Zaterdag 6
Juni 1908.
'T
No. 7513.
57e Jaargang.
Feuilleton.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- f*n Zaterdagmiddag. Abonnement per maande» 1.
frarict» per post 1.15. Advertontion 1--0 regels til) c.ont: elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, ollicieële- en onteigonings-
advortentiën oer regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer /'0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rokening gebracht on kusten
evenals afzonderlijke nummers lü cent.
Bij advertentiëu van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gébracht,
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT.
Gelet op artikel 6 en 7 van het Kouinklijk besluit
d.d. 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76) tot vaststelling
van een Algemeen reglement voor de Kamera van
Koophandel en Fabrieken, noodigt allen, die niet
op de laatst vastgestelde lijst van kiezers voor de
Kamer van Koophandel te Amersfoort voorkomen,
maar aanspraak kunnen maken ora op de nieuwe
Kiezerslijst te worden geplaatst, uit, daarvan voor 1
Juli nnustiuudo ter Secretarie aangifte te doen op
aldaar verkrijgbare formulieren.
Vestigt er v.orts de aandacht op, dat alleen zij
genoemde aanspraak kunnen maken, die voldoen
aan de beide volgende voreiaebten
A. Men moet kiezer zijn van leden van den Raad
der gemeente Amersfoort,
B. Men moet te Amersfoort bestuurder of mede
bestuurder zijn en gedurende ten minste twaalf
acb'«reenvolgendo maanden geweest zijn van oen
bed',f vau handel of nijverheid.
Amersfoort, 4 Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
KLEINIGHEDEN.
Wat zijn kleinigheden? Het kleim?, het
oogeuschijnlijk onbeteekenende is evenzeer
noodig tot instandhouding van het geheel
als het groote, het indrukwekkendede een
voudige regenworm is voor de instandhou
ding der planten onmisbaar, hij toch ver
schaft de vruchtbare aarde; boevele diertjes
zijn noodig om onzen zangvogels het noodige
voedsel te verschaffen en is de eenvoudige
grasplant niet het voornaamste voedsel van
het voor ons onmisbare rund en voor zoovele
andere nuttige dieren. De natuur kent geen
groot of klein; het laa'ste is even onmisbaar
als het eerstekleinigheden bestaan niet
voor haar. En daarmede geeft zij ons rnen-
schen in verschillende opzichten een ernstige
les. Te dikwijls spreken wij van onze onder
geschikten, en niet zelden blijkt het, dat zy
voor ons onmisbaar, dat zij soms onzo meer
deren zijn.
De natuur heeft de menschen niet boven
elkander bevoorrechtallen worden geboren
met de zelfde behoeften. Voor allen geeft /ij
licht, iucht en voedsel, en allen wacht tiet
zelfde einde. Is er verschil gekomen, niet de
natuur, doch de menschen zeiven zijn daarvan
de oorzaak zy hebben door hun maatschap
pelijke instellingen de natuur verkracht, de
menschen hebben verkleind, verlaagd, wat
de natuur tot hun gelijke bestemd had. Wat
beteekent groot, aanzienlijk, wat arm en
gering, als men niet de menschelijke opvat
tingen, doch de natuur laat beslissen.
Zij toch kent geen kleinighedende mensch
moge tal van zaken met minachting be.
schouwen, de natuur kent zoo iets niet.
32-)
De landraad waB heel rijk en wist ook wol, dat
dit hem in de toekomst van groot nat kon zijn,
mnar toch toonde by die eigenschappen slechts in
zooverre ala «y lietn op zeker ooge-blik van dienst
kouden zyn. Hij «as eerzuchtig en wilde carrière
maken, maar hy gebruikte daarvoor nooit kleine
middelen integendeel, bij trad tegpnover zijn meer
deren met de zelfde kalmte tegemoet, dio bij steeds
in den omgang bewaarde, en dat alles uad in vcr-
baud met zijn kennis en rijkdom, reeds lang de
aandacht van hoogo kringen op bem gevestigd.
