Dinsdag 4 December 1906. No. 7283. 56e Jaargang. UITGAVE FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Postbus 9 Telephoon 19. kennisgevingen. JACHT. Gezien het besluit van heeren Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht, iu dato 22 November 1906, 4e afdeeling, no. 849; Gelet op art. 11 der Jachtwet; Brengt bij deze ter kennis van belanghebbenden, dat de sluiting der jacht voor de provincie Utrecht is bepaald op Maaudag 31 December 1906, met zons ondergang, met uitzonderiug echter van lo. het schieten van Waterwild, aangeduid in art. 17 der aangehaalde Wet, daar, waar het schieten van waterwild geoorloofd is 2o. het vangen van waterwild met slagnetten en het vangen van Eendvogels in eene eendenkooi of een daarmede gelijkstaand toestel; 8o. het schieten van Houtsnippen waarvan de sluiting later zal worden bepaald. En, ten einde niemand eenige onwetendheid hier van voorwende, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. Utrecht, 26 November 1906. De Commissaris der Koningin voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. Eenheid van tijd. Niet onaardig is hetgeen het »Utr. Dbld." dezer dagen schreef over de quaestie der invoering van éen uniformen tijd, die weder zoo heel veel pennen in beweging brengt. Het zegt daarover Veertien jaren geleden heeft de dagblad- pets in Nederland met groote eenstemmigheid tegen de invoering van den Greenwichtijd in het burgerlijke leven een waarschuwende stem doen hooren. De meeste groote Persorganen hebben be slist vóór de iuvoering van den Middel- Europeeschen tijd bij het spoorwegwezen en in het burgerlijke leven partij getrokken. Welnu, wij hebben in ons archief eens een en ander nageslagen. Wilden wij volledige aanhalingen geven zoo zouden wij over groote plaatsruimte moeten beschikken, zóo algemeen was de uitspraak der dagbladpers in die dagenliever volstaan wij dus met enkele citaten uit eenige bladen. Algemeen Handelsblad, 17April 1812. «In de kolom Binnenland onder het op schrift »Vervroegingscomité's" schrijft de Redactie«Onmiskenbaar zijn de groote voor- deelen aan die aansluiting (ui Oostelijke rich ting) verbonden, waardoor ons geheel dage- lijkseh leven 40 minuten zou worden vervroegd en wij in het grootste deel des jaars langer in het zonlicht on korter in het kunstlicht zouden wakker zijn.... Geen verandering dus in de uurtelling waarnaar wij leven, dan een zoodanige, die voordeel oplevert voor gezond heid en beurs tevensIndien de besturen. onzer volkrijkste Gemeenten de handen in éénsloegen en gezamelijk een keus deden, zou dan niet het spoedigst het vraagstuk voorgoed beslist zijn Nieuwe Rotter da msche Cou rant, 2 April 1892: Laat ons niet rusten vóór wij bewerkt hebben, dat alle autoriteiteninzien, dat de inlijving by Greenwich ons op den duur in houderderlei vorm telkens wederkeerend nadeel bezorgt. Nadeel, waartegen bij open lijke adressen reeds geprotesteerd werd door Feuilleton. Dei Hel beste wat Herbert Muu rse kon doen, was de I bekentenis te schrijven. Met iets van zijn oude 1 zekerheidg:.ngbijnaarz\jneigen kamer en begon de verklaring te schrijven, waarom zijn broeder ge- l "inmiddels hadden Havik en Sudderland zich bij Vrank en de zijnen gevoegd. Er werd een boodschap gezonden aan dokter Mitchell en aan eeu rechts- peleerile in de buurt, met verzoek, dadelgk op Ravenwood te komen. Deze beide heeren haastten zich, aan de oproeping gehoor te geven. Zg moesten met Havik en Sudderlaöd de wettigheid van Her- f bert'a bekentenis getuigen. Kamers van Koophandel en door fabrikanten, door handelsreizigers en kantoorbedienden, door rechtsgeleerden en natuurkundigen, door medici en predikanten, door lithografen en handwerkslieden, kortom door