BIJVOEGSEL
bfihoorende bij de
Amerfoortsche Courant
van DONDERDAG 3 MEI 1906,
uitgave firma A. H. van CLEEFF.
BURGER WEESHUIS.
Het rapport en voorstel van Burgemeester en
Wethouders, van 20 April 1906, luidt in zijn geheel
In uwe vergadering van 28 Dec. 1905 werd naar
aanleiding van een schrijven van Regenten van
het Burger Weeshuis d.d. 8 Dec. 1905, no. 60, be
treffende de aanvaarding van het voormalige Al-
degonde-Gasthuis en een verzoek tot benoeming
eener Raads-commissie ten einde eene Reglements
wijziging voor te bereiden, op ons voorstel besloten
niet een commissie te benoemen als door Regenten
gevraagd, maar eene commissie, welke de opdracht
kreeg te onderzoeken welke betrekking er tus-
schen de Gemeente en hot Burger Weeshuis be
staat. Alhoewel destijds door Uwe vergade
ring gevraagd is op welk lieven wij dit voor
stelden, komt het ons nochtans wenschelijk voor
ons standpunt nader uit een te zetten.
Regenten deelen bij schrijven van 8 Dec. 1905,
no. 60, mede, dat aan hunne stichting door den
Heer en Mevrouw baron en baronesse VanBoet-
zelaer van Oosterhout geschonken is het gebouw
Aldegonde onder last, *dat hetzelve als weesin
richting zal gebezigd worden en voortaan daarin
op gelijken voet als weezen der Gemeente Amers
foort ook worden opgenomen en kosteloos ver
pleging vinden ouderlooze kinderen uit oen huwelijk
geboren, van welke de langst geleefd hebbende
der ouders wettige en werkelijke woonplaats had
in de Gemeente Leusden". Voorts deelen Regen
ten o.a. mede dat zij, voorbehoudens Koninklijke
machtiging (art. 1717 B. W.) deze gift dankbaar-
aanvaard hebben.
Dit schrijven was voor ons college aanleiding
de hierbij gevoegde brief d.d. 21 December 1905,
no. 9085, aan Rogenten te richten.
Regenten toch deelden mede, dat zij reeds deze
gift aanvaard hadden voorbehoudens Koninklijke
machtiging en dat zij gaarne eene Raadscommissie
benoemd zagen, ten einde enkele artikelen van
het (ons) Reglement, welker wijziging langzamer
hand noodig is gebleken, te wijzigen.
Geen vergunning werd derhalve van Uwe ver
gadering gevraagd, de weezen uit Leusden te
mogen opnemen. Dat een dergelijke vergunning
noodig was, lijkt ons niet te betwisten. Na het
in werking treden van de Wet tot regeling van
het Armbestuur van 28 Juni 1854 (Stbl. no. 100)
is door Burg. en Weth. op de lijst, opgemaakt
ingevolge art. 3 dier wet, het Burger Weeshuis
geplaatst sub d dier lijst, dus onder de instellingen
van gemengden aard, in welker regeling of bestuur
door de burgerlijke overheid en van wege eene
kerkelijke gemeente of door bijzondere personen
of bijzondere niet-kerkelijke vereenigingen wordt
voorzien. Daarna is het Reglement van het Wees
huis, ingevolge art. 5 dier wet, vastgesteld dooi
den Gemeenteraad en het betrokken bestuur
gezamenlijk (zie Reglement van April 1856, latei-
gewijzigd). Wij merken in dit verband op, dat
volgens art. 72 van de Wet op het Armbestuur
de vraag tot welke der in art. 2 omschreven
soorten (nl. a. b. c. of d.) eene instelling behoort,
tot de kennisneming van de rechterlijke macht
behoort, indien zij niet door de administratieve
macht in der minne kan worden afgedaan.
Regenten hebben zich steeds overeenkomstig de
rangschikking sub d gedragen en ook medegewerkt
tot liet vaststellen van een Reglement, als vereischt
wordt voor de sub d behoorende instellingen. In
art. 1 van dit gezamenlijk vastgesteld Reglement
wordt bepaald wie opgenomen kunnen worden
in hot Weeshuis, nl. alle ouderlooze kinderen be
neden den ouderdom van 14 jaren, die, ingevolge
verklaring van het Gemeentebestuur te Amers
foort, tijdens het overlijden van den of de laatste
der ouders te Amersfoort werkelijke woonplaats
hadden.