Hy was een gaarne gezien gast op hei. kasteel
geworden en bud in zijn eigen, met veel smaak
en iuxo ingericht huis, waarin zyn zuster tie uon-
neurs waarnam, ook de grafelijke familie vaak ont-
vangen.
De vriendschap tussehen hem en Alexa was even
wel oi' de zelfde hoogte gebleven, waarop zij don
eersten dag geweest was. Geen van beiden bad
kunnen zoggen wnnrear dat lagwellicht wousohioii
zij geen vau beiden, dat con warmer toon in hun
omgMtti kwam.
Maar met zekere verb zing bemerkte Alexa nu
plotseling, dat dit in de toekomst andere zo» wor
den, bi) bet plan bad, nnnr Imar Inrol te .linr
gen, nut bij er niet meer mee t-vredan wiw.iu lia.i-
een goede vricudin te zien. De wijze waarop by
bijna stood* bet gesprek tot baar richtte, do blikken
Voor httar is alles noodzakelijk en belangrijk.
Hel een toch moet dienen tot instand
houding van het ander. Neem een schakelije
uit den grouien keten vv«'g, iels dut wij
nauwelijks kunnen zien, waarop door ons
gueu acht geslagen wordt, en alles zou ver
loren gaan, want dat schakeltjc is misschien
de verbinding tussehen twee schakels, die niet
gemist kunnen worden.
Is de natuur zuinig op kleinigheden, ons
menschen past het, dit voorbeeld te volgen,
want ook vior ons bestaan geen kleinig
heden. Van een zoogenaamde kleinigheid
hangt dikwijls iemands leven af.
Het paard wordt voorgespannenmen
ontdekt, dat iets aan het tuig hapert, een
kleinigheid, niets meer, tiet kan nog wel
mee; maar ongelukkig breekt h-t, het paard
gaat op hol, de koetsier valt en betaalt zijn
gemakzucht of wat het moge geweest zijn,
soms met zijn leven.
Hoe dikwijls komen van die kleinigheden
in het leven voor, welke groote en dikwijls
treurige gevolgen hebben. Hoe dikwijls zijn
kleinigheden, beuzelingen, de oorzaak ge
weest van twist en van veete en van oorlog.
Klagen is thans aan de orde van de dag
Ieder klaagt in zijn stand, in zijn beroep.
Men wijt aan de maatschappij, aan anderen,
dat niet alles gaat zooals men het gaarne
zou wenschen Zou niet dikwijls de oorztn.k
van die klachten gezocht moeten worden in
het te gering tellen van velerlei kleinighe
den?
Zie dat kind. Hoe haveloos ziet het er
uittnel gescheurde kleederen loopt het rond;
een kleinigheid kan daarvan dp oorzaak zijn.
De moeder was vroeger een flinke heldere
vrouw, maar zij wilde ook gaarne oena (Ie
voeten onder haar eigen tafel stekenzij
huwde on den eersten tijd was het een ge
lukkig huwelijktie verdiensten van tien
mao waren voldoende voor de behoefte.
Maar met de vermeerdering van het gezin
werd het de vrouw w d eens te druk en van
uitstel kwam wel oer.s afstel. Noodig moest
een losgetornde steek aan het eene i f andere
kleedingstuk hersteld worden. Die kleinig
heid werd uitgesteld, van dn eenen dug op
den anderen verschovenhet gaatje werd
een gat en die losse steek, niet op zijn tijd
hersteld, een werk van een enkele minuut,
werd oorzaak, dat de knappe huisvrouw, na
verloop van tijd haar kinderen in lompon
zag gaan.
„Een zwavelstok in zessen" zeide men in
den ouden tijd, en daarnaar werd afgemeten
of een vrouw in waarheid do eernaam van
„zuinige huisvrouw" verdiende. En toch, hoe
weinig waarde had een sullertje!
waarmee hy baar vinik van t*r zijde aankeek, d«
attenties die hij baar sooveol mogelijk bewees, schenen
baar grond te geven voor dat vormoeden en zy
geloofde daartoe nog meer recht lo hebben toen
do landraad vertelde, dat hen» een zware scheiding
te wachten stond.
