Donderdag 3
Januari
1907.
No. 7294.
Feuilleton.
Het kroontje.
AMERSFOORTSCHE COUR
UITGAVE:
FIRMA A. H. VAN CLIEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maandeD 1.
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel'
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten warden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buitea de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACH^
Postbus 9 TelephiW Q g
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDtRS van
AMERSFOORT
brengen ter algemeeno kennis, dat doolden Raad
dezer Gemeente in zyu opeubare vergacfering van
27 December 1906 zyn benoemd
le. tot leden der Commissie voor de Oemeente-
reiniging
de beerenC. Tb. van Beek,
H. W. van Es veld. I
2. tot leden der Commissie van bijstanc^voor de
Fabricage
de heerenC. Th. van Beek.
C. J. D. van Eek,
A. M. Tromp van Holst. I
3e tot leden der Commissie van bijstand in het
beheer der gasfabriek
de heerenC. Th. van Beek,
A. A. Hamers,
C. J. Plomp,
N. Vels-Heyn.
4e. tot leden der Reclame-commissie voor de
Inkomsten-belasting, dienst 1907
de heerenH. W. van Esveld,
A. A. Hamers,
A. M. Tromp van Holst,
8. J. van Duinen,
C. J. D. van Eek.
5. tot leden der Commissie van Wetgeving:
de heerenM. L. Celosse,
ar. P. J. F. van Voorst Vadar.
Amersfoort, 28 December 1906.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIER&
De Secretaris,
J. G. STFNFERT KROESE.
Ziet allen uw pad door den lieflijken
glans
Des lachenden voorspoed omschenen;
Geen blad moog' er vallen dit jaar uit
uw krans;
't Blijv' licht en 't bigv' vreugd om u
henen
De dood kies' bij u zich geen offer ten
buit
Geen smart koom' uw boezem door-
stooten
En treedt gjj den wordenden jaarkring
weer uit,
Houdt hen, tie ge thans met uw armen
omsluit,
Ook dan aan het hart nog gesloten!
LIEFDADIGHEID.
De zoo vlottende bevolking van Amersfoort
maakt het noodig, dat zelfs bet twaalfde
Jaarverslag van de vereeniging «Liefdadig
heid" in wat meer regels wordt aangekondigd
dan men zoo zou deuken, dat wel voldoende
ware.
Gelijk we reeds aanstonds bij bet verschij
nen er van schreveD, wordt het, behalve aan
de 232 (zegge: tweehonderd, niet op zijn
minst negenhonderd zooveel) leden toege
zonden aan hen, die in 190(5 zich hier met
terwoon vestigden. Toch kan het zijn nut
hebben, ook aan deze plaats er een en ander
uit mee te deelen. Immers zoo'n Jaarverslag
wordt zoo licht verlegd, gaat bij zoo menigeen
de papiermand in.
Het doel der vereeniging is
le. de armoede te Amersfoort in omvang,
aard en oorzaken te leeren kennen door een
nauwgezet, herhaald huisbezoek, ten einde
zedelijke en stoffelijke middelen te beramen
en toe te passen om het pauperisme te be
strijden en te voorkomen.
2e. Samenwerking te verkrijgen met het
Burgerlijk Armbestuur, de Diakonieën, ver-
eenigiDgen voor armenzorg en weldadige
particulieren, om de giften gelijkmatiger te
verdeelen dan zonder samenwerking moge
lijk is.
3e. Nauwkeurige aanteekeningen te houden
van den toestand der arme gezinnen en
personen, om aan weldoende instellingen en
particulieren inlichtingen te geven.
4e. Waar andere krachten te kort schieten,
in den nood van ongelukkigen tijdelgk te
voorzien.
In de eerste plaats komen daarvoor in
aanmerking gezinnen en personen, die door
tijdelijke hulp tegen verval tot armoede
behoed kunnen worden, alsmede zulke, van
wie aan de vereeniging bekend is, welken
steun zij van Diakonieën en Instellingen van
liefdadigheid ontvangen.
In het verslag wordt gezegd, dat velen,
die meenen weldadig te zijn door op eigen
gelegenheid geld aan de armen te geven,
toch dienen te bedenken, dat ware armoede
niet bedelt, niet aan de deur vraagt, maar
afwacht tot hulp aangeboden wordt. Het
hedendaagseh bedelen is niet anders dan
een beroep, dat uitgeoefend wordt alleen
door hen, die te luren te gemakzuchtig zijn
om op andere wijze hun brood te verdienen;
een beroep dus, dat zooveel mogelijk bestreden
moet worden en tot welks bestrijding als
krachtig middel kan dienen het steunen eener
vereeniging, die tracht, door een systematische
wijze van werken en na nauwkeurig onderzoek,
te steunen daar, waar inderdaad armoede
geleden wordt of dreigt geleden te worden.