Het springt derhalve in 'toog, dat Regenten,
door de bedoelde gift te aanvaarden onder eene
voorwaarde die in strijd was met het gezamenlijk
vastgestelde Reglement, nl. opname van weezen
buiten de Gemeente, eene handeling verricht
hebben, waartoe zij niet bevoegd waren. Alvorens
te aanvaarden, hadden Regenten zich behooren
te overtuigen van Uwe toestemming tot de voor
de vervulling van de gestelde voorwaarde nood
zakelijke reglementswijziging te willen overgaan.
Indien Regenten van oordeel waren, dat zij in de
organisatie van de instolling geheel vrij zijn
hadden zij een actie behooren in te stellen, ten
einde het weeshuis sub c van de lijst te doen
plaatsen (instellingen door bijzondere personen of
door bijzondere niet-kerkelijke vereenigingen
geregeld en bestuurd). Zoolang de instelling even
wel sub d gerangscliikt is, hadden Regenten het
volgens de Wet voor een dergelijke instelling ge
zamenlijk vastgesteld Reglement behooren na te
leven.
Dit feit op zich zelf kwam ons evenwel niet zoo
belangrijk voor als wel de omstandigheid, dat de
last, die Regenten op het Weeshuis dachten te
leggen, naar ons oordeelin hooge mate bezwarend
kan worden en in strijd is met het Gemeentebelang.
Het is Uwe vergadering bekend, dat, afgescheiden
van de jaarlijksche uitkeering ad f800 ingevolge
Raadsbesluit van 28 November 1746, de Gemeente,
tot voor ongeveer 20 jaren subsidie aan het Wees
huis heeft gegeven. Deze subsidie was niet meer
noodig toen het aantal weezen kleiner werd ten
gevolge van de stichting van een R. K. weeshuis.
Door de verplichting alle weeskinderen uit Leus
den, onder de genoemde voorwaarden, ter ver
pleging op te nemen, wordt eene onbeperkte
last op het Weeshuis gelegd. Moge al op 't
oogenblik de waarschijnlijkheid niet groot zijn,
dat een belangrijk aantal weezen uit Leusden
opname behoeft, thans is niet te voorzien hoe
de bevolking dier Gemeente over 50 of 100 jaren
samengesteld zal zijn. Met den nu reeds merkbaren
drang tot uitbreiding in de omgeving van de
kazerne, waar zich eene bevolking vestigt, die niet
tot de gegoede burgers behoort, achten wij de
vrees gewettigd, dat over jaren, wellicht spoedig,
de bedoelde last zeer drukkend zal blijken te zijn,
waar tegenover de schonking van het gebouw
niet zal vermogen op te wegen. En waar het voor
de hand ligt, dat ter dekking van eventueele
tekorten bij do Gemeente om steun wordt aan
geklopt, achten wij hot voor onze verantwoording
noodzakelijk te trachten dezen voor het Weeshuis
en voor cc Gemeente ongewenschton toestand
zooveel mogelijk te keeren.
Teneinde te kunnen beoordeelen op welke rechten
de Gemeente zich eventueel zou kunnen laten
voorstaan en tevens om de noodige voeling met
Uwe vergadering te houden, verzochten wij U de
Raadscommissie te benoemon.
Deze aangelegenheid trad evenwel in een geheel
nieuw stadium toen Regenten ons bij schrijven
van 29 Januari 1906, No. 167, berichtten, dat het
aantal weezen uit de Gemeente Leusden, dat op
genomen behoorde te worden, nimmer het getal
van zes zal behoeven te boven gaan. Wij vonden
in dit schrijven aanleiding eene vergadering te
houden met de Raadscommissie en daarna met
Regenten. Wij verzochten Regenten ons thans
zoo volledig mogelijk inlichtingen te willen ver
schaffen omtrent de fïnancieele gevolgen, welke
aanvaarding van het voormalige Aldegonde Gast
huis in verband met den aankoop vanbijbehoo-
rende terreinen voor het Weeshuis zal hebben.
Wij achtten deze opgavo noodzakelijk ten einde
te kunnen beoordeelen, of wij vrijheid konden
vinden, U voor te stellen het Reglement in dien
zin te veranderen dat 6 weezen uit Leusden op
genomen konden worden (zie ons schrijven dd.
10 Februari afd. I, no. 357). Bij schrijven van
27 Februari 1906, no. 176, ontvingen wij antwoord
van Regenten.