duizenden in den lande van den meest verschillenden werkkring. Voorwaar een scboone taak voor de Re- geering om, in overleg met de spoorweg autoriteiten en met de besturen van Provin ciën en Gemeenten, den wagen weder in het rechte spoor te brengen, waar hij is uitge raakt toen de Nederlandsche vertegenwoor digers ter zóne-conferentie niet reeds dadelijk de aansluiting vau Nederland bij het overige Middel-Europa met hand en tand bepleit hebben, nu dit ten koste van een enkele bocht meer buiten de toch reeds overschreden zöne-meridianen kon geschieden". Vaderland, 24 Maart 1892 (Kamer overzicht) De vraag werd niet gesteld of het niet veel voordeeliger en rationeeler is, den Middel-Europeeschen tijd aan te nemen dan den Greenwichtijd. Zelfs voor de spoor wegen zelve schijnt dit voor do band te liggen. En ook voor het maatschappelijk leven zou een dergelijke vervroeging van 40 minuten van veel meer nut zijn, dan een verlating met 20 minuten, waarvoor niets pleit". Haarlemmer Courant, 23 Maart 1892: «Of de beweging ten gunste van het aan nemen van den Middel-Europeeschen tijd waardoor wij den tijd van geheel Duitschland zouden hebben zulk een omvang zal ver krijgen, dat de Regeering nog bewogen wordt om dien weg in te slaan en ons veertig minuten daglicht te doen winnen, in plaats van er ons twintig te doen verliezen, staat zeker te bezien. Van belang schijnt ons de geopperde quaestie wel In hoever de Regeering doen wil wat zij kan om verlies van daglicht te voorkomen. zal moeten blijken". Standaard, 18 April 1892 »We hebben in ieder geval dezen troost, dat, naarmate de ongemakken van den dub belen tijd grooter zijn, we dichter komen tot de vervulling van onzen wensch: éen officieelen tijd en dan den Middel-Europee schen De Tij d, 2 April 1892 «Ons komt het voor, dat ten gunste van het denkbeeld om Nederland, wat de tijds bepaling aangaat, te doen aansluiten bij de Oostelijke van ons land gelegen zóne, inder daad veel te zeggen valiEen uur langer of korter kunstlicht per dag is voor de winke liers en voor velen bovendien lang geen onverschillige zaak". De Arasterdammer, Dagblad voor Nederland, 3 en 4 April 1892: »De beweging (tot het bevorderen van de aansluiting van Nederland bij de Middel- Europeesche tijdregeling) verdient onzes in ziens krachtig te worden gesteund.... »De N. R. Ct. hoopt, dat de thans niet meer te vermijden invoering van den Greenwich tijd slechts als overgangsmaatregel.... zal be hoeven dienst te doen. «Wy hopen het met haar". (6 April). De Avondpost, 3 en 4 April 1892: Toen Herhert gereed was, liet hij Frank en de heeren bg zich roepen en toen alles behoorlijk ge rcgeld en geteekend was, nam de rechtsgeleerde het stuk mede naar huis om er, zoo noodig, bij voor- komeude gelegenheid gebruik van ie maken. Hierna ging Herbert zijn vrouw opzoeken, wier kamer in een ander gedeelte van het huis was ge legen, waar zg niets van het voorgevallene had vernomen. Hij vond Emiline verdiept in een nieuwen roman. Met een luiden, zinneloozen lach rukte hij haar het boek uit de handen. Toen ging bjj kalm naast haar zitteu en vertelde haar al betgeen er gebeurd was. Hg brak echter telkens zijn verbaal af, door luid te lachen, om dadelijk daarna in tranen uitte barsten en allerlei onzin te mompelen. In het eerst luisterde mevrouw in de uiterste verbazing naar hem, maar toen hij haar wezenloos lachend vertelde, wie die Pearson eigenlijk was en hoe deze hem bevolen had, zijn eigen huis te verlaten, werden de sterke zenuwen van mevrouw Muurse baar de baas en vluchtte zij uit de tegenwoordigheid van haar echtgenoot. «Het is nog niet te laat om ons land de voordeelen van den Middel-Europeeschen tijd deelachtig te doen worden, Daartoe