Zaterdag 20
April 1907.
No 7339
56e Jaargang.
Feuilleton.
Y. P. N.
Het Kroontje.
AMERSFOORTSGEE COÏÏRAIT.
UITGAVE
firma a. h van cleeff
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\
franco per post f 1.45. Advertentiën 1—3 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/-1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
K0RTE6RACHT9
ostbus 9 Telephoon 19.
K E N N I S G E V 1 NOEN.
Verkiezing van leden der Provinciale
Staten van Utrecht.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien bet besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht dd. 2 April 1997, no. 829;
Gelet op de bturekkHlyke bepiliniren der Kieswet,
der Provinciale wet en der Koninklijke besluiten
van 26 Februari 1897 (Staatsblad no 69) en 8 Mei
18 7 (Staatsblad no. 144),
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat ingevolge art. 5 der Provinciale Wet, ter ver
vulling van de openvallende plaatsen wegens periodie
ke aftreding van leden der Provinciale Staten vao
Utrecht, in lv>; Kiesdistrict Amersfoori een verkiezing
moet plaats hebben op Dinsdag den 4 Juni a.s.,
dat volgens den vasigesteldeu rooUer aan de beurt
van aftreding zyn
mr. A. W. van Beeck Calkoen.
D. P. Hamers.
mr. A. J. de Beaufort.
dat voor deze verkiezing de stemming, zoo noodig,
zal geacbiedeu op Donderdag den 13 Juni a.s. en
de herstemming, zoo noodig. op Dinsdag den 25
Juni d.a.v.
dat op den dag der verkiezing(d.i.op4Juni 1907)
bij hem ten Stadshuize van des voormiddags negen
uur tot des namiddags vier uur, opgaven van can-
didaten kunnen worden ingeleverd.
Deze opgaven moeten inhouden den naam, de
voorletters en de woonplaats van de candidaten en
onderteekend zijn door ten minste veertig kiezers,
bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor
de inlevering geschiedt.
De formulieren voor de bedoelde opgaven zijn
kosteloos verkrijgbaar t«r Gemeente-Secretarie van
20 Mei a.s. tot eo met 4 Juui d.a.v. De inlevering
moet persoonlijk geschieden door eeu of meer der-
geuen, die bnar hebben onderteekend,
Amersfoort, 19 April 1907.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUIJTIERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge-
meeute AMERSFOORT
brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit,
vau beden, ingevolge are 8 der HINDERWET, aan
W. A. H. WKBER, wonende alhier, vergnnniug is
verleend tot de oprichting van een petroleum motor
van 5 P.K. dienende tol bet in beweging brengen
vau een zeepuiolen in het perceel Naarderstraaiweg,
wijk G. No. 95, kadastraal bekend Gemeente Amers
foort, Sectie D. No. 2194.
Amersfoort, 18 April 1907.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS,
D« Secretaris,
J. G. STEN FE Rï KROESE.
De I URGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT
brengt, ter voldoeuiug aan de aanschrijving van
den Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht, dd. 16 April 1907, 4e AMeeling, no.
1629/1151, ter kennis vau belanghebbenden, dat in de
Gemeente Buiinik een geval van VLEKZIEKTE is
voorgekomen bij varkens.
Amersfoort, 19 April 1907.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat op
1 Mei a.s. nieuwe leerlingen op de school 2e soort
Hellestraat en op de scholen 3e soort in de Beek
straat, Koningsstraat en Puntenburgerlaan kunnen
worden toegelaten.
Zij, dio leerlingen ter school weusohen te zendeD,
moeten zich daartoe aanmelden bij het Hoofd der
school, minstens acht dagen vóór den 1 Mei en dien
onderwijz r de door hem noodig geoordeelde opga
ven doen.
Tevens wordt herinnerd, dat voor de toelating
moei worden overgelegd eene verklaring, vermel
dende naam, voornamen, jaar en datum vaqgeboorte
en woonplaats van den aspirant-leerling.
Deze verklaringen zijn te verkrijgen opdeGemeente-
Secretarie, afdeeling „Bevolking."