Aangezien wij de gegeven inlichtingen geenszins
volledig achtten, noodigden wij bij ons schrijven
d.d. 8 Maart afd. I, no. 566, andermaal Regenten
uit inlichtingen te verschaffen. Het hierop ont
vangen antwoord d.d. 15 Maart was in strijd met
de gegevens verschaft in de missive van 27 Fe
bruari. Wij richtten daarop ons schrijven d.d. 19
Maart afd. I, no. 654, aan Regenten, waarin wij
wezen op de onvolledigheid en tegenstrijdigheid
der medegedeelde cijfers.
Regenten antwoordden hierop met hunne mis
sive d.d. 5 April 1906.
Wij leggen de gevoerde correspondentie hierbij
over, opdat Uwe vergadering zelf een oordeel zal
kunnen vellen over de wijze, waarop Regenten
aan onze verzoeken voldaan hebben.
Naar aanleiding van hot laatste schrijven van
Regenten merken wij nog het volgende op
Regenten verzuimden in hunne missives de
successierechten van de gift te vermelden. Zij
mogen deze in hun adres aan Gedeputeerde Staten
vermeld hebben, bij hun schrijven d.d. 17 Febr.,
waarbij eene rekening van meerdere onkosten en
uitgaven gegeven is, had deze post natuurlijk niet
mogen ontbreken.
In hun schrijven d.d. 27 Februari berekenen
Regenten de inschrijvingen Grootboek als of deze
op 100 staan ook deze berekening is onjuist.
De veronderstelling dat het gebouw f 35 000.—
waard zou zijn, houdt verband met de vroeger
gewisselde stukken.
Dat de mogelijkheid van opname van 6 weezen
voorzien moet worden, behoeft geen nader betoog;
de berekening van de kosten steunt op de door
Regenten verschafte gegevens.
De opbrengst van de huur van de Burgerbuurt
werd bij schrijven d.d. 27 Februari nu reeds op
f 500 getaxeerdvolgens schrijven van 15 Maart
op f94.—. Hoe Regenten dit kunnen verklaren
door te zeggen dat zij gemeend hebben „liet ge
middeld bedrag" te moeten opgeven, is ons tot
dusver niet duidelijk geworden.
Eerst bij hun dorde schrijven, betreffende de in
lichtingen vermelden Regenten de eventueele op
brengst van de weide ad f7200.—.
In het schrijven d.d. 27 Febr. wordt de weekhuur
van de om niet bewoonde woningen op 75 cent,
in hot schrijven van 15 Maart op 125 cent ge
taxeerd.
Uit het bovenstaande moge blijken, dat wijniet
zonder eenig recht do gegevens «onvolledig en
tegenstrijdig" mochten noemen.
Naar aanleiding van do thans bekende gegevens,
meenen wij de volgende berekening te kunnen
maken.
Buitengewone uiUjaven.
Aankoop Burgerbuurt, weide en tuin f 16400.—
Successierechten van de gift indien
de waarde f30000 bedraagt f 4140.—
Overdracht huizen en tuin f 500.—
Buitengewone ontvangsten. J 21040.—
Opbrengst Mariënhof .1 volgens jf 10000
Opbrengst verkoop weide en{ °Vg^®
boomgaardarchitect J f 5000—
f 15000—
Een bedrag van f6040 zal dus govonden moeten
worden door verkoop Grootboek-inschrijving.
Dit zal een jaarlijkseh renteverlies opleveren van
omstreeks f 195.
De verdere meerdere jaarlijksche kos
ten bedragen
telefoonf 40.—
steenkolen j volgens opgave i f 150.—
tuinman i van Regenten f 150.
gasverlichting, waaronder gas voor
den motorf 100.
Totaal f 635.—
Deze kosten zullen nog vermeerderd worden
met het renteverlies, 't geen ontstaan zal door de
noodzakelijke uitgaven voor verbouwing.
Al naarmate er weezen uit Leusden opgenomen
worden, zal dit bedrag stijgen met f 1368, zoodat
de jaarlijksche meerdere uitgaven kunnen klimmen
tot f2003.
Als bate moet hiervan afgetrokken worden de
opbrengst van de Burgerbuurt. Het jaarlijkseh
onderhoud, waaronder begrepen assurantie en be
lastingen, wordt door Rogenten geschat op f100.
Dit bedrag komt ons voor 12 woningen beslist te
laag voor. Aangenomen evenwel, dat dit bedrag
voldoende is, is in de eerste jaren geen hooger
opbrengst te verwachten dan f94, die later, wanneer
de huizen verlaten worden door de bewoners die
er thans om niet in wonen, stijgen kan. De bij
schrijven van 15 Maart getaxeerde huurwaarde
ad f 1.25 komt ons evenwel te hoog voor; op 27
Februari taxeerden Regenten de huurwaarde ook
nog op 75 cent.
