Dinsdag 10 1906. No. 7220. 55e Jaargang. Feuilleton. De verloren erfenis. FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdagen Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden /"l. franco per post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale- officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/11.25; eikeregel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9. Postbus 9. Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. LANDWEER. District No. XVIII. Uitbetaling der toegekende vergoedingen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente Amersfoort brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden, dat de uitbetaling der vergoedingen, toegekend wegens het verblijf onder de wapenen tot deelneming aau de in dit jaar voor bovenvermeld District ge houden oeleuingen als bedoeld bij art. 11 der Landweerwet (Herhalingsoefeningen), zal plaats hebben ter Gemeente-secretarie, en wel te beginnen mot Woensdag, den 11 Juli a. s„ en voorts bij voorkeur op eiken volgenden Vrijdag en Woensdag, telkens van 9 tot 12 ure. De uitbetaling kan slechts geschieden tegen het „voldaan" teekenen op den ter Secretarie aanwezi gen Verzamelstaat, zoodat de belanghebbenden ver plicht zijn de bun toekomende gelden In persoon aldaar af te halen. Is de vergoeding toegekend aan de eohtgenoote van den dienstplichtige, dan zal de door dezen aangewezen gemachtigde gelijktijdig met de actngenoote ter 8ecratarie aanwezig moeten zijn. Zonder dient aanwezigheid zal de uitbetaling niet kunnen plaats hebben. Vergoedingen, die niet zijn afgehaald bianen zes weken na den hlervoren voor elk wapen aangegeven eersten betaaldag, worden als onnoodlg beschouwd en deswege geacht niet te zijn toegekend. Belanghebbenden wordon mitsdien in bun eigen belang dringend uitgenoodigd, zicb op een der hiervoren aangegeven dagen en uren ter Gemeente secretarie te vervoegen, ten einde de hun toegekende vergoeding in ontvangst te nemen. Amersfoort, 7 Juli 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. WUIJTIERS. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS, looo-Secretaris. LANDWEER. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT, Gezien het 3de lid van 110 der Landweerinstructie I: Brengt ter kennis van een ieder, wien zulks aan gaat: lo. de dienstplichtigen bij de militie te land, die in den loop van dit jaar een achtjarigen dienst bij de militie te land hebben volbracht, dat zijn in het algemeen zij, die behooren tot de lichting van 1898, zullen op 1 Augustus a.s. overgaan naar de Landweer echter gaan niet over naar de Landweer de plaats vervangers, de nummerverwisselaars, zij die behooren tot een der bereden korpsen of tot het korps Tor- pedisten en zij, die in het genot zgn van onthelliug van den werkelijken dienst; 2o. zij, die overgaan naar de Landweer, moeten zicb voor 31 Augustus a.s. iu persoon aanmelden bij den Burgemeester hunner woonplaats en daarbij inleveren hun zakboekje met daarin gehechton ver lofpas; de verlofgangers evenwel, die buitenslands verblijf bouden, behoeven zioh niet in persoon aan te melden, doch zullen hun zakboekje met daarin geheebten verlofpas bij aangeteekenden brief (met duidelijke vermelding van hun volledig adres buiten het Rijk) hebben roe te zenden aan den Burgemeester hunner laatste woonplaats binnen het Rijk; 3o. zij, die op 1 Augustus a.s. overgaan naar de Landweer, zijn van dien datum af onderworpen aau alle voorschriften voor de Landweer gegeven Vestigt met nadruk de aandacht op de navolgende bepalingen der Landweerwet Art. 24. Do verlofganger van de Landweer meldt zioh binnen dertig dagen na den dag van zgn over gang naar de Landweer of na dien, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den Burgemeester zijner woonplaats aan, ten einde deze den verlofpas, hem bjj de Landweer of laatstelyk bij de militie uitgereikt, voor gezien of opnieuw voor gezien teekene. De verlofganger van de Laudweer, die buiten bet Rijk woont of verblijf houdt, of die zich bij zgn ver trek met verlof buiten het Rijk begeeft, kan, ter vervulling van de verplichting in bet vorig lid om schreven, binnen den daarin vermelden termijn zijn verlofpas bij aangeteekenden brief ter afteekening toe zenden aau den Burgemoester zijner laatste woon plaats binnen het Rgk. De