Zaterdag 26
1906.
No. 7201.
55e Jaargang
Feuilleton.
Leemen voeten.
AMERSFOOHTSDHE COURANT.
UITGAVE:
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
iranco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-
ofticieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
Postbus 9. Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
AANVRAGEN.
om ontheffing of vergoeding
ter zake ran den dienst bij de Landweer.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op hot Koninklijk besluit van den 9 Mei
1906, houdende regeleu betrekkelijk het toekennen
van de vergoeding, bedoeld in art. 15bis der Land-
weerwet
Brengen ter kennis vau de Landweerplichtigen,
die in dit jaar oader de wapenen moeten komen of
inmiddels onder de wapenen zijn geweest;
dat door Z. Exc. den Minister van Oorlog in ver
band met voornoemd Koninklijk besluit o.a. bet
navolgende is bepaald
Ter bevorderiug van eene spoedige afdoening ec
daardoor van de belaugeu der verzoekers wordan
lo. verzoeken om vergoeding, alsook verzoeken om
ontbeffiug van den werkelyken dienst, als kostwin
ner, voorzoover die dienst nog door beu moet worden
vervuld de laatste gericht tot de Koningin
ingediend aan den Minister vau Oorlog door lus-
Bcüeukomsi van Burgemeester en Wethouders der
Gemeente vau inwoning van ben die de verzoeken
doen ingeval dezen buileuslunds verblijf houden door
iU88Cbenkomsl van Burgemeester en Wethouders van
de Gemeente, waar de itiensiplicbtige is iuge.-chreven
in het register, bedoeld iu art. 26 der Land weerwet;
2o. verzoeken als onder lo. bedoeld, iu net bezit
gesteld vau Burgemeester en Wethouders voormeld
binnen een tijdsverloop van tien dagen na de d;tg-
teekening van deze publicatie, alzoo vóór deu 31
Mei e.k.
In verband met liet vorenstaande wordt den aan
vragers in bun eigen belang in overwegiug gegeven,
hieraan te voldoen, daar dit een spoedige ufdoeuiug
der aanvragen in de baud werkt.
Amersfoort, 21 Mei 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Burgemeester,
WULTT1ER8.
Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezeteneu, dat de Raad
dezer Gemeente zal vergaderen op Diusdag, den 29
Mei aanstaande, des namiddags te l'/i ure.
Amersfoort, 23 Mei 1906.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Voorbereidend Militair Onderricht.
De Kolonel, Commandant van het öde Regiment
Infanterie vestigt de aandacht van belanghebbenden
op de gelegenheid die beslaat tot bet verkrijgen van
voorbereidend militair onderricht voor alle manne
lijke ingezetenen van Amersfoort vau 16 tot 24-jarigen
leeftijd, en in het bijzonder voor hen die in aan
merking weu3chen te komen voor verkorten oefen ings-
tjjd.
Het onderricht zal in den aanstaanden winter wor
den gegeven van 1 October tot. ultimo Januari.
De aangifte voor deelnnme kan geschieden tot
uiterlijk 16 Juni a.s. op bet Regimente-bureel in de
Infanterie-kazerne alhier.
Amersfoort, 23 Mei 1906.
84.)
Rpeds den vorigen wiuter bad Breden by zekere
gelegenheid een verhandeling over nieuwe kunstuit-
gaven aan een groot proviuciaal blad gestuurd. Het
werk, vlot geschreven, van goeden smaak en van
die luchtigheid van opvatting die het lezend publiek
van een dagblad graag ziet, was gedrukt en in den
smaak gevallen. Breden was trotsch geweest opzijn
honorarium. Zoo iets deed hem steeds een buiten
gewoon genoegen. Hy kocht Ester dan een prachtige
vaas uit de Kopenhager fabriek, of een loge in deD
schouwburg, waarvoor ze toilet moest maken, of hij
noodigde haar uit naar een duur restaurant. Zjj
moest dan schitteren en daukbaar en gel uk It ig zyn.
Ze wist nu reeds lang alles, wat hy van haar ver
langde, weinig geuoeg inderdaad, en gaf hem nooit
reden tot ontevredenheid. Die kleine werkzaamhe
den, die volkomen aan haar doel beantwoordden,
kon zy prijzen met een gerust geweten en zy legde
alles lerzyde, xoodra het dikke pakket couranten
kwam, om zich dadelijk op de hoogte te stellen en
aan tafel er met hem over te kunnen spreken.