Men moge nu verschillend denken over den last
van de verplichte opname van 6 weezen, wij achten
dezen last inderdaad zeer zwaar. Hierbij dient niet
uit het oog verloren te worden, dat deze last
eeuwig op de inrichting zal blijven drukken ook
dan, wanneer het Aldegonde Gasthuis voor een
groot deel zijn waarde zal hebben verloren. Maar
ook afgescheiden van die ver verwijderde toekomst,
bestaat, door de opname toe te staan, de moge
lijkheid dat reeds spoedig weezen uit Leusden
opgenomen moeten worden. Het zal dan blijken,
dat de Gemeente de onkosten, die het Weeshuis
uit eigen middelen niet zal kunnen dekken, zal
moeten betalen. Regenten schijnen de mogelijk
heid, dat een of meerdere weezen uit Leusden
verpleegd zullen moeten worden, niet te. voorzien,
althans zij laten die eventueele kosten steeds
buiten hunne berekeningen, terwijl wij ook geen
antwoord mochten ontvangen op onze vraag hoe
Regenten die meerdere kosten denken te bestrijden.
Betrekkelijk den financieelen toestand over de
laatste 10 jaren ontvingen wij de bijgevoegde
staten van Regenten.
Gedurende de laatste jaren is het aantal weezen
zeer gunstig geweest; het behoeft evenwel geen
betoog, dat in dezen toestand spoedig verandering
kan komen, zonder dat buitengewone rampen of
voorvallen hiertoe aanleiding geven. Wij wijzen
hierbij slechts op de gestadige uitbreiding van de
Gemeente, speciaal van de arbeidersbevolking.
De gelden, waarover het Weeshuis beschikt,
zullen dan in de eerste plaats voor weezen uit
Amersfoort besteed moeten worden. Zoolang
Regenten niet hebben aangetoond, dat het Wees
huis inderdaad over voldoende middelen beschikt
om buiten deze verplichting nog nieuwe lasten
op zich te nemen, wenschen wij niet mede te
werken tot het aanvaarden van nieuwe lasten
Indien het noodig blijkt te zijn eene nieuwe
of verbeterde huisvesting voor de weezen
in te richten, dan zal dit naar onze meening, op
meer practische wijze kunnen geschieden dan nu
is voorgesteld.
Volgens een opgave van den Gemeente-archi
tect is het tegenwoordige weeshuis in modernen
staat, met vernieuwing van vloeren, zolders,
plafonds, dakbeschot, deuren, ramen, verfwerk,
enz., te brengen voor ongeveer f 6000, terwijl eene
restauratie in behoorlijken toestand, met behoud
van vorm en voorkomen, der bestaande vloeren,
daken, enz., ongeveer f2000 zal kosten.
Zooals uit het voorgaande blijkt, is bij de finan-
cieele berekeningen aangenomen, dat het gebouw,
waarin thans de weezen verzorgd worden, eigen
dom van de instelling is. Eenstemmigheid hier
over bestaat tusschen Burgemeester en Wethou
ders en de leden der Raadcommissie niet.
Behalve op de financieelo resultaten dient op het
volgende de aandacht gevestigd te worden.
Alhoewel wij erkennen, dat de beoordecling van
de geschiktheid van Aldegonde om tot weeshuis
gebruikt te worden, in de eerste plaats tot de
bevoegdheid van Regenten behoort, willen wij niet
nalaten er op te wijzen, dat de tegenwoordige
inrichting van het gebouw ons niet bijzonder ge
schikt voor weeshuis voorkomt; met name is een
behoorlijke afscheiding van de weezen naar do
sexe, zonder verandering in het gebouw aan te
brengen, geheel onmogelijk.
Op grond van het bovenstaande zijn wij van
oordeel dat het -noch in het belang van de Ge
meente, noch in dat van het Weeshuis is te achten
de opname van 6 weezen uit de Gemeente Leus
den toe te staan.
Wij hebben derhalve de eer U in overweging
te geven, niet tot de door Regenten gewenschte
herziening van het Reglement te besluiten.
Mocht in dezen zin besloten worden, dan is het
overbodig het onderzoek, waarmede de Raads
commissie zich bezig gehouden heeft, voort te
zetten, zoodat wij U in dat geval in overweging
geven de Commissie te ontbinden, onder dankbe
tuiging voor de bewezen diensten.
Indien evenwel in anderen zin besloten wordt,
zouden wij de Commissie gaarne diligent ver
klaard zien, ten einde haar in staat te stellen als
nog haar opdracht ten einde te brengen.