Dinsdag 21
April 1908.
No 7495.
57e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
FIR NA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsday Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post 4.45. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oificieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTEGRACHT9
Telephoon 10
Ons eigen Land.
De heer Henry Meyer schrijft in »De
Kampioen» vau 17 April
Nederland is, een onzer eerste dichters
getuigt het met groote waardeering, nadat
hij Zwitsei lurid en Italië heeft gezien, een
levende schoonheid, een eerste-rangs-
raerkwaardigheid op de wereld.
Maar is het nu ook niet een «eerste-rangs-
merkwaardigheid", dat een groote menigte
Hollandsche toeristen dat niet weten, of
doen alsol zij 'i niet weten
Hoe wordt er dan ook in ons land getoerd?
De groote massa wielrijders en automobi
listen beeft «geen tijd" om ons land te
loeren kennen.
De vacantia is er wel, maar die moet nu
eenmaal bewaard blijven voor het buiten-
landsche reisje'een tochlje langs «Vater
Rhein", een excursie naar de Ardennen, het
Scbwarzwald.
Wij veroordeelen dit systeem geenszins.
In de vacantie zoekt men ontspanning, wil
men wat anders zien, wat anders hooren, in
een ander land, onder andere menschen ver-
keeren.
Dat verruimt den blik en versterkt den
geest. Men moet den cirkel, waarbinnen men
jaar in, jaar uit verkeert, ook eens aan de
buitenzijde bezichtigen.
Maar bij dit systeem, dat niet kwaad is,
komt ons eigen land te kort, wordt bet on
recht aang' daan. En dit is de schaduwzijde
van het buitenlandsche vacantiereisje.
Waut wat blijft den meesten toeristeD, die
buiten de vacantie hun zaken hebben, voor
gelegenheid over om ons land te leeren ken
nen?
Het Zondagsche uitstapje per fiets, per
motorrijwiel, per auto.
Ook dit wordt overigens spoedig een cir-
kelgnngetje. Het biedt, doorgaans weinig
méér <lau een fragmentarische, oppervlak
kige bezichtiging van ons land, zooals het
zich voordoet langs de hoofdwegen. Zijwe
gen en binnenpaden, de interieurs van bet
land, ze worden door den Hollandschen toe
rist schaars bezocht.
Nu is het een moeilyke zaak om Holland
schen toeristen andere gewoonten te willen
loeren.
Maar men kan hen door overtuigende
middelen doen zien, hoe zij hun eigen land
hebben miskend.
Een eersterangs overtuigingsmiddel in dien
geest, lijkt ons het prachtwerk pracht
werk in meer dun éen beteekenis dat thans
22.)
Zij speelde even met de karwats; zij boog die
bynii geheel samen en liet die plotseling lerug-
j-priniHn, zondat zijn rechter! een geraakt werd.
Damnar werd nfwisse'eiid vuurrood en doodsbleek
„Om 's hemelswil, barou heb ik u pijn gedaaD,
vergeef mij."'
H|j had bet wel gevoeld en nu nog deed de plek
hem pijn. maar tiij haitlde de schouders op eu zeide
beel verbaasd
«Wat moet ik u vergeven, gravin
„Dat mijn karwats u raakte."
„Dat heb ik niet gevoeld. Zóo fijngevoelig ben ik
niet. Wie, zooal.a ik, den gehrolen dag in den stal
kopt van net rene zadel in het andere komt,
het eei e ongedrpfSeiTdeijnard nu het andere tusechen
de kiiiiën heef', krijgt ijzeren zenuwen en spieren
en voelt zoij'n klein tikje, niet en heel veel meer
kim de slug toch niet gc.wersi zijn."
„In ieder geval was het niet zoo bedoeld."
„Evenm n natuurlijk als mjju telaat komen. Dat
spreekt toch wel vanzelf, gravin. Maar komt u nu
mee, want gravin AUxa zal ons wachten."
„Ik wil niet rijden, nu vooral nietl" De woorden
hieven onuitgesproken en zij ging met hem mee.
Waarom zou zij lich ook verzotten? Als sjj hem
danidnor nog geërgerd had; dan, ja maar by
hij zelf huil immers gepocht op zijn ijzeren zenuwen
en spieren en hij tchem ook in andere opzichten
weinig fjjugevoelig te wezen ;dat zou zeker komen
door den omgang met paarden rijknecht^ paarden
bij den A. N. W. B., Toeristenbond voor
Nede.land, in bewerking is.
Dit prachtwerk bestaat in een Album van
de «levende schoonheid'' van Nederland.