Amersfoort, 19 April 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris.
J. G. STENFERT KROESE.
Onder voorzitting van inr. J. K. H. de Beaufort
werd hier Donderdagavond gehouden een ver
gadering der onderafdeeling Amersfoort en om
streken van de ,;Vereeniging tot bevordering der
Pluimveehouderij en tam me-konijnenteelt in
Nedeland".
De notulen der vergadering van 27 November
werden gelezen en ongewijzigd vastgesteld met
dankbetuiging aan den nieuwen Secretaris, den
heer J. Huiainga.
Aan de orde waren de Ingekomen stukken.
1. De onderafdeeling is niet vertegenwoordigd
ge-eest bij de op 28 Maart te Utrecht gehouden
vergadering der provinciale afdeeling. Om die
reden werd baar toegezonden een uittreksel uit
de notulen dier vergadering, waarop o. a. werd
ingebracht een schrijven van de onderaldeeling
Utrecht-stad houdende een in min aangename
bewoordingen ges'eld protest tegen de weinige
voortvarendheid welke het Bestuur der provin
ciale afdeeling toonde in zake de eiermijn.
Waar nu aan dit Bestuur van enkele belang
stellenden een renteloos voorschot ten behoeve
van die eiermijn werd toevertrouwd en het alanog
geen zekerheid had, dat dergelijke eierveiling zou
slagen, vond het geen vrijheid, deze toevertrouwde
flOOO te wagen. Immers maar zeer weinig in
schrijvingen of toezeggingen zijn ingekomen,
i zelfs geen enkele van de zoo sterk oponeerende
I afdeeling. Een en ander gaf den heeren Blauw,
Hijikema, Royaards van Schei penzeel en mr.
J. K. H. de Beaufort aanleiding, hun mandaat
als Bestuurslid ter beschikking te stellen.
Db ondor-afdeeling Amersfoort besloot met
algemeene stemmen (mr. De Beaufort onthield
zich) de afgetreden Bestuursleden weer candi-
daat te stellen en een schrijven te richten tot
de onderafdeelingen in de Provincie opdat de
quaestie der eiermijn, die juist door bemiddeling
van deze heeren er reeds zoo goed voor staat,
niet weer tot niets worde gereduceerd en een
wellicht minder invloedrijk Bestuur niet van
47).
Lord Harlsmore slak de hand in syn binnenzak.
„Ja, maai- de oude dame heeft 't my gegeven. Wat
zeg je daarvan V' Hij smeet het diamanten kleinood,
dat nu in geen doosje meer verborgen wa», in al
zyn schitterende pracht op tafel.
Berlings keek er met aanbidding naar.
„Hebt u 'tte pakken gekregen! Bravo!" Hy stak
zijn hand uil, maar de jonge lord was hem voor.
„Nog niet," zei hy. „Nog niet."
„U kunt mjj toch wel vertrouwen", gromde Ber-
lingB. Zyu oogen hingen aan da juweelen. „Dat u't
nu tóch te pakken bebt gekregen 1"
„Ja. ik heb 't," zei lord Harlsmore, met nadruk
op 'i woordje „ik".
Berlings geraakte in eeu soort geestvervoering.
„U is zelf een juweel I" riep hy uit. „Gaf zijn
moeder 't aan u f O, die lieve, oude dameWat
hebt u haar gezegd t Ik wed, dat u haar wat moois
op den mouw gespeld hebt."
„We behoeveu niet in details af te dalen. De
hoofdzaak ia, dat ik 'i heb."
„Ja, dat is de hoofdzaak eu die details kunnen
voor myn part rondom loopen."
„Wat nu?"
„Het vustelaud ie diohtby, wanneer men de eerste
boot ueeuit, die uit Dover vertrekt." Berlings keek
op z|jn horloge. „Ik zal den trein nemen van tien
minuten voor tien van Charing Cross"
Lord Harlsmore haalde ongeduldig zyn wenkbrau
wen op.
„Je kunt er mee doen, wat je wilt, zoodra 't je
eigendom is. Hoeveel geef je er voor?"
