December 1907. No. 7435. 57e Jaargang. Feuilleton. OU IWEE lOi U1TÜAVE FIRMA A. H. VAN C LEEF F te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25 elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gébracht. KORTEGRACHT9 ostbus 9. Telephooo 1 kennisgevingen NATIONALE MILITIE. Voorbereidend militair onderricht. Onderzoek naar de geoefendheid van lotelingen v»°" reserve- kadm. (Art. 104 der Mihtiewet 1901). FOORTURÖEMKESTER der Gemeeute A-MERS- Gelet op de aanschryving van der. Commisiaris k r J^7in/'n d« Provincie Utrecht van 12 Novem ber 1907, 4e afd., No. 599S/4373; Brengt ter kennis van de lotelingen der Nationale va!' de lichting 1907 en vroegere lichtingen en van de bovenbedoelde aspiranten-vrijwilligers voor het reservekader dat door den luitenant-generaal, Inspecteur der Infanterie, belast met het bestuur en het toezicht over het voorbereidend militair onderricht, is vast gesteld de volgende Algeraeene regeling: a. van het onderzoek, bedoeld b.y J19 der beschikking van den Minister van Oorlog, d.d. 10 Juni 1907, Ilde afd.. No. 263, (Staatsblad No. 188) en bij de beschikking van den Minister van Oorlog, d.d26 Augustus 1904, Vilde Afd., No. 227, naar de geoefendheid van lotelingen, die dingen naar het bewijs, hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij voor lichame lijke geoefendheid, dan wel voor heide (art. 104 der Miliewet 1901); b. van het onderzoek naar de geoefendheid van jongelieden, die dingen naar het getuig schrift, vereisuht tot hei aangaan eener ver bintenis bij het reservekader, hetzij der infanterie, of dei vesting-artillerie, dan wel der genie. 1. Het onderzoek, bedoeld onder a. en b. wordt gehouden in het tydvak van en met 3 tot en met 16 Januari 1908. 2. Het onderzoek loopt voor eiken deelnemer in 6en dag af. De Gemeenten waar het onderzoek gehouden wordt, z\jn vermeld in Bijlage I. 3. Tot het onderzoek worden uitsluitend toe gelaten a. zij. die hebben deelgenomen aan de loting voor de lichting 1908 b. de lotelingen der lichting 1907, die, ing volge het bepaalde bij de tweede zinsnede van artikel 99 der Militiewet 1901. in 1908 worden ingelijfd; c. de reeds ingelijfde lotelingen, in hei genot van uitstel van eerste oefening, die, om in aanmerking te kunnen komen voor verlenging van uitstel, in verband met de bepaling van het op twee na laatste lid van art. 92 van het Koninklijk besluit van 2 December 1901 (Staatsblad no. 230) zooals dit artikel gewijzigd i* bij Koninklyk besluit van 17 October 1904 (Staatsblad no. 234) hun bewijs voor voorge oefendheid wenschen te vernieuwen d. jongelieden, adspiranten-vrij williger voor het reservekader der infunerie, vesting-artillerie of genie; en die zieh, overeenkomstig de ter zake van wege den Burgemeester op 1 December of daags tevoren gedane openbare kennisgeving vóór den lOden Decem ber 1907 ter Secretarie van de Gemeente waar zij woonachtig zijn of verblijf houden tot deelneming aan hat onderzoek hebben aangemeld. Zij, die bij de schietoefeningen tot vernooging van 'sLan ds weerkracht een .8 e h i e t b e wij a" hebben verkregen, leggen dit bij de aanmelding over. a 4. Op enz. a 5. De Burgemeesters ontvangen uiterlijk opaen 28sten December 1907 vau don Voorzitter der be trokken Commissie van onderzoek, ter alge- Maar ook Rider tvas door iemand opgemerkt, die nu snel hom voorbij liep en beide vrouwen inhaalde. Het was Tibaltl Gibbs, die zijn zinnes eu haar gezel len. iota influisterde, waarop' beulen terstond om keerden en zich weder langs den zelfden weg naar het huis in Wall Street begaven. De detective vestigde thans zijn'°Praer.kl?aDi£®'d op den hinkenden kantoorknecht; teneinde dezen evenwel gerust to stellen trad bij in het P0"»»1 v«n een huis dat in het duister lag eu liet hem voorbijgaan. Tibald richtte zijn schreden naar het van Stralton A Kent, waartoe by, mettegen- ÏSe d. kantoortijd rond. l.ug voorbij »«i,door •«°Dk-hotao met Stralton en Kent, en werd verwacht, fluisterde Mm hoe leg ik het nu aan om ongezien getuige die beraadslaging te wezen? Ge ukkigerwys Ten ik dit hSi. nog zeer nauwkeurig van het S.Ulo«d.