verlofpas wordt hem door dien Burgemeester bij aangeteekenden brief teruggezonden. Art. 25. De verlofganger van de Landweer, die zich in eene andere Gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burgemeester zijner woon plaats. BinneD dertig dagen na don dag, waarop hij komt in de Gemeente, waarin hij zich vestigt, meldt hij zich aan by den Burgemeester dier Gemeente, ten einde deze zgn verlofpas voor gezien teekene. Art. 27. De verlofganger van de Landweer mag zich zonder toestemming van Onzen Minister van Oorlog niet langer dan gedurende een jaar buitens lands begeven. Aan den verlofganger van de Landweer, die niet in verzuim is, wordt deze toestemming, wan:-eer zij gevraagd wordt en blijkt noodig te zijn ter zake van uitoefening of opleidiug tot landbouw, handel of nijverheid in gewone tijden niet geweigerd. Bij de toostemming kan de ver'ofganger worden vrijgesteld van do verplichting tot deelneming aan de oefeningen in artikel 11 vermeld, tot het bijwonen van het bg artikel 29 voorgeschreven onderzoek en tot bet komen in werkelijken dienst in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone om standigheden. Aan de toestemming kunnen overigens zoodanige voorwaarden worden verbonden, als in het belang vaD den dienst noodig worden geoordeeld. Art. 28. De verlofganger van de Landweer, die artikelen 2-1,25 of27 niet naleeft, wordtin v-srkelijken dienst geroepen en daarin gedurende ten hoogste eene maand gehouden. De duur vau dezen dienst wordt bepaald door Onzen Minister van Oorlog, die tevens het korps van het leger aanwijst waarbij de werkelijke dienst moet worden vervuld. SV* Zij, die familiebetrekkingen hebben, die in het buitenland verblijf houden en In de termen vallen van overgang naar de Landweer worden uitgenoodigd, belang hebbenden te herinneren aan de bepaling ven artikel 24 bovengenoemd. Amersfoort, 9 Juli 1906. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. 2 (Slot). Daarna fluisterde hg met zwakke stem: „Ik ben dwaas geweest ik beb mijn gezond verstand heel mijn leven lang niet gebruikt. Maar Hg, die in alle harten leest, weot of mgn daden al dan niet door ijdelheid werden ingegeven. Ik weet het nietl God alleen weet of ik ijdele ennuttelooze dingen beb gedaan." Telkens zulke woorden herbalend, gaf hij mij het beek. Ik her.nner mg nog zoo goed wat hg zei, omda:ik, thuisgekomen, het herbaalde tegen moeder. Die anno man Hg was geheel op alleen de ijdel heid hield hem nog overeind. „Heb je 't gelezen vroeg bij den volgenden dag. „Ik ben den geheelen nacht, er voor opgebleveu, fluisterde ik aan zgn oor, om hem genoegen te doen 'tla het laatste, maar '1 beste en kraohtigste." De BURGEMEESTER van AMERSFOORT brengt ter kennis van de ingezetenen dezerGemeente, dat het door den Directeur van 'sRijks direct: belastingen, enz te Utrecht executoor verklaard kohier No. 1 van de Bedrijfs Belasting over het dienstjaar 1906,1907 aan den Ontranger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter band ge steld aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bg de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaau en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 10 Juli 1906. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Het Arbeidscontract. DL In het arbeidscontract is óok geregeld in welke gevallen het loon aan een auder dan aan den arbeider mag worden uitgekeerd. In de eerste plaats mag dit alleen geschie den, indieu de arbeider aan een derde heeft verstrekt een immer herroepbare schriftelijke volmacht om het loon te ontvangen. In de tweede plaats kan het loon van een minder jarige, dat in geld is vastgesteld, geheel of gedeeltelijk aan zijn wettelijk en vertegen woordiger worden betaald, indien deze laatste in zijn schriftelijke machtiging tot hel aan gaan der arbeidsovereenkomst daaromtrent deze voorwaarde heeft opgenomen. Die ver tegenwoordiger wordt dan ten aanzien van het loon als de arbeider aangemerkt. Heeft hij geen dergelijke voorwaarde opgeno men, doch verzet hij zich schriftelijk tegen uitbetaling aan den minderjarige, dan zal het loon eveneens aan hem worden voldaan. In andere gevallen dan de beide hiervoren genoemde, is de werkgever door voldoening van het loon aan den minderjarige behoor lijk gekweten. In de derde plaals wordt nog genoemd