Rapport Kamer ran Koophandel.
Onzo Kamer ontving bij missive van den Ion
Februari 1.1., No. '209. van uwen Raad ter fine van
advies oen adres door de vereeniging „Handel en
Nijverheid" aan uwen Raad gericht, ten einde
eene betore regeling van het marktwezen te ver
krijgen met daarbij gevoegde Memorie van toe
lichting, rapport Markt-commissie mot bijbehoo-
rende teekeningen en plannen.
Ingevolge uw verzoek gaan deze stukken hier
nevens terug.
Het zal voorzeker geen betoog behoeven, dat
eene betere regeling van eer gedeelte der week
markt zeer noodig is en ook reeds lang was en
zag dan ook onze Kamer met groot genoegen, dat
ook de vereeniging «Handel en Nijverheid" zich
eens bezig gehouden heeft met deze zaak, waar
de Kamer dit reeds meermalen heeft gedaan,
hoewol niet met belangrijk resultaat.
Zij heeft dan ook met groote belangstelling
kennis genomen van het rapport van «Handel en
Nijverheid" en de Memorie van toelichting en zal
gaarne, zooveel in haar vermogen is, aan uw ver
zoek voldoen.
Zij hoopt zich daarbij te bepalen tot zakelijke
beschouwingen, ofschoon dit wel niet altijd geheel
mogelijk zal zijn, daar het rapport dikwijls do
zaken ook uit hygiënisch, aesthetisch en ethisch
standpunt beschouwt en ook omdat zij niet geacht
wil worden toe te stemmen door over sommige
voorstellen, die eigenlijk den handel niet raken,
stil te zwijgen.
De volgorde van het Rapport zal ook door ons
in acht genomen worden.
a Boter- en b. Eiermarkt.
Zij meende die bijeen te moeten nemen.
b. Hoewel de aanvoer van boter belangrijk is
afgenomen in de laatste jaren, door de steeds meer
en tneer verrijzende boterfabrieken, die aanvoer
waarschijnlijk door do zelfde oorzaak nog wel klei
ner zal worden, is daarentegen die van eieren
belangrijk toegenomen en wel in die mate, dat
buiten de tegenwoordige Botermarkt een belangrijk
gedeelte van den Hof daarvan wordt ingenomen.
Hoewel het hygiënisch bezwaar van „Handel en
Nijverheid" tegen de bestaande Botermarkt gemak
kelijk bij politie-maatregol is te verhelpen, het
feit evenwel, dat deze veel te klein is, blijften is
belangrijke vergrooting dringend noodig.
Groentenmarkt.
Onze Kamer meent, dat de toestand sedert haar
advies over deze afdeeling in het jaar 1896 nog
niet veranderd is en eigenlijke handel daarin
slechts in eene kleine periode van het jaar voor
komt.
In plaatsen waar groenten minder dan hier aan
de huizen gevent, doch op de markt gekocht moeten
worden, hebben die allen, voor zoover ons bekend
plaats op de openbare straat.
Wij gelooven dar ook niet. dat groenten, die reeds
van af hun oorsprong met minder welriekende
stoffen in aanraking komen en ten slotte veelal
in slootwater worden gewasschen, daardoor nog
van mindere kwaliteit zullen worden.
Met ooft is dat natuurlijk iets anders.
Onze Kamer kan zich echter geens
zins v e r e e ui g n met het plan van „Handel en
Nijverheid" om op den Hof markthallen te
bouwen.
Overal toch waar Gemeenten worden uitgebouwd
en vergroot, tracht men zooveel mogelijk ruime
pleinen uit te sparen of in do oude steden die te
verkrijgen, en hier zou men het eenige flinke plein
dat Amersfoort bezit niet alleen willen ontsieren,
maar zoo goed als geheel wegnemen door drie
vierde deel daarvan te bebouwen met ijzeren
markthallen.