„Je maakt vorderingen, kleine barbaar", zeide hij
dan goedkeurend. En soms, als hy eens boel goed
geluimd was, haalde hy nog eens haar onverschillig
heid voor Rome aan.
Er waren zelden oneenigheden in hun huwelijk.
En loch bleef Ester plotseling staan en druk te haar
handen tegen haar hart. Zy had het gevoel gehad,
als brak nu een vacantietjjd voor haar aan, een kin-
Eenheid van tijd.
Bij de Tweede Kamer is thans ingediend een
wetsontwerp, dat slechts de volgende vier arti
kelen bevat:
Art. 1. l)e wettelijke tijd in Nederland is de
middelbare zonnetijd van den meridiaan op
vijftien graden Oosterlengte van Greenwich.
Art. 2. Alle uurwerken, door of vanwege het
openbaar gezag beheerd, worden naar den in
artikel 1 genoemden tijd geregeld.
Art. 3. Waar in wetten, algemeene maatregelen
van bestuur of Koninklijke besluiten, of in ver
ordeningen van Provinciale-, Gemeente- ol Water
schapsbesturen een bepaald uur word genoemd,
wordt dit geacht volgens den in artikel 1 ge
noemden tijd te zijn gesteld.
Art. 4. Deze wet treedt in werking met den
aanvang van een nieuw etmaal volgens de in
artikel 1 aangeduide tijdsbepaling, op een nader
door Ons te bepalen tijdstip.
De tijd tU8schen elf uur des namiddags van
het laatste etmaal vóór het in werking treden
dezer wet en het in de eerste alinea bedoelde
tijdstip wordt gerekend een vol uur te zijn ge
weest.
Aan de Memorie van Toelichting is nog het
volgende ontleend:
Het komt, evenals bij de indiening van het
ontwerp in 1896, overbodig voor, in een breed
voerige bespreking te treden over de noodzake
lijkheid of wenschelijkbeid van maatregelen ter
verkrijging van éenbeid van tijd. Het ongerief
en de verwarring, uit het gemis van die eenheid
voortvloeiende, zijn bekend. De Regeering meent
op instemming te mogen rekenen, wanneer zij
poogt den buidigen staat van zaken, waarbij een
tweeledige en in Gemeenten met afzonderlijken
plaatselijken tijd een drieledige tijdsbepaling
wordt gevolgd, door enheid van tijd te doen
vervangen.
Het aangeboden wetsontwerp is van zeereen*
voudigen aard. Niettemin vereischt het, afge
scheiden van het bovenstaande, alsnog in tweëer-
lei opzicht toeloelichting.
Vooreerst valt mede te doelen, waarom de
Regeering regeling bij de wc. noodig acht. In
de tweede plaats behoeft de keuze vau den
Middel-Europeeschen tijd als wettelijken tijd
verdediging
Regeling bij de wet wordt gevorderd ter wille
van rechtszekerheid, alsook wijl, bij gebreke van
zoodanige regeling, op medewerking van alle
Gemeentebesturen niet met volstrekte zekerheid
zou kunnen worden gerekend.
Sedert 1 Mei 1892 zijn in het Rijk niet min
der dan drie tijden in zwang de Amsterdamsche
tijd, de in vele Gemeenten gevolge plaatselijke
tijd, en de spoorwegtijd. Voor zoover is na te
gaan, heeft dit feit tot dusver noch bij deur-
waarders-expioiten, noch by faillissementen, noch
bij andere juridische aangelegenheden tot be
zwaren geleid. Wel een enkele maal bij de toe
passing van de Arbeidswet. Doch waar invoering
wordt beoogt van een tijd, die niet minder dan
40 minuten afwijkt van den Amsterdamschen
derachlig, baar onbekend gevoel, dat juffrouw Fran-
kei vroeger by baar nooit opgewekt bad, wanneer
ze de boeken voor eenigen tijd in den lessenaar sloot.
