Donderdag 17
Januari 1907.
No. 7300
56e Jaargang.
H E R IJ K.
Feuilleton.
Het Kroontje.
FIRMA A. H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale
olïicieëie- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 ce».t. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTE6RACHT 9.
Postbus 9 Telephoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT,
Gezien het besluit vau beeren Gedeputeerde Staten der Provincie Utrecht van den 21 December 1905.
No. 24 (Provinciaal Blad No. 191) en een brief van den Uker, cbef van dienst, il.d. 1 Januari 1907, No. 2,
Brengen ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat de Herijk der maten en gewichten voorde
herjjk-periode van 1 Januari 1906 tot 1 September 1907, in een der benedenlokalen van bet „Werkhuis"
alhier zal geschieden van Maandag 21 Januari tot en met Donderdag 7 Februari aanstaande, uitgezonderd
Zaterdag 26 Januari, Zondag 27 Januari, Vrijdag 1 Februari, Zaterdag 2 Februari en Zoodag 8 Februari
Dat de letter q, in den gewonen schrijfvorm, bestemd is tot goedkeuringsmerk, zoowel van den ijk als
van den herijk, en bij den ijk en herijk van gasmeters do Koninklijke kroon, en dat volgens Koninklijk
besluit van den 9 November 1869 (Staatsblad No. 167) het afkenringsmerk bestaat uit een gelijkzijdigun
.driehoek, met arceeringen loodrecht op een der zijden;
dat helaughebbenden verplicht zijn hunne maten en gewichten behoorlijk schoon- en drooggemaakt, bij
den IJker, tijdens zjjn verblijf in deze Gemeente, tot het ondergaan van den herijk, te bezorgen, en dat
zij, die zulks verzuimen, of daarin verhinderd worden np de hiervoor aangewezen dagen, vermelde maten
en gewichten, voor den 1 September 1907 ter herijking aan hot IJkkantoor te Utrecht moeten aanbieden,
welk kantoor geopend is: eiken Zaterdag, telkeDS van 9 tot 1 uur, en in de maand Augustus 1907 op alle
werkdagen van 9 tot 12 en van 1 tot 3 uur;
dat de milligramgewichten uitsluitend aan de IJkkantoren geverifieerd worden en vrachtvrij kunnen
worden opgezonden onder het adres „IJkkautoor Utrecht".
dat de belanghebbenden gehouden zijn, na de terugontvangst hunner ter herijking aangeboden maten
en gewichten, zich te overtuigen, dat die voorzien zijn van hot vereischte goedkeuringsmerk, alvorens de-
zelven weder in gebruik te nemen of voorbanden te stellen iu bunue winkels of plaatsen van bedrijf,
waarvoor zij steeds verantwoordelijk blijven
dat, sedert de herijk der maten en gewichten om de twee jaren plaats heeft, het laatste geplaatste goed
keuringsmerk ook gedurende twee jaren ongeschonden moet bljjveu
dat, na hst eindigen van de herjjkperiode, en alzoo op den 1 September 1907, het gebruiken of voor
handen hebben van maten en gewichten, niet voorzien van de vereischte stempeimerken, volgens art. 29
der Wet van 7 April 1869 'Staatsblad 57) verboden en strafbaar is.
Teneinde eone meer ordelijke uitvoering van den heryk mogelijk te maken en daardoor de belangheb
benden tevens voor tijdverlies te vrijwaren, worden de ijkplichtigen uitgenoodigd, zich zooveel mogelijk te
gedragen naar de volgende regeling
Voor de Rijks- en Gemeente-inrichtingen, spoor en andere
'en en gewichten
MAANDAG
vervoermiddelen en verkoopers
Voor Wijk
2e helft
le helft
2e belft
Voor de Apothekers, Juweliers,
goud- en zilversmeden
van No. 1
van No. 200—400 MAANDAG
van No. 400-einde DINSDAG
WOENSDAG
21 JANUARI vai
DINSDAG 22
WOENSDAG 28
DONDERDAG 24
VRIJDAG 25
VRIJDAG 26
MAANDAG 28
MAANDAG 28
DINSDAG 29
WOENSDAG 30
DONDERDAG 31
4 FEBRUARI
DONDERDAG 7
9—12
9—12
9—12
9—12
9—12
9-12
9—12
9—12
9—12
I en 12'/,-
1 12'/,-
2 12'/,-
12'/,-
12'/,-
12'/,—
12'/,"
12',,-
-2'/, uur.
