Zaterdag 7 December 1907. No. 7437. 57e jaargang. Feuilleton. DU TWEE TOK. UITGAVE: FIRMA A. H. VAN CLEEFF ie AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post f f.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieels- en onteigeninga- advortentiën per regel 15 ceut. Reclames 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Qroote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlyke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEORACHT9 Postbus 9 Telephoon 19. kennisgevingen. AMBSSIfIEE tnr "lR?meeoa keani., dat door don Rand K npanbare .erjadating ..n Q.S i901 benoemd tot l.d.o «In da .B^oyVVZ'Z!'h" "°d!0<"' Jbr. J. W. A Barchmtn Wuijtiers, Burgemeester Voorzitter. A. H. Iromp vtn Holst. 0. J. Plomp, A. H. van Kalken, en H. Kroes. Amersfoort, 6 December 1907. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Burgemeester, Secretaris, J' 6- STENFERT KROESE. Do BUKGEMEE8TER van AMERSFOORT brengt ter kennis: dat volgens missive van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, d.d. 6 December j.l. 4e Afdoeliug, no. 6386/4655, de uavolgonde verlofgan gers der Laudweer zich hebben aan to melden op dieu datum en tijdstip, achter hunne namen vermold, bij den Heer Districts-Commandant der Landweer te Amersfoort (le Kazernostraat, Lsndwoer-magasgn, Amersfoort) teneinde door genoemden Landweer- Diatricü commaudaut te wordon onderzocht. 1. Berth, Hartgher Hendrik 2. Dijkhuis, Hendrik 3. Xuïs, Hendrikns 4. van Putten, Geurth 5. vau de Ynnrst, Albertus 21 Dec. 6. Huisman, Sjoerd 1 1907 7. Haas, Johannes 9 uur 8. van Rijn, Jacobus 9. Jekel, Hendrik 10. van der Heijden, Gerrit Antoon 11. Wijnhof Lambortu8 12. Kaal. Albertus 19 Dec. 1907 9 uur v.m. Amersfoort, 6 December 1907. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 264 der Gemeentewet, Doen te weten, dat het 3e aanvuliinga kohier der Plaatselijk» directe belasting naar het inkomen over het dienstjaar 1907, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende >gf maanden op de Secretarie der Qemeeute voor een ieder ter lezing ligt. Amersfoort, 6 December 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. Hondonbelasting. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT herinneren belanghebbenden er aan, dat tg, die iu de maand Januari 1907 eigenaar waren vau een I of meer bonden en de daarop vorechuldigde belas ting niet hebben voldaan, sich ten kantore van den Gemeente-ontvanger behooren te vervoegen, ten I einde alsnog Aan bunne verplichting te voldoen. Eveneens zgn tot aangifte verplicht: a. sjj, die na bet verstrgken der maand Januari een belastbaren hond hebben aangeschaft of het getal hunner belastbare konden hebben vermeerderd b. zij, die na het v rstrgken der maand Januari siob in de Qemeente bebbeu gevestigd. Overtreding dezer bepalingen sal worden vervolgd overeenkomstig de bepalingen der Gemeentewet. Amersfoort, 28 November 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. Welopgevoedheid... en wat er voor doorgaat. Ik ken heel wat meuschen, <lie verstomd zouden staan vau verontwaardiging en boos heid en beleedigdheid, indien ik hun durfde zeggen wat ik van hen in stilte denk, als ik ben gadesla in het dagelyksch levendat zy alles behalve innerlyk-beschaafd zyn, en dit voortdurend in den omgang verraden. Immers, wat :is welopgevoedheid? In het oog van de groote meerderheid bestaat zy daarin, dat men van de algemeen-aangenomen vormen en gebruiken op do hoogte is en in gezelschap geen grove misslagen begaat tegen wat nfatsuenlyk'' heet. Maar heel weinigen slechts geven er zioh rekenschap van, dat men eigenlijk veel meer door kleine, jian door groote dingen toont een goede opvoe ding te hebben outvangen en vooral daarop komt het bovenal aan te voelen met fijnen tact hoe het etgenlyk behoort. Daar is byv. het luisteren. Hebt ge wel eens opgemerkt, hoo weinigen onder beschuafde menscbeu die kunst ver staan? Zelf spreken, zelf