Donderdag 8
November 1906.
No. 7272.
56e Jaargang.
Feuilleton.
De misdaad zijos broeders.
UITGAVE
FIRM A A. H. VAN CL FSFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f i.
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer lü cent. Legale,
oflicieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
Postbus 9 Tolophoon 19.
Ecu ltijks-H. B. S.
te Harderwijk?
Zoodra do plannen tot het vorkrijgen oeuer
Rijks-Hoogero Burgerschool met vijfjarigen
cursus te Harderwijk vaster vorm aannamen
en het comité ad hoe meer n tar builen ging
werken, hebben we dienaangaande af en toe
mededeeltngen ged iao.
Dinsdagavond nu trad in het concertzaaltje
te Harderwyk het Kamerlid mr. H. Sinenge op
om het plan te bespreken om zoo spoedig
mogelijk voor de Üver-Veluwe een Rijks-
Hoogere Burgerschool mot vijfjarigen cursus
te Harderwijk te verkrijgen. «Elk jaar uitstel
is achteruitgang en stilstand tier middelen
van bestaan voor stad en landstreek, belem
mering der welvaart, schade voor allen" stond
iu de uitnoodiging om die vergadering bij
te wonen, welke, met het oog op den soms
grouten afstaand dien de belangstellenden
hadden al te leggen reeds oin 6.15 begon.
Het zaal je was ondanks het zeer slechte
weer propvolalle stoelen waren bezet en
niet alleen achterin de zaal, op de gang voor
een open deur maar ouk achter de coulissen
van het kleine tooneel, waar spreker en
voorloopig comitéhadden plaats genomen,
stonden menschen met gespannen aandacht
te luisteren naar mr. Stnenge. Menschen van
allen stand.
De oud-officior van gezondheid van de
Koninklijke Marine dr. Van Rhijn opende de
bijeenkomst ouder herinnering hoe, vooral
door toedoen van den heer N. F. Perk, Hoofd
der School te Nunspeet, deze beweging is
ontstaan en deze heer in 't voorjaar van dit
jaar in een der locale bladen der wensche-
lijkheid betoogde om te Harderwijk zoodanige
H. B- S. te verktijgen. Hij wist enkelen warm
te maken voor zijn donkbeeld en zoo ont
stond een voorloopig comité waarin zitting
hadden heeren uit Harderwijk, Nunspeet,
Nijkerk en Elburg. Van de ineest uiteen-
loopende zijden werden inmiddels ontvangen
betuigingen van sympathie en instemming,
waaronder zeer worde gewaardeerd die van
graaf Van Bijlandt die, als Voorzitter van
een der sectiën van de Tweede Kamer,
jammer genoeg verhinderd was, deze ver
gadering bij te wonen.
Spr. verheugde zich over Ja zeer talrijke
opkomst, sprak een woord van bijzondere
waardeering voor hen die uit de omliggende
Gemeenten waren gekomen, soms uren ver,
complimenteerde de Burgemeesters van Put
ten, van Nunspeet en van Erraeloo en Bur
gemeester, Wethouders en Raadsleden van
Harderwijk en gaf nu het woord aan den
heer Perk.
Deze deelde mede welke stukken zijn in
gekomen bij het voorloopig comitéeen
schrijven van mr. graaf Van Bijlandt, lid
der Tweede Kamer voor Apeldoorn, die de
school dringend uoodig en gewenscht acht
en haar stichting gaarne zal bepleitenindien
het particulier initiatief voorgaat, zal en kan
de Regeering helpen. Een schrijven van
den heer K. Reijne, Kamerlid voor Kampen,
die ten zeerste belang stelt in het plan, over
tuigd aio hij is, dat de geheele landstreek er
door wordt gebaat. Een schrijven van dr.
Brants, Kamerlid voor Ede, die deze zaak
van groot belang acht, welke zijn volle sym
pathie heeft. Een schrijven van ds. Spij
kerboer, Ned. Hervormd predikant te Harder
wijk, die door ambtsbezigheden verhinderd
was ter vergadering te komen doch zyn
volle sympathie wensohte te betuigen.
Alsnu kreeg mr. Smeenge het woord.
Spr. begon met te vragen of bet wel
noodig was, dat hief iemand kwam spreken
over een zóo noodige zaak. Spr. zou in
tegendeel wenschen, dat in ons land geen
bijeenkomsten als deze behoefden belegd te
worden. Spr. vreesde niet, dat iemand hem
zou tegenspreken wanneer hij zeideer dient
voor gezorgd, dat overal in den lande die
kennis kau vergaard, welke in den tegen-
woordigeu tijd voor ieder noodzakelijk zijn.
