Dinsdag 26
Maart 1907.
No 7329=
56e Jaargang.
Feuilleton.
Het Kroontje.
FIRMA a. k van cleeff
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 n.aanden ƒ1.
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 1'5 regels 69 cent; elke regel meer 10 cent. Legale
ofïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACBT
Postbus 9
Teiephoon 19.
T
an neer men reeds nu zich
doet inschrijven als abonné
op de „Amersfoortsche Cou
rant'', ontvangt men de tot
1 April verschijnende num
mers kosteloos.
KENNISGEVINGEN.
Aangiften Burgorljjko Stand.
BURGEMEESTER oa WETHOUDERS van
AMERSFOORT
muiten bekend, dat het Bureau van den Burger
leken Stand gedureude den Goeden Vrijdag voor
het publiek geopend sal zijn van 's middags 12 uur
tot 'suamiddags 1 uur en op den Tweeden Paaacta-
dng van des voormiddags 8*/i tot 9 uur uitsluitend
tot bet doen van aaDgiften van geboorte of over
laden.
Voor hot doen van aangifte op den Tweeden
PuaBchdag moet de aanvrage geschieden aan bet
Gemeentehuis, mondeling of schriftelijk, uiterlijk
tusschen 8 en 8'/» ure des voormiddags van dien dag.
Amersfoort, 25 Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
brengen ter kennis, dat door W. A. BOOG, wonende
Soesterweg 254, aan Gedeputeerde Staten dezer pro-
viucio vergunning is gevraagd voor den verkoop van
sterkendrank in het klein in de voorkamer vau
genoemd perceel en zulks alleen aan logeergasten,
die bij hem hun intrek nemen,
dat binnen twee weken na dagteekening dezer
door een ieder schriftelijk bezwaren tegen het ver-
leenen der vergunning by Burgemeester en Wet-
bonders alhier kunnen worden ingebracht.
Amersfoort, 25 Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
BURGEMEESTER «n WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT
brengen ter kennis, dat door HENDRIKA LEN
SING, weduwe van DIRK HENDRIK de VRIES,
een adres is iugediend, houdende verzoek om voort
zetting der vergunning voor den verkoop van sterken
drank in bet klein bedoeld by art. 1 a der Drank
wet voor het woonhuis en de achterkamer van het
perceel Koningsstraat 24 alhier te bekomen.
Binnen twee wekeD, na dagteekening dezer bekend
making, kan ieder tegen bet verleenen van de ver
gunning schriftelijk bezwaren inbrengen.
Amersfoort, 25 Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE,
I)n KAMER van KOOPHANDEL en FABRIE
KEN te AMERSFOORT ontving vau do afdeeliug
Handel van het DepartementvanLandbouw, Nijver
heid en Handel het eerste nummer der „Wekelijk-
sche Handelsberichten".
Zij noodigt belanghebbenden uit tot kennisne
ming.
Het Dommer ligt ten kantore van den Secretaris
ter inzage van v.m. 10 lot 2 ure n.m.
Namens het Bestuur,
De Secretaris
HERM. P. van HASELEN.
Amersfoort, 24 Maart 1907.
Middelbaar technisch onderwijs.
De Bond van Technici heeft dezer dagen
in een vergadering te 'sGravenhage de
Middelbare technische school besproken.
Er werd op gewezen, dat de plannen van
Minister Kuyper gebaseerd waren op de ver
langens van tien Bond, terwijl men zich be
klaagde, dat Minister Rink een verkeerden
weg insloeg.
Alleen de centrale school, op de practijk
rustende, zooals met de Haarlemsche het ge
val zou zijn geweest, kan ons geven een korps
van .uiterst bekwame, practische technici,
die in staat zullen zijn, onze groot-en klein-
industrie „concurrenzfabig" te maken op de
wereldmarkt".
Nu weet men hoe de huidige Regeering
hiervan niets wil weten. Het voorstel om te
Haarlem zulk een Middelbaar technicum te
stichteu, heeft zij zich gehaast, in te trekken.
Neen, men moest heel anders te werk gaan.
Men moest de Machinistenschool te Amster
dam, en de Textielschool te Enschede beter
subsidieeren, en allengs ook in andere in-
dustrieele centra soortgelijke scholen st'cnten.
Nu, dit laatste beoogde ook Minister
Kuyper, gelijk duidelijk in zijn Memorie van
Toelichting staat uitgesproken. Beide denk
beelden staan derhalve niet tegen elkander
over, maar het verschil zit hierin, dat het
huidige Kabinet alleen de speciale scholen van
lagere orde wil, en dat Minister Kuyper
bovendien, en zelfs in de eerste plaats, de
noodzakelijkheid op den voorgrond stelde om
onze industrie aan een degelijk korps technici
te helpen iets wat alleen door een centrale
school, van generaal karakter, bereikbaar is.