iele vertellen, dat dikwyls in eigen oogen veel grappiger of gewichtiger is dan in die van anderen, dat is het waartoe de meeste menschen zich ge schikt genoeg toonen. Maar o wee, als het hun beurt wordt van zwygen, om de andereu aan bet woord to laten. Dan kan men bet meestyds aan de oogen zien, aan de ver strooide blik die in de kamer rondwaarten nog is dit niet eenmaal de ergste wijze van zich ouwellevend toonen. Er zyn er ook die zich niet ontzien, voortdurend in de rede te vallen, of, als zij er kans toe vinden, een voudig het woord afnemen aan den sprekende hetzij omdat zyzelf zoo graag redeneeren dat hun het zwygen te moeilyk valt, hetzy oindat zij 't onderwerp, dat ter sprake is, niet boeiend genoeg vinden, en willen trach ten het discours in een andere richting te loiden. Een andere onwelvoeglijkheid, waaruan heel veel menschen zich schuldig inaken, is 20). Terwijl de beeren Wako eu Kimbal nog den eland der effecteumarkt en eenige anderu zaken bespra ken, en wel, zonderling gunoeg, altijd met beirukking tot engagementen vau du firma Stralton .0 Kout, verscheen do hoor Nafthali, do roddor van allo Baurs- speculanten, die zich iu tgdolgke geldverlegenheid bevonden. Do hoeren Nafthali en Kimbal waren oude ken nissou en daar do hoor Wake onmiddellijk verklaarde, dal geen van zgu haudolsvrieudun er voor don ander doekjes om behoefde to winden, verhaalde de laatst biuuengetredene, dat het nieuwste te hun nen opzichte was een leeuiug van Stralton en Kent lot oen bedrav vau zestigduizend dollar op zestig dagen tegen vgf eu twintig percent rente. „Dit alles dient mijn plannen uitmuntend"; zoide de hoer Wake, „die hoeren zullen weldra nog groo- tere sommen noodig hebben eu iu bgna elk voor waarde traden om maar aan geld to komen. Maar iaat ik u nu iu vertrouwou een mededeeliug doun, waarvan buiten mg alleen nog maar do detective Rider koimis draagt, eu waarvan ook verder nie mand iels vernomen mag. Hot bg Am«s Dwight gestolen geld is, zooals u weet, op zel/a vrij in 't bet ongevraagd zeggen van hun meening, wanneer die noodwendig een ander zal hin deren of teleurstellen. Niemand moer dan ik zou het toejuichen, wanneer alle valschig- heid en leugenachtigheid, die in den omgang met elkaar zoo dikwyls huerschen, kon wor- deu uitgebannen en iedereen den moed vond. eerlijk te vragen en eerlyk te antwoorden, inplaats van, zooals het zoo menigmau! toe gaat, een oprecht-uitgesproken oordeel waar om «erst quasi werd verzocht, als het dan daarna worut.geveld, euvel te duiden, omdat bet niet in don smaak valt en anders luidt dan men zou hebben gewiid. Om toe te lichten wat ik bedoel, herinner ik slechts aan de gewoonte van zoo heel vuol dames, die zoogenaamd intieme kennisseu om raad vragen in dezen geest: »Toe zeg nu eens eerlijk, vindt je die kleur niet te jeugdig voor me?", oiVindt jy óok, dat ik zoo dik ben geworden in den laatsten tijd of„Hoe oud ik ben Raad eenswat dunk je enz, eoz. O wee, wanneer de intieme-kennis zich dan vermeet te zeggen*Die kleur is wezen lijk te jeugdig voor je; daarin heb jegelyk, ofEerlyk gezegd, 't is zoo je wordt dikker," of: ,lk schat je op dicht bij do veertig", enz. Er zyn inaar heel, heel weiuig vrouwen die in zulke gevallen, terwyl zy-zelf uitlokten hot vonnis, verdragen kunnen, dat het onpar tijdig en zonder mededoogen wordt geveld. Wat zij verlangden, is juist het omgekeerde, namelijk een aanmoediging om de verlangde kleur wèl te dragen, een verzekering, dat ze volstrekt niet gezetter ziju dun vroeger, een vleien van op 5 a 6 jaren minstens jonger geschat wordon, dan de ware luottyd. Welnu met onwelvoeglijkheid heeft eeu oprecht antwoord in zoo'n geval niets te maken. Integendeel, zij die ter wille van de eerlijkheid zich blootstellen aan een vinoigen, beleedigenden uitval van do teleui gestelde vraagster iets wat ik bij zoo'n gelegen heid dikwyls heb bijgewoond verdieuon meer lof dan blaam. Iets