Zy moest aan de toob denken, die bij baar toege
worpen had en die nu daar buiten in de zou lag te
verdorren en dat zij ham met bet wuiveu vau baar
Earasol als 't ware had toegeroepen, dat de weg voor
em veilig was. Zy moest even rusten, zoo verschrikt
was zij over bet denkbeeld, dat de afwezigheid van
haar man haar vreugde veroorzaakte. Het haverveld
langs den landweg eindigde hier en zy leunde tegen
een der kerseboomen, die er langs stond. Een heelen
lyd stond zy onbeweeglijk. Toen kwam de pachter
van den boomgaard uit zijn stroohutje, van waaruit
hy tegen dieven waakte. Zij wilde hem niet ontmoeten
eu zy ging verder, op bet h*ii* toe.
Reeds een heel jaar verhief zich de hooge r ode
schoorsteen der steenbakkerij boven de houten daken
der bijgebouwen van de hofstede. Toen Ester bem
met Pinksteren voor het eerst hai gezien en de zwarte
walmende rookwolk boven de oude olmen van den
tuin, had bij voor haar een verandering van Peters-
walde beteekend. Zy had nooit begrepèu hoe baar
grootmoeder er toe gekomen was. op haar ouden dag
liet pacbtcontraot op te zeggen en zelf de de zaken
weer in handen te nemen, twintig jaar nadat zy ze
als een te zwaren last vau zich af had geschoven.
Nu zag zy eerst goed in, dat haar grootmoeder zich
een last daarmee op den hals had gehaald. Mevrouw
Donates, die haarrolstoel niet meer verliet, bestuurde
uit haar huiskamer heel Peterswalde eu de nieuwe
industrieele onderneming. Zooals ze rseds lot Weller
gezegd had, had ze het weer gelukkig getroffen in
haar keuze van oen opzichter. Misschien, dat geen
mensch het waagde, onder die strenge oogen rjjn
plicht niet na te komenwellicht was ze werkelyk
zeer gelukkig in het aiezenvau haarlieden. Natuur
lijk leverde de steenbakkerij nog niets op.
De rente van dn nieuwste hypoteek moest betaald
tijd, zouden misschien moeilijkheden zijn te
duchten, indien niet de wetgever zelf aangaf,
met welken tijd men, bij de vaststelling van
tijdstippen door of krachtens de wet, heeft te
doen.
Afgescheiden hiervan zouden langs admini-
8tratieven weg de verwarring en het ongerief,
veroorzaakt door het voortbestaan van drieër
lei tijd, kunnen worden gekeerd, indien slechts
vaststond, dat de Gemeentebesturen aan een
van Regeeringswege tot hen gericht verzoek
tot uniforme tijdsbepaling zouden voldoen De
ondervinding leert echter, dat dit niet ten
volle mag worden verwacht. Op de circulaire
van den minister Tak van Poortvliet d.d. 10
Maart 1892 aan Gedeputeerde Staten, om te
bevorderen dat met 1 Mei 1892 ook de klok
ken der Gemeenten den Greenwichtijd zouden
aanwijzen, is te nauwer nood acht geslagen- De
besturen van een aantal belangrijke Gemeen
ten, waaronder Amsterdam, Rotterdam, Utrecht,
Arnhem, Middelburg, Leiden, Nijmegen en
Delft, verklaarden zich ten gunste van den
Middel-Europeeschen tijd en slechts spora.
disch werd in dete en gene Gemeente de Green
wichtijd geadopteerd-
Uitteraard stuitte by de grootere Gemeen
ten, waar men later leeft dan in de kleinere,
die circulaire op verzet, wegens de feitelijke
en in de practijk moeilijk te neutraliseeren ver
lating van het dagelijksch leven met twintig
minuten. In veel geringer mate is tegenkan
ting te vreezen bi) aanbeveling van den Mid
del-Europeeschen tijd, die. blijkens bovenver
melde adressen, bij de besturen van onderschei
dene groote Gemeenten instemming vond maar
de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat hier en
«laar ten plaltelande aan een uitnoodiging om
het dagelijksch leven met veertig minuten te
vervroegen niet gereedelijk zou worde voldaan.