™k tat'kantoor door d. byarndore d.ur bin- fïï- bo. resr kuo.tiB rorvaudigde «lotrloh meene bekendmaking op 31 December of daags te voren, een opgaaf van den da'um en het uur waarop, zoomede van de Gemeeute en de loka liteit waar de lotelingen en jongelieden c. q, elke der by de opgaaf aangewezen ploegen voor het onderzoek moeten aanwezig zijn. 2 6. De Burgemeesters ontvangen uiterlijk op den 20sten Januari 1908 van den Voorzitter der be trokken Commissie van onderzoek de bewijzen, bestemd voor de lotelingen, die bij het onderzoek aan de eiscben hebben voldaanzij stellen deze bewijzen vóór of op den 23sten Januari d.a.v. voor belanghebbeudeu verkrijgbaar ter Gemeente-secre tarie. De Voorzitter der Commissie van onderzoek doet van dit laatste, ouder vermelding van data en plaats bij gelegenheid van het onderzoek, mededeeling aan de belanghebbenden. 's-Gravenh&ge, 10 November 1907. De luitenant-generaal, Inspecteur der Infanterie, (get.) J. M. CAMPBELL. In verband met bovenstaande regeling, brengt de Burgemeester voornoemd verder ter kennis van be langhebbenden dat aangifte tot deelneming aan het onderzoek, op de wyze als bep aald is bij j 3 van boveustaunde regeling, vnn af heden tot 10 December a.s. kan geschieden ter Gemeente-secretarie, aan het bureau der afdeeling „Nationale Militie", geopend op werk dagen van 9 tot 3 uur. Amersfoott, 30 November 1907. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS- Nationale Militie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT Gelet op urtt. 73 en 74 der Militiewet 1901 en art. 46 van het Kon. besluit van den 2 December 1901, St. 230; Gezien de kennisgeving van den heer kolonel, Militie-commissaris in de provincie Utrecht van den 12 November 1907. Doen te weten, dat de zitting vau den Militieraad voor deze Gemeente op Maandag den 9 D cember 1907, des voortniddaga te 10 ureu, in bet openbaar wordt gehouden in de zaal gonnarad „Groot Kunst liefde" vau het gebouw voor KunBten en Weten schappen aan de Marinplauts te Utrecht, in te gaan tegenover de Botermarkt, en bestemd is tot het doen vnn uitspraak omtrent de lotelingen die redenen van vrijstelling hebben ingediend, rle lotelingen die van den dienst uitgesloten of daarbij voorloopig niet toegelaten worden, en alle overige lotelingen, behoo- rende tot de lichting van het jaar 1908. En brengen tevens ter kennis van de belangheb benden, dat de tyd en plaats der zitting aan eiken loteling zal worden bekend gemaakt door middel van een Ban zyne woning of aan die van zijnen vader of voogd te bezorgen biljet, alhoewel het niet- ontvangen van zoodanig biljet, niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen voor den Militieraad, of tot het indienen van de tot staving der redenen vau vrijstelling gevorde bewijsstukkenzullende de loteling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid, gebreken of gemis van do gev irderdo lengte voor den Militieraad moeten verschijnen, op het hierboven vermelde tijdstip. Amersfoort, 26 November 1907. Burgemeester en Wethouders vooruoerad, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. 8TENFERT KROESE. Contante betaling. Andermaal willen we daarop de aandacht vestigen. Op de eerste plaats thans door een officieel bericht in den «Middenstandsbond", het orgaan der vereenigingen van den handeldrijvenden en den industrieelen middenstand, dat luidt: Blijkens een bericht uit Den Haag in dit orgaan heeft de Staats-commissie voor den middenstand in haar vergadering Tan Woens dag 27 November besloten, aan een subcom missie uit haar midden op te dragen het geven van een advies omtrent de maatrege len die kunnen worden genomen over het4 veel voorkomend lang uitstellen van betaling, ook door goede debiteuren. Zou het vraagstuk der contante betaling, van zóo groot economisch belang voor den middenstand, hierdoor niet een belangrijke schrede voorwaarts gebracht worden? in de tweede plaats door het volgende schrijven van jen Utrechtschen predikant dr. J. H. Gunning J.Ilzn. aan de Utrechtsche bladen Laat mij toch eens een ernstig woord mogen spreken tot allen, die het aangaat, om hetgeeD zij anderen