Zaterdag 23 November 1907. No. 7431. 57e Jaargang. In Memoriam Stadsnieuws. UITGAVE firma a. h. van cleeff te AMERSFOORT. Verschijnt Diiwday Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. per post 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- aoonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentien Der regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Oroote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. kortegracht 9 'ostbus 0. Telephoon By dit nummer behoort een BIJVOEGSEL. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Geaien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingeietenen, dal de Raad deaer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag den 26 Ifovember aanstaande, des namiddags te VI. ure. Amersfoort, 21 November 1907. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERs! FOORT breugt, ter voldoening aan do aanschrijving van den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht d.d. 21 November 1907, 4e afdeeling, no. 6149/4479, ter kennis vud belanghebbenden, dat in de Gemeente Langbroek gevallen van MOND- en KLAUWZEER zijn voorgekomen. Amersfoort, 28 November 1907. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER eu WETH0UEER8 van AMERSFOORT Gelet op de artt. 73 en 75 der Militiewet 1901 en art. 46 van het Koninklyk besluit van den 2 De cember 1901, öt. 230; Geiien de kennisgeving vau den heer Kol mei, Militie-Commissaris in de provincie Utrecht van den 12 November 1907; Doen te weten, dat de titling van den Militieraad voor dese Gemeente op Maandag den 9 December 1907, des voormiddags te 10 uren, in het openbaar wordt gehouden in de zaal genaamd „Groot Kunst liefde" vau bet Gebouw voor Kunsten en Weten schappen aan de Mariaplaats te Utrecht, ia tega&n tegenover de Botermarkt, en bestemd is tot het doen van uitspraak omtrent de lotelingen die redenen van vrijstelling hebben ingediend, de lotelingen die van den dienst uitgesloten ofdHarbij voorloopig niet toegelaten worden, on alle overige lotelingen, behoorende tot de liebtiug van het jaar 1908. En brongen tevens ter kennis van belanghebbende dat de tijd en plaats der zitting aan eiken lotelicg zal worden bekeud gemaakt door middel van een aan zyne woning of aan die van zijnen vader of voogd te bezorgen biljet, alhoewel het niet-ontvangen van zoodanig biljet niet ontheft van de verplichting t ot het verschijnen voor den Militieraad, of tot het indienen van de tot staving der redeucn van vrij stelling gevorderde bewijsstukken zullende de loie- ling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke ge steldheid, gebreken of gemis van de gevorderde lengte voor den Militieraad moeten verschijnen, op het hierboven vermelde lyda-ip. Amersfoort, 25 November 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Le Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris. J G. STENFERT KROESE. „Wie veel heeft liefgehad, zal ook veel vergeven worden". Dat zijn de laatste woorden, welke ik ran haar hooren mocht, waarmee ze af scheid van me nam. Ik weet geen passender motto boven de regelen, die ik aan haar wijden wil. Aan haar nagedachtenis, aan die van Hendrika, Maria Schermer, de brave, eenvoudige en zoo begaafde vrouw,gekend en geliefd door duizenden in onze stad, toen ze zelf kinderen nog wareiv Toen ze gingen naar de Anna Paulowna- Bewaarschool, waar zij, de directrice, altijd opgewekt, altijd blij moedig-ernstig haar taak vervulde. Een taak, waarbij zij zich niet alleen gaf aan de kinderen, maar ook aan de ouders, de vrouwen en mannen uit het volk, die men niet spoedig wint, maar die, als ze je hebben leeren vertrouwen, dan dat ook onbegrensd doen. Een taak, welke ze niet omlijnd en af gebakend achtte door de reglementen, doch die ze uitstrekte zoover ze kon, die ze volbracht naar de inspraken van haar edel en warm hart. 'n Jong, heel jong ding waa ze uog geen 22 toen ze 6 Januari 1857 haar proefles kwam geven in de school, waar een paar honderd kinderen nieuwsgierig zaten te gluren naar »die lange juffrouw met die blauwe japon", waar het Bestuur belangstellend wachtte op het verhaaltje, dat ze, tot slot van het vergelijkend examen, vertellen moest Ja, wat zou zij vertellen, aan de haar vol verwachting aanstarende kleuters er wilde haar zoo gauw geen onderwerp te binnen schieten. Maar een der kinderen zelf zou haar op den weg brengen. 