Zaterdag 11 April 1908. mm, No. 7491. 57b Jaargang. Feuilleton. AUERSFOORTCCEE COURANT. FIRMA A. R. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosieloos. Legale, ofïicieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KGRTEGRACHT 9. Postbüs 9. Teiephoon 10 KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER va» AMERSFOORT, Gelet op <le Koninklijke besluiten va» 22 Juni 1896 (Staatsblad no. 98) en 26 Juni 1906 (SUatablad □o. 185), Med» gelet op de gemeenschappelijke beschik kingen van de Minisiers van Bi»nenlaudscbe Zaken en van Financiën van 21 Mei 1901 (Nederlandeche Staatcourant van 26, 27 en 28 Mei d. a. v., no. 121) en van de Ministers van Laodbouw, Nijverheid en Handel en vau Financiën van 8/7 Augustus 1906 (Nederlandse ie Staatscourant van 16 Augustus d.a.v., no. 190), Breugt tor kennis van belanghebbenden, dat ten aanzien van den invoer van paarden, bestemd voor het vanwege de „Voreeniging tot bevordering der pair.lenfokkerij in Notlerl&ud" in Juli e.k. te 's-Gra- venliago te houden internationaal Goncours-bippique, afwijking vau de verbodsbepalingen, verval in boven aangehaalde ministerieole beschikkingen, wordt toe gestaan onder voorwaarde: a. dat aan bet eerste kantoor worde overgelegd een door den Secretaris, gedelegeerd commissaris, van hei ConootiM-hippique afgegeven bewijs, dat de p tardea /oor genoemd Concours-hippique bestemd zijn; b. dat de paarden, voor zooveel zij na afloop van het Concours-hippique hier te iande m icbten blijven, niet in hel vorkeer worden gebracht, dan na door den districts-veearts Ie 'sGt ivenhage of een zijner plaatsvervangers te zijn gekeurd en gezond bevonden. Amersfoort, 8 April 1908. De Burgemeester van Amersfoort, WUIJTIER8. De BURGEMEESTER en WETHOUDER8 van AMERSFOORT, Gelei op art. 264 der Gemeentewet, Doen te weten, dat bet le deel van het primi tief kohier der plaatselijke directe belasting naar het Inkomen over het dienstjaar 1908, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten van Utrecht, n afschrift gedurende vjjf maanden op de Secretarie uer Gemeente voor een ieder ter lezing ligt. Amersfoort, 10 April 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Ge meente, dat het door den Directeur van 's Rijks directe belastingen, enz. ie Utrecht executoor uer klaart! kohier No. 3 van de Personee'e Belasting. ov; het dienaljanr 1908 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is Ier hand gesteld, aan wien ieder verplicht ia, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet O voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelyke plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 11. April 1908. De Burgemees'er voornoemd, WUIJTIERS. 18.) Dat was zjjn levenspbi'osopbie, die hem ten slotte zoover gebracht had, dat hy allts deed wat men van hem verlangde. Zijn vronw en zjjn dochters hadden bem onder den pantoffel zonder dat zij daarvan misbruik maakten, ofschoon dit bij de grenzelooze goedmoedigheid va» den graaf zeer gemakkelijk geweest zou zyn maar zijn vrouw en kinderen bielden besl veel van hem en wanneer by toegaf, dan waa het ook zynerzyds uit liefde. y ve"n°«dde evenwel niet hoe weinig hy had in te brengen on geloofde vast en zeker in huis de eerrte viool to spelen. Dat veel dikwjjls heel anders uitkwam dsn hy het gedacht of gehoopt had, zag hy natuurlyk ook welmaar omdat hij ton slotte toch de baas bleef, kon bij düt heel goed laten pas- seeren zonder dat daardoor aan zyn gezag eenige afbxuk gidaan werd. „Ik zal in de kamer van den baron gaan zitten en hem daar wachtendan ben ik er zeker van, dat myn vrouw me niet voor i$," dacht bij. Toen hy hot plein voor bet huis overstak, kwam de rentmeesier hem legen, die hem over allerlei mogelijke en onmogelijke diugeu wilde spreken. Hy was een uitstekend raau voor zyn werk, maar zy» toch al geringe zelfstandigheid werd, soms zóo overdreven, dat hy ook voor do minst beteekenende dingen het advies van zijn heer vroeg. Tolkens als de graaf eon eiude aan het gosprek wilde maken, hiold de man hem vast met: „Nog een kleinigheid, baron." Maar