Berlings dacht na. „Wacht tot 't verkocht is, dan
krygl u eerlyk uw deol."
„Onzin," antwoordde lord Harlsmore ruw. „Alsje
geen bod doet, ga ik er mee naar eeu ander." Hy
deed alsof hy wilde opstaan.
„Waobt u even," voegde Berlings hem angstig
toe. „U is zoo haastig. Wilt u dan geen vertrouwen
in my stellen?
„Neen, niet in 't minst."
Berlings keek hem teneergaslagen aan.
„IJ is er me eentje 1" Hy leunde achterover in zyn
stoel.
„Ik kan niet wachten Er is haast bij."
Over Berlings gelaat kwam een misnoegde trek.
„Wat vraagt u er dan voor?" zei hi' na eenige
oogenblikken.
Lord Harlsmore dacht na.
„Je weet, dat dit ding eenige duizenden ponden
waard is."
„Maakt 't een beetje schappelijk," zei Berlings.
Met opzet trachtte hy de waarde van het schitte
rende kleinood tol wat bescheidener omvang terug
te brengen.
„Laten we zeggeu tweeduizend minstens. De helft
van tweeduizend is duizend."
„Als ii er me dat voor durft vragen, gooi ik ude
deur uit," riep Berlings woedend uit.
„Laien we dau zeggen achthonderd,"antwoordde z'n
lordschap, „ik heb geen tyd om veel te sjachereu."
Berlings schoot in eeu lach. „Ja, u moet wel ver
bazend veel haast hebbeD, om zoo'n aanbod te dur
ven doen!"
„Wil je 't er voor geven, ja of neen?"
Berlings dacht na. „Ik wil u een okeque geven
voren aan deze zaak moet entameeren.
2. Een schrijven van het Bestuur der pro
vinciale afdeeling over het niet- of niet op tijd
ontvangen door de leden van het Bulletin der
vereeniging.
Verzocht wordt, eventueele klachten daarover
te richten tot de Secretarissen der onderafdee-
liugen en aan dezen toch vooral den juisten
naam en het juiste adres mee te deelen.
3. Het markt-iapport van „Handel en Nij
verheid".
De Voorzitter noemde dit een heel lang
stuk en zeide, dat het heeft gecirculeerd bij het
Bestuur. Er i8 adhtesie op gevraagd, doch het
Bestuur heeft besloten, geen adhtesie te verlee-
nen, hoewel het volkomen meeging met hot
streven van H. N. Het kon geen adhtEsie
verleenen omdat in het stuk, in de becijfering
der geschatte waarde, verschillende groote on
nauwkeurigheden voorkomenomdat ontbraken
de vergelijkende cijfers met andere Gemeenten
en omdat de reorganisatie te grootsch is opgezet.
Wat de onjuiste cijfers betreft, meende het Be
stuur, dat hierdoor het stuk ook geen goede
ontvangst zou ten deel vallen in den Raad, om
dat deze bij dergelijke voorstellen toch nauw
keurige gegevens moet hebben.
Een lid zeide, dat onder dagteekening van
8 April door de Markt-commissie van H. N.
naar aanleiding van de opmerking door het Be
stuur van deze onderafdeeling der V.P.N. een
verbéktering der cijferkolom is verzonden, welke
verbetering door de plaatselijke bladen is gepu
bliceerd. Spr. vraagt of sedert dien het Bestuur
alsnog adhtesie heelt betuigd.
De Voorzitter antwoordt, dat dit verbe
terblad niet i-j ontvangen en dus niet kon rond
gaan bij de Bestuursleden en er ook geen ad-
hteaie is betuigd.
Een ander lid vraagt aan wie het Markt
rapport werd geadresseerd.
De Voorzitter: Aan de onderafdeeling.
