Zaterdag 12
1906.
muzikale mmmrn.
No. 7196.
55e Jaargang
Vredesconferentie.
Feuilleton.
Leemen voeten.
Stadsnieuws.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dmsday Donderdag- en ZaterdagmiddagAbonnement per 3 maanden f\.
iranco per post 4.45. Advertentiën 46 regels 60 centelke regel meer 40 cent. Legale-
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Reclames 45 regels/" 4.25; elke regel
meer/- 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden inrekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Bij advertentiën van buite.i de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT
Postbus 9. Telephoon 49.
Heden verzenden wij aan de daarop ge-
abonneerden alle vering 16 van den Vierden
jaargang van onze premie »De Muzikale
B 1 o e m l e z i n g".
Deze allevering bevat, behalve de gewone
«Wenken van een ouden muziekmeester"
kunstenaars-biograohieën en berichten, bene
vens zeer lezenswaardige mededeelingen op
muzikaal gebied, de volgende muziekstukken
Lucia di Lammermoor, voor piano, door
Donizetti Krug; 2. Schlafe, raein Prinz-
chen, sciilaf ein, voor piano door W. Popp
3. In den Augen liegt das Here, voor piano
en zang, door Fr. Abt.
De «Muzikale Bloemlozing" kost voor de
abonné's op ons blad slechts 60 cent per
kwartaal, voor welk luttel bedrag men in de
drie maanden 6 afleveringen jnet 20 a 25
muziekstukken ontvangt.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien art. 33 der Kieswet,
Brengt ter openbare kennis, dat de door bet Ge-
moentebeatuur genomen beslissingen op de iugeko-
men verzoekschriften om verbetering der Kiezers
lijst 1906/1907 voor deze Gemeente voor een ieder
ter Secretarie zjjn nedergelegd en in afschrift tegen
betaling der kosten verkrijgbaar gesteld.
Amersfoort, 12 Mei 1906
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Voor de Vredesconferentie, dit uajuar ander
maal in Den Haag te houden, kan een groote
taak van practiseh nut zijn weggelegd.
In het Engelsche Lagerhuis werd oen motie
ingediend ten gunste van de verlaging dei-
uitgaven voor leger en vloot, en een beroep
gedaan op de Regeering om de zaak der ver
mindering van de bewapening voor de Haag-
sche Vredesconferentie te brengen.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
zeide, dat de openbare meening in Europa
nooit sterker zicb bewoog in de richting
van den vrede dan tegenwoordig en nochtans
drukt steeds meer de last van de uitgaven
voor leger on vloot. De Haagsche Confe
rentie kon geen grooter dienst doen dan de
voorwaarden voor den vrede minder kostbaar
te maken. De volken wachten allen op elkaar
om de uitgaven te virlagon; Den oenen of
anderen dag moet iemand den eersten stap
29.)
Ester kwam iu de kamer.
„De knecht van 't slot is er. Of we komen tennissen."
Z|j zei het niet onvriendelijk en scbeen zich moeite
te geven om beel onbevangen te zijudit trof hem.
„Maar je Lont zoo bleek, lieveling. Als je hoofd
pijn hebt, bedanken wy. Wjj ziju hun slaven niet."
„Ga alleen, toe, Harry. Ik ben werkelijk niet heel
lekker. Een paar uren rust en als je terug komt.
ben ik de oude weer."
Zij was toch werkelijk liot! Wellicht had ze niet
veel geest; hij was wel steeds de gever geweest, maar
baar hart maakte alles weer goed. Hij nam haar in
zyn armen en kuste haar. Zjj sidderde oen beetje,
maar hield zioh in.
Spoedig daarna had hy vau kleeren verwisselden
stormde den berg af. Met de haud had by baar van
beneden nog eens toegewuifd.
Ester zette zich half liggend in een van de groote
verandastoelen. Do Junidagen, met hun hooigeur en
bun velden met roode klaver, hadden reeds lang
voor de hitte van den midzomer moeten wijken.
Beneden, door de straten van het stadje, waarin meu
van hier kon zien, reden de vol beladen oogstwagens.
Als een lichte s|uier van stof hing hot in de lucht,
de wind dreef hel voort, bet drong in alle poriën,
in de slijmvliezen der ademhalingsorganen. Het was
een onweer, dat op haar zenuwen werkte. Benedeu
op do mooie grasvlakte zouden ze die onaangenaam
heden niet gevoelen. Ester s hoofd brandde en haar
Solsen klopten razend. Maar nu wilde zjj niet ua-
enkeo. Ndg niet. Zy wajt veel te opgewonden om
doen.