dan kwanaou er een Informaties. Wie iera tnti in dienst wil nemen, zal daar toe niet licht overgaan dan nadat zij of hy informaties heeft ingewonneB omtrent de in gezin of bedrijf op te nemen persoon. In den regel vraagt men die inlichtingen aan hen bij wie de sollicitant vroeger in be trekking was; geldt het een belangryker zaak dan een eenvoudige dienstbetrekking, dan roept men veelal de voorlichting in van een informatie-bureau, dat, als het zijn taak naar hehooren opvaf, de reeds in zijn bezit zijnde inlichtingen toetst aan nieuwe, ver kregen door een voordeze aanvraag nader ingesteld onderzoek. Het wil dan ook wel eens eenigen tijd duren eer men informaties van dez-i soort ontvangt, doch men kan er dan ook staat op maken, dat ze juist zijn en van zeer recenten datum. Gansch anders gaat het als men bij par ticulieren inlormeerten hier vooral worden de informaties zoo lichtvaardig afgegeven, dikwijls per keerende post. En hoe zijn deze informaties in den regel Laat ons dit eens nngaan aan de hand van gevallen, die zoo maar v or 't grijpen en door elke lezeres en iederen lezer reeds een dozijn malen beleefd zijn. Iemand heeft een ondergeschikte, die hem niet voldoet; hij zou daarom wel gaarne willen, dat hy verlost was van den persoon, die hem dag in dag uit reden geeft tot ontevredenheid, soms tot eigernis. Hem zoo maar aan den dijk zeiten, door hem kort en goed zyn congé te geven, gaat niet. De beste weg is, er sterk op aan te dnngeo, dat er naar een andere betrekking wordt gezocht. De ondergeschikte meldt zich aan, klopt dikwijls aan doovemans deur, doch komt eindelijk toch in aanmerking. Er wordt geïnformeerd bij den tegen woord igen patroon cn deze, alleen slechts om den wensch ver vuld le zien»och, was ik toch van hem af s c h r y f t de fraaiste getuigenissen, Hij weet niets dan goeds van zijn onderge schikte te vertellen, treedt in détails over die zaken, welke hem juist ergernis baren, en maakt van den solliciteeren een mensch zóo knap, zóo volmaakt, als er bijna geen tweede in de geheele wereld te vinden is. Als de vrager naar inlichtingen overstandig genoeg is om zich geheel te houden aande versterkte informatie's, dan neemt hij den persoon in kwestie aan. Het zeer natuuilijk gevolg is, dat de eerste patroon verlost is van den ongeschikten dienaar, en de tweede opgescheept is met iemand, die niet berekend dosyu dingen op de proppen en toen de graaf tich eindelijk bevrijd had en in de kamer van den baron kwam, was hy te laat. Hy xag hoe xyn gast een brief, waarin bij sat fe lesen, nel in *ijn jasxak stak; natuurlijk bad xyn vrouw den baron een briefje geschreven om hem voor te tij». En hy herkende bovendien op het couvert, dat op de schrijftafel lag, het bandschrift vtn xyn vrouw. „Ja, ja, die vrouwen." De graaf xeide bet by ongeluk hardop. De baron keek hem eenigsxins verbaasd aan, vooral toen hij er aan toevoegde „Maar lief xyn xe toch." De graaf wer<l vuur eD vlam. „Lief is eigenli)k een veel te ïwsk woord. Als luitenant xeide ik altijd „feeachtig"; dat ij ook wel niet waar, mxar als lui tenant is men niet xoo beel kieskeurig in xyn uit drukkingen. Het is heel moeilijk, voor hon een passende uitdrukking te vinden, want xo xyn voel meer dan lief, xe zijn ons leven, ons alles. Dat wil zeggen, ik zou eigenlijk moeten zeggen zij waren. Toen, toon ik nog een jonge luitenant was en een reis, om de wereld maakte; natuurlijk dacht ia toon niet aan trouwen. De baron knikte lachend en de graaf vervolgde: „Tempi passati. Maar mooi was het! Ook ik was een jongeling met krullend haar. En nu. Een oude getrouwde kerel, vader van twee dochters en van een .Inngei van een jongen, van wien ik veel houd. Maar hoe xyn we op een xoo lichtzinnig onderwerp gekomen?" „Vergis ik me niet, dan begon u met een loftui- ging op de vrouweu in 't algemeeD." „Och ja, juis:."Nu schoot allee bem weer te hinnen hd en bedacht, dat h\j tegenover den baron niet mocht doen al* wist hy van den brief van xyn vrouw. Daarom xeide bij t „Ooü ia, nu weet ik het weer. De rentmeester heeft my