Zijn zuster was op het punt, zich to engageeren
en zon dan zeer spoedig trouwen, Dan wits hy
alleen in zyn huis en moest dan n«ar een andere
dattio uitzien, die de honneurs kun waar' enten,
Aicxa wist. dut zijn zustor de schuld was. dut de
landraad nog ongetrouwd Wan. Hy bad er vaak
schertsend over gesprokenzelfs wanneer hij een
godin van schoonheid, vorstand, beminnelijkheid
en v rdor alle ntogelyke en onmogelijke deugden
naar zijn zuster zou bronnen en zeggen zou, dit.
is mijn aanstaande, zelfs dan nog zou zy zeggen:
„die is voor jou nog lang niet goed genoeg". En
zy zou hem niet met rust laten dan nadut bij ha.ir
tor wille weer van naar had afgezien.
Dan luid ik toch gelyk toen ik dat verheflen
in den adelstand in vorband bracht mot zyn plannen
om to gaan trouwen", ducht do gravin.
Maar ook nu had zij ongolyk. In workolykhoul
bad by een boel andere reilen geluid om verb. Illnz
iu den adelstand te vragen. Hij was van i,mening,
dat zijn naatu bem in de eairièro, die by mak oil
wilde, zou schaden. Zeker, ook menschen met. een
nirt-iidollijken naam branhfi. bel wel i,.t Munster:
maar t .oh schaden kon hel niet e:> daardoor word
bem in ieder geval de mogelijUliei I geopend, in
aanraking la kinnen niet de menschen, dio hy
"Tit* wde ca'rière maken omdat bij van zyn
werk hield en omdut zyn talenten hem d art in
staat stelden.
Hij bad zijn vewoek gemotiveerd met do ovor-
Lufittp, do bekende bankier uit <len tijd
vi. n L' nis Philippp, had zijn opkomst aan
ecu kleinigheid to danken. Toon hij uls
jongeling naar een betrekking als kantoor
bediende solliciteerde, werd bij afgewezen
men had zijn diensten niet noodig. Heen
gaand, mistroostig on teleurgesteld, bukte
hij op straat, raapte een speld op en stuk
die aan zijn kleeding. Toevallig werd dit
door don patroon opgemerkt en deze, over
tuigd van de waarheid, dat hij, die oog heeft
voor hel kleine ook in het groote niet anders
zal handelen, liet hem terugroepen en nam
hem op zijn kantoor. Hij klom op en is
eindelijk een der koningen van de geldmarkt
uit dien tijd geworden. Die klein -speld heelt
hem railliounun gebracht
Nog eons, er is niets klein, uls men het
slechts weet te gebruiken. Wat z\jn oude
lorren en toch, het onmisbare papier wordt
daarvan vervaardigd. Hoevele kleinigheden
worden door de industrie benut en weer tot
kostbare zaken verwerkt. Maar daartoe is
oen zaak noodig kennis.
Kennis is macht, zegt menik zou het
willen uitbreiden en zeggen„Kennis geeft
ons de macht otn du kleinigheden tot nut
der raenschheid aan te wenden". Kennis
leert ons, dat het woord kleinigheid geen
beteeketiis heeft, want het kleinste kan van
het hoogste belang worden als bet slechts te
juister tijd en goed gebruikt wordt.
Nemen wij een voorbeeld aan du natuur,
de leermeesteres der kunst. Zij lu.:t niets
verloren gaan. Kleine, bjjoa onzichtbare
diertjes Iaat zij eilanden scheppen waarop
duizenden menschen levenen zoo is het
dan ook noodzakelijk, dat wij nooit verzui
men, onzo kennis te vermeerderen, want
daardoor loeren wy het nut der kleinigheden
inzien.
