
an de hand. Last met de dienstboden, een van de
poken, die Breden vóór 't buweljjk voor oogen bad-
len gestaan, had zjj niet.
De privaat-docent viel Ester een beetje tegen.
Zy knoopte aan dezen titel steeds de herinnering
an haar vader vast, Dr. Wilke was klein, met een
leer scherp geteekend gelaat, waarvan do spitse baard
en de stekende oogeu haar heel niet aanstonden,
met een brouwende stem by zou door iedereen voor
een luitenant iu politiek gohouden zyn. Er was
baast geen grooter tegenstelling denkbaar, dan tus-
ohen hom en Bredeu en ook de geestelijke mee-
liDgsverschillen schenen z6o groot, dat Ester zich
J by het ontbjjt verwonderde, dat Harry juist dezen
eer bad uitgezocht. Vluchtig ging baar daarbij de
edachte door 't hoofd, dat hjj toch eigenlijk weinig
riendon bad, niettegenstaande ontelbaar vele zoo-
enaamde reisbekonden. Ook de vriendschap, even-
is de ouder- od zusterliefde, moest zij bij hem ver
vullen.
Eeter sloeg zelf voor, den heer Wilke haar uithoekje
van de wereld te laten zien, waarover hy, na een
blik v«n uit de veranda, zich zeer ongunstig uitliet.
»H®1 schynt een verschrikkelijk nest te zyn", seide
ny. Toen h(j echter het slechte plaveisel van de
op art. 99 vati het Koninklijk besluit vau 2 December
1901 (Staatsblad No. 230), zooals dat artikel is aangev uld
bij het Koninklijk besluit van 17 October 1904
(Staatsblad No. 234), o.a. bepalende
dat bet onderzoek van de verlofgangers der Militie
te land, vermeld in art. 125 der Wet, eenmaal'sjaars
in de maand Juni geschiedt;
dat aan dat onderzoek in bet jaar, waarin het zou
moeten plaats hebben, niet wordt deelgenomen door
verlofgangers, die in dat jaar vóór het voor bet onder
zoek bepaalde tidatip uil anderen hoofde dan krachtens
art. 124 of art. 131 der Wet onder de wapenen zijn
geweest, of die bestemd zyn om in dat jaar krachtens
art. 109 of art. 111 der Wet onder de wapenen of
in werkelyken dienst te worden geroepen;
dat aan het onderzoek evenmin wordt deelgenomen
door verlofgangers, die iu hot jaar, waarin het onder
zoek zou moeten plaats hebbeu, bestemd zyn tol
bet ingevolge art. S der Wet van 24 Juni 1901
(Staatsblad No 153) bjj de landweer volbrengen van
een verlengden militiediensttijd, ol om ingevolge
art. 134 der Militiewet 1901 naar de landweer over
te gaan
dat voorts iugeljjfden bij de militie, die krachtens
art. 113 der wet van den werkelijken dienst zyn
ontheven, of aan wie krachtens art. 114 der wet
uitstel van eerste oefening of van verblijf onder dc
wapenen is verleend, gedurende den tijd, del zy in
het genot zyn van de outheffing of van het uitstel
niet aap het onderzoek onderworpen zyn
Gezien de aanschrijving van den heer Commissaris
der Koningin iu de provincie Utrecht van den 20
April 1906, No. 706, N. M. en 8. (Provinciaalblad I
No. 73)I
Brengen bjj deze ter keonisder belanghebbenden,
dat bet onderzoek van de verlofgangers der Militie
te land voor zoover zy in verband met het boven
staande daartoe verplicht zjjn en met uitzondering
Van ben, aan wie vergunning is verleend, het onder
zoek in de maand November of December a. e. te
ondergaan en voorts van hen, die bij de hun ver
leende toestemming tot verblijf iu bet buitenland
van deelneming aan het onderzoek zijn vrijgesteld
door deQ heer Militie-Commissaris zal gehouden
worden op het terrein der Infanterie-kazernesalhier
op Maandag 18 Juni a.s, des voormiddags te 95/t
uren, de lichtingen 1899 en 1900 en vroegere lich
tingen op Dinsdag 19 Juni a.s., des voormiddags te
9'/» uren, de lichtingeo 1901 en 1902; opWoeosdag
20 Juni aanstaande, des voormiddags 9'/» uur, de
lichtingen 1903, 1904 en 1905;
dat de verlofganger bjj dat ouderzoek verplicht
is te verschijnen in uuiform gekleed en voorzien
van de kleeding- en uitrustingstukken hem bij zjjn
vertrek met verlof medegegeven, van zjjn zakboekje
en van zijn verlofpas;
dat een arrest vau twee tot zes dagen, te ender
gaan in de naastbij gelegen provoost, of het naastbij
zijnde huis van bewaring, door deu Militie-Commissaris
kan worden opgelegd aan den verlofganger:
1. die zonder geldige redenen niet bjj het onder
zoek verscbynt
2. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
redenen niet voorzien is van de hierboven vermelde
voorwerpen
3. wiens kloeding- of uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden
4. die kleediog- of uitrustingstukken, aan een
ander behoorende, als de zjjne vertoont;
en voorts dat gedurende den tyd, dien het io art.