'n Aardig, klein ventje, geheel vervuld van de wondre gebeurtenis, die hij zoo pas thuis in zijn jonge leven had meege maakt, riep eenklaps jubelend uit„juf frouw, de ooievaar „het" vannacht een kiendje bij ons gebracht, 'n zusje". En 'l jonge meisje wist nu waarover ze spreken zou; ze voelde eensklaps, waar mee ze haar kleine hoorders pakken kon. En zo vertelde van haar eigen broertjes en zusjes, zoo bevattelijk, zoo eenvoudig, zoo heel gewoon en uit haar woorden klonk zoo warm 'n mee-leven in »der kindren lief en leed", dat klein en groot geheel en al kwamen onder den indruk van haar improvisatie, zóo zelfs, dat de president der school, ds. H. J. van Hoorn, haar bij het vertrek de hand drukte, zeggende »Ga heen in vrededie kleinen daar kiezen U; mogelijk volgen wij hun aanwijzingen". En dat deed het Bestuur Eenige weken later, op Maandag den 2den Februari, aanvaardde zij haar functie. Veertig jaar lang, veertig lange jaren heeft zij in en buiten haar school gearbeid, zag zij in den loop dier periode meer dan 6000 kinderen van 8 tot 6 jaar er komen en weer gaan. Met onuitputtelijk geduld, mot 'n tact zoo groot als alleen zij, die gewend zijn van vroeg tot laat met kinderen om te gaan, kunnen waardeeren, gaf zij den kleinen het eigenaardige onderricht, dat hen geschikt maakte om de gemeente scholen voor Lager onderwijs te kunnen volgen, die zich aansluiten aan de Anna Paulowna-Bewaarschool. Want het moet een verbazend moeilijke taak zijn om van zoo jonge kindoren het gehoor te scherpen, de aandacht te boeien, het spreken te verbeteren, om hen tege- wennon aan orde, zindelijkheid en beleefd heid. Slechts groote toewijding, 'n. vaste wil, maar bovenal innige liefde voor kinderen, kunnen iemand daartoe dag na dag kracht en opgewektheid schenken. Daar is heel wat gespeeld en gezongen in die lokalen op den Zuidsingel; daar is heel wat gedraafd en gehold op die speelplaats, maar daar zijn ook schatten van liefde gegeven aan de kleinen, daar zijn ook in overvloedigcn rijkdom in die jonge kinderzielen zaden gestrooid, welke, waar ze verder werden gekweekt en ge koesterd door zorgzame ouders, tot vruch ten schonkenliefde, gehoorzaamheid, oprechtheid, kortom zoo heel veel, dat, zooals «moeder Schermer" het zoo tref- .fend-waar zeide, samengevat kan worden in de beide woorden: «Liefde en Plicht". Maar ze deed nog veel meer, de onver moeide vrouw. Wie zal ons vertellen, hoe dikwijls daar 's avonds laat, arme afgetobden over het bruggetje slopen naar moeder Schermer's bescheiden huisje, waar de deur al open stond, waar de bewoondster altijd bereid was allen aan te hooren Wie zal het klappen, hoe vaak daarin het kleine voorkamertje, waar zoo dicht mogelijk bij haar plaats de portretten stonden van hen, tot wie ze opzag, door haar is mee-geleefd. mee-geleden, mee- geschreid met al die moeders en vaders? Wie zal het ooit weten hoevelen, gesterkt door raad on daad, daar van haar gingen en hun kruis niet zoo zwaar meer telden, nu ze zoo pas mochten hooren en onder vinden dat voor elk leed troost is, dat er voor ieder die leeft, hoop bestaat? Doch niet alleen minder-bevoorrechten en minder ontwikkelden was zij ten zegen ook anderen schonk zij veel. Wanneer je op 't schemeruurtje van een zomerschen dag bij haar binnentrad, in dat gezellige huiskamertje vol souvenirs, waar elk stuk een geschiedenis had. dan voelde je, dat je haar zoo van harte welkom was. En het werd je zoo wèl te moede bij die altoos opgewekte vrouw, in wie nie mand, die 'tniet wist, vermoedde, dat ze zooveel leed te dragen had. zieleleed niet alleen, maar ook zware lichamelijke pijnen, waar zij voortdurend te strijden had tegen een geschokte gezondheid. Doch slechts uiterst zelden sprak zij over hetgeen haar werd opgelegd. Zij bracht je steeds huiten het terrein van haar zorgen en h a a r verdriet des te meer stelde zij in 't licht, wat zij mooi en goed zag in eigen leven, wat zij beter en minder moeilijk in andrer leven zou wenschen. Je werd het nooit moe. te luisteren naar die eigenaardige stem, welke zoo'n aan- trekkelijken klank kreeg, als ze zacht sprak. Werkelijk waar, haar geestdrift deelde zich aan je mee, wanneer zij vertelde van den gelukkigsten dag haar levens, van dien 16den Juli 1896, waarop H. M. de Koningin-Regentes expres naar Amers foort kwam om haar school te bezoeken. O, je kon het zoo goed van haar velen, dat ze kinderlijk-trotsch was op de Ko ninklijke onderscheiding, die haar 'npaar maanden later,op 31 Augustus ten deel viel. En je was boos op je zelf, dat een andere stadgenoote op 't denkbeeld was gekomen, haar die gouden