gansch anders echter, iets dóór en door onwelvoeglijks wordt het, wanneer men zonder aanleiding of noodzaak dergelijke, voor hem of haar wien het treft dikwijls zeer teere snaren aanroert en noodeloos- kwetsende opmerkingeu maakt, ik spreek nu niet van opzettelijke zucht om te grievun en hatelijk te zijn uit jaloezie op incur be voorrechten of andere boosaardige nevenbe doelingen ik heb op het oog de zonder het zelf to willen of te bedoelen tactloozen, die altijd kluar zyn met een ongeweuschte en door nicmaqd gevraagde opinie. Onder man nen en vrouwen de laatsten echter in hooftl- zuak die een door en door busëhaafde op voeding hebben genoten, ken ik er velen, wien het nimmer schijnt iu te vallen, dut zij oog vallende wijze geteekend en i!c beb besliste bewijzen, dal het zich in bet bezit van Stratlon en Kent bevindt." De beide anderen koken bij hot vernemen van deze mededoeiing, alsof zg uit do wolken waren ge vallen. „Stralton en Kent hebben derhalve het gold?" riepen zg ten hoogste verbas ad. „Ja, en hun tegenwoordige toestand zal hen spoe dig genoeg dwingen, de banknoten tegen een ouder beuliugsmiddel te rerwisaelou, waarmede zij zonder gevaar voor den dag kunnen komen. Te oordoelon uaar do betrekking, wairiu deze hoeren tot hiertoe tol u, mijnheer. N.iphth.kli, hebbou geslaan, zullen zij zich waarschijnlijk weer tot u wonden; wgs dan do zaak niet van de hand, maar zeg huu, dat gij du zaak wilt overwegen, doch doe overigens, alsof u niet ongenegen h, op de zaïtlc in te gaau." „Natuurlijk zullen zij tot me komeu," aotwoorde do laatst aangesprokene, „ik heb Stralton een go- boel ander gezicht laten zien, ilau ik werkelijk bezit; ik deed, alsof ik een oven goweteuluoze schurk was als hg zeil. wanneer er maar goede zakeu mee te ma ken zjjn." „Goed, wo wilier, hopon, dat zg het geld zeer spoedig uootlig hebben, zeide Wake „want hel loven van een onschuldig menscli kan van do bokonlonis afhangen, weUo wij hen ouder den drang der om standigheden afpersen." Do beide gus.un uaiuon afsobeid eu verlieten samen het Astor-butol, Do achtorgobleven oude hoer strook met welgeval- lon over den schoouou, witten baard eu zeido in zichzelf: „Stratlon en Kent komou met elke schrede zich innerljjk-onwelvneglyk toonen wanneer zy, zonder «enige aanleiding hoegenaamd, hun eigen meening over hot doen en laten hunner naasten auti dezen mededeelen, zon der zich een oogenblik af te vragen, in hoe verre dezen zich daurdoor onaangenaam ge troffen, dikwyls buleedigd voelen. Ik herinner me nog altyd hoe ik-zelf als schoolkind eens 'n dergelijke fuut beging en hoe ik het h-1 der verstandige explicatie myner moeder dunk, dat zij my by die ge legenheid voor het eerst de oogen opende voor het onhebbelijke van zulke ongevraagde opinies. Een van mijn klasse-genootjes, nog al 'n •intieme" van my, kwam namelijk middon in den winter opdagen opgesierd met een mij tot hiertoe geheel onbekenden zeur ouder- wetschen halskraag van bont. ïn mijn oogen was deze plotselinge verIraaiing heel luelijk, en, daar ik van kind ui, altyd geweest ben wat men noemt goedlachsch, barstte ik in een vroolnk gegiegel uit, al roepend: «Waar heb je dat vauduan o wat 'n gek ding en wat staat je dut komiek". Als ik my niet vergis, heb ik wel eens meer verteld, dat myn klasse-genootjes allen ruim twee jaar ouder wuron dan ik, omdat ik, vóór ik op school kwam, thuis had mee- geleerd met eeu eveneens ruim twee juar ouderen broer, die voor hut t»elatings-examen Gymnasium werkte. Natuurlijkerwijze waren dus myn mede-scholieren veel meer «dametjes" dun ik, die bovendien zeer lang gebleven ben, wat men noorat een robbedoes. Welnu, nu nog, na zoovule jaren, zie ik den woedenden blik waarmede de bovendien volstrekt niet met een over-zachtzinoia karakter toebedeelde bonl-kruag-bezitster my toesnuuwde wat ik my wel verbeeldde met zulk oen minachting aan den dug te leggen voor het sechte héél- kostbare bout'', dat