125 der wet bedoelde onderzoek duurt en in het
algemeen, wanneer zy in uniform zijn gekleed, de
manschappen der Militie te land worden geaebt
onder de wapenen te zjjn en mitsdien op hen van
toepassing zjjn het Crimineel Wetboek en het Regle
ment van Krijgstucht voor het krijgsvolk te lande.
Wordende overigens den verlofgangers uitdrukke
lijk bekend gemaakt, dat zy zich in geen geval
kunDen beroepen op bet niet-ontvangen eener bij
zondere oproeping, maar dat deze kenuisgeviug,
welke uilsluitend dient als rechtsgeldig bewijs, dat
de oproeping behoorlijk is geschied, hen by niet
verschijning in verzuim stelt.
Amersfoort, 2 Mei 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER.
Weth., L. B.
De Secretaris,
J. G. 8TENFERT KROESE.
hoofdstraat onder zjjn dunzolige schoenen kreeg,
verklaarde hij, dat dit boven zjjn krachten ging.
„Eu in zoo'n nest leeftu vrijwillig, waarde dokter?
Ik geef toe, dal de wittebroodsweken u verontschul
digen, anders
Doch nu had de straat ben tot de poort van het
slotplein gebracht, en dr. Wilke zweeg bewonderend.
Door de zachtgroene bladermassa van de platanen
viol het zonlicht in een steeds afwisselend helder en
donker op de gladde, grijze stammen, waarvan hier
en daar de fijne bast losliet. De bron klaterde en
de pauwen, de vogels uit het wapen van den graaf
en de trotsche bewakers van het kasteel, liepen af
gemeten heen en weer. Eén zat er op den rand van
het steenen bekken, had zjjn veeren uitgespreid en
zette een fyooge borst tegen de Gotbische drake-
koppen, die de waterstralen kalm langs zich heen
lieteu loopen.
Het plein was geheel verlaten. De luiken zaten
voor de ontelbare vensters van de twee hoofdvleu
gels. Slechts gelijkvloers, in den derden vleugel,
schitterden tusacheu de witte gardenia's eenige gera
niums en fuchsia's. Daarheen richtten de bezoekers
bun schreden. De rentmeester en do oude kamenier
hadden vroeger, toen ieder van ben invloed trachtte
uit te oefenen, als hond en kat samen geleefd.Toen
zy echter tezaineu dit «syl betrokken, waren de twee
mentcbjes lot elkaar gebraoht, door wederkeerige
herinneringen, de aangeboren trouw voorhur mees
ters en bet ingewortelde gevoel van hun gewicht,
want tegenover liet plaatsje vertegenwoordigden zy
tocb „het slot''. Er outstond zelfs een immer grooter
wordende teederheid, een terughouding van de oude
jongejuffrouw en een bespottelijke vryery tusscbeu
de spichtige juffrouw Amanda en meneer Schulze
en slechts de afkeer der dame voor zoo'n burgerlijken
naam, nadat zjj toch Parjja gezien bad en aan het
Corso te Nizza gewend was, hield nog de afsoheiding
tusschen de Iwee oudgedienden stasnde.
Schulze geleidde de bezoekers naar den gesloten
hoofdingang. Zijn sleutelbos rammelde verwijtend.
Zoo laat sou eon bewoner van 't stadje nooit komen.
Maar toen behaalde toch zyn belangstelling in de
Invoer van Paarden.