Spr. heeft zeer gaarne voldaan aan de uit
noodiging om te komen spreken omdat hij
nu dank kan brengen aan en sympathie uit
spreken met hel comité opdat het zie, dat
zijn arbeid ook buiton de landstreek wordt
gewaardeerd.
Wie twijfelt nog aan de waarheid van deze
stelling: In den tegenwoordigen lijd vormt
kennis macht.
Daar is spr. eens toegevoegd toen hij elders
zeide, dat kennis macht is: »Ik heb een
paardenkooper gekend, die nooit op school is
geweest en toch een groot vermogen zich
verworven heeft". Had die man dan niet in
ieder geval vakkennis?
Daar zijn er die zeggen«Wie op 't plat
teland zijn leven slijt en zijn dagelijksch brood
verdient, heeft geen groote geleerd lieid noo
dig". Dat is zoo doch zonder kennis, telkens
meer kennis, komt hy er niet. We leven in
het teeken, dat kennis is macht. En hoe meer
kennis men verwerft, des te meer komt men
tot de ervaring, dat men nog steeds te
weinig weet. Geen gelegenheid mag worden
verzuimd om kennis op te doen. Wie kennis
verbreidt onder 't volk, verschaft aan dat
volk macht len goede. Gelukkig wordt de
kring, waarin men meent het buiten weten
schap te kunnen stellen, steeds kleiner. De
talrijke opkomst is voor spreker een bewijs,
dat ook in deze landstreek veler oogen ziju
opengegaan voor de nooden en behoeften van
dezen tijd.
Hoe ver ook verwijderd van groote centra
van bevolking en verkeer moet men, wil
men niet ondergaan in den strijd om het
bestaan, zich kennis verwerven, ten einde
krachtig te zijn in dien strijd en dus macht
te vormen.
Spr. verheugde er zich over, dat in deze
goede stad, waar voorheen de wetenschap
meermalen hoogtij vierde, weder pogingen
worden aangewend om licht te brengen over
de Over-Veluwe. De minder financieel ver
mogenden zullen mettertijd het comité grooten
dank brengen voor zijn pogen om kennis te
brengen onder alle standen.
Deze tijden vorderen kennis, veel en goede
j kennis voor ieder, van wat stand hij ook zij.
Spr. verzocht terug te denken aan die
periode toen bier te lande de stoom in toe
passing werd gebracht en menging profiteeren
van de electriciteit, samen productiewijzen
die het gebiedend noodzakelijk maken, dat
men bedrijf of ambacht uitvoert met meer
kennis dan voorheen en met de meeste ken
nis voor de minst bedeelden. Niet alleen
binnen onze landpalen, maar ook in het bui-
40.)
„Och" meende de heer Herbert Muurse „ik zal
het verlies van die som per slot van rekening heel
wat minder voelen dan bet verlies van Erminie.
Ze is een goud kind en eou lieve dochter en het
spijt me werkelijk, dat Crosby zoo'n haast maakt,
want het valt me werkelijk harder dan je misschien
wel denkt, van haar te moeten scheiden. Het moet
echter gebeuren, of door omstandigheden, waartegen
we niets vermogen, zullen we misschien van alles
beroofd wordeu, eer Erminie gevestigd is. Ia het
huwelijk eenmaal voltrokken, dan is hot mij onver
schillig wat er gebeurt, waut ik heb moor dan ge
noeg van dit loven vol angst cd zorg."
„Onzin, onzin, Herbert; je wordt dwaas op je
ouden dag", antwoordde mevrouw Muurse boos
„Waarovor maak je je op eens zoo beangst Waar-
om zou je thans in grooter gevaar verkeoreu dan
vroeger
„Ilc weet het niet, Emiline, maar ik heb een
voorgovoel, dat er voor ona beiden gevaar in de
lucht is. Die raau, die Pearson, maakt ine angstig.
Hij zegt, dat hjj Prank in het buitonland gekend
heeft, terwijl wy allen dachten, dat hij dood was
ou die Pearson beloofde mijn broeder, dat hjj, wan
neer by ooit naar Engolanu terugkeerde, alles doen
zou om diens onschuld aan het licht to breugen."
„Eu al doet hij dat, wat gaat dat ons dan aau
„Eenvoudig dit. Hy zou lang vorgeteu oude ge
beurtenissen san den dag kunnen breugen en denk
eens, hoe ontzettend dat voor ons zijn zou. Ver'
tenland schiepen stoom en electriciteit een
gaosche ommekeer, maar ook maakten zij,
dat wij medeburgers werden van éen groot
wereldgeheel, dat wij onzen invloed konden
doen gevoelen in andere werel. idealen. Uit
de voor ons ontsloten werelden leveren de
bewoners ons wat zij scheppen en schenken
ons van hun overvloed, hetgeen wy hier te
kort komen. Hierin ligt de oorzaak van het
vragen naar kennis, van den drang om steeds
meer te willen weten.