Het lid betreurt het, dat dan het Bestuur
besliste en niet, als zoo vele vereenigingen, een
vergadering uitschreef kort uadat het stuk werd
ontvangen, hetgeen begin Januari moet zijn ge
schied. Het Bestuur antwoordde eerst 28 Maart
daarop. Spr. doet het leed, dat de onderafdeeling
niet is gehoord; hoogst waarschijnlijk zou zij
dan, als alle andere vereenigingen, zijn meege
gaan met het rapport in zjjn geheel. Spr. noemt
Vreemdelingenverkeer" en „Landbouw" waar
ominigen ook iets tegen enkele onderdeelen
hadden, doch aan het rapport- en bloc gaarne
adhfflsie gaven. Spr. betreurt het ook, dat het
Bestuyr zich krampachtig heeft vastgehouden
aan de foutieve cijfergroep. Hoe die ontstaan is,
doet weinig ter zake, doch de fout is zóo in 't
oog loopend, dat ze als met een klomp te voelen
is. Maar óok doen deze cijfers niets too of ai aan
de waarde van het rapport in zijn geheel, omdat
geen enkele berekening of conclusie berust op
die cyfers. Wat den grootscheu opzet der reor
ganisatie betreft, is dit Diet tot de competentie
der V. P. N. De Raad heeft hier over te oor-
deelen en zal dit te zijner tijd ook wel doen.
De algemeene strekking van het rapport is
van zeven honderd pond. Aangenomen?"
„Zevenhonderd? Goed, dat neem ik aan."
„Het is eigenlyk nog te veel. Ik ruïneer mezelf
en myn heele familie. Maar, u is myn vriend." In
den hoek van zyu oog kwam een ondeugende trek.
„Geet my bet geld maar."
„Op slag, waarde heer." Hy haalde een oheque-
boek te voorsobyn en doopte eeu pen in den inkt.
„Hé, zog, wat doe je nu?" vroeg de jonge lord.
„Ik, hoe bedoelt u?"
„Wat beteekent dat?"
Berlings keek rond. „Waar hebt u 'tover?"
„Over dat boek, waariu je aan 'taobryven bent."
„Dat is myu cheque-boek."
„Je cheque-boek herhaalde lord Harlsmore op
eeu toon van diepe verachting. „Daobt je soms, dat
ik een cheque van je zou aannemen
Berlings trok een doodonschuldig gezicht. „En
waarom niet?"
„Ik ga weg." Lord Harlsmore stond op. „Je bent
gek, geloof ik."
Berlings smeet zyn pen op tafel. „U denkt toch
niet, dat ik zeventionaerd pond in myu kast heb
liggen
„Dat weet ik niet, maar indien je geen contant
geld hebt, zal ik maar wachten tot je 't wel bebt."
Berlings schudde van't lachen. „O, moet u contant
•geld hebben? U is er eentje!"
Zyn vroolykheid was eenigszins gedwongen en
ofschoon zyn mond laobte, bleven z|jn oogen ernstig.
„Hoeveel hebt u noodig?"
„Zevenhonderd pond hebben we afgesproken."
„Geen quaestie van," antwoordde Berlings met
nadruk. „Ik heb geen oogeublik beloofd zevenhon
derd pond contant te geven. Geen gedachte van I"
„Je wilde me toch een obeque geven voor dat
bedrag."
O, dat is waar, maar contant geld is heel wat
verbetering der marktplaatsen, en ongetwijfeld
is de V- P- N. te dezen opzichte de meest be
langhebbende.
De Voorzitter antwoordt, dat het Bestuur
dit antwoord gaf in de hoop, dat H. <fc N.juister
cijfers zou geveu en dan in da ledenvergadering der
V. P. N. alsnog adb®sie kon worden verleend.
Een lid vraagt of het antwoord aan H. 4 N.
ook aanwezig iB.
De Secretaris heeft het concept niet bij
zich.
Hel lid kent dat antwoord en wil er voors
hands slechts dit van zeggen, dat, naar zijn
meening, het wel eenigszins overdreven is. Op
de foutieve, nu verbeterde, cijfergroep steunt
geen enkele oonclusie of overweging van het
rapport. Wie onbevooroordeeld is, heeft de fou
tieve groepeering der cijfers met de voeten
kunnen voelen- Met eenigen goeden wil had het
Bestuur opheldering kunnen vragen, en die dan
aaostonds gekregen van het Bestuur van H. N.,
dat zich zou hebben verheugd over zulke be
langstelling. Ook ia die cyfergroep bet eenige
abuis in het zoo lange stuk. Toch spreekt' de
Voorzitter thans van onnauwkeurigheden. Welke
zijn dat dan
De Voorzitter geeft toe, dat de fout in
de cijfergroep tastbaar een correctie-fout is, doch
in het oorspronkelijke stuk staat 1 millioen, ter
wijl 't in werkelijkheid ia 3 ton en dat is toch
M te dwaas.