De BURGEMEESTER*™! AMERSFOORT,
Gelet op de beslissingen van de Ministers van
Waterstaat, Handel en Nijverheid en van Financiën
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ten
aanzien van den invoer van paarden bestemd
A. voor het vanwege de Vereeniging tot bevorde
ring der paardenfokkerij in Nederland in Juli e. k.
te 'sGravenhage te houden concours hippique en
B. voor de in het tijdvak van 1 Mei tot en met
30 September 1906 op de renbaan te Duindigt
(Wassenaar) te houden wedrennen en harddraverijen
afwijking van de bestaande verbodsbepalingen
wordt toegestaan, onder voorwaarden:
a. dat aan het eerste kantoor worde overgelegd
een door den Secretaris van het concours hippique
of door den Secretaris van het ren-comité van be
doelde renbaan afgegeven bewijs, dat de paarden
bestemd zijn voor net concours hippique of voorde
rennen tc Duindigt;
b. dat de paarden, voor zooveel zij na afloop van
het concours-hippique of van de rennen hier te lande
mochten blijven, niet in het verkeer worden gebracht,
dan na door den Districts veearts te 'sGravenhage
of een zijner plaatsvervangers te zijn gekeurd en
gezond bevonden.
Amersfoort, 1 Mei 1906.
De Burgemeester van Amersfoort,
E. L. VISSER.
Weth., L. B.
Voor de Raadsvergadering van Dinsdag
waren Ingekomen
van Gedeputeerde Staten goedkeuring van
het Raadsbesluit tot regeling der jaarwedden
van onderwijzend personeel Lager onderwijs
voor kennisgeving
van de «Amerefoortsche Tramweg Maat
schappij" een verzoek om teruggave van
het waarborgkapitaal om prae-advies
van den onderwijzer J. VV. Radersma een
voorwerpen de overhand. Al te dikwijls behoefde
hij op deze afgelegen plaats niet voor cicerone te
spelen en zijn uitlegging was niet afgesleten tot dat
ratelende, papegaaiaebtige opzeggen van andere
gidsen.
En dan, er was nog wat te zien, tenminste in de
hal en de galerij. De iaDge rijen kamers werden voor
een deel niet gebruikt, ten minste in den middelstee
vleugel. In iedere kamer gooide hij een luik open
en dan schoten de schitterende zonnestralen naar
binnen en lieten de stofjes iu bun licht dansen, en
in de gulden schemering toonden zy de oude wapen
rustingen, die gedragen werden ten tjjde der Kruis
tochten, de reusachtige geweien, die alleen de berten
in bosschen hebbeD waar nog nimmer een menscb
is doorgedrongen misschien uit den tijd, toen
men den strooper dood liet jagen en de door
schoten, gescheurde banieren van verkleurd damast,
van de souvereine graven, die gewapperd hadden in
menig gevecht, ODder Bernhard van Weimar en later,
in deu Spaanschen erfopvolgingaoorlog,onder Leopold
van Dessau.
Ook was er een kogel te zien, die bij een belege
ring van bet slot in de muur was blijven stekeD en
opdat de huivering niet zou ontbreken, die zoo'n
groot bestanddeel uitmaakt van de belangstelling in
oude burchten, bevonden er zich ook eenige folter-
werktuigen, die hier uit de kelders waren tentoon
gesteld. Van de wanden kekeo de bekende portret
ten neer, beeren in purper, in wapenrusting en met
siaartpruik, soms ook in geestelijk ornaat, dames
gekleed in de modes der verschillende tjjdeD, met
do starende oogen en de ryk versierde handen. Van
eenigen waren er liefdesavonturen te vertellen en
natuurlijk ontbrak ook de witte dame niet, of liever
gezegd, liet was maar een witte sluier, die uit liet
torenvenster woei, wanoeer de dood aanklopte, die
het niet waagde een van het doorluchtige geslacht
zonder voorkennis weg te nemen.
De kamers voor eigen gebruik waren niat belang
rijk. In enkele stonden uog pracbtmeubels, maar
vereohoten en kapot. Wat bewoond werd, was met-
modernen smaak ingericht en de enkele oude kasten
dankbetuiging voor het hem verleende verlof
en bericht, dat bij weer in dienst treedt
voor kennisgeving
een adres van den vergunninghouder J.