Een blik op da ledenlijst toont echter, dat
velen ontbreken, die daarop behoorden voor
5.) "I
„Ik heb met haaileens over jou gesproken", zei
haar vader eenigszinaeeraakt. „Zij vindt je te
geprononceerd en mant, dat er hier veel te veel
jongelui aan huis koenen. Zy zegt, dat zy niet uit
het raam kan kjjkenM z\j ziet er een ons huis in
of uitgaan, maar gcivoonlijk ingaan."
„Wal een onzin 1" ri^> Lilian verontwaardigd uit.
Mr. Turner glimlac^e op zijn gewone, droevige
manier. Hjj keek naar to dame in quaestie, die nog
onder de portiek van iet huis aan deD overkant
stond.
„Wat is zij toch een tbnbeeld van volmaaktheid
Op en top een damo I Welke man zou 't wagen,
onder haar leiding oolcmaar éen enkele maal de
grenzen te buiten te gaai der
„Van wat
„Der matigheid."
Met een plotselingen 'schrik keek Lilian haar
vader aau.
„Vader, u wilt toch ni« zeggen
„Een vriendelijk hart te een gedrag, dat ik my-
telf ten voorbeeld kan stAen", ging mr. Turner als
in gedachten voort, „dajheb ik noodig. Een lief
hebbende dochter is heA aardig, maar dat houdt
me niet terug, ueen, dat kudt me niet terug."
„Ik kan baar niet uitstalt," herhaalde Lilian. „Zij
is zoo vreeselyk correct." V
„Dat is juist 'tgeneeamUdel. dat ons beiden ge
nezen kan. Ja, Lilian, een Irachtige leiding zal ons I
te tomen, terwijl bovendien het totaal aantal
vaste contribuanten in geen verhouding staat
tot het aantal inwoners dezer Gemeente.
Te meer teleurstellend is zulks, wanneer
tevens geconstateerd moet worden, dat de
weinige medewerking niet toegeschreven kan
worden aan financieel onvermogen. De
oorzaak is meer te zoeken in de moeite, die
h9t kost, om te breketf met «oude sleur"
de sleur om aan de deur te geven om
te breken dus met de wijze van weldoen,
zooals onze voorvaderen die uitoefenden.
Echter geeft juist deze oorzaak hoop, dat
eenmaal de tijd zal aanbreken, dat algemeen
wordt ingeiien, dat deze wijze van weldoen
het geven zonder onderzoek hoe
gemotiveerd ook in vroegere eeuwen, thans
«uit den tijd" is. Dan zullen de tallooze
centen, die dagelijks en vooral des Donderdags
hier aan de deur worden gegeven en meestal
in verkeerde handen komen, in de kas van
«Liefdadigheid" vlooien; dAn zal het niet
voorkomen, dat zooals dit jaar geschiedde
«Liefdadigheid" op een gegeven oogenblik
bet ontmoedigend besluit moet nemen om
haar liefdewerk tijdelijk te staken uit
gebrek aan contanten.
Met groot leedwezen wordt melding ge
maakt van het overlijden van den beer G.
Prins, Hoofd van Departement XIII, de door
zijn groote bekendheid met het armwezen
hier ter stede een zeer gewaardeerd lid
was, zoodat zijn overlijden als een groot
verlies voor de vereeniging moet aangemerkt
worden.
Aan de Departementshoofden wordt hulde
gebracht voor de wijze, waarop zij buu dik
werf moeilijke taak vervulden. Gelukkig zijn
de meesten doordrongen van het besef, dat
zij het zijn, die door hun wijze van optreden
eu werken in handen hebben in hoeverre de
vereeniging aan haar doel zal beantwoorden.
Daarom worden zij in bun arbeid zooveel
mogelijk vrij gelateu en wordt alleen in de
uiterste noodzakelijkheid daarin ingegrepen,
zooals in het begin van bet voorjaargeschiedde
toen de bedenkelijke toestand van de kas
het noodig maakte hun te berichten, dat voor-
loopig alle ondersteuningen gestaakt moesten
worden.
Het is te betreuren, dat een der Departe
mentshoofden meende, naar aanleiding hier
van, zijn taak te moeten neerleggen en tevens
als lid te bedanken.