schuldig zijn ook te beta- 1 e n. Mij zijn tientallen van handelaars bekend, ,die vier, zes, acht jaren te ver geefs op betaling huuner rekeningen wachten, die, ten einde raad, eindelijk eeus bescheiden- lijk op voldoening hunner vorderingen aan drongen en dan öf een boozen brief kregeu met de boodschap dat ze niets meer zouden leveren, ot' in het geheel geen antwoord kregen, maar in beide gevallen geen geld. Dat men toch bedenke op deze wijze onzen handelsstand onfeilbaar te gronde te richten. Die menschen moeten hun wis sels op tijd betalen en worden nu op deze wijze gedwongen, vtegen 7 a 8 percent geld bij anderen op te nemen, om aun hun verplichtingen te kunnen voldoen. Ik ken een winkelier, die meer dan 12 mille te goed heeft bij menschen, van wie men met zekerheid zeggen kan, dat zij het dubbel en dwars kunnen betalen. Het kwaad heeft hier in Utrecht zillk een hoogte bereikt, en de nood is dientengevolge bij vele leveranciers zóo hoog gestegen, dat ik in het algemeen belang dringend een beroep doe op allen, die van goeden wille zyn, om door spoedige betaling van hun schulden groote, zeer groote ellende en moeilijkhe den te helpen voorkomen. Zijn geld op prolongatie of in deposito te geven, als men nog onbetaalde rekeningen heeft liggen, is toch eigenlijk niet anders dan diefstal. Het is het geld van een ander, van allerlei grootte eu vormen behoorde immors tot zijn ambtelijke uitrusting. Bovendieu had hij een voorraad valache baarden, E ruiken, een geheel magazijn vau oude eu nieuwe leeren, een goede revolver en een korte, met loc gevulde knuppel, welke hem menigmaal nog beter diensteu bewees, dan een vuurwapen. De deur was Bpoedig genoeg geopend en zonder gedruiach weder gesloten. Een lange donkere gang voerde nu Rider naar een deur met matglas, welke den achteringang tot bet particuliere kantoor van Stratton Kent vormde. Ten hij zyn oor tegen het glas drukte, onderscheidde hij volkomen duidelyk de stemmen der drie bondgenooten. Stratton zoido juist: „Tib, de waarschuwing be treffende hot gemerkte geld kwam geen minuut te vroeg! Als was gebieken.dat dat geld vun or.s kwam, dan zou dat onze ondergang zijn geweest!'' „En onze goede naam zou voor altijd bedorven zijn geweest." voegde Kent er bij. „Ja, de goede naam ie de noofdzaaki" hernam thans Thomas, en alle drie lachten om deze gees tigheid. „Je zoudt ons verder hedenavond nog berichten, Tibald, of je werkelijk wordt nagegaan," opperde thans Kent. „Mijn vermoeden is bevestigd geworden, ant woordde Gibbs„er zyn me detectiven op de hielen, maar voor heden nacht ben ik aan die honden ont komen." „Of wy 6ok soms onder verdenking staan ?"zeide Kent op vragenden toon. Dat is nauwelijks mogelijk,' antwoordde zyi compagnen„maar ik vrees voor de gevolgen van de duizend dollar, welke aan de geheele som out- breken. Tib weet je soms ook, wat er van Powel waar men geeo zeggenschap over heeft. Dat ieder doe in deze wat zyn plicht gebiedt! Naar aanleiding van het bevenstaande schrijft jhr. mr. W. F. Ruchussen «Bijkans tien jaar geleden vestigde ik in »Schuld" de tweede myner drie Sociale ver tellingen, de aandacht op dit sociale euvel het onbetaald laten van rekeningen waar men er de voorkeur aan geeft «een opgeloopen saldo bij den kankier op voordeelige en soliede wijze te beleggen"- Dan moet »de leverancier, die vreest de klandizie te verliezen, wel eens drie vier, of meer jaren op 't geld wachten", dat inderdaad het zijne is of neen we derom, dat van zijn schuldeiscber, en wel te verstaan, van de zoodanig-m, dre hem geen uitstel van betaling verleenen. Het duurt, zegt dr. G., soms zeven of acht jaar eer de rekening voldaan wordt en natuurlijk is het nog erger, ook en in de eerste plaats voor die „bijzondere soort van wanbetalers" zeiven, wanneer zij zulk beschikbaar, doch anderen verschuldigd geld niet beleggen, maar ver spillen of Yerspeculeeren". Commentaar is hier zeker wel overbodig. Wat dr. Gunning schrijft voor Utrecht, is ook buiten Utrecht van toepassing. Een uitvinding. Men weet hoe bijzonder slecht vergade ringen worden bezocht, waarvan de convocatie meedeelt dat aan