Deze markthallen zouden zeer waarschijnlijk,
behalve op den marktdag, zeer weinig gebruikt
worden uii voor de omwonenden een bron van
onaangenaamheden worden, tenzij die dag en
nacht b'-waakt werden.
I)e kippen- en konijnenmarkt achten wij niet
wenschflijk in do onmiddellijke nabijheid der boter-
:i eieren markt en worden, die ook elders bij voor
keur in de open lucht worden gehouden.
Evenmin kan onze Kamer medegaanmet de bo-
weiing van het rapport dat. «waar goede markt-
gelegenheid is, ook producten komen".
Trouwens het rapport spreekt dat zelve reeds
tegen, eenige regels verder, bij do
Beestenmarkt.
Wat deze laatsto betreft, is onze Kamer het vol
komen eens met het rapport
Varkonsmarkt.
Do verplaatsing naar hot Havik komt ons zeer
verkeerd voor, aangezien bij een varkonsmarkt
ook gelogonheid tot stalling voor paarden en plaat
sing voor wagens behoort te zijn en die daar
ontbreekt.
Door een onzer leden is omtrent deze zaak nog
het gevoelen ingewonnen der Boerenbonden in
den naasten omtrok.
Deze adviezen, hierbij gevoegd, zijn allo zoor
bepaald tegen eene verplaatsing naar het Havik.
Indien verplaatsing bepaald noodig wordt ge
acht, dan naar de Beestenmarkt.
Het wil ons verdev voorkomen, dat het plan van
«Handel en Nijverheid" ook veel te weinig rekening
heeft gehouden met de plaatsing der voertuigen
die do producten aanvoeren stalling, enz. (zie o.a.
bladz. 9 varkonsmarkt op 't Havik en Kerkplein)
en gerokend wordt op producten die er nog niet
zijn en waarvan het zeer onzeker is, dat zij hier
ooit geproduceerd zal worden.
Evenmin kan zij aannemen, dat do oprichting
van markthallen enz. de landbouwers, die thans
hun producten markten te Barneveld, Nijkerk,
Putten, enz., zal nopen om die hier ter markt te
brengen. Wie met landbouwers en plaatselijke
toestanden bekend is, weet zulks beter.
Te minder zal dit geschieden wanneer hier
marktgeld wordt geheven.
Zij meent hier tevens do opmerking te moeten
maken, dat hot uwen Raad niet onbekend zal zijn,
dat do cijfers betreffende den aanvoer op de week
markten wel eenigszins problematisch zijn en o.i-
meer op eeno schatting dan wel op een telling
berusten-
Over de verdere plannen in het rapport, zoo ter
verfraaiing als omtrent de graven onzer voorouders
zoowel die op het L. V. kerkhof als die op de
marktpleintjes om de St. Joriskerk en op het
St. Janskerkhof (Beestenmarkt), meent zij te mogen
zwijgen, als niet tot hare competentie behooreude.
Alleen meent zij te moeten opmerken, dat het
typisch gebouw der tegenwoordige Botermarkt
daar ter plaatse altijd beter zal voldoen dan eene
magere ijzerconstructie.
Samenvattende, komt zij tot de conclusie:
le de plaatsing van markthallen op den Hof
beslist te moeten ontraden
2e de varkensmarkt indien het noodig wordt
geacht die te verplaatsen dit alsdan te doen
naar de Beestenmarkt, waar op het pleintje tus-
schen de eigenlijke beestenmarkt en de houten
Rijschool ruimte genoog is en gelegenheid tot
overdekken of beplanting, zoo noodig. Paarden-
en veemarkten worden toch op Vrijdag niet gehou
den
3e blijft zij bij hare vroegere adviezen om voor
landbouw-zuivelproducten, enz. enz. geen markt-
gelden te heffen, wijl zij bekend is met den tegen
zin der landbouwers tegen zulke heffingen.