W. Jens om pree-advies aan B. en W.
van de vereeniging «Ambachtsschool voor
Amersfoort en omstreken" een verzoek om
te leenen f4000 Én om het Gemeente-sub
sidie te verhoogen met f 500, aulks in ver
band met de uitbreiding der leervakken
om prae-advies aan B. en W.
een request van de vereeniging »Amers-
foortsche Industrie- en Huishoudschool",
houdende verzoek te willen leenen een bedrag
van f40 000, te willen geven over 1907 een
extra-subsidie van f 1000 en het jaarlijksch
subsidie te willen verhoogen van f 17^0 tot
f2500, alles n verband met den bouw van
een nieuw schoolgebouw om prae-advies
aan B. en W.
dankbetuigingen van den beer A. M. Kol-
lewijn Nz. voor het hem verleend eervol ont
slag en van den heer W. H. van Haselen
voor zijn benoemiug lot Gemeente-veearts
en Keurmeester van vee en vleesch beide
voor kennisgeving.
De punten 1 tot 6 werden (zie het vorig
nummer) allen aangenomen zonder discussie
ot hoofdelijke stemming.
Bij punt 7 (minimum-loon schildersknechts)
deelde de Voorzitter mede, dat B. en
W. voorstelden, afwijzend te beschikken op
het adres der schildersgezellen-vereenigingen.
De heer Gerritsen bad tegen die af
wijzing geen bezwaar, hoewel op anderen
grond dan B. en W. Spr. meende, dat een
verzoek om loonsverhooging moet uitgaan
vau de vakvereenigiugen. In dat geval zal
spr. zeer gaarne meewerken.
De heer Van Eek merkte op, dat de
Commissie van Fabricage precies in den
zelfden zin heelt geadviseerd.
De Voorzitter moest waarschuwen
tegen verkeerde voorstellingen, die allicht
bij werklieden ontstaan. Immers zij gaan
uit van de verkeerde veronderstelling, dat
het loon, in de Gemeente-bestekken bepaald,
óok is det marktp.ijs voor particulieren, dat
dus als 'de Gemeente een miuiraum-loon
bepaalt, de bazen dat zelfde loon kunnen
bedingen van particulieren.
De beer Gerritsen meende,dat,indien
de Raad bepalingen maakt voor minimum
loon en maximum arbeidstijd in bestekken
voor Gemeentewerken, de patroons zullen
volgen, evenals zij dit omstreeks vijf jaar
buffetten en scboorsteenen staken zeer tegen de
omgeving af. De graven waren wel ryk, maar om
zulk eeu bezitting in stand te houden, hadden zy
Beurekoningen moeten zijn. Deze uithoek was voor
hen bet zomerverblijf, waar zij 's zomers eenige weken
„en familie'' leefden en de ontbrekende pracht, hier,
in het werkelijk deftige milieu, het minst misten.
Betooverend was het gezicht uit het tOTen venster op het
bloeiende land, dat ouder den zomerhemel lag uitge
spreid als een tuin. Voor het front ging de slottuin,
die slechts uit een galerij met enkele boomgroepen
bestond, over in weiland, dat naar het kleine rivier
tje voerde. Twee oude kanonnetjes lagen daar, bjjna
or zichtbaar onder gras en madeliefjes.
„Morgen beginnen we te luchten en schoon te
maken. De familie komt over acht dagen", zeidede
slotbewaarder.
„De oude lui
„Mynbeer de graaf en mevrouw de gravin", ver
beterde Scbulze afkeurend, „en ook mevrouw de
Prinses komt uit Cannes, met mevrouw's kleine
familie."
„De andere dochter woont hier in de buurt, niet
waar
„Gravin Mechtilde woont maar zes mylen bier van
daan maar de weg is niet goed, de familie moet
per rijtuig komen."
Hij werd spraakzaam eu vertelde van den tyd toen
de joDge graven nog schermles kregen, beneden in
de hal, en schilderde het glanspunt van zyn leven,
toen hij zyn beer met deu negentigaten verjaardag
van Ke'zer Wilhelm naar Berljjn vergezelde, en hel
huwelijk van de oudate gravin, die hy, zoo dikwijls
bjj kon, mevrouw de Prinses noemde, soms ook ma
dame la princesse. Met allen vcrscbuldigden eerbied
veroorloofde hy het zich echter, een aanmerking te
makeD op enkele der Russische gasten, terwjjl hy
zich over do Russische bedienden, voorzoover zy niet
uit Franscben bestonden, met verachtiDg uitliet.
(Wordt vervolgd.)