Vroeger was «stomme boer" eori geijkte
term, maar thans is een domme boer een
bedelaar, of hy wordt bet al spoedig. De
boer, die thans nog de vaderlijke en groot
vaderlijke methodes toepast in zyn bedrijf,
is onherroepelijk verloren. De tarwe is dooi
de nieuwe productiewijze gedaald van f 16
tot f8, de rogge van f 12 tot f5; maar dc
boer, dio de nieuwe methoden volgt, is or
met die lagere prijzen beter aan toe, dan
de boer die in den ouden sleur blyft.
Ook voor den boer, evenals voor clkon
anderen kring van ons volk, is waar do stel
ling: ge moet met de minst mogelijke uit
gaven do hoogst mogelijke productie weten
te bereiken, zelfs op den armsten bodem.
Vroeger wilde do boer niet weten van
kennis; hij Jeed zyn bedrijf zoonls vader en
grootvader het doden een poging om hooger
landbouwonderwijs in te voeren, is totaal
mislukt. Doch zóo dikwijls is herhaald aken-
nis is macht" en zóo lang heeft men dit
woord laten druppelen tot de steen werd
uitgehold en enkelen begonnen te luisteren.
Thans is er een heele ommekeer. Iedere
hoer die zijn b' lang begrijpt, weet van kunst
mest, teelt zijn bieten op suikergehalte, enz.
Wil men cijfers? In de armste provincie
des lands, in Drente, werd in 1891 gebruikt
voor f300000 aan kunstmest; in 1905 reeds
voor £1800000. Zelfs de Dreatsche boer is
dus verstandiger geworden en heeft leeren
bcgrypen, dat kennis macht is.
Komt dat besef, dan komt ook op de zucht,
zelf Jte willen leeren, zich steeds meer en
beter op de hoogte te stellen en wil men in
't eigen dorp, in 't eigen huis gelegenheid
hebben die kennis te vermeerderen.
Niet alleen de landbouwer, ook de zuivel-
boer is meegegaan met zijn tyd. Door de
stoom en de electriciteit werd de Hollaudsche
zuivel, eens ons hoofdproduct, verdrongen
van de wereldmarkt. De Denen en deNieuw-
Zeelanders zijn door kennis en wetenschap er
toe gekomen een beter product te maken
middels betere werktuigen en ander vee.
Thans zijn er ook hier te lande zuivelfabrie
ken bij honderdtallen en worden boter en
kaas nog slechts met de han l bereid als deze
moeten dienen voor het heerenhuis.
Toen de boterfabrieken hier te lande wer
den opgericht, vroeg men welke boer de
meeste melk leverde; thans vraagt men wie
de beste melk levert, met hot grootste vet
gehalte.
Ook de veefokker heeft geleerd, dat hy
niet kan volstaan met een mannelijk en een
vrouwelijk fokdier, van inferieure qualitoit
te hooi en te gras wat te eten te geven, doch
dat hy alleen er kan komen door graan en
hooi van de beste kwaliteit te voeren aan vee
van do allerbeste soort.
Met den ambachtsman is hot al evenzoo.
Ook in dien kring vraagt men naar konnis,
steeds naar meer kennis. Ook hier hoeft de
tijd der domme krachten uit. 'tls niet meer
voldoende, dal ioinand een plank kan schaven;
de .stoommachine doet dat vlugger en betera
De timmerman moet tbans hebben waren-
konnis, toekenonderwys, moer konnis dan hy
op de Lagere school kan vergaren. Juist uit
«lezen kring kom telkens do klacht«wy
leeren niet genoeg alleen de busten onder
ons kunnen een plaats krijgen by de machines
die raam- en deurkozijnen kant en klaar
afleveren".
Ook voor den koopman is thans meer
kennis noodig dan het kunnen afwegen per
ons, per half pond en een enkele maal zelfs
per heel pond. Dieiis machtige concurrent
zijn de coöperatie en do trusts. Thans moet
ook hij mei do minste produotiekosien den
grootsten omzet weten to bewerkstelligen,
en er voor zorgen, dat niets verloren ga en
dus dat hij de beste waar levert tegen den
laagst mogolijken prijs. Daarvoor i3 uoodig
warenkennis on de wetenschap om de waren
hot best cn goedkoopst to betrekken uit hot
land voor oorsprong on langs de goedkoopste
vervoervvogon. Daartoe moet hij óok kennen
vreemde talen en kan hij niet meer volstaan
met de hulp van een onderwijzer, die oen
brief van een buitenlandsch huis voor hom
ontcijfert en zijn zoogenaamd boek bijhoudt;
daartoe moot hij ook onafhankelykzyn van
eiken tusschanpersoon, dikwyls een minder
eerlijk reiziger, dio misbruik maakt van zyn
onwetendheid. Wie spreekt vau .len «verdruk
ten middenstand" stoke do hand in eigen
boezorn en vrage of de opvoeding van dien
stand nog ally a niet schromelijk wordt ver
waarloosd.