Daar echter de boter- en eiermarkt veel te klein
is en die ter plaatse thans gevestigd geen over
dekte uitbreiding toelaat, wenscht zij. in tegen
stelling met haar vroeger advies, uwen Raad te
wijzen op een geschikte plaats voor een markthal
voor boter, eieren en fruit, n.l. het gedeelte van
het Havik westelijk van de Bloemendalscho brug.
Door de gracht aldaar te overdekken, 'tzij met
ijzeren balken of op andere wijze, en op die over
dekking een markthal te plaatsen zoo ruim mogelijk.
De plaats is zeer gunstig gelegen zeer n a b ij
de halte de Koppel, in do onmiddellijke
nabijheid van den Hof niet tochtig en des zomers
heerlijk beschaduwd. Een dergelijke hal. daar
tusschen de boomen geplaatst, zou zeer zeker het
uiterlijk der omgeving niet bederven en ook niet
het uitzicht der omwonenden-
Zij zou onzes inziens ruimte te over aanbieden
voor boter- en eierenmarkt en tevens zou ook een
gedeelte voor fruitmarkt, eventueel ook groenten-
markt bij beschikbare ruimte, gebruikt kunnen
worden. Wanneer toch de tijd voor fruit (alhier
alleen boomvruchten) is gekomen, is de eierpro-
ductie reeds belangrijk verminderd.
De tegenwoordige Botermarkt zou eventueel voo
bloemenmarkt benuttigd kunnen worden.
De bloemenmarkt, die nergens overdekt is, zou ook
op het Havik onder de boomen gehouden kunnen
worden.
Het Gemeentebestuur is door het plaatsen van
een deel der kermis op het Havik reeds voorge
gaan om dit tot marktplein te maken.
Een lid der Kamer kan zich met bovengemeld
advies niet vereenigen. Hij meent, dat de overige
leden do zaak niet uit een commercieel oogpunt
bekeken hebben en dat nu in plaats van de plannen
van «Handel en Nijverheid" andere plannen zijn
besproken. Ilij zegt: steekhoudend bezwaren zijn
in doorsnee niet genoemd, is zeer tegen de
verplaatsing der boter- en eiermarkt naar het
Havik en meent, dat wanneer de varkensmarkt
daar eenmaal is, ook stalling enz. daar wel
komen zal.
Roferoert zich verder aan het Rapport van
«Handel en Nijverheid" dat naar zijne meening in
alles voorziet en door hom verdedigd wordt.
Hij meent ook, dat hot heffen van marktgoldon
op landbouw- en zuivelproducten niet zoo druk
kend zal zijn, dat zulks nadeel aan het marktbezoek
zoude toebrengen.
De Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Amersfoort, enz.
Ailri's „Handel en Nijverheid".
Geeft met verschuldigde» eerbied te kennen
de Vereeniging «Handel en Nijverheid", goed
gekeurd bij Kon. besluit van 3 Maart 1902, No. 35,
in deze vertegenwoordigd door haar Bestuur,
dat bij haar is ingekomen van de markt-commissie,
door haar benoemd om middelen aan te geven,
ten einde te geraken tot eene betore rogeling van
het marktwezen en de inarktgelegonheden te dezer
stede, met verzoek aan U Edel Ach tbaren alsnog
te doen toekomen.
le. eene rectificatie van een onjuiste cijfergroep
in het marktrapport (Bijlage A);
2e. aanteekoningen van genoemde Commissie
naar aanleiding van hot uitgebracht advies
door de Kamer van Koophandel en Fabrieken
alhier, in zake het marktrapport (Bijlage B);
3o. de origineelc antwoorden, met daarbij be-
hooronde verordeningen, ontvangen van verschil
lende Gemeentebesturen, op de door genoemde
markt-commissie gestelde vragen (Bijlage C);
4e. plannen en begrooting van eene overklui
zing van het Havik alhier (Bijlage D)
dat de Vereeniging volgaarne voldoet, gelijk zij
doet bij deze, aan do haar gegoven opdracht en
stelt zij de documenten in Uwe handen
dat zij bij UEdelAchtbaren blijft aandringen op
goedkeuring van do door haar voorgestelde plan
nen, ter wille vin de beginsolen die daarbij worden
voorgestaan, het algemeen belang der Gemeente
rakende.