PrMl' gehouden; et is weet is voor zijn taak, en eindelijk, (lat de onder geschikte in grooter moeilijkheden komt dan voorbeen. Op hem zal het zeer zeker terug werken, als er ontdekt wordt, dat er by 't geven van de gevraagde informatie's mis leiding in het spel kwam. Gaat het zoo niet heel dikwyls? Een ander dingt naar een betrekking, die voor hem veel waarde kan hebben meer inkomen per jaar, een betere woonplaats, gelegenheid om zyn kinderen beter onder wijs te laten geven, een treedje of wat hoogsr op den maatschappelijken ladder in éen woord: een kolossale verbetering. Zijn kans staat mooi. Uit maerdan honderd liefhebbers is een achttal gekozen, waarvan er èen benoemd zal worden. Tot die acht behoort de persoon, dien wij bedoelen. Er zal door hen, die de betrekking te begeven hebben, geïnformeerd worden naar de acht. Alles staat nog zeer ten gunste van hem. over wien we sprekenhet is b'jna zeker, dat hij benoemd zal wordendoch daar komt een informatie, welke beslist ten ge volge moet hebben hem niet Was er dan iets, dat by den sollicitant niet in den haak was? Och, ieder heeft zijn gebreken en tekortkomingen het is nu maar de kwestie of bij het geven van de inlich tingen het oog uitsluitend gevestigd wordt op de leemten, dan wel ol er meer gelet wordt op de goede hoedanigheden. De zaak was dezemen had zich om in lichtingen vervoegd bij iemand, die densol- licitmt niet alleen niet genegen was, maar hem zelfs een kwaad hart toedroegen toonde karakterloos genoeg te zijn om lang, zeer lang bij de tekortkomingen stil te staan, die zelfs door een sterk vergrootglas te beschou wen en het goede zoo eveo ter loops te noemen. Hij was gemeen en laag genoeg, enkel uit wraakzucht of wangunst, een schoone toekomst van iemand, die naar Toor- uitg ang, naar verbetering zyner positie streeft, die zoekt naar en werkt en strijdt voor het geluk zijner verwanten, geheel weg te nemen. We vragen weder: gaat het zoo niet zeer dikwijls? O, er zijn er zoo velen, di8 de dupe woivieu van informitie's, ventre kt door lieden, die hun vyandig gezind zijn Weer een ander dingt naar een betrekking, waarvoor hij echter de noodige capaciteiten niet heefr. Hij gaat van de meening uit: »met het ambt komt de kennis", iets, dat wel eens, doch op verre na niet altijd opgaat. Zonder er zich in het minst over te schamen, meldt hij zich als sollicitant aan, legt de noodige bescheiden over en noemt een boe- ruxie geweest tusschen een paar prachteravrouwen en geeft altyd specta kei." En de graal beproefde een ernstig gexicht te bewaren De baron geloofde natuurlyk geen woord van betgeen xyn gastbeer vertelde en vroeg dan ook met een leuk gexiebt: „Wanneer ik m(j niet vergif, wilde u my over iets spreken. Mag ik misschien weten wat het is." Dat whs een af cbuwelyke vraag. Zeide hy, dat het doel van xyn komst was, den baron te vragen geen gesprekken over den adel meer te voeren met xyn vrouw, dan werd hy natuurlijk uitgelachen, want de baron had een brief van xyn vrouw in den xak, waarin dese hem vroeg, met den graaf minder kaart te spelen. Dan rou de baron dadelijk snappen, dat de eeo hem den ander niet gunde, en dat ging niet. Dat waa net als twee kinderen die ruxieden om een stuk speelgoed, dat ie let van beiden pro beert naar xyn kant te trekken. En dus trok de graaf een heel verbaasd gexicht. „Ik u over ie te spreken t Ooh ja, nu geloof ik tooh wel, dat bet xoo is, raiar waarover was bet nu ook weer f" Hjj streek een paar maal met de hand door het haar en xeide „Ja, wat was dat ook nu weer?" Maar daar hij het niet weten wilde, wist hy bet natuurlyk ook niet. De baron doorxag het spelletje thans volkomen. Plotseling teide hy „A propos, ik ontving straks een briefje vau de gravin." „Zoo." De graaf zette een hoogst verbaasd gexioüt. „Zoo, en wat schrijft xe u? Zaken van gewicht?" „Mevrouw verxooht my, bij gelegenheid eens uit te tien naar een nieuw paard voor gravin Alex ten over den prijs, die daarvoor bestemd kan worden, met u iu overleg le tredeu." „Ja, mijn vrouw heeft mij daarover 6ok gesproken. zemvriend, bij