•2'/,
-2'/,
-2'/,
-2'/, l
-2'/,
ijl
■2'/»
De ingezeten n worden nitgenoodigd bij de aanbieding tot den herijk, het wjjknuramer van hun huis
op te geven, en, nadrukkelijk aangemaand zich getrouwelijk van bun verplichtingen ten deze te kwijten,
teneinde bewaard te blijven voor de onaangename gevolgen en boute, tegen de nalatigheid vastgesteld.
Amersfoort, 9 Januari 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
TER OVERWEGING.
(INGEZONDEN.)
Het stukje geplaatst aau het hoofd
vau uw nummer van 15 Jauuari 1.1.
ouder boven3taanden titel geeft me aan
leiding tot de ontboezeming, dat toch
leveranciers (groote en kleine nering
doenden) en afnemers een3 die leelijke
dingen, .Nieuwjaarsrekeningen", wilden
afschaffen. Er zyn enkele rijkaards, wie
een berg van zulke papieren in de maand
Januari niet de minste zorg baart. Maar
overigens kan ik mij geen klasse der
Maatschappij denken, waarin men (als
men althans verstandig huishoudt) niet
verreweg driemaandelijksche rekeningen,
ja maandrekeningen of zelfs contante be
taling prefereeren zou boven die jaar
beren.
Betalen moet je tochIk ken er, die
voor hunne inkoopen telkens het bestede
geld wegleggen, en op bepaalde tijden
wegdragen naar een Spaarbank om lo
nog de rente der verschuldigde gelden
deelachtig te worden (die de winkelier
niet hebben wil) en 2o in Januari van
het volgende jaar de leveranciers allen
te kunnen voldoen.
Ik ken er, die zulks niet doen en de
Januari-rekeningen verzamelen tot ze
alle binnen zijn om ze dan „te gelegener
tijd" stuk voor stuk te voldoen. al uaar
hun beurs toelaat, denkendede winke
lier heeft zoo lang willen wachten, nu
moet hij maar wachten tot. ik 'tgeld
heb. Dit zijn meuschen die even graag
in den loop van 'tzelfde jaar der inkoopen
zouden betalen, zoo de winkelier maar
zoo vriendelijk (zoo verstandig) zou willen
I wezen, zijn nota periodiek in te zenden.
Maar dit is 't juist. De inzender van
het stuk iu de „Nijm. Crt." moge al
afgeven op de afnemers; naar mijn over-
I tuiging zijn vele winkeliers zelf de oor-
i zaak van late of slordige betalingen. Ik
heb zelf de ondervinding, dat sommige
neringdoenden het blootweg „vertikken"
(ze laten liever de rekening „oploopen"
ondanks herhaalde verzoeken) andere
dan Nieuwjaarsrekeningen te zenden.
Anderen willen wel. Waarom slaan ze
de handen niet ineen, evenals voor de
n.)
Mevrouw Hemmings was een oogenblik sprake
loos. „Ik kan me niet voorstellen, dat ooit iemand
zoo iets van mjj zou vertellen. Ik zou bet dadel jjk
aangeven."
„Nu, het zelfde moet uw zoon gevoelen. Ik raad
u werkeljjk aan, de zaak te laten rusten. Bovendieu
is bet nergens voor noodig, dat de menschen te
Woollacombe uw verdenkingen vernemen".
De dame keek haar met een paar groote oogen
aan.
„Hoe weet u, dat ik te Woollacombe woon?"
„O, dat dat zag ik op uw doos."
„O ja, natuurlijk. Ja, ik woon te Woollacombe.
Ik beu mevrouw Hemmings van Ghorn Hall. Gaat
uw reis nog ver in de zelfde riohting als de mijne?"
„Den geheelen weg," antwoordde Lilian ver
strooid.
Zij traobtte na te denken. Zouden uit deze ont
moeting ook moeilijkheden kunnen voortkomen
„Hoe toevallig!" riep mevrouw Hemmings uit.
„Uit logeejeu, waarschijnlijk Indien u daar woonde,
zou ik u moeten kennen. In zoo'n klein plaatsje kent
men iedereen iedereeD, die wat is, natuurlijk."
„Natuurlijk." Lilian hoorde nauwelijks wat er ge
zegd werd.