'tWolk doende,
Het Bestuur der Vereeniging
Handel en Nijverheid enz.
Mijne heeren
Uit de discussiën van de vergaderingen van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, ge
houden den 21 Februari en 7 Maart j.l,, en uit het
advies aan U ingezonden naar aanleiding van het
marktrapport blijkt, dat genoemde Kamer zich
niet met het aangevoerde in dat rapport kan ver
eenigen.
De oorzaak van bet verschil van opvatting van
de Kamer en van onze Vereeniging in deze be
langrijke zaak, laat zich gemakkelijk aanwijzen
De vereeniging «Handel on Nijverheid" stelt zich
op het standpunt dat, door den grooten vooruit
gang van hot land en tuinbouwbedrijfdoor de
overal intensieve cultuur de cultuur van sterkere,
meer opbrengst gevende gewassen, mooglijk ge
maakt vooral door hulp-mqstoffen, waardoor ver
dubbeling van oogst geono bijzonderheid is; door
betere en zekerder afzet, zoowel binnen- als buiten
lands, wat de energie aanwakkert, gevoegd bij de
uitbreiding dor stad dat alles te samen e i s c h t
van onze markten b i n n e"n korten t ij d
meer ruiriite en moer doelmatigheid;
maar reeds voor hot tegenwoordige zijn de
marktgelegcnheden onvoldoende voor de bestaande
bolioefte; daarin de noodigo verbetering trachten
te brengen is ons doel, en daardoor de productie
naar Amersfoort lokken en leiden, gedachtig aan
zoovele plaatsen, die door verbeterde marktgele-
genheden een groote marktverkeer hebben ge
schapen. De Kamer daarentegen stelt zich op het
standpunt, dat in 't algemeen onze markt niet
alleen weinig beteekent (zie in het advies de
clausule over groenten) maar voor haar schijnt
vermeerdering van aanvoer een onbereikbaar
ideaal te zijn. Wij vermeonen, dat hierdoor de
Kamer blijk geeft, dat zij zich niet met den gang
van zaken in de omgeving on vooral elders
bezig houdt, noch zich vermoeit met de bestudee
ring van marktverslagen en statistische gegevens,
daarop betrekking hebbende, van binnen en bui
tenland, wat wij zoo vrij zijn toch als een der
eerste plichten van eeno Kamer van Koophandel
en Fabrieken aan te wijzen.
Naar onze moening is do Kamer in haar advies
afgedaald tot bijzaken. In den werkelijken zin
heeft zij geen advies gegeven over ons rapport,
maar een ander plannetje in elkaar gezet, dat geen
blijk geeft van een ruimen blik, en nergens het
merk draagt, dat zij oog heeft vóór of een
denkbeeld heeft van den vooruitgang, wat betreft
de eischon, die do niouwe tijd aan den handel
voor land- en tuinbouw, alsook pluim- en kleinvee-
bedrijf stelt. Hoewel wij voor ons zeiven van
eene nieuwe toekomst verzekerd zijn, hebben mij
in ons rapport allóen rekening goliouden met den
aanvoer, zooals dio thans is (zie rapport pag. 10).
't Is moeilijk om hot advies op den voet te volgen,
wijl het een zelfde onderwerp meermalen behandelt
en het een geregeldon godachtengang mist.
Wij zullen ons bepalen tot oen enkelen groep
hier of daar, waar hot advies stuitend is door
inconsoquentie of eigenaardige opvatting.
Een blijk van deze laatste geeft de Kamer reeds
bij het begin, waar zij zegt: »dat het voorzeker
geun betoog behoeft, dat een betere rogeling van
oen godeolte dor weekmarkt zeer noodig
is en ook reeds lang was", enz., neen niet een