wien iuformatie's zyn te be komen. Het duurt niet lung of men wendt zich tot dien heer met bet verzoek, zoo goed te willen zijn eens te berichten ot de solli citant geschikt is, enz. Nu zal deze eens toonen, welk een goed vriend hij is! Hjj antwoordt op het ingekomen schryven on maakt van zijn vriend een persoon, die zijn evenknie in dit aardsche tranendal niet heeft. Levensgedrag, als van een heiligewerklust, bekwaamheid, toewijding, enz. als van nie mand anders ter wereld. Er wordt een ge tuigenis in zee gezonden, zwart op wit! zoo schoon, zoo prachtig, dat de sollicitant, als by er kennis van neemt, blozend moet uit roepen »wat ben ik mooi gemaakt!" en dat de schrijver blozend doet denken swat ben ik een leugenaarDe sollicitant wordt, dank zij de informatie, benoemd. En het gevolg? leder kan wel op zyn vingers narekenen, dat de uilkomst voor beuoemer en benoemde hoogst ongelukkig is, alles door de schuld van den man, die vermeent, dat ware vriend schap ouder meer onk getoond kan worden door iemand mooier voor te stellen dan by is. Al weder de vraag gaat het zoo niet heel dikwijls? Altij i zijn ei kruiwagens geweest, en dat zal wel zoo blijven; er is zelfs meer en meer kans, dat bij het aanbod, dat de vraag tel kens meer overtreft, op den duur zelfs motor» kruiwagens gebruikt zullen moeten worden. Maar moet dan het rad worden gesmeerd met ophef, met bluf, met brutale leugen? Met opzet spraken we van schrifte lijke informatieswant als men ze mon deling inwint, dan komt het in den regel gansch aoders uit. Oog in oog durft zij of hij, die de inlichtingen geeft, Diet zóo te jokken. Nog cm andere redenen zijn schriftelijke informatie's althans van particulieren in den regel weinig betrouwbaar. Zoo'o schrifteluk getuigenis kan in handen komen van den sollicitant en deze kan zoo licht verhaal zoeken. Daarom ook geven velen steeds goede schriftelijke informationde mondelinge echter geven ze ueheel naar waarheid, als men zich maar de moeite geefl die te gaan vragen. En daarom, waar 't mogelyk is, trage men informaties van particulieren mondeling; dat kost tijd en vooral als men ze van buiten de plaats zijner inwoning moet hebben veel moeite en dikwijls veel geldmaar dan ook kan men vrij zeker er van zijn, juiste inlichtingeu te ontvangen, Inlichtingen ook, die niet worden gedic- Maar wat den prys betreft, i« n natuurlyk volkomen vrij. Of het dier al wat tnrer kost hoofd snak is, dat het waard is wat wjj er voor I etaleo. E» daarin verlaat ik my geheel en al op uw oordeel." De baron dankte voor het in hem gestelde ver trouwen. Toen xeide de graaf„En schry ft myn vronw verder nog wat byxonders?" Het klonk xoo onverschillig mogelyk, maar ook nu liet de baron xioh niet verleiden. Hij had direct be-repen wat er gebeurd was en wat de aanleiding wat van het schryven van de gravin. „Da gravin sohryft mij, dat sy vandaag niet aan den lanob tal komen. Zy meent, dat we gisteravond wel wat lang gesproko» hebben over enkele personen, in wie cij veel belang stelt, want sy heeft slecht geslapen en den g-heelen nacht gedroomd. En nu klaagt x\j over migraine." De graaf hoorde dit met de uiterste verhaaing aan en verbeelde die niet. 8prak hy de waarheid; had de gravin werkelijk een vermoeidheid voorge wend om het haar ma» daardoor eenvoudig «baoluut onmogelijk te maken, den baron in de eeratvolgond# avonden van haar af te houden? Bjjua hoorbaar klapte hy xyn mond dicht en na een korte pause ontsnapte hem opnieuw„Ja, ja, die vrouweu." De barou had liefst hardop gelachen, want met •lil pleixier had hy al lang gemerkt hoe de gravin iedernn avond onrustig naar het speeltafeltje keek. Wanneer hij mnt de» graaf sorteerde, evengoed had hy de verveling van den graaf gemerkt wanneer hg met de gravin int te praten. Dat dit binnen korter of langer lyd op een rcènexouuitloopen, omlat beiden door intrigeercu soudeti beproeven hun tin te krijgen, had hy al lang tien aankomen. En nu waa de strijd begou»en. „Ja, Ja, die vrouwen," xeide de graaf nog eena. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1