Eeu lid: A1b dus deze fout is hersteld, zou
de V.P.N. wel adhtesie kunnen verleenen?
De Voorzitter: Dan zou ik de eerste zijn
om een Algemeene vergadering uit te schrijven
en alsnog een voorstel om adhtesie aanhangig
te maken.
Het lid: Dus u erkent, dat het Markt
rapport ook is in het belang der V.PN.
De Voorzitter: Ja, zeker.
Een ander lid zegt, dat geen enkele andere
vereeniging heeft gereageerd op de misstelling
der cijfers, doch dat allen alleen bet doel van
het rapport voor oogen hielden en wel de ver
betering der marktplaatsen en bovenal van de
eierenmarktplaats. Spr, had gedacht, dat de
V P.N. zich zou hebben gehaast, met handen en
voeten toe te tasten, met graagte steun zou heb
ben verleend. En nu komt zij drie maanden
later en zelfs 't allerlaatst met deze exepties- Dat
Bpijt spr. Spr. herinnert zich nog heel goed hoe,
een paar jaar terug, de V.P.N. krachtig steunde
de pogingen der Kamer van Koophandel om
verbetering te brengen vooral in de eiermarkt-
plaats. Spr. had destijds de eer lid te zijn van
de commissie van rapporteurs der Kamer en
herinnert zich nog zeer goed de hoogst aan
gename Bamensprekingen met de V.P.N. Nu is
in het markt-rapport een fout gemaakt, even
tastbaar als wanuei r iemand een rozenstruik een
lindenboom noemt; maar die fout is nu gere
dresseerd en aan alle corporation, enz. meege
deeld. Het Bestuur der V.P.N. heeft die ver
betering niet ontvangenis ze wellicht verzon
den aan het Hoofdbestuur
Maar als de V. P. N. inderdaad de bedoeling
heeft, het pogen van H. N. te steunen dan
andera."
„Dat vind ik ook," merkte zyn lordschap droog
jes op.
„Kyk eens hier," zei Berlings op vertrouwelijken
toou. „Ik merk, dat u eeu waardige tegenparty is.
In lang heb ik niet zoo'n handigen kerel ontmoet.
Daarom wil ik u vyftig sovereigns geven."
„Je bent gek."
„Ja, hoor eens, als u contanten wilt hebben, suit
u wat van uw eisch moeten laten vallen," voegde
Berliuga hem toe. „Vroeger heb ik u al eens gezegd,
dat ik geen kapitalist ben. M'n heele kapitaal tn
geld ia maar.
„Hoeveel
„Ongeveer honderd pond."
„Dat ia te weinig."
„U maakt me wanhopig!" Berlings oogen konden
sioh maar niet van het kroontje afwenden. „U bent
ook soo onverwacht gekomen. Indien ik vooruit van
uw besoek had geweten, had ik myu maatregelen
kunnen nemen."
„Dat geloof ik. Maar laat ik je even leggen, dat
ik een revolver by me heb."
„Zoo bedoel ik 't niet," stelde Berlings hem ge
rust. „Hoe kunt u sooiete van mü denken?"
Lord Harlsmore keek naar de aeur.
„Indien je geea hooger bod doet, heb ik hier niets
meer te doen. Dus, voor 't laatstwil je my twee
honderd pond geveu
Berlings schudde 't hoofd. Lord Harlsmore slak
het kroontje bedaard weer in zyn sak.
„O, doe dat niet 1" riep Berlings uit. „Tweehonderd
pond! Meer besit ik niet! Ik sweer u, dal ik niet
meer heb."
(Wordt vervolgd.)