„Ik zou giarne mijn zoon eens aan u willen
vooratellen," ging mevrouw Hemmings voort. „Ik
hoop, dat u mij openhartig zult zeggeu, of u eenig
vermoeden hebt, wat zjjn geheim kan zün. De
vlugheid, waarmede u zioh overtuigd heeft, aat uijjn
9-uurs-sluiting, en waarom besluiten ze
niet allen, alléén te verkoopen
lo a contant (met eenige korting),
2o op maandrekening,
of 3o op driemaandelijksche rekening 1
Daardoor zou aan dat gewnrm een
einde komen en de gewillig betalende
middelklasse niet aangevallen worden
voor een fout, die schuilt bjj de nering
doenden zeiven.
Zou deze zaak niet eens bij „Handel
en Nijverheid" aanhangig gemaakt kun
nen worden 1
Contant.
Den geachteo inzender dank voor deze
inderdaad belangrijke bqdrage, waarin hy de
kwaal zóo volkomen juist heeft blootgelegd.
Haar oorzaak is werkelijk te zoekon bij de
neringdoenden, die, uit vrees van een klant te
verliezen, zich blootsteilen aan angst als de
lijd van het wissels-betalen daar is en som
tijds zelfs aan een oninbaren post.
in een harer laatste vergaderingen heeft
Handel en Nijverheid" reeds ter sprake ge
bracht de quaestie van den verkoop a contant,
juist met een behoorlijke korting.
Moge deze bijdrage welke niet is vgn
de hand van een winkelier of neringdoende
of kleiu-nijvere ook anderen aanleiding
geven er hun meening over uit te spreken.
Zeer gaarne stellen we onze kolommen
daarvoor open.
En »H. N." krijgt zoodoende flink ma
teriaal om de dikwijls hoogst pijnlijke quaestie
te brengen tol een voor beide partyen goede
oplossing. Red.
Een fout in ons talen-onderwys.
De «Gelderlander" laakt de dwaasheid,
dat wij in ons talenonderwijs nog altyd het
meeste werk maken van het Frattsch, terwyl
deze taal voor practisch gebruik in het
wereldverkeer reeds lang door het Engelsch
en het Duitsch is verdrongen.
«Als hier een vreemde taal wordt onder
wezen, is het allereerst Franscb. Is den
kinderen jarenlang het Franscb ingepompt,
dan nu ja wordt er voor degenen, die
er aan hechten, ook te hooi en te gras wat
Duitsch en zelfs wat Eugelsch, bij gedoceerd.
En bleef zich dat verschijnsel maar bepalen
tot het M. U. L. O.doch ook aan bijzondere
inlichtingen van Hooger onderwijs is dat
stelsel gangbaar. Fransch staat er in honge
eere; Duitsch, en vooral Eugelsch, zyn by-
doos in den bagagewagen was, toont, dat u een
scherpen blik hebt."
Lilian was 't thans met zichzelf eens, dat de ken
nismaking met mevrouw Hemmings zich tot deze
spoorreis moest bepaleD. Later, wanneer dat avon
tuur met baar zoon een beetje in 't vergeetboek was
geraakt, kon zij ze weder aanknoopen, indien de ge
legenheid zich aanbood, maar zjj begreep, dat het
tegenwoordige oogenblik minder geschikt was oui
met de moeder van haar slachtoffer vriendsohap te
sluiten.
„Ik heb vergeten u te zeggen," begon z'y aarzelend
„dat ik den eersten Ijjd geen bezoekeu mag afleggen.
De dokter heeft mij volkomen rust voorgeschreven.
Ik moet een heel eenvoudig, stil leven Hiden."
„B(j ons op Chorn Hall is het heel stil."
„De dokter heeft mij de eenzaamheid voorgeschre
ven."
„Ach, is 't waar? U ziet er volstrekt niet ziek uit."
„Mijn kwaal zit, evenals die van uw zoon, niet
aan de oppervlakte," zei Lilian. „Ik heb er echter
m\jn geldige redenen voor, mij den eeraten tijd af
te zonderen."
„Hoe zonderling!" Mevrouw Hemmings begon
meer en meer belang iu Liliau te stellen. Was zy
hier een tweede mysterie op 't spoor?
Lilian vreesde, dat zy te ver gegaan was. „Natuur
lijk zult u wel begrepen, dat zoodra de tjjd weer
aaugebroken is, dat ik onder myn medemenscheu
kan verkeeren, ik niemand met meer pleizier eeu be
zoek zal brengen dan umaar op 't oogenblik ben
ik bang.
„Indien u soms uw hart wensebt uit te storten
voor iemand, die u volkomen vertrouwen kunt" be
gon mevrouw Hemmiugs,
„O neen. Ik kan 't niemand zeggen."