De titel van bet omvangrijke en kostbare
werk is «Ons eigen land".
En in «Ons eigen land" nu zullen de
schoonste plekjes van Nederland, zoowel de
intiemste bekoorlijkheden van ons wonder-
schoone landschap, als Je schoonheid en de
picturale rijkdom van onze steden en dorpen,
in beeld worden gebracht.
De Bond is namelijk in het bezit van een
waarlijk éenige collectie fotografieën van
mooi-Nederland. Met het bijeenbrengen van
deze verzameling ztjn een paar jaar gemoeid
geweest. De beste fotografen in den lande,
de kunstzinnigste waarnemers, die Nederland
tot in de verste uithoeken hebben bestudeerd
en in beeld gebracht, hebben voor deze col
lectie hun beste opnamen aan den A. N. W.
B. afgestaan. Met de uitgebreide verzame
ling van een onzer eerste luudschapsfotografen
mee vormt het illustratieve deel van «Ons
eigen land" thans een bloemlezing van ver
otter de duizend toto's, die meerendeels supe
rieur fotografisch werk mogeu heeteD.
Al deze foto's nu, in groote groepen
volgens een bepaalde indeeling gerangschikt,
zullen worden gereproduceerd en in den
vorm van een prachtalbum Worden vermenig
vuldigd.
Het keuren, rangschikken, in groepen in-
deelen en pagineeren van al deze foto's nu,
is een reuzenwerk geweest, dat onzen 2e Voor
zitter, den heer G. A. Pos, en den heer G.
L Hasselen Kirchner, lid der commissie vau
uitvoering, nnandeu achtereen bet grootste
deel van hun vrijen tijd heeft gekost. Met
de grootste zorgvuldigheid hebben zij zich
van deze moeilijke taak gekweten, en wie
hun conscientieuse manier van werken kent,
zal weteD, dat dit deel van het werk aan
geen betere banden kon worden toever
trouwd.
Het spreekt van zelf, dat het pracbtalbum
»Ons eigen land'' met een keur van zeld
zaam mooie fotografische reproducties nog
niet compleet is.
Er behoort ook tekst bij. De verzorging
van het litteraire gedeelte van het werk nu,
is toevertrouwd aan de heeren Frans Net-
scber, oud-Hoofdredateur van „De Kampi
oen", hoofdredacteur van «De Hollansche
Revue'' en bekend letterkundige, jhr. Jan
Feith, redacteur Tan »Het Handelsblad" en
aan den ondergeteekende.
De heer Netscher zal het Westelijk deel
van Nederland beschrijven, speciaal Nourd-
handclaars, en dergelijk volk.
Of hjj den slag werkelijk niet gevoeld zou hebben
Zij wist noe eon tik met die karwats bon aankomen.
Hij zelf bad baar gekooht, zeggende
„Een karwats, gravin, is geen speelgoed. Men ge
bruikt baar zelden, liefst zoo min mogelijk maar
wanneer men haar aanwendt, dan moet het paard
haar ook voelen."
Wat waa zij boos geweeft, toen zij op zijn raad
haar paard een» erg geslagen had en later de bloe
dige roode striemen zag, die het mooie glanzende
vel van bet dier ODSierdenToen bad zij gaarne
den baron een alag in bet gezicht gegeven en zij
had haar karwut» met een „dat doe ik nooit weer"
in een boek gegooid. Zij bad verwacht, dat h\j die
oprapen en baar teruggeven zou, zooals in ertjjd te
Berlijn en zij bad zich voorgenomen, evenals toen.
het ding niet aan te nemen, hem daardoor 8tr»ff>>ud,
omdat zij op zijn raad baar paard geslagen had.
Maar b\j had een rijknecht de karwais laten op
rapen en baar terugbrengen. En zij had baar aan
genomen, maar een eed gedaan, bem nooit weer
zoo ta gtbruiken.
En nu had zij den baron er mee geslagen
Had zij hem niet een oogenblik te voren gewei
gerd nog ',e rjjden en getracht htm door het woord
„rijlceraar" t> krenken, dan zou zii over dit toeval
zich niet zoo geërgerd hebben. Maar zij kon de
gedachte niet van zich zetten, dat hij toob nog zou
denken, dat er een beetje opzet in het spel was en
dat ergerde baar zou hjj werkelijk van haar kunnen
denken, dat zij met haar karwats naar hem zou
slaaan, zooals naar een brutalen dorpsvlegel, die
haar ergerde? En zou bij zich verbeelden dat zy
zooveel beteekenis aan zijn persoon hechtte, dBt zij
hem op deze wijze zou toone- dat »ij hem haatte?