Een zoodanige miskenning van de plicht
van het Bestuur is grievend en getuigt in
hooge mate van kleingeestigheid en engheid
van opvatting.
Als belangrijke verbetering in de wijze van
werken kan worden vermeld, dat aan de
beiden goed doen. Zy heeft gelyk. Je bent te ge
prononceerd. Je moet zachter, vrouwelijker worden."
„Plaaggeest!" zei Lilian.
Mr. Turner schudde 't hoofd. „Vader en dochter
hebben alle twee de grens overschredenmaar op
verschillende punten. Lady Shepheard zon ons weer
terug kunnen brengen, indien zy daar ooit toe ge
roepen werd."
„Zij zou er hartelijk voor bedanken, ons terug te
balen merkte Lilian op.
„Id haar stem is iets, dat ons tot gehoorzaamheid
zou dwingen."
„Mij niet."
„Ik denk jou óok welmy ten minste zeker."
Mr. Turner keek weer naar de overzijde der straat,
doch lady Shepheard was verdwenen. Hjj zuchtte
mogelijk was 't een zucht van verlichting.
„Ja, zy is een ernstige vrouw, dat geef ik toe maar
medicijnen hebben meestal een bitteren nasmaak."
Lilian legde haar hand op zjjn arm. „O, vader,
zeg toch niet, dat u van plan is, by lady Shepheard
genezing te zoeken."
Mr. Turner knikte. „Toch denk ik er over."
„En mout ik óok van haAr medicijn gehruiken
vroeg Lilian bedroefd.
„Ja, maar in verdunden vorm."
„O vader I"
Mr. Turner liep zenuwachtig door de kamer op en
neer.
„Het is Doodig, zie je."
„Denkt u, dat zij u kan helpen en ik niet?"
Hy knikte toestemmend. Lilian zoi eenigeoogea-
blikken geen woord.
„Waarom kan ik u niet helpen t" barstte zy einde
lijk los. „Zy san nooit zooveel van u houden als ik.
U behoort aan myn eu niet aau haar."
„Lief kind", zei hij, hy kwam naast haar staan en
sloeg zjju arm om haar been. „Jy kunt me niet
helpen, omdat ik niet bang voor je ben."
Lilian tikte hem tegen zijn wang. „Natuurlijk is
u niet bang voor mij. Wat voor een kind zou ik
zijn, indien u dat wel was!"
„En toch", antwoordde hy, „indien dat 't geval
was. zou je ons die dame van den overkant besparen."
„U maakt my bang", riep Lilian uit. „Maar natuur
lijk tneent u het niet."
„Meeu ik het niet, kind?" vroeg bjj twijfelend.
„Neen", antwoordde Lilian met overtuiging. „Het
is enkel plagerjj van u."
Voor het oogenblik werd er over de zaak niet
verder gesproken. Bij bet diner stond er dien avond
geen wijn op tafel en met zekere ongerustheid sloeg
Lilian duu bottelier gade, toen deze haar vader een
glas Victoria-water inschonk. Hjj proefde er even
van en gaf toen den bottelier last, een fleacb cham
pagne te halen.
„Je ziel, kind" zoo wendde hjj zich met een treurig
glimlachje tot zyn dochter, „ik heb niet 't minste
ontzag voor je".
Dit was gebeurd eenigen lijd vöor 't voorval pla~fA
greep, dat iD een vorig hoofdstuk is bes' irev/un. Mr.
Turner wa9 er in geslaagd zich in bed" tj> houden
tot den avond van lady Templedcflen ifriij. Diep
nacht had hij voor het eerst, seder-, /lian thuis
gekomen was, buitenshuis nau zijn zwak I id toogoge-
daarvoor aan te voeren. Re~'|ongm«»# oegel
is voor eeD -.rouw rnod-vervelendl, doch vou
man byns Zyn goed hart had er zich
eohter tegei *ot, op een vroegtydtg huiswaarts
gaan aan ted- Lilian vermaakte zich uitstekend
nil dacht t: haar vader, die maar moest zien
hoe hAAlen a al doorkwam. Het buffet had dan
ook u/u lumdlotlige aantrekkingskracht op hom
uid. Gelukkig was hy door een paar vrienden
I uitffMMWeud. Gelukkig was bij door een paar vrienden
lu zljfl ryi^iig geholpen, zonder dat zjjn toestand aj
thans fungeerende Wijkverpleegsters een rL
stelling als Algemeen Departementshoofd!
verleend. Deze Zusters kunnen door den aai
harer werkzaamheden menige belangrijke aan- v
wijzing verstrekken omtrent gezinnen, waar
steun noodig is.