zy droeg, en dat een erfstuk was van huar grootmoeder, on door haar juist om 't mooie en bet echte ervan wns afgebedeld van haar mama, enz. enz. Gelyk-gezegd, «echt-boni" en de zaligheden van deze en dergelijke rijkdommen, als daar zyu oude kanten en kostbare edelgesteenten, onz., lieten ray in die kinderdagen zoo koud als ijs, en ik trok om twaalf uur uaar huis, verwonderd en geërgerd over den gedurende de schooltijden door, zicli nog steeds over mij uitstortenden toorn myner in haar boot zwaar- gegriefde •intieme"; en tegelijk nog steeds vervuld van het allerkomiekste, dat zij in mijn oogen bad door dien zeilden in de halskraag. Toen ik echter aan myn moeder een beschrijving wilde geven van die voor myn gevoel zoo onredelijke boosheid op my, ging er door haar antwoord ineens een nieuw licht voor mij op over de geheele zaak. •Kind" zei ze numeljjk »zeg me eerst eens, heeft ze je gevraagd hoe j« dien bontkraag nader aan den kuil, weikon ik voor hou gegraven heb en het doet me genoegen, dat niet alleen dn wraak me behoeft te leiden, maar ook oen edele aandoe ning de gerechtigheid, de reddiag van een onaobuldig monscb. O, die soburkeul Zg vermoeden tekor niet dat do onervaren jongoman, dien sty in in het ver derf lokten, ihans quitte met nen «pelen tal." „Toenmaals lachten tg hun slachtoffer, dio op het punt Htond te vluchten, uit en hoonden üuinalsoen outeerd, geruïneerd inanThans nadert hol uur, waarop tij huu misdaden moeten belijden eu dou verbannene zijn goeden naam eu eerlijk karakter hergeven. En dan? Ja, als eerst do schande maar van me is genomen, dan tal siob ook de achuon- sto droom mijns levens verwezenlijken. Jane je bent nog mooier geworden dan je waa, toen bot lot ons scheidde I" Schiet op het telfdo uur bevouden tich Stralton eu Kent in bun kantoor in een toer opgewouden onderhoud over hun aangelegenheden. „Het geteekonde geld is in veiligheid," soidc Stral ton, „maar hoo spoedig sullen wo ons gedwongen tien, ur gebruik vau te uiakon. Wie toch do kerel mag geweest sgn, die ons overviel? Was het een inhroker of oen detective? Ala we het geld moeten gebruiken, dan mag bet alleen met do grootste om- liohtigboid geschieden," „Het is me een raadsol, hoo het komt, dat in don laautun tijd al oute ondernemingen met enorme verlieten gespaard gaau," herman Kent. „We sgn thans aan Woir A Uale, toowol als aan Kimbal, White üo. aanmerkelijke sommen voraohuldigd, on als ook de verkoop der Ouicago-Burliugton en Quincy-spoorwegaandeulen slecht uitvalt, hebben wc geen remises meer. ion tg we hut geteekonde geld kunnen gobruiken." „Voor die taak tal ik torgen," seide Thomas, „de oude Nafthali is oen weinig gevaarlUk m-n, die voor een goede winst allet doet. MjJ tal bet geteokeude g ld als onderpand aannemen en uds goud er voor gevenzóóver heb ik hem reeds loeren kennon, dat wn van tjjn tijde geen gevaar heli- hen te vreesen, als wo hum beduiden, dat voorsiub- lighoid dringend noodiakolijk ia." I)o geheime politie agent, die de bewaking van don kant'Kirkueeiu op tiuh genomen bad, deelde lijn kameraad mede, dat Uibhs oen dag verlof ge nomen had en duu volgenden dag met dou eersten trein naar Nowburg tou vertrekken. „Ik tal hem vergezellen, tonder dat hj) het ver moedt" teido Rider daarop, en den volgenden och tend bevond hij tioh inderdaad met Tibald Ln het telMn spoorwegrijiui.' op rei* naar Newburg. Dn detective nsd d« vermomming van een jongen kwaal aangonomen, die van dartelheid niet weet, wat hi) zal uitvoerenhij viel met tgn geneurie en getluil in valsche lonen het geheele reisgezelschap lastig. In zgn valies voerde hij evenwel bet noodige matoriasl utodo om dnsgnvorderd een ander ver momming m kunnen aandoen. Tu Newburg aangekomen, begaf Tibald Qibbe tioh regolreohts naar een makelaar iu vaste goede ren Rider vol.de hem en trad enkele minuten na hem het kantoor biunon. J (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1