„Grovin Dagmar, als 't u blieft, de linkerhand wat
losser. Laat nu de teugels roaar weer eens beelemaal
los en denk onder het tyden alleen aan de juiste
Holland, met de Zaanstreek, de adoode
steden" aan de Zuiderzee, Kennemerland,
Haarlem en omstreken, de streek rond Lei
den, het Westland, de Zuid-Hollandsche
rivierlandschappenjhr. Jan Feith neemt de
Vechtstreek, de Vaartsche Rijn, de Lek,
Utrecht en den prachtigen weg vandaar
over Zeist, Doo n, de Grebbe en Wagenin-
gen naar Arnhem, voorts Ede.deGeldersche
Vallei, Amersfoort, Baam, het geheele Gooi,
de Loosdrechtsche plassen, enz., voor zijn
rekening; terwijl de heer Meyer het karak
teristieke schoon van Gelderland met de
hooge Veluwe, den Achterhoek, Overijsel,
Drente, en mogelijk ook Friesland en Gro
ningen in woorden zal uitbeelden. Het spreekt
vanzelf, dat ook de zoo belangwekkende
zuidelijke provinciën, Zeeland, Noord-Brabant
en Limburg, niet vergelen zullen worden.
Het werk zal verschijnen in vier afzon
derlijke deelen, die elk een karakteristiek
toergebied van ons lang zullen omvatten.
Het eerste deel, dal verschijnen zal, naar
wij hopen nog vóór de Boudsfeesten, is het
deel van jhr. Feith.
Wij hopen binnenkort in de gelegenheid
te zijn, nadere bijzonderheden omtrent den
prijs en de wijze van uitvoering van dit
prachtwerk te kunnen meedeelen. We beve
len deze waarlijk unieke uitgave, die tegen
kostenden prijs voor de Bondsleden verkrijg
baar zal worden gesteld, alvast in ieders
belangstelling aan. Het zal een werk worden,
dat een levende en blijvende propaganda
zal wezeu voor ons eigen land, door Vau
Deyssel terecht een «levende schoonheid,
een eersterangs-merkwaardigheid op de
wereld" genoemd.
Den laatsten April zal te Utrecht een
vergadering «orden gehouden over de reor
ganisatie der Ned. Hervormde kerk.
Zij gaat uit van een commissie, bestaande
uit de heeren dr. Ph. J. Hoedemaker, en ds.
Chr. Hunningher, beidon predikanten te
Amsterdam, dr. P. J. Kromsigi, van Rotter
dam, dr. B. van Meer, van Leiden, en ds.
H. Visser, van Zwolle.
Na een inleidend woord van dr. Hoede-
maker, hoopt dr. Van Meer te spreken over
liet democratisch beginsel en de kiescolleges",
terwijl dr Kroimigt zich voorstelt alsdan te
handelen over sDe decentralisatie van den
arbeid der Synode" en daartoe de aandacht
houding, 't Wil mij voorkomen, Hat u vandaag niet
zoo rustin is als anders; wellicht dal de komst van
uw broer u wat opgewonden of nerveus maakt,
maar een pnard is geen piano waarop wy ome ge
voelens nu eens in een zacht piano, dan weer in
een wild fortissimo weergeven kunnen."
„Maar, baron" zeide Alexa, „wat een verschrik
kelijke vergelijking."
„Ja, my bevalt ze ook niet," zeide by. „Maar
wanneer u lnngs den spiegel daar in den hoek rijdt,
kijk dan eens naar uw paard. Het is u bjjna geheel
de haas. U moet de teugels beier houden."
De baron nam het onderwas zeer ernstig op
dat moest men hem nageven. Hy lette op de
minste kleinigheid en zijn vaak sarcastische opmer
kingen misten hun uitwerking niet. Hei was huiten
k\jf, dat de beide jongemeisjes reeds veel hij hem
geleerd hadden, maar het zou nog een heelen tijd
duren eer zy volleerde ryderessen waren. Dagmar
whs bly, toen de les was afgeloopen. Zy had den
baron riet aangekeken toen deze eide, dat de komst
van haar broer haar blijkbaar ne-ve ;s en opgewonden
maakte en het gevoel, dat by die woorden haar het
bloed in het gelaat steeg, droeg er ook niet toe by,
haar rustiger te maken. Zy had voortdurend ver
keerde dingen gedaan en was bly toeu zij kon
afstijgen.
Zonder haar paard, zooals gewoonlijk,een klontje
te geven en zonder iemand goedemJag te zeggen,
ve-dween zy.