Ofschoon de hinder, uit bedoelde vervroeging
voortvloeiend, waar noodig. kan worden tegen
gegaan door de voor allerlei bezigheid ge
bruikelijke uren een half uur of desnoods een
uur later te stellen, zou men allicht uit sleur
of gemakzucht alles liever bij het oude willen
laten Slechts zoo de wet zelve tot wijziging
in de tijdsaanduiding noopt, zal men er aller-
wege zonder aarzeling toe overgaan, de wette
lijke tijdsaanduiding te volgen, terwijl aan de
practijü en aan plaatselijke regeling kan worden
overgelaten om, voorzoover de noodzakelijkheid
daartoe blijkt, door verandering van nominale
uren, die gewijzigde tijdsaanduiding aan het
maatschappelijke leven te doen aanpassen.
De redenen, welke pleiten vóór en tegen in
voering zoowel van den Greenwichtijd, als van
den Middel-Europeeschen tijd, zijn reeds her
haaldelijk in het openbaar uiteengezet. Met
een kort résumé van den gedachtengang, die de
Regeering iten gunste van den Middel-Euro
peeschen tijd deed besluiten, worde alzoo vol
staan.
Dat by elke regeling bedenkingen opduiken,
kan moeilijk worden ontkend. Men vrage zich
derhalve af, welke voordeelen en welke nadeelen
wordener moesten nog nieuwe aftetplaatóen voor
de steenen gezocht worden. Mevrouw Donates zat
urenlang voor haar lessenaar te rekenen. Het voor
name gelaat, met de vele rimpels, boog zich over
de boeken zij vergeleek en overlegde. Toen zij met
Weller de eerste balans had opmaakt, was zy tevre
den. Er was geen winst, maar de ouderneming bleek
levensvatbaarheid te hebben. Wauueer de leemgrond
toereikend was, moest een steenbakkerij in bet zard
van de Mark een toekomst hebben. Er was een
nieuwe levensader gevormd voor he' oude Peters-
walde.
„Als Ester den volgenden zomer komt, moet zy
op de hoogte van de zaken komen. Zy beeft een
beider verstand en een blik voor het practische. Het
zal eenmaal goed voor haar zijn, op vasten grond
te staan."
„U denkt dus nog steeds.
Een verachtelijke handbeweging onderbrak hem.
„Ik bedoel, dat dit huwelijk eens verbroken zal
worden, op de eene of andere manier. En daarom
zorg ik voor de toekomst."
„U hebt Ester nog niet als vrouw gezieu
*Neen. En in haar brieven staat daarvan natuur
lijk niets. Ze donkt misschien, dat ik te oud ben
om me daar te kunnen indenken; maar rij vergist
zich."
Zy keek naar bet portret van haar zoon.
Weller begreep, dat zy bet huwciük van Ester
met dat van baar zoon vereenzelvigd had, dat zy
een voldoening zou smaken, wanneer haar woorden,
dat ook dit huwelijk niet gelukkig geworden zou
zyn, 'nier als in een spiegelbeeld zouden worden be
waarheid.
„Kom je dikwijls bij Breden
„Neen, tante, zelden."
„En hoe vindt je Ester
„Tegen mij is zij de oude. In haar huwelijk gunt
ze my natuurlijk ook geen blik. Breden zou waar
ten deze den doorslag hebben te geven.
Op den voorgrond zij hier gesteld, dat de bij
het spoorwegwezen ten huidigen dage gevolgde
tijdsaanwijzing allerminst onoverkomelijk be
zwaar levert tegen de strekking van het onder
havige wetsvoorstelhet verkrijgen van algeheels
eenheid van tijd. Immers, de spoorwegmaat
schappijen zijn nog altijd gerechtigd, den Green
wichtijd door den Middel-Europeeschen te ver
vangen.
Aan een andere bedenking, welke tegen dit
wetsontwerp zou kunnen worden geopperd, dat
namelijk Nederland meer tot de West-Europeesche
dan tot de Middel-Europeeache zóne behoort,
kan slechts theoretisch gewicht worden gehecht.
Het grootste deel van Ierland, een uitgestrekte
strook van het Duitache Rijk en een vrij aan
zienlijk gedeelte van Oostenrijk-Hongarije zien
zich eveneens een tijdsaanduiding toegekend,
welke niet is die van hun eigen zóne, doch over
eenkomt met die van een aangrenzende zóne.