echter moet de natie zicb uilen". Nieuwe Rotterdamsche Courant 30 April 1892. «Zeer juist heeft de Regeering ingezien, dat tweeërlei tijd, éen voor het verkeer en een andere voor al bet overige van het leven, niet naast elkander bestaanbaar zijn. Alleen maar is gebleken, dat de vele belangen, die bij «Ie tijdregeling betrokken zijn, zich niet kunnen schikken naar de regeling, die men heeft willen voorschrijven. Dat zoo weinige Gemeentebesturen gevolg hebben gegeven aan de aanschrijving die zij ontvingen, wat bewijst het anders, dan dat de Greenwich-tijd niet gewild is? «Van den anderen kant is reeds nu vrij voldoende gebleken, dat bij invoering van den Middel-Europeeschen tijd eenheid van tijd veel gemakkelij ker zal te verkrijgen zij n, omdat de voordeelen, daaraan verbonden, algemeen worden gevoeld, en er tot heden weinig of geen bezwaren tegen zijn ingebracht. Het beteekent vooral iets, dat het denkbeeld om door den Middel-Europeeschen tijd aan te nemen den dag, en daardoor ook den arbeid te vervroegen, meer bepaald by hen, die in handel en nijverheid en bedryt werkzaam zijn, terstond bijval gevonden heeft. Waar het dus vaststaat, dat de inzichten van hen, die met de practische belangen van het be drijvige leven te rade gaan, overeenstemmen met oordeel dat zicb naar de oeconomiscbe volksbelangen en naar de belangen van de gezondheid richt daar kan wel niet langer twijfel bestaan, welke keus er moet gedaan worden. «De Minister heeft verklaard niet overtuigd te zijn, dat bij invoering van den Middel- Europeeschen tijd de Gemeentebesturen meer geneigd zullen worden bevonden eenheid van tijd aan te nemen, dan thans. Maar is het dan niet mogelijk, dat wanneer aan de aanschrijving van den Minister zoo weinig gevolg gegeven werd, dit juist is, omdat men de voorkeur geeft nan de tijdregeling van Middel-Europa? Dat eenheid van tijd wen- schelijk is, geen Gemeentebestuur dat er niet van overtuigd zal zijnmaar men wil den tijd van Greenwich niet, om de vele en groote nadeelen, die daaraan voor het burgerlijk ieven verbonden zijn. «Zoo er ooit iets duidelijk is gebleken, dan is het dit: dat de publieke opinie voor het denkbeeld van aansluiting bij den Middel- Europeeschen tijd gewonnen is. In alle krin gen der bevolking heelt men op de ondub- belzinnigste wijze ingenomenheid daarmede aan den dag gelegd. Men heeft wat zoo zelden in ons land wordt waargenomen zoodra het denkbeeld geopperd was, een algemeene beweging zien ontstaan. En zou dan inderdaad de Minister meenen, dat de Gemeentebesturen daar buiten gebleven zijn? Neen, winneer er in de aanschrijving vau aansluiting bij Middel-Europa, in plaats van bij Greenwich, sprake ware geweest, de Re geering zou bij de plaatselijke besturen evenveel bereidwilligheid, als nu tegenstand ontmoet hebben. «Als er veertig minuten daglicht mee te winnen, in plaats van twintig minuten te verliezen zijn, zal wat de Minister wenscht terstond verkregen worden. Geen enkel Gemeentebestuur zal daartegen dan bezwaar maken,en met algemeene instemming zal de klok worden verzet". Wij hebben hieraan niets toe te t schrijft het blad. Wij zijn het altijd nog e met hetgeen toen ter tijd door onze collega's zoo uitnemend betoogd werd. Sint-Nieolaas. Een half uur later reed een vigelante het hek van Ravenwood uit en daarin bevonden zich de heeren mevrouw Muurse. Hij lachte nog steeds bij de ge dachte, dat hjj uit zijn eigen huis was gezet. Mevrouw Muurse, zonder haar plan daartoe aan iemand te hebben medegedeeld, bracht haar echtge noot naar een andere en veiliger woning want na al deze jaren van wroeging en ingebeelde veiligheid was de schok der ontdekking en veroordeeling voor Herbert te plotseling geweesthg was