Wat wij kunnen doen op de Vredescon
ferentie in Den Haag, hangt ai' van het ant
woord der andere Regeeringen, meende de
Minister. Hij vertrouwde wel, dat de motie
door andere Mogendheden zou worden op
gevat als een uitnoodiging van het Britscne
Parlement om te antwoorden aan den oproep
tot verlaging der bewapeningen.
De motie werd eenstemmig aangenomen
te midden van luide toejuichingen.
Waarom is de Ongevallenwet
niet populair?
In het maandblad «De Risicobank", orgaan
vau den «Centrale Werkgevers Risieobaok"
te Amsterdam, komt een hoofdartikel voor,
waarin de Redactie antwoord geeft op de
vraag: «Waarom is de Ongevallenwet niet
populair
Vooreerst de grieven van de werklieden
De voornaamste is wel, dat verschillende
bepalingen in strijd zijn met het natuurlijk
gevoel van recht. De werkman kan zich
onmogelijk indenken in de ingewikkelde en
voor hem totaal onbegrijpelijke voorschriften,
waarin geregeld is wie onder de wet vallen
en wie niet.
Het is toch duidelijk, dat een werkman
het onrecht noemt, wanneer hij bijv. ziet,
dat een koetsier, die een trap krijgt van
een paard uit den stalhoudersstal van zijn
baas, wol onder de Ongevallenwet valt, doch
zijn collega, wiens been is stukgeslagen door
een paard uit den stal van haudelspaar.len
van dien zelfden baas, van de zegeningen
der Ongevallenwet versloken blijft. Het
spreekt vanzelf, dat zoo'n werkman van de
fijne juridische onderscheiding, welke n
die geval is gelegen, mets begrijpt en de
overtuiging heeft, dat in een geval als dit,
onrecht wordt gepleegd en dat hij dienten
gevolge de wet een «prulwet" noemt en de
Rijksverzekeringswet, welke echter onschuldig
is aan dezen staat van zaken, met niet minder
lieflijke epitheta betitelt.
De logica van een bepaling, volgens welke
de werklieden werkzaam in een herstellings
werkplaats van een reederij, wier booten
bijv. op Engeland varen, niet onder do wet
vallen, terwijl de werklieden werkzaam iu
een vlak daarnaast gelegen herstellings werk
plaats van een reederij, waarvan de booten
de Zuiderzee oversteken, wel volgens de wet
verzekerd zijn, outsoapt, zooals ieder begrijpen
zal, niet alleen aan de bevatting van een
werkman, maar zelfs aan die van menschen
van hoogere intellectueele ontwikkeling.
Een andere grief van de werklieden is de
lange duur van de door hen ingestelde be
roepszaken, waardoor zij vaak meer dan een
halfjaar, onder dikwyls moeilijke financieele
omstandigheden, in 't onzekere blijven omtrent
de hun uit te keeren rente.
Nadat nog eenige zeer onaangename for
maliteitsplagerijen zijn besproken, komen in
het artikel de grieven van de werkgevers
aan de beurt Vooreerst de toepassing van
het beruchte artikel 8; dan de onoordeel
kundige wijze, waarop de medische behande
ling is geregeld; vervolgens de vaststelling
(door de Rijks-Verzekeringsbank) van het
bedrag der loonlijsten van den werkgever, die
zijn risico heeft overgedragen, een vaststelling,
waarin bij niet wordt gekend en waarbij
zelfs de door hem gemaakte of door de
Rijksbank vemeende fouten hem niet worden
nu rechtvaardig te zijn. Eerst moeit het onweer voor
bij zijn, dat als een alaalgrauwe muur boven het
Vogelgebergte hing. Zij keek zoo vol spanning in
de natuur, als vreesde zy de oogen te sluiten en den
blik naar binnen te slaan.
De grauwe muur steeg hooger en in de zelfde
kleur teekenden zich wolkenmassa's af als bergtop
pen. Het lichte stof in de lucht begon te dwarreleu.
Gedurende een paar oogenblikken verdwenen de
scherpe lynen vau bet stadje, de boomeu vertoonden
den onderkant van hun bladeren ou alle kleuren
schenen dof en in elkaar gevloeid. Toen schoten de
eerste bliksemstralen door de wolk9u en tegelijkertijd
begonnen groote droppols te vellen. Nu kleiterde
de regen op het dak der veranda; de werold was
achter dichte, natte strepen verborgen. Een heerlijke
koelte kwam naar binneu en ontspande de strakke
trekken der jonge vrouw. Zij sloot de oogen. Toen
zy ze een half uurtje daarna weer opeude, was de
luchó helder. De zon scheen niet, maar ze moest ook
al laag aan den den horizon staan. Maar het gebergte
scheen zóo dicht bj' alsof zij het grypen kon. Men
kon de bergen en de donkere bosscben zeer duide
lijk 2ien. Het onweer kwam terug, het rustte slechts
een oogenblik.