„Wat bezielt Dagmar?" wilde Aiexavragen maar
de tegenwoordigheid van den stalknecht deed haar
die woorden voor zich houden. Zou er van te voren
tupsohen haar en den baron een kleine scène heb
ben plaats gehad? In ieder geval was hot wonder
lijk, dat Dagmai, die gezegd hsd niet longer te
willen wachten en zeker niet te zullen rjjdeD, toch
weer was teruggekomen.
Kwaad kon het niet wanneer de baron haar zijn
zal vestigen op de wijze, waarop de kerk in
andere landen is ingericht.
«Kerkeraadsleden worden uitgenoodigd
en leden der gemeente niet afgewezen",
zegt de oproeping.
De wijding van den heer Arnold Harris
Matthew,graaf van Landalf tot bisschop der
Oud-katholieke kerk, welke zoude geschieden
8 April, doch om bijzondere redenen moest
uitgesteld, zal nog in deze maand plaats
vinden in de St. Gertrudiskerk te Utrecht.
Heeft het «Hdbld." een voorspellenden
geest gehal toen het Goeden Vrijdag begon
zyn feuilleton «Een vroolyk Kerstfeest"?
Zooveel is zeker, dat er zelden bij een zóo
kat invallend Paaschfeest zulke kou, zulke
sneeuw- en hagelbuien waren.
En wel heel opmerkelijk is 't, dat Zondag
ochtend om half tien de thermometer 40®,
om twaalf uur echter 32° en om balf twee
weer 42° wees.
De parade voor Prins Hendrik werd heden
om het slechte weer afgelast.
Een groot aantal hoofd- en subalterne
officieren uit dit garnizoen begaf zich heden
Daar Amsterdam ter audiëntie bij H. M. de
Koningin.
Denkt men er wel aan, dat de Bedrijfs
belasting in dsze maand geheel moet worden
aangezuiverd
Verschenen is het verslag der le afdeeling
van den Gemeenteraad over in de vorige
Raadsvergadering aangehouden punten uit
breiding personeel fabricage en salarissen
onderwijzers.
We stellen ons voor, bet mee te deelen te
gelyk met het verslag der 2e afdeeliog en
het antwoord vau Burgemeester en Wet
houders.
Men hoeft dan weer alle# bijeen.
Mr. P. L. Baudet is benoemd tot lid der
hoofd-commissie van de groote tuinbouw
tentoonstelling, welke yhd 25 Augustus tot
16 September te Zeist wordt gehouden en
uitgaat van de plaatselijke afdeeling der
Ned. maatschappij voor tuinbouw en plant
kunde.
De heer J. H. Slok Soede is geslaagd by
het examen voor hulp-keurmeester van vee
en vleesch.
De heer J Th. N. D. E. van Schouwen
burg, adjudant-kwartiei meester hij het 5e
regiment infanterie, is benoemd tot adroiui-
wil eens deed gevoelen. Zij keo le de koppigheid
van haar znst r heel goed en alhoewel beiden in
de besie verstandhouding leefden,ergerde,zy zich
meermalen dearovee.
Zij had het den baron wel willen vragen toen zjj
samen over het plein naar buis liepen, maar ook
ditmaal zweeg zij. Had by inderdaad met Dagmar
woorden gehad, dan zou het hem, als heer, moeilyk
vallen daarover te praten. Zij begreep eome de ver
houding tnssehen den baron en Dagmar niet.
Menigmaal had zij het vermoeden als was er ieta
niet in o-de. Had zy haar mooie maar tro-sche
zuster Diet zoo goed gekend, dan zou zij by oogen-
blikken gedacht hebben, dat deze zich voor den
baron interesseerde.
Maar dit hield zy bjj nader inzien toch voor on
mogelijk.
Digmar sprak nooit over den baron en ook dat
moest een reden hebben waarnaa- Alexa tot dus
verre tevergeefs gezocht had. Plotseling dacht zjj
bet le weten: Dagmar sou iels van zijn verleden
gehoord te hebheu. Dat hij daaromtrent weinig
vertelde, wist zij zelf ook wel. Dagmar had zeker
hier of daar geïnformeerd, een en ander gehoord,
en dat zou haar zeker tegen den baron hebben in
genomen. Ja, dat zou het zyn. Want Dagmar
had immers den eersten avond al gezegd dat men
toch eerst informaties moest inwinnen. Toen bad
zij haar zin niet gekregen en du had tg bet zeker
op eigen gelegenheid gedaaD en dat zjj de resultaten
niet meedeelde, waanog geen bewjjs van bet tegendeel.
(Wordt vervolgd.)