En Hier nu komen de experts, de gegadig
den, de mannen van het vak, juist dat zelfde
vragen. Iets wat ook niet anders kan, daar
het vorig Kabinet zijn plan in overleg met
deskundigen heelt opgemaakt.
Hierover schrijft nu de «Standaard":
«Onze nijverheid is op dit oogenblik niet
sconcurrcnzlahig" op de wereldmarkt. Dit
is voor deze deskundigen het uitgangspunt.
Een feit, waarop ook door ons steeds is ge
wezen. Dat te onzent enkele industrieën, die
sterk door het tarief beschermd zijn, bloeien,
87.)
Mevrouw HemmingH begon haar verhaal. Zy ver
telde hem, hoe zy in éeu coupé gereisd had met
een opzichtig gekleed meisje met ze6r vrye manie
ren, wie men 't duidolijk kon aanzien, dat zy niet
deugde; hoe haar zoon getoond had, dat hij deze
syrene reeds eerder had ontmoet en boe zij hem
eenige dagen daarna had verrast in gesprek met do
zelfde vrouwspersoon, terwijl zy kort daarna het ge
stolen kieontje in een van zyn laden had gevondon.
Zy gaf een sterk gekleurde schildering van zyn be
kentenis en van haar gesprek met Lilian, die haur
zelfs verklaard had, dat zy George wilde overhalen,
een onwettige verbintenis mot haar aan te gaan.
De heer Greville fronste zyn wenkbrauwen.
„Ik onderstel dat George geheel onder de bekoring
Van dat meisje is gekomen en om haar te bescher
men, zal liy je verteld hebben, dat by lid is van
huur bende. De waas! Ziju bekentenis, dat hy me
deplichtig is aan den diefstal, is natuurlyk onge
rijmd."
„Hoe verklaar je dan, dat het kroontje in zyn
bozit was?"
„Ik onderstel, dat do vrouw bly was, dat zy het
gevaarlijke voorwerp op dat oogenblik kwijt kon
raken. Ik wil je nog zeggen, Anna, dat ik de ver-
antwoordelykneid vau hot gebeurde geheel op jou
sohuif".
„Natuurlyk," zei mevrouw HemmingB, „datspreekt
vanzelf. Maar waarom V'
en dat bovendien iD zeer enkele bedrijven
onze industrie uit anderen hoofde welig tiert,
zegt nog 'niets voor onze industrie in het
algemeen. Die staat op te lage trap. Ze bloeit
niet, maar kwijnt. En hierin zal en kan geen
verbetering komen, tenzij tweeërlei gebeurt
lo. dat we de voor ons schadelijke werking
van de protectie in andere landeD door ver
hooging van ons eigen tarief neutraliseeren
en 2o. dat we ons personeel voor groot- eu
kleinindustrie, èn door een generaal technicum
èn door speciale technische scholen verbeteren.
Wie waant, dat we er af zijn met onze
ambachtsscholen en avondcursussen uit te
breiden, vergist zich totaal. Ook deze scholen
en cursussen kunnen goede diensten bewijzen,
maar ze tasten het kwaad niet in de bart
ier aan.
De nijverheid werkt met steeds ingewikkel
der factoren. Vandaar, dat bij groote in
dustrieën de patroon hooge technische ont
wikkeling behoeft, en door ingenieurs van
den eersten rang moet wurden bijgestaan.
En óok zyn onmisbaar »behoorlijk afgerichte
arbeiders" (skilled labourers) voor de uit
voering van hetgeen in plan is gebracht.
Maa" buiten deze ingenieurs en deze afgerichte
arbeiders treedt steeds beslister de gewone
techniker als middenpersoon op. Technikers,
die men niet verwarre met de gewone «bazen"
of «meesterknechts", die meer de roeping
hebben om den arbeid bij de uitvoering te
leiden, en de arbeiders te surveilleeren.
Deze «technikers" nu vormen bij de buiten-
landsche nijverheid een der gewichtigste
factoren, aan wier optreden niet inde laatste
plaats de bloei der nijverheid buitenaf te
danken is. Hoe meer rok hier te lande de
nijverheid zich uitbreidt en innerlijk sterkt
des te meer zai ook bier te lande de vraag
naar deze technikers toenemen. Reeds nu
zijn ze in niet zoo gering aantal in gebruik.
Zij toch hebben de roeping om het technische
in den arbeid van de ingenieurs over te
nemen en de arbeiders er voor te bekwamen.