Ook in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika
vallen de grenzen tusschen de vier tijdstrooken
van 15 gi. breedte niet langs rechte lijnen. Nu
ligt Nederland wel is waar niet binnen de Middel*
Europeesche zóne. Daartegenover staat nochtans,
dat ons vaderland op de uiterste Oostelijke grens
van de Greenwich-zóne en alzo 3 nagenoeg in het
midden tusschen de beide zones ligt, terwijl het
naar het Westen door de zee van het grootste
oppervlak der Greenwich-zóne wordt gescheiden,
zoodat tijdseenheid met Groot-Brittannië uit dien
hoofde geen practisch voordeel aanbiedt.
Een derde bedenking luidt, dat België den
Greenwichtijd heeft ingevoerd en niet blykt, dat
het daarvan vooralsnog terug wil komen. Het
springt echter in het oog, dat, waar éenheid van
tijd met België en het Duitsche Rijk voorshands
is uitgesloten, de omstandigheid dat onze Ooste
lijke grenslijn aanmerkelijk langer is dan de
Zuidelijke, terwijl bovendien onze handelsbetrek
kingen met Duitschland uitgebreider zijn dan
die met België, er toe lijden moet, bij voorkeur
aansluiting in Oostelijke richting tot stand te
brengen.
Indien niettemin aan de bovenbedoelde be
denkingen eenige waarde niet kan worden ont
zegd, en bepaaldelijk die, welke zijn outleend
aan de thans gangbare tijdsberekening bij het
spoorwegwezen en aan de geographische ligging
van Nederland, tot aanneming van den Green
wichtijd zou kunnen doen overhellen, aan een
daartoe strekkenden maatregel van deu wetgever
zoude éen, hoogst ernstig, economisch nadeel
kleven, hetwelk volstrekte uitsluiting van den
Greenwichtijd als wettelijken tijd gebiedt.
Het is niet aan twijfel onderhevig, dat te onzent
de Greenwichtijd een wezenlijke verlating van
het volksleven teweeg zoude breDgen en dat
daarentegen de Middel-Europeesche tijd in door
snede een essentieele vervroeging, gepaard met
belangrijke besparing op het kostbaar gebrmik
van Kunstlicht, in zich sluit.
Men leeft in het algemeen gesproken „op de
Klok''.
In drieërlei opzicht valt vergelijking van de
schijnlijk openhartiger zijn, als ik er hem naar vroeg,
maar daar beb ilc geen ziu in."
„Eu V'
„Ik weet 't niet, tante", zei Weller onrustig, „wer
kelijk niet. Dat Ester zou vinden, wat zy zocht, heb
ik óok niet verwach:. Dat was de eenige overdry ving
in haar anders zoo eenvoudige natuur, die versterkt
werd door de berinnering aan haar te vroeg gestorven
ouders."
Mevrouw Donates knikte.
„Dat een huwelijk, z >oals zij het zich voorstelde,
mogelijk is, betwijfel je dus ook", zeide zy, bevredigd
in baar ongeloof.
Weller stond op.
„Dat wil ik er niet mee zeggen, tante. Bovendien
al die vermoedens bebben geen reden van bestaan.
Ik zal nooit traebten te dringen in hetgeen Ester
misschien voor ons gesloten wil houden. Als ze my
noodig heeft, ben ik gereed. Ik ben haar vriend, maar
niet haar spion."
„Je bent net zoo'n idealist, als dat dwaze meisje",
dacht mevrouw Donates, inaar zij sprak het niet uit,
want ondanks zijn idealisme vertrouwde zy Weller.
Toen Ester icwam, moest zij werkelijk haar mor
genuren aan haar grootmoeder wjjden. Zij verwonderde
zich hier wel wat over, want vroeger had mevrouw
Donates haar nooit met haar zaken laten bemoeien;
maar zy hield het voor een teeken van overlading
en stelde zich spoedig en gemakkelijk op de hoogte
by de gedachte behulpzaam te kunnen zyn. Werkelijk
hield zij van een practischen arbeid, waarin zy met
bestaande waardon rekende. H iar man nam het haar
steeds kwalijk, dat zij den sprong in het duister maar
niet durfde nemen.
(Wordt vervolgd.)