medaille in klein model te schenken, opdat zij die steeds zou kunnen dragen. En hoeveel keer zo je ook de geschie denis vertelde van een harer liefste leer lingen, je luisterde er altijd weer aan dachtig naar en jo kook steeds met ver nieuwde belangstelling naar het portret van die mooie jonge vrouw eu jo kon het bijna niet gelooven, dat deze als kind op de banken van do Anna Paulowna- Bewaarschool gezeten had. Wat zag «moeder Schermer" er stralend uit, toen ze mij op zekeren avond met den jubelenden uitroep ontving«ik heb ze gesproken ze is bij me geweest wat is ze 'n beeldje geworden". En weer moest ik hooren, hoe dat kind uit de volksklasse, wier familie nog hier woont, in een der grootste hotels te Am sterdam kamermeisje geworden, door haar mooi gezichtje, maar vooral door haar beschaafde manieren, de opmerkzaamheid had getrokken van een aldaar logeerende Duitseho dame en haar oenigen zoon; hoe de jongelui elkaar liefkregen en hoe de moeder, nadat zij het meisje een paar jaar buitenlandsche kostscholen had laten bezoeken, toestemming tot het huwelijk had gegeven. En ie midden van het geluk, dat onze voormalige stadgenoote thans met haar man, een Hofrath, geniet, vergat zij «moeder Schermer" niet. Alle brieven, alle cadeautjes werden door haar gewezen, onderwijzeres als relequieën bewaard en ik weet het op volle waarde te schatten, dat zij mij hot laatste portret van „Frau Hofrath" gaf. Zoo arbeidend gingen de jaren en al bleef „moeder Schermer" jong van geest en van harte haar physïeke krachten worden steeds minder en toen ze haar 61sten verjaardag vierde, begreep zij, dat een jongere weldra haar taak zou moeten overnemen. Eerst wilde zij echter «haar volle 40 jaren uitdienen" zooals zij het weemoedig schertsend, onder ingehouden tranen noemde en toen haar op den 2den Februari 1897 dat voorrecht geschonken werd, toonde zij haar dankbaarheid door op den zelfden dag nog het groote offer te brengente scheiden van haar school, van den werkkring, die haar zoo dierbaar geworden was Wat het haar gekost heeft om een ander daar te zien «schalten und walten", waar zij zoolang ineesteresse, regeerend in en door liefde, geweest was, dat weten alleen de weinigen, die haar in de cerate weken van haar rusttijd schier dagolijks bezochten. En ook die hebben begrepen, hoe zij, vrouw vol temperament en diep gevoel als ze was, plotseling tot het besluit komen kon om zich van alles en allen loa te rukken, oin Amersfoort te verlaten, waar zij, nu zij niet moer arbeiden kon, zich zoo verlaten voelde, waar zooveel haar voortdurend herinnerde aan al wat zij zoo noode opgegeven had. Maar schier elk jaar kwam zij een of twee dagen hier en als ze dan ging door de straten, waar de «kleine luyden" wonen, dan snelden ze allen uit hun huisjes en omringden «moeder Schermer," op aller lei wijzen uiting gevend aan hun blijd schap, dat ze hen niet vergat. En als ze dan van dien tocht, een triomftocht gelijk, terugkeerde, doodop, maar met van jeugdig vuur schitterende oogen, die in 't mooie, intelligente gezicht zoo'n pikant contrast vormden met het grijze, krullende haar, als ze dan uitriep: «ik bon niet uit het volk, maar ik behoor bij en aan zo", dan vond ik iets wreeds in de oven noodzakelijke als onverbid delijke natuurwet, waar ze decreteert, dat er voor ieder onzer wezen moet «een tijd van komen en van gaan." En zoo zagen we haar trekken. Haar lijden werd steeds heviger en hoewel zij haar blijmoedigheid niet verloor en haar groote wilskracht haar lang staande hield, toch verlangde zij ten slotte zelf, dat de dood haar eindelijk rust zou brengen. Kalm wachtte zij dit oogenblik af, vast vertrouwend, dat het slechts 'n glijden was van het onvolmaakte naar het vol maakte, innig geloovend aan het: «Zu neuen Ufern ruft ein neuer Tag". En dat oogenblik brak Woensdag 20 November voor haar aan. En al zullen we haar gemis niet zóo voelen, omdat ze al zoo lang verre van ons was, toch heeft zo het aan duizenden hier in onze stad verdiend, dat we haar nagedachtenis in hooge eere houden als van oene, die onbaatzuchtig gaf, waar mee zooveel te bereiken valt: «Liefde". Suze Frederiks van Cleeff. Amersfoort, 22 November 1907. Agenda voor de opeobare vergadering van den Raad der Gemeente Amerafooi't op Dins dag 26 November 1907, des middags half twee. 1, Voorstel v in Biii'gemee-,t"r "O Wm hou ders tot wyziging der instructie voor don Gemeente-ontvanger te Amersfoort.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1