Er bad baar een zin in de ooren geklonken, die
baar schrik had aangejaagd. „Ik geloof, dat ik tèob
al gebonden genoeg beu". Had hij het zondor na
denken gezegd, zonder dat hy luide uitte wat reeds
lang in stilte in hem had geklonken? Ester was
verstandig genoeg om geen oordeel te vellen over
dit gezegde. De ouweersluoht alleen was al voldoen
de om hem te prikkelen. Misschien had ze hem ook
wel verkeerd verstaan. Hoo dikwijls noemde hy niet
hetteslament een blok aan zyn been? Als hjj in plaats
van de reute bet kapitaal had gehadja danHet
kleine voorval was eigenlijk slechts de aanleiding ge
weest, dat zij haar gedachten verzamelde, die iu den
lsatsten tijd tslkeus weer in baar waren opgeaomen.
Moest zij list zeggen Men kau veel onuitgesprokens
met zich ronddragen, maar dat kon tij niet; neen,
Ook wordt stilgestaan bij de bekende ge
vallen, dat aan een werkman vergoeding van
schade wordt gegeven, waar in het geheel
geen schade meer geleden wordt.
Eindelijk de grieven van de risico-dragende
organisaties.
Een paar voorbeelden
De Rijksbank kent aan een werkman een
uitkeering toen de Centrale Raad beslist, dat
den werkman geen uitkeering toekwam, dat
deze dus sedert den aanvang geheel ten
onrechte eenige uitkeering ontvangen heeft.
Dergelijke abusievelijk verleende schade
loosstellingen brengt de Rijksbank ons in
rekening. Wie ban dit billijk of recht achten 'l
Een ar.der geval. Een werkgever is bij ons
verzekerd; een zijner werklieden krijgt een
ongeval. Is het een bedrijfsongeval Dat zal
later de Rijksbank uitmaken. Inmiddels ver
leent een dokter geneeskuudige hulp. Voor
wiens rekening De Rijksbank verklaart, dat
het ongeval geen bedrijfsongeval is in den
zin der wet, doch legt ons toch de verplich
ting op, den geneesheer te houoreeren, indien
werkman on werkgever betaling afwijzen.
Is ook dit billijk en recht
Uitvoerig wordt dan stilgestaan bij de ge
brekkige regeling der burgerrechtelijke aan
sprakelijkheid als een bedrijfsongeval wordt
veroorzaakt door de schuld van een vreemde.
Het wordt daardoor uiterst moeilijk, dergelijke
schade op derden te verhalen, noe billijk dit
ook ware.
Dat de Risico-bank geen recht van medisch
onderzoek heeft, berooft die Bank van de
daarvoor was zij te eerlijk.
Haar man had geen standvastig karakter. Hij was
zelfs in 't geheel geen man van beteekenia. Zij bad
zich in hem vergist, doordien zy hem had leeren
kennen iu een omgeving, die wat kunstzin aangaat
met hem in scherpe tegenstelling stoarl. Ziju werk
was niets waard. Het was slechts een spel met groote
onderwepen.
Dit laatste te bekennen, viel baar zeer moeilyk.
Een p ar bittere tranen liepen haar over het bleeko
gezichtje. De man moot in den strijd om het bestaan
het zwaard voeren: Ester zag dit alles in. Als iedere
vrouw had zy wellicht onbewust het verlangen gehad,
alleen den waardigsteu toe te behooren. Deze droom
was nu voorbij en met al de kracht die in haar reine
ziel was, betreurde zij hem.
Daarna zegevierde tooh weer het ideaal, dat zy iu
het huwelijk had medegenomen. Niet op den meest
ontwikkelden of den geestigs!en of den grootsten had
zy gewacht; neen, alleen op den man, dien zy liof
zou hebben. Dat zij al het andere in dit eeue begrip
had samengevat, scheen haar nu kinderlijk en dwaas
toe. Z\j gaf immers ook alleen zichzelf. Zy kon van
bem niet meer verlangen, dan hy kon geveu. AU
hy slechts den wil had, maar niet de macht om bet
te volbrengen zy moest er zich in schikken. Het
scheen haar toe, terwjjl ze hierover zoo ingespannen
nadacht, dat haar dit gemakkelijk zou vallen. Het
kwam alleen aan op do liefde; daarop alleen. Als
hy het volk niet gelukkig maakte hierbij glim
lachte Ester reeds was het nog zóo erg niet. „Daar
komt do landedelvrouw we r boven", zeide zij iu
zichzelf. Maar, wanneer zo hem door verkeerde eer
zucht, door haar trotsch zijn op bem, er toe bracht
dat hy meende heel wat te boteekoneu, dan deed ze
voor zichzelf en voor hem verkeerd. Tusscheu beu
beiden kon slechts sprake zyn van liefde en ver-
trduweu, of, daar dit volgeus hun inzichten éeu was,
alleen van liefde. Zoolang zij daaraan uiet twijfelde,
had ze geeu recht tot klagen. In de liefde wilde zy
gelukkig zyn. Er waren edele vrouwen geweest, die
gelegenheid orn na te gaan of in den toestand
van den getroffene een verbetering is inge
treden, waardoor de rente kan worden ver
minderd of kan vervallen. En dan het zeer
eigenaardige geval, dat een werkman een
ongeval krijgt, in dienst bij een werkgever
die niet bij de Risicobank is aangesloten en
de Rijksbank oordeelt ten onrechte
dat de man op dat oogenblik in dienst was
bij een werkgever die wel bij de Bank is
aangesloten. Dan sluit art. 79 de Bank uit
om wegens die vergissing in beroep te gaan!