«Geef ons niet alleen goed Lager en Middel
baar onderwys, maar ook goed Handelsonder
wijs" is do kreet van den handelsman, die
telken dage beter beseft, dat hy door konnis
moet aanvullen wat hem aan financieele
kracht ontbruekt. Waar een geleerde als bet
Kamerlid dr. Ros zich zóo interesseert
voor Hooger Handelsonderwijs, dan blykt
daaruit, dat dit zeer zeker hoog noodig is.
Do paardenhandelaar van don tegenwoor-
digen tijd moet óok vreemde talen kennen,
omdat juist de vreemdelingen de hoogste
prijzen besteden en hij maar al te vaak wordt
beetgenomendoortusschenpersooen, die maar
al te geneigd zijn, van twee kanten te plukken.
Voor dun gewonen arbeider is al evenmin
gewoon Lager onderwijs voldoende. Wie te
Boskoop, Aalsmeer of Naaldwyk bekend is,
zal zich niet verwonderd hebben, dat dogo-
wone tuindersknocht daar zóo gretig de avond
school bezoekt un daar zóo zjn best doet om
Engelsch ol Fransch te loeren. Waarom doet
hij dat? Niet alleen om, als hy zelf kweeker
is gewoiden, zyn producten aan de vreemde
kooplui te kunnen verkoopun zonder tusscheu-
komst van een tolk, maar óok om in hot
buitenland werk te kunnen vinden, waar
uien op den duur toch zelf gaat kweekeo.
Aan den ambtenaar van Staat, Provincie
en Gemcontc stelt men steeds hooger eischen.
't ls byna niet meer mogelijk, aangesteld te
worden zonder examenslechts een hoogst
enkele wordt in hot korps opgenomen uit
liefdadigheid. Geen wonder trouwens, want
eiken dag wordt hun taak ingewikkelder ou
moeilijker. Het bestuur van zelts eou klein
dorp is thans heel wat anders dan oen halve
beeldt je eens, dat by Isabella ontmoette. Wat
zou dat worden?"
„Kom, je lijkt wel niet wy?. je al zulke onraoge
ljjkhedon in 'thoofd te balen: zeker weer slenk*
geslapen, omdat jo hoofd van zulke onzinnige din
gun is vervuld ou dat jo bij toeval oen man heb1
ontmoet, die je zegt, dat hy je broer tien jaar ge
laden gekend heoft. Het is meer dan belachelijk
„Eu afgezien daarvan", ging Herbert voort, „heb
ik nog oen geweten, iota dat jy niet bezit. Hoevele
lange uaohten beb ik wakker gelogen, torwjjl ik hol
gelaat van mijn oom voor my hud, mij aanstarende
met ziju doode, glazige oogen I O, bul in vrocselyk
en ik kan bet bjjna niet dragen, wat ik woet, dat
ik in Clod's oogen evongood Frank's moordenaar
bon als wanneer ik bom had doodgeschoten. Ik was
bet, dio bom den dood in de anuen voordel En dit
allen bob ik gedaan om jou, want ik meende toon,
dal jy dio zonde waardig was, oen zoude to vtooso-
lijk bijna om aioh in den omvang er van in lo
denken 1"
„Om mijnontwil riep zyn vrouw verontwaar
digd uit.
„Ja, Emiline, jij hobt mij din misdaad doen be
gaan waardoor ik mijn ganaehn vordore leven door
wroeging verteerd bon gowordon. Eenmaal had ik
oon goeuo moeder, die mij onvonddn in do vroon van
hot kwade. Toon was ik good on gelukkig. Maar ik
zag jou et» ik kroeg jo lief. Dool» ik bedroog mij toon
ik hoopte, dat ik gelukkig zou zyn. als jij rniju vrouw
zou wezen waut jo was eerzuchtig nu treurde over
mijn gemis van geld, daar ik niut genoog had om
jou te bevredigen. Toon ontwaakte ook in n»y bet
vorlangon naar goud en ik besloot hot tor will., van
Jou lot eiken pryn to vorkrygeu ik meende, dut jo mij
Hof coudt krijgen, wanneer jo we.isch vervuld zou
zyn. Toon kwam do verzoeking. Laat ineu niot zeg
gen, dat er geen duivel is, want ik zeg je, dat dw-
tyds do duivol in mjjn hart woonde."
(Wordt vervolgd.)