Een hall' uurtje is oen kleine spanne tyds,
een kleinigheid in vergelijking vau oen jaar;
maar hoeveel halve uurtjes worden iu een
jaar niet verbeuzeld, en toch zeggen wo al
len lijd is geld.
Werd door ons allen meer op kleinigheden
gelet, ve'en zouden niet zoo behoeve» te
klagen; veel zou anders, zou beter zijn
Over de waarde van goede
boeken.
De heer Coco II. Tiepen, uit Diomon, geen
onderwijzer, oud-jmiriiilist Ut) thans propa
gandist voor de „Wereld-bibliotheek", meld
Donderdagavond voor de nfdeeling Amur«-
weging, dal voor vele jaren in z(jn familie <lo
adel erfelijk geweest was, niaar dat «lie l<«t-r niet
erkend was. Toch tl hij wellicht (.ven gun-tig
gehoor bobben uekrogon wanneer al niet cm andere
ruild en do aandacht op hein gevestigd wim ge
weest,
Voor een deel had hy nok om Alexa i .n don adels
brief verzocht. Toen zyn ratster hem voor eoniga
maanden vertelde, dat zij er toch wel ovpr dacht
liet aanzoek van baar ouden aanbidder aan te no
men, was zyn oor,te gedaohto vewuiM .jok te gen
trouwen. Toen be l hg in zijn dodecmea ft d -mo-ic,
die hij kende, de revue laten passeer# en a tijd
was h\j weer op Alex» teruggekomen. Een betere
vrouw als *:i Icon hy zich mot wengchm, maar bij
ontveinsde zich volstrekt do moeilijkheden niet,die
hom, den man van burgerlijke nf-omst. zo den in
d> ii weg ge-teld worden, wanneer bij in ernst naar
baar hand dong. Dit Alexa. wanneer zij van bem
houden kon, aan zyn burgerlijken naam aa.,stoot
zou nomen, geloofde bij niet: maar bij kende dn
inzichten van haar moeder en wi«t wel, dat zij zoo
veel invloed op baar man bad, ijst zij dezen tot naar
raecning zou overhalen. Wns bij van «del dan zou
do gravin hem nog niet wel als baars gelijke be
schouwen, maar de mogelijkheid was dun t, vu niet
buitingeslo'en, il.it zy zich mot waardigheid in het
onvertnijiielijku zou schikken.
Natuurlijk wna de landraad ook reserve-oflïoier.
Hij bad t'ij oen oud eavalerfo-regiinont gediend en
al mul nij ine ter tijde nletj in de sebniil kunt» n
werpen dan *iiu burgerlijk, n nam» en zyn milli-
oeiu-ii, hy was toc'i "ffiolcr geworden en wit, do nu
van een dien 1<U op x,;n nis had doorgP-
gesprok up bet Hof, op een paar v
fnort on omstreken van den Bond van Ned.
onderwijzers een causorie over »hoe goede
lectuur binnen hel bereik van ieder te bren
gen'' of liever over „du waarde van goede
bOokun voor een gezonde opvoeding van ous
volk".
Z\jn gehoor bestond slechts uit 2 damo9
en 10 beuren, olschoon ISO uitnoodigingen
werden verzonden.
Spr. herinnerde, dat veelal van het 6e jaar
het kind wordt geoefend in lezen. De lectuur
is dan reeds echter veelal van dien aard, dat
zy niet voldoet aan du oischon, welke tnun
daaraan kan cn ook moot stellen, liet is
trouwens zuur moeilijk, voor kinderen te
schreven en wel zeer te betreuren is hof,
dat dit zoo wordt over 't hoofd gezien en
hut sohryven vau kinderboeken dikwyls
I wordt opgedragen aan hen, dio niet kunnen
schryven voor volwassenen want kinderen
moeten in hu i eerste en veelt 1 eentge lectuur
waarheid krygen en geen ramraeluingon.