Ze vormen tusschen den ingenieur en de
arbeiders den onmisbaren tusschenschakel,
niet als surveillant Tan de arbeiders, gelijk
de meesterknecht, maar als hun technische
vooi'doener en instructeur.
Doch juist deze klasse van hoogst nuttige
en onmisbare ambtenaren der industrie vindt
te onzent geen gelegenheid voor haar vorming
Enkelen togen naar buiten, maar de meesten
misten daartoe de middelen.
Dit nu is oorzaak, dat de raeesten zich niet
kunnen opheffen tot de hoogte waarop de
techniker buitenslands staat, en dat de be-
teekenis van hun positie niet genoeg wordt
gewaardeerd.
„Je hebt hei» absoluut verkeerd opgevoed."
„Ik heb hem voor kwade invloeden behoed."
„Juist. En nu hij drie-eu-twintig is au op eigen
beenen moet staan, is hij lichamelijk wel een man,
maar wat zyn vorstand aangaat gelijk aan een kind.
Nu oogst je 't loon voor je dwaasheid."
„Ik kwam hier om hulp en raad, maar niet om
verwyteu aan to hooren. Iudieu ik gokwaald heb,
heb ik dat gedaau uit overmaat vau liefde. Hij ie
alles wat ik heb in de wereld."
Da heer Greville greep een telegramboekje van
zyn schrijftafel.
„Ik zal hem telegrafeeren, dat bij oogenblikkelyk
hier moet komenik ben vast besloten, deze zaak
tot volle klaarheid te brengen. Eeu feit is, 't datje
hom eigenlijk niet alleen over straat kunt laten
gaan."
Onder 't spreken had hy enkele woorden neer
gekrabbeld. „Weet je wat by noodig heeft, Anna?
Een kinderjuffrouw."
„Neen, toch niet, want als ze onder de zestigwas,
zou hij ze trouwen."
„Ha, daar ben ik erEen vrouw moet bij hebben.
Eeu aardig meisjo, met wat geld en veel versland.
Ze moet bijdehand zijn, desnoods eigenzinnig. Hel
moet iemand zyn, die de hoedanigheden bezit, welke
hy mist." Plotseling keek hy op. „Ik heb zoo'u
meisje".
„Het is nu de tyd niet om over zyn huwelijk te
praten," zei mevrouw Hemmings, „De hoofdzaak is
thans, wat moeten we doen, om hem uit de gevan
genis te houden."
„Op welke aanklacht zou men honi daarheen
sturen? Wegens heling? Als 't waar is, dat jij nu't
kroontje hebt, zouden ze jou óok wel achter «lot en
grendel kunnen zetten."
Hy schertste, doch de scherts joog mevrouw
Hemmings een doodsohrik op 't Ijjf.
„Wat moet ik er mee beginnen 1" liep uit.
Vandaar, dat juist de technikers zelveo,
waaronder meer dan éen xich door bijzondere
energie zelf heeft opgewerkt, reeds lang om
een Middelbaar technicum riepen. Maar hun
roepen bleef een roepen van de stem in de
woestijn.
Ju de Regeeringskringen kleefde men ver
ouderde voorstellingen aan, n men liet de
verwaarloosde klasse der technikers kloppen
aan doovemansdeur.
Eerst het vorige Kabinet, dat zich vooral
de bevordering van den aationalen arbeid en
de verheffing van onze industrie ten doel
had gesteld, veranderde van batterij. Plannen
werden ontworpen, consult werd in het bui
tenland gehouden, en geheel overeenkomstig
de verlangens der technikers werd besloten,
een volledig toegelicht voorstel voor de op
richting van een Technicum in te dienen.
Ook dit plan echter werd in de stembus
actie van 1905 overhoop geloopen, en Minister
Rink, gehepl vreemdeling op dit gebied,
haastte zich, heel het ontwerp in te trekken.
Het moest de wereld uit, want lo. de Ma
chinistenschool te Amsterdam mocht eens
gevaar loopeD; Je. men moest zorgen om
alle provinciën iets van de koek te geven;
en 3o. het behoorde tot de nalatenschap
vanMinister Kuyper.
En aan zulke overwegingen wordt nu de
toekomst van onze nijverheid, en in geen
geriDge mate het belang van het land opge
offerd.
De «Bond van Technici" ziet dit in, en vat
nu opnieuw het oude pleidooi voor Middel
baar technisch onderwijs op.
Weer vraagt de Bond om hulp, teneinde
nu toch eindelijk in den bestaanden nood-
stand te voorzien.
En tocb, helpen zal ook dit niet.
De breede blik, de ruimte van opvatting
om zulk een algemeen belang, zonder partij
zucht, ouder de oogen te zien, wordt in den
kring van onze politiciens niet gevonden.