de orde zullen komen het Jaarverslag van den Secretaris en dé Reke ning en verantwoording van den Penning meester. Hier ter stede althans pleegt het meerma len te gebeuren, dat, buiten Bestuur en verslaggevers, een of twee leden tegenwoordig zijn. I Het hinkeuke paard, in den vorm van gemopper over het beleid, komt dan dikwijls I achteraan; doch Jaarverslag en Rekeningen I verantwoording zijn door »de vergadering" vastgesteld en de mopperaars mopperen dan ook maar in een onder onsje. Te Nieuw-Venuep heeft men te dezer zake een uitvinding gedian, die al aanstonds goed I heeft gepakt; immers tot ua middernacht bleef men bijeen. Het zij dan gezegd, dat dit Dftrado ligt in de Haarlemmermeer en dat het geviel, dat de Jaarverslagen moesten uitgebracht van de Gereformeerde Jongelings-vereeniging. De uitvinding bestond hierin, dat de Jaar verslagen van don Secretaris, den Penning meester en den Bibliothecaris hij elkaar waren gevoegd eu werden uityebracht in den vorm van een samenspraak van vijf personen. geworden ia?" „Die ia spoorloos verdwenen, nadat liy de overjaa van Hicks voor de zijne genomen hoeft, eu de sleu tels, alsmede de wasafdrukken die gedurende de lijk schouw op den laatsteu gevonden werden. Maar wat nu de hoofdzaak betreft," ging daarop de antoor- kueobt voort, „ik heb mijn aandeel aan don buit Dog niet ontvangen 1" „Dat zal je hebben, Tib; het geld loopt b(j ons niet weg," antwoordde Straton, „maar ona aller vei ligheid vordert, dat we het voor je bewaieuVer geet niet, dat, zoo er iels van hel gelil b(j jou ge vonden werd, je ook onmiddellijk een aanklacht wegen» moord ta wachten hebtl" „Dat iB waar," stemde Gibbs neergeslachtig toe, „eu het zal daarom wel bet beate zijn, dat hel geld onder uw hoede blijft." „Zou Gibbs de moordenaar zyn ducht Rider, „of hebben hij od Powel, zooals de voortvluchtige hier wordt genoemd, de misdaad gemeenschappelijk bedreven 'veder hoorde hy Stratum's atom, toen deze zeide „.Ier de dag aanbreekt, moet bet geld in een zöo zekeren schuilhoek zijn, dat geen detective ter wereld bet kan opsporen. Hadden we de geteekende duizend dollars van Powel nu maar teru^l Hy zal ervan uitgeven, en zoodra hij daarvan beticht wordt en gevaar loopt opgehangen te worden, kaa men niet weten, wat bij doet." „Powel ia te gealepeu en ook te lafhartig om zich nog in dit, gedeelte van het land op te hou den," hernam Tibald „zyn reis over Newburg duidt aan, dat hy naar Canada gevlucht is en daardoet ons het geteekende geld geen kwaad." „Dit is voorloopig éen punt, waaromtrent niets besloten kan worden," zeide Kent. „Stratton, ;kryg jy bel geld eens uit da brandkast; vóór we hel ver bergen, zullen we eerst met de chemische oplossing een proef nemen, welke, volgons zeggen van den apotheker, roode inktvlekken spoorloos doet ver dwijnen." Dit zeggende zette hij een flesch met een heldere vloeistof op tafel, terwijl zijn compagnon dc brand kast opende en er een pik bankbiljetten uitnam. Zonder gedruisch bad Rider de deur ongeveer een halven duim geopend en zag door den kiur, boe de drie mannen om de tafel stonden en &1 hun op merkzaamheid aan de proef met de bankbiljetten schonken. Stratum en Gibbs keerden aan de deur den rug toe, terwijl Kent's gelaal naar de deur was gewend; maar deze hief de oogen niet op van tafel, waaroj bij beproefde de roode inkt van de bankje* te verwijderen. Dit scbeen den detective een kostelijke gelegen heid om zich vau het geld met èen sprong meester te maken en even snol, door zyn revolver gedekt, weder te ootSDappen. Maar bet was een vermetel waagstuk, éen tegen drie, en ook deze drie konden revolvers in den zak hebben, welke zij gerechtigd wareu tegen den indringer te gebruiken. Vrees evenwel kende Rider niet; hy bad zyn leven reeds meermalen onder nog ongunstiger om standigheden gewaagd, en zyn besluit was dus spoe dig genomen. Als een schaduw gleed hjj door de wyder geopende deur, eu reeds strekte hy de hand naar de bankbil jetten uit, toen Stratton zich eensklaps omdraaide, bem zag en op het zelfde oogonblik by de keel greep. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1