het leggen van beslag op een ge deelte van het loon. Beslag op het nog onder den werkgever berustende loon kan, indieu het in geld vastgestelde loon f 4 per dag of minder bedraagt, niet verder worden uitge strekt dar. tot éen vijfde van het in geld vastgestelde loon. Bedraagt het loon meer dan f4 per dag, dao kan op het gedeelte, be rekend naar f4 per dag, slechts tot éen vijfde beslag worden gelegd, doch is op het verdere loonsbedrag een onbeperkt beslag toegelaten. Overdracht, in pand geving of elke andere handeling, waardoor de arbeider eenig recht op zijn loon aan een ander toe kent, is slechts geldig, voorzoover het beslag geldig zou zijn. Er bestaat echter geenerlei beptrking, wanneer het beslag dient tot ver haal van onderhoud, waarop de beslaglegger volgens de wet aanspraak heeft (armbesturen bijv. hebben krachtens de Armenwet recht tot verhaal wegens verleenden onderstand). Bedingen, welke met de voorschriften om trent beslag i;i strijd zijn, verklaart het ar beidscontract nietig. Elke voldoening aan derden, anders dan overeenkomstig deze be palingen, is nietig. De voldoening van het in geld vastgestelde looq moet geschieden in Nederlandsch wettig betaalmiddel. Is dit loon vastgesteld in g ld van een vreemd Rijk, dan zal het in Neder landsch geld worden berekend naar den koers van dag en plaats der betaling, of, indien daar geen koers bestaat, naar dien der naast- bijgelegen handelsplaats, waar een koers bestaat. Hiermede wordt betaling in vreemd geld voorkomen. Er is echter éen uitzondering. In de Gemeenten n.l. waar krachtens de daarvoor bestaande bestaande bepalingen sommige vreeraden zilveren, nikkelen, bron zen en koperen munten in betaling mogen worden gegeven (grensgemeenten) zal het loon mogen worden voldaan in wetttg be taalmiddel ot biljetten van de Banken van het Rijk, welks munten aldaar zijn toegelaten, doch steeds zal de arbeider het recht behouden om Nederlandsch wettig betaalmiddel te eischen. üok omtrent de plaats van betaling zijn voorschriften opgenomen. Is de plaats van voldoening niet bij overeenkomst, reglement of door het gebruik bepaald, dan heeft de werkgever de keus om de voldoening te doen daar, waar de arbeid in den regel wordt verricht of ten kantore van den werkgever, indieD dit is gelegen in de zelfde Gemeente waar de meeiderhei-1 der arbeiders woont, of aan de woning van den arbeider. Hg glimlachte zwak en trachtte mgn hunden te streelen als die van een vrouwmaar zgn kracht begaf hem. 't Beate en kraebtigateherbaalde ik, ziende, dat dit hem goed deed. Doch hg antwoordde niet meer. Ik zag hem aau hij had de oogou gesloten en scheen te slapen. Hij waa doodGestorven met den glimlach van voldoening op de lippen. Zóo stierf m\jn oom. U kunt zich voorstellen, dat mijn mooder en ik ons best deden oin hem oen eervolle begrafenis te bezorgen. Het oogonblik, waarop het teatamont gezocht moest worden, was aaugebrokeu. Wg begonnen er aan, eerbiedig en stil en eer de dag ten einde was, hadden wg alle Kasten en meubelen ouderstboven gehaald, zonder ecu spoor van het testament te vinden. Wg vroegen de huishoudster en deze verklaarde, dat zg getuige geweest was bg een testament, ge schreven op een half vel papier, heel kort. Dat was een maand geleden. De andere getuige was de tuin man, die het woord voor woord van buiten kende. Maar al wat wij vonden, het testament niet. Mgn moeder dacht er al over, of hjj'tsom3 meegenomen had in 't graf. Kindelglc kwam een advokaal voor den dag met liet is natuurlijk voor den arbeider van belang, dat de uitbetaling van zijn loon niet al te lang op zich laat wachten. Daarom zijn algemeene regelen hiervoor vastgesteld. De uitbetaling van het in geld, naar t ij d- ruimte, vastgestelde loon zal n.l. moeten geschieden, als volgt: a. indien bet loon bij de week of bij kortere tijdruimte is vastge steld (bijv. per dag of per uur), telkens ca éen weekb. indien het loon is vastgesteld bij een tijdruimte, langer dan een week, doch korter dan een maand, telk'ens na verloop van den tijd, waarbij het loon is vastgesteld c. indien bet loon bij de maand is vastge steld, telkens na éen maandd indien het loon bij langere tijdruimte dan een maand is vastgesteld (bijv. per jaar) telkens na een kwartaal. Bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement mag hiervan in zoover worden aigeweken, dat de uitbetaling van Iood, dat bij een kortere tijdruimte dan eeD halve maand is vastgesteld, telkens na een halve maand, en van loon, dat bij de maand is vastgesteld, telkens na een kwartaal zal plaats hebben. Bedraagt het loon van arbeiders, die niet bij den werkgever inwonen, f4 per dag of minder dan mag dat loon niet anders worden uit betaald, dan uiterlijk telkens na een halve maand. Ten aaDzien van arbeiders, die bij den werkgever inwonen, is met het oog op landbouwarbeiders, dienstboden, enz. -• van de bovenbedoelde regeling afgewekeu. Voor hen zal de uitbetaling geschieden telkens na verloop van de tijdruimte, aangegeven door het plaatselijk gebruik, tenzij bij schriftelijk aangegane overeenkomst ot reglement is be dongen, dat de regeling, zooals die in het arbeidscontract voorkomt, toepasselijk zal zijn. Daar het arbeidscontract alleen uiterste termijnen noemt voor de uitbetaling, is het te begrijpen, dat tevens is bepaald, dat die termijnen door partijen, met onderling goed vinden, steeds ingekort zullen mogen worden. Bij de uitbetaling van het in geld, doch niet naar t ij d r ui m te vastgestelde loon (dus stukloon) zijn vorenstaande regelen ook toepasselijk, met dien verstande, dat dit loon geacht zal worden te zijn vastgesteld bij de tijdruimte, waarbij het loon gewoonlijk wordt vastgesteld voor den arbeid, welke ten aan zien van aard, plaats en 'ijd het meest nabij komt aan het stuk- of aangenomen werk. Bestaat het loon in geld iu een bedrag, dat afhankelijk is gesteld van eenig gegeven dat uit de boekhouding van den werkgever moet kunnen blijken, dan zal de uitbetaling moeten geschieden telkens wanneer dat be drag kan worden vastgesteld, doch in elk geval ten minste eenmaal per jaar. Betreft het gegeven evenwel de winst, welke in des werkgevers onderneming of een deel daarvan wordt behaald, en brengt de aard van het bedrijf of het gebruik mede, dat deze winst eerst na langer tijdsverloop dan éen jaar wordt vastgesteld, dan kan bij schriftelijk aangegane overeenkomst ot reglement worden bepaald, dat de uitbetaling telkens na die vaststelling zal geschieden. Dit is o.a. van een ander testament, een jaar te voren gemaakt, toen mijn moeder juist ruzie met hem had gehad. Dit was het eenig geldige. En in dien laatsten wil ver maakte hg al zgn geld en goed aan den zoon van zijn neef. den zelfde, dien men altgd had moeten wegbrengen en die later nooit weer bij hem was gekomen. Hel testament werd geëxecuteerd. Die andere kreeg de erfenis en zoodra bij meerder jarig was, begon hij er vau te profiteeren, En hoe! Hg dronk, speelde, leende linksen rechts en maakte alles op, en eer kg dertig jaar was, stierf hij. Dat is nu drie jaar geleden. U begrijpt, dat'teen slag voor mg was. Al mgn plannen vielen in dui gen, toen mijn oom stierf. Ik heb mijn „ups and downs" gehad en op dit oogenblik... Ik zal 't maar eerlgk zeggen: ik heb behoefte aan steun. En wil ik u 't slot van de geschiedenis vertellen Ik zat een poos geleden in miju kamer na te deu ken over de middelen om uit mgn ellendige positie te geraken. Daar viel mijn oog op do boeken, die mijn oom geschreven had, en die liij mg had gege ven. Ik kreeg een aanval van woedo ou gooide ze alle op den grond, al die prullen, welke voor mg niets waard waren Een er van viel open eu wat denkt u, dat er uitkwam? Het testament, dat hg mg eigenhandig had gegeven in zgn laatste De verteller steunde met de handen op de tafel en keek met zijn óene oog in zgn leeg bord Toen schudde hij het hoofd on zei „Ik had het nooit gelezen, dat boek! Ik had 't niet eens opengesneden I" Ik begon verstrooid een mug op viuohen, die zich verdronken had in een glas water. „Dit geval bewgst hoe jjiiel de scbrgvers zijn hernam hg. mg aanziende. Zou het een grap van hom geweest zgn I-Ig had zich zeker verbeeld, dat ik regelrecht naar huis zou gaan om dat geze gende boek te lezen I Maar wat bewijst dat?" Weer tuurde hij in 't leege bord. „Dat wij, arme menschelijke wezens, ons dikwijls vergissen in 't beoordoelen van anderen 1" Maar het was niet mogelgk, zich te vergissen in de welsprekende uitdrukking van zgn eene oog. Ik gaf hem een kleine ondersteuning in geld, waarvoor hg met warmte dankte.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1