Gevolg waarvan is, dat het buitenland ons
steeds verder vooruitsnelt, en dat wij met
een industricelen Krahnwinckler Landsturm
achteraankomen.
Geheel zóo als de «Standaard" het voor
stelt, is het niet. Wel degelijk wordt een
middenweg beraamd. De besprekingen en
plannen staan echter c p nog zóo losse schroe
ven, dat het voorshands beter is, daaromtrent
geen mededeelingen te doeD.
Maar toch is het goed, het bovenstaande
eer.s te lezen en vooral te overwegen. Wel
licht wordt zeer binnenkort reeds meer rucht
baarheid gegeven aan de nieuwe planneu en
dan komen ze niet zóo onverwacht.
„Als ik het naar de politie breng, komt heel de zaak
uit. Hoe kan ik verklaren op welke wijze 't in
myn bezit gekomen is, zonder den naam van George
te noemen? De politie wil natuurlyk het naadje
van de kous weten."
„Ja, en 't beste is, geen aohandaal te maken. Na
tuurlyk kan je het niet benouden. Ken je lady
Harlsmore V'
„Ja."
„Geef het haar dan terug. Zy zal in de wolken
zijn, dat ze haar juweeleu terugkrijgt eu geen ver
dere vragen doen. Zy is niet nieuwsgierig."
„Maar ongetwijfeld cal zy me toch vrageD hoe ik
er aau kom."
„Zeg haar, dat het recht ziju loop Diet kan heb
ben, indien je baar nu iets vertelt. Je kunt er nog
aan toevoegen, dat ik je het verboden heb."
„Is dat je raad
„Ja zeker. Zoo dunkt het mij 't beate."
Mevrouw Hemmings stond op.
„Ik ga dadelijk naar lady Harlsmore. Het bezit
van dit kostbare stuk legt ray een ondraaglyke ver
antwoordelijkheid op de schouders. Ik durf myn
doos nauwelijks een seconde uit 'toog verliezen,uit
vrees, dat het kroontje weer gestolen zal worden. Ik
weet, dat zy juist in de stad is en ik ryd van hier
dadelijk naar haar toe."
„Dat is 't beste."
Mevrouw Hemmings ging uaar de deur. „Je hebt
mij moer troost gegeven dan ik durfde hopeu," zeide
zy dankbaar, „maar toch vrees ik, dat George schul
diger is dau je deukt. Het feit, dat bij tijdens een
vau hun ondernemingen gearresteerd is, is toch wel
zeer opmerkelijk."
De heer Greville wuifde ongeduldig met zijn haud.
„Nadat ik met George gesproken heb, zal ik je
daaromtrent wel wat meer vertellen en ik beloof
je, dat het mysterie dau geheel opgehelderd zal
i worden."
„Daak je, Alfred," autwoordde sjj heel gedwee,
want haar zelfvertrouwen had een gevoeligen knak
gekregen. „Ik geloof tocb óok, dat ik by George's
opvoeding fouten begaan heb."
„We zullen ze wel herstellen met een vrouw."
„Is zij mooi?"
„Verbazend."
„Rijk
„Oök al."
„Zoo, mazr is ze ook goed?"
„Heel goed. Te goed zelfs voor George."
„George beeft verschillende gebreken, maar.maar
ik geloot, dat je zyn goede eigenschappen nietgenoeg
waardeert."
„George is een groote. jonge ezel," zei de heer
Grevï.e. Hij schelde en toen een knecht verscheen,
gaf bij dezen het telegram.
„Dag Alfred", zeide zyn zuster.
„Ik zal je nog wel eens zien voor je naar Wool -
lacombe teruggaat. Logeer je v«unacht bier?"
„Als je 't wilt, graag Alfred."
Hij keek h&ar medelijdend aan.
„Je bent overstuur, Anna. Ja, kom hier terug
zoodra je by lady Harlsmore bent geweezl."
„Ik zai komen, Alfred, dank je."
„Dat ia de eeiste maal, dat je myn raad opvolgt^
geloof ik, Anna. Toen wij nog kinderen waren,
behandelde je my net zooals je 't George nu doet
maar ik was er niet van gediend; weet je nog wel f"
„Je was eigenzinnig, Alftred, doch ik verwijt het
je niet."
„Je man behandelde je op de zelfde manier."
„Hy," zei mevrouw Hemmings, „was een heilige."
„Dat moest hy ook wel zijn," mompelde de heer
Greville.
Mevrouw Hemmiugs ging de trap af en hield
persoonlijk het oppertoezicht bij de overbrenging
van haar zwarte doos naar de cab.
(Wordt vervolgd.)