Om de noodige samenwerking tusschen
haar en de Departements-hoofden te behouden,
hebben de Zusters de opdracht gekregen, van
ieder geval, waarin zij steun noodig achten,
kennis te geven aan het betrokken Departe
mentshoofd, dat alsdan voor verdere regeling
zorg draagt.
Aan het adres van den heer N. G. van der
Stadt, Kleine Haag 7, werden 1436spijs kaar ties
toegezonden, die op de gebruikelijke wgze
aan de bedeelden werden uitgereikt. Evenals
vorige jaren wordt er met nadruk op gewezen,
dat toezending aan den heer Van der
-Stadt de voorkeur verdient boren
eigen uitdeel', ng. De ondervinding
leert telkens, dat dan meer zekerheid bestaat,
dat de kaartjes in handen komen van hen,
die ze werkelijk noodig hebben, terwijl voor
komen wordt, dat een soort handel in die
kaartjes gedreven wordt, zooals thans dik
werf geschiedt.
Tot September 1906 werden door het
Kleedingfonds uitgegeven aan behoeftigen
540 kleedingstukken.
Als bijzondere inkomsten wordt vermeld
de opbrengst van e'efl concert, gegeven den
23 November 1905 in de groote zaal der
sociëteit »Amicitia" en een woord van er
kentelijkheid wordt gewjjd aan (1e mede
werkers die door hun belangloos optreden
een niet onbelangrijke bijdrage aan de kas
leverden.
Als bjjlage volgen enkele voorbeelden, die
een indruk zullen geven van de ondervinding,
welke ia enkele gezinnen «worden opgedaan
en van de wijze, waarop deze geholpen
worden.
1. Voor een arme weduwe, die met
moeite in haar levensonderhoud voorziet en
die in haar schamele woning geen kachel
bleek te hebben, wordt een kachel gekocht
en haar in bruikleen verstrekt.
2. Een man, vader van een groot gezin,
wordt wegens ernstige ziekte in het Zieken
huis verpleegd. De kinderen zijn te jong
om zelf te verdienen, zoodat het gezin aan
nijpende armoede is blootgesteld. Aan het
gezin werd een ondersteuning verstrekt, tot
de vader hersteld was en hij zijn werkzaam
heden kon hervatten.
3. Een huisvader, die voor de zijnen het
brood verdient, door tnet een handwagen
nering uit te oefenen, wordt geholpen door
te zeer iu 't oog viel; maar toen by den volgenden
ochtend ontwaakte en zich de gebeurtenissen van
den vorigen avond te binnen riep, had zyn zelfverwyt
hem eenige bittere uren doen doorbrengen.
Hij was vroeg opgestaan en had daardoor zijn
dochter niet san bet ontbijt ontmoet. Op zyn kan
toor had hy ernstig 2yu hoold geschud over zyn
nieuwen misstap en tot zichzelf voor den honderd
sten keer gezegd
„Josiab, jongen, zoo gaat 't niet langer. Neen,
neen, zoo gaat 't niet langer."
By het diner ontmoette hy Lilian weer. Toen de
bedienden verdwenen waren, sohool hy zyn dochter
de sigaretten toe eD stak zelf een sigaar op.
„Die after-dinner sigaret van jou, Lil", voegde hjj
haar op gewild vroolyken toon toe, „zal spoedig tot
het verleden behooren
„Hoe bedoelt u, vader?"
„Binnenkort zal je ook behooren tok da welopge
voed". jongedames, die slechts in stilte rookwa.'
"Va? koek hem verschrikt aan.
.5 lt toch niet zeggen....".
Wo vanmiddag aan den overkant ecu
LiV. ^Cou Ljna geen woord uitbrengen.
„Is hét..het in ord6?"
„Ik kwam juat op een gunstig oogenblik. Lady
8hepheard verkeerde in een zenuwaohiigen angst.
Het échynt, dat men verieden nacht nog gotracht
heeft, by haar in te breken en nu verlangt zjj r
de bewhertaiug V
i haar op de hoogte gesteld van
ging baaT vader voort, ter
maar „die scheen baar van
vergelijking tot haar rtom
dieu inbreker hoogst dank*
.01'
„Nat'urlijk heb'
myn slchte gowoi
wijl byijjii J
weinig iet
voor iniekel
baar." 1
(Wordt vervolgd-)