Het gevolg is, dal de Bank heeft te betalen
wat de Rijksbank ter zake van dat ongeval
haar in rekening brengtI
De Redactie legt hier de pen neer, niet
uit gebrek aan stof, want de lijst is nog
lang, maar de hier gegeven voorbeelden
kunnen reeds genoeg zijn om te doen zien,
waarom de wet impopulair is èn bij de werk
lieden èn bij de werkgevers èn bij de risico
dragende organisaties. Impopulair omdat baar
leemten en gebreken vele zijn.
Hoe dat te verklaren'? Vanwaar die fouten?
Ook daarover ware heel wat te zeggen.
Stippen wij slechts dit aan deze regeling
is uitgedacht door mannen, die aan de practijk
te eenen male gespeend waren, terwijl voorts
al hetgeen de instelling van risico-overdracht
betreft zóo overhaast in de wet is ingeschoven,
dat tijd voor rustig beraad heeft ontbroken,
wat in de practijk nu telkens en telkens
weer zich wreekt.
Sedert hedenmiddag brengt het carillon
van den Lieve Vrouwetoren ten gehoore bij
half uur «Opferlied" van Beethoven en bij
heel uur een fragment uit de cantate «Zomer
nacht" van W. F. Enderle.
Van dit laatste luidt de tekst
Allengs omsluiert zicb weer de aarde
Met scheemrend avondlicht;
Langs bed en bloemperk in de gaarde
Gaan weer de kelken dicht.
De stilte zijgt, zoover we staren,
Op beemd en dreven neer
En schudt een tochtje door de blaren,
Geen vogel roert zich meer.
Omhoog den blik, het hart teDhoogen;
De nacht zinkt neer. Wat nood
Als de aarde wegdrijft uit onze oogen,
Rolt zich de hemel bloot.
misdadigers hadden liefgehad, en zij werd angstig,
omdat een man, die met hart en ziel de schoonheid
toebehoorde, zioh door den voornamen, deftigen geur
liet bedwelmen, die opsteeg uit den omgang met de
afstammelingen van een eeuwenoud geslacht en die
hem een beetje naar 't hoofd steeg.
Waren er wel menschen waartusschen nimmer
verschil van gevoelen ontstond, uitgezonderd de
armen vau geest?
Neen, neen, daarover behoefde zy zich nietonge-
rust te maken. Misschien was ze toch wel wat ijael
geweest en had Ester Donates zich als Ester van
der Bredeu een bescheideu plaatsje aandezijdevan
haar echtgenoot willen verzekeren in een Conver
sations Lexikon.
Een oogenblik had bet gouden ideaal in haar hart
gewankeldmaar zy had zich vergist, haar eigen
hart had gesidderd. Het beeld waarop zij vertrouwde,
stond weer hoog.
„Hoe vindt u het?"
Breden en de prinses zaten in de bal naast de
kleine theetafel en zij toonde hem verschillende losse
bladen. Daar hadt je de hoeren van de stamtafel
uit do „Gouden druif", natuurlijk niet zooals zij zich
voorgedaan haddeD aan Breden, oogenscbynlyk op
zeer intiemen voet met de familie, maar zooals ze in
werkelijkheid in het slot optraden, terwijl bovendien
natuurlijk alle hoekjes en kantjes zeer waren over
dreven. Daar hadt jo den beroemden bediende van
den apotheker, die voorgesteld was als een dicht
knippend zakmesden jovialen boerendokter, die
een „vrij man" voorstelde en op wiens zakdoek in
plaats van den naam, het getal 4S was geborduurd.
De rector van het Gymnasium en zyn leeraars stelden
een groep voor,ontnomen aan het leven der schapen;
eenige officieren, die zoo nu en dan eensin het stadje
opdokeD, waren voorgesteld als roofvogels uit de
Grieksche mythologie.
(Wordt vervolgd.)