er door van zijn verstand beroofd. Herbert Muurse was krankzinnig De nieuwe eigenaars van Ravenwood hadden niets bemerkt van het vertrek van den heer en mevrouw Herbert Muurse. Isabella en haar echtgenoot waren zoozeer vervuld met hun nieuw geluk, dat zg in het eerst geen gedachte over hadden voor de ongelukkige schepsels, die Ravenwood zoo langen tjjd wederrech telijk in eigendom hadden gehad. Te zamen in de studeerkamer gezeten, vertelde Frank aan zgn geliefde vrouw hoe ongelukkig hg «1 die lange,lange jaren in vreemde landen had door. »En dan te moeten denken", zegt een huisvader zuchtend, «dat zelfs de kleinste peuzels bun geloof aan den bisschop kwjjt zijn Neen, hoor, in onzen tyd wns dat andersnu is de aardigheid er vrijwel af." Dit laatste onderschrijf ik niet. De luxe van den tegenwoordigen tijd heeft het feest misschien wat bezwarend gemaakt voor velenmaar aardig blijft het toch altijd, 't Is een lichtpunt in de donkere December maand, een dag van vroolijkheid en blijd schap, een traditie, die de menschen goed en mild en meewarig maakt, die voor een kort oogenblik het egoïsme tot zwijgen weet te brengen. De jeugd moge dan niet meer aan den bisschop gelooven (en aan wie de schuld als ik vragen mag)de goed-heilig man moge op een kwaden dag zijn trouwen schim mel afdanken en in een automobiel rond- ryden, zijn zwarten knecht door een modernen chauflëur vervangen de vijfde December staat te vast in ons volksleven, dan dat die ooit in het vergeetboek zal geraken. Trouwens de geschiedenis heeft het be wezen, dat het gezag van Sint-Nicolaas grooter en machtiger is dan zelfs dat van de vroede vaderen, die over de Hoofdstad regeerden. In een Amsterdamsche keur van 1600 toch wordt verboden Op ten Sint-Nicolaasavond cramen te setten in welcke verkoft worden goederen, die men den kinderen diets maackt, dat di-nzellden Nicolaas hen geeft; 't welck eene saacke is, niet alleen teghens alle goede ordre ende politie, maar oock de de luyden afleidende van de waere Godes- dienst en sirookende tot wangeloof, super stitie en afgodeiye, dewelke in eene ge- politierde christelijke gereformeerde stadt niet en behoort getolereerd te worden. Dat is kort, maar krachtig, niet waar? Och, konden zij eens zien, de heeren van 1600, al de schitterende uitstallingen waar mede hun goede stad zich nu ter eere van «denzelfden Nicolaas" tooit. Konden zij eens in oogenschouw nemen al de fraaie étalages in heel het land. Zij zouden zelf hun schoen willen zetten en een verlanglijst maken, lauger dan hun heele keur van 1600! Sint Nicolaas, door jong en oud Begroet als 't feest der feesten, Behaagt nog altoos evenzeer; Voldoet nog steeds de meesten. gebracht, door allen geëerd, doch door niemand be mind hoe hg door vreemden verzorgd was geworden, als hg ziek terneder lag; hoe hg altgd door vreem den omringd was geweest, als hij dan hier, dan daar heen trok, zoekende naar rust en vrede. „Ennergens kon ik rust vinden", zeide hij, „maar op zekeren dag scheen eeu onweerstaanbare macht mg te dwingen, mg nog éen maal te be geven naar mijn dierbaar vaderland en ik besloot terug te gaan, al ware het slechts om, eer ik stierf, de graven te zien van hen, die ik lief bad cd die ik gestorven waande. Ik kwam terug, lie\eling, en ik vond. „Ja, mijn lieve man, je vondt niji, nietwaar f Maar spreek niet van dien vreeseljjken tijd. Laten we ons best doen, het verleden to vergeten en hoopvol de toekomst tegemoet tazien." „Ja, lieve, dat willen we doen", antwoordde haar echtgenoot, haar liefdevol aanziend, „maar ik kan niet vergeten, hoezeer jü geleden hebt door toedoen van den ellendeling, dien ik mijn broeder moet noemen." {Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1