Nu eerst werd bet Liiiau duidelijk, dat zij eeu we!
wat geheimzinnige reden opgaf voor baar terugge-
trokken leven. „Ik bedoel," verbeterde zij zichzelf,
i „dat er niets te vertellen valt. Ik weuacb alleen eens
een rustigen, kal men vacantietjjd te hebben."
„Ik geloof werkelijk niet," zei mevrouw Hommings
beleedigd, „dal ik aau uw vacautie de rust en
kalmte zou ontnemen."
Zy richtte zich met waardigheid op en vouwde
haar zwartgehaudschoende handen samen.
Lilian was woedeud op zichzelf, dat zy er zich
zóo ingewerkt had. Juist vroeg zy zich af hoe zy
zich er uit zou redden, toen haar te binnen schoot,
dat zy een bloedverwante ging opzoeken, die zaken
deed e i dat zij dit wel als reden kon opgeven.
„U zult zelf wel bogrijpeD." zeiile zy, „dat het
voor my uiet aaogaat, vau een toevallige outmoeting
op reis gebruik te maken om een vriendschap te
sluiten, die u later zelf wellicht minder geweuscht
zoudt vinden."
„U bedoelt," autwoordde mevrouw Hemmings
door schrik bevangen, „dat u geeu geea".
Lilian knikte. „Juist. Geea
„Geen net meisje bent?"-
Lilian keek haar met een paar groote oogen aan.
„Neen, dat bedoel ik allerminst. Hoe komt er u
by I"
„O, neem mij niet kwalijk," zei mevrouw Hem
mings, „maar u gaf uiy dat lo verstaan."
„Ik wilde u alleen duidelijk maken,"antwoordde
Lilian, die langzamerhand woedend begon te wor
den, „dat mijn milieu van het uwe verschilt. Ik
ga eon tante bezoekon, die eeu t&artjeswiukel heeft
ia de High Street."
Mevrouw Hemiuiags was verstomd. „Maar uw
kleeding is toch vau Parjjsohe coupe I En zoo'n boa
te koopen, zouden mijn middeleu mij uiet veroor
loven. Het is werkelijk zonderling."
„Dan ben ik bang, dat bet dat maarbljjven moet,"
antwoordde Lilian, wier geduld ten einde was. Zij
haHlde een geïllustreerd tijdschrift uit haar hand-
taschje en begon mot aaudacht te lezen. Zy werd
echter dol, toon zy bemerkte, dat mevrouw Hem
mings met oritisohen blik ieder stuk vau haar
kleediug opnam en er de waarde van scheen te
schatten.
Haar humeur werd er niet beter op, toen *ij bedacht,
dat zij er eieeolijk zelf aanleiding toe gegeven bad,
dat haar medereicigster baar als hoogst verdacht be
schouwde.
„Laat haar denken wat ze wilt" zei Lilian in zich
zelf. „Ik zal geeu moeite doen, haar verder iets uit
te leggen."
De drulekendestilteduurde geruimen tyd. Eerst toen
de trein zijn vaart minderde, nam mevrouw Hem
mings weer 't woord. „Ik geloof, dat we hier Brid
geport Junction hebben. Mijn zoon zal mij bier ont
moeten. Onder de gegeven omeUudighedei» vind
ik 't echter beter, in een ander compartiment plaats
te nemen."
Lilian stond snel op. „Komt uw zoon bier in den
trein? Neen, doe geen moeite om uit te stappen;
ik zal wel een andere coupee opzoeken."
Zij had allerminst lust om haar slachtoffer thans
vau aangezicht tot aaogezioht te ontmoeten. Haastig
zocht zy haar bagage bij elkaar en opende het por
tier. Terwyl zy trachtte uit den trein tespringen,
vö.ir deze geheel stil stond, struikeldo zy en werd
slechts door de uitgestrekte armen van een jongeman
voor vallen behoed. „Neem u mjj niet kwalijk,"
zeide zij terwyl zy een kleur kreeg tot achter haar
ooreu
Het jongmensclv scheen ook eenigsains verlegen
te zyn. Op een onhandige manier nam hij zjjn hoed
af.
„Ik geloof, dat wjj elkaar al eens eerder ontmoet
hebben," zei hjj, „maar op 't oogenblik wil uw naam
my niet te binnen schieten."
„Er zijn ook zooveel menschen, die een naam
hebben," antwoordde Lilian. „Dat is u werkelijk uist
kwaljjk te uemen."
(Wordt vervolgd