Vhii di- ongeveer zestig liedjes, die rnon in
zyn jeugd leurde, leunt men er latei'nog maar
enkele, doch dio kunt ook iedereen bewys,
dut doze goed zyn en alle overige onwaar
en otiheteekenend.
Na enkele school hoekjes te hebben be
sproken, brak spr. den staf over boeken als van
Hendrik van balen, Aimard, VVorisböfer e.
a. die naar zy-i meaning gum kijk geven op
waarheid on realiteit, citeerde uitspraken in
«lezen geest van Gebhnrd, Ida Huijuimansen
mevrouw Wibaui-Burdonia van Rerlekomen
betoogde, dat de kinderlectuur veelal isouwaar
on iu strijd met het teëele l-'ten.
Hebben ze de school vrluten, dan krygen
zo veelal geen betere lectuur, om nog niet
te sproken van >!linlertreppo Littemtur"
on schaltwigheden die by kaarslicht worden
Ion, dubbeltjes detective-vurhuleti en
elergelyke.
En toch wil men wel anders, als meu
maar heter wordt geleid. Dat bewyst o.a.
een klasse voor voortgezet leesonderwijs dor
Toytihee-vereoniging lo 's-G'iivenhage, wulke
Putgieter'8 „Hyks-museum" I out en w.-igort
vunzige vertalingen van Kola te lezen.
Deze richting moe» het uit, doch daartoe
mout in den „roofstaat tussuhon Eens en
Scheld»'" zoet' veel veranderd worden.
Twee middelen zyn er otn verbetering te
brengen: openhnre boeken en of een abon
nement op du Wereldbibliotheek.
Wat de eerste bot relt, is ons land gewel
dig achter by het buitenland, vooral Enge
land en Amerika. Te Ruston hy voorbeeld
bestaat sinds 1847 een openbare leeszaal
voor wior stichting du Burgemeester dier
«tad f 12 '00 toei"g'I« als andereu zich ver-
anec'otcn vu.i ilen Keizer nu op voorliefde \au
deze voor de nutomobielaport.
„U zult tl óok nog wel con* latou bakeeren, baron"
xeido -te landraad, H''f i» nog mtyd too afkcerig
van liet moderne vervoermiddel ala op den ueraton
dag van onze kennismaking
„U bold mil verboerd hegrepen. Ik heb do groote
brtoekenis van de automobiel volstrekt niet ontkend
niu ir geen enkele, zeil* niet d« mooiste automobiel-
loolit -telt mij schadeloos voor het genot, niet een
pa»' tllnke paarden te r(j len."
„Vol somen mijn moaning, baron," zeidu de graaf
„en ik meen, dat op ons oud-oavaleiisten de plicht
rost, do den paarde - nolouf.te trouw tot den dood
t..e to baioonen, en wie zijn paarden op aisl iaat
«tisn, findigt tegenov.-r b.-t aohoonato wat God na
den monauh ga-ehapen heeft."
„Br«vo!" riep de baren.
Maar dc landrand maakte een kaimeereude be
weging:
„Neem me niet kwalijk, herren, 't klinkt hard,
tr.ns: u praat over dingen waarvan tt geen versland
liel'i. U, mijnheer do graaf, hebt mij een* goze.'d,
dut veen maoht. Ier wereld u iu e»u automobiel
zou brengen, en de baron verklaarde eens, dat h(]
In t move I mng.'lyk v«rm> cd. Hoe wilt u nu
o oizinr linhbon Van een «port, din u niet beoefent?
Hoe moet ik u dan bokeer»n
„Maar wy willen ons absoluut niet laten bekeeren"
zeide de graaf. „Wy oud-eavalerislen
Hij vond dat woord heel mooi, l<ij genoot er vau
en -kor had hj| een g.e«tdriftvoll rede over zijn
diensttijd gehouden, al had hij dien indartfld ver-
wei sc t, wanneer do landrand ham nlot in de rede
(Wordt vervolgd.)