Donderdag 18 Juni 1908. mm. No 7518. 57e Jaargang. Feuilleton. FIRMA A. H- VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden franco per post ƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële— en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Telephoon 19 of auderen alcoholhoudenden drank zijn vermengd. Indien iemand zich aanmeldt voor de ge heelonthouding en men zou hem zeggen; u moogt ge voortaan niets eten waarin maar eenige alcohol voorkomt, geen peren ot baze- peper, geen pudding of taai t, zouden dan niet verschillende hun voornemen laten varen en passen voor de geheelonthouding Zouden zij niet. zeggen »Als wij aan tafel ons glas wijn of bier offeren ter wille van de geheel onthouding en y moeten aan het dessert ter wille van de geheelonthouding ook de pudding onaangeroerd laten, dan danken wij voor de geheelonthouding". Laten wij voor een oogenblik aannemen het verbod van pudding waarin een ideetje alcohol voorkomt. Men is aan het dessert; er is geen menu waarop precies de lekkernijen van dat des sert worden genoemd men bedient zich dus van de pudding en. proeft een marasquin smaakje. Wat nu ünder een of ander voorwendsel laten staan 't Is minder aangenaam voor de gastvrouw. Vooraf vragen naar de samen stelling der pudding? Dat strijdt toch tegeD de welvoeglijkheid. Iets anders is het drinken van maras quin of cognac na het gebruik van ijs. Al is dat niet het in stand houden der gewoonte welke wij »drinkgewoonte" noemen, 't is in ieder geval het gebruiken van drank uit een glas. Een ander geval, Men is bij een feestmaal tijd aan het dessert en er zijn kinderen bij beneden 16 jaar. Zou men dan ook hier de geheelonthouding willen doordrijven en tegen hen zeggen: Van die pudding of taart moogt ge niets gebruiken", terwijl ze een dischge- noot hee' smakelijk een stukje zien veror beren Een ander zal zeggen: >Korn, laat dat kind een stukje gebruikendat zal het niet hinderen't is vandaag feesthet komt niet alle dag voor". Het kind hoort die gulhartige en welwillende woorden en gevoelt spijt aan hot dessert niet te mogen deelnemen en denkt allicht: Was ik maar 16 jaar, dan zou ik het wel gebruiken, want dan ben ik van de geheelonthouding af. Met drankbestrijding en vooral den strijd tegen drink-gewoonte sympathiseer ik volkomen. Door mijn circa 10-jarig lidmaat schap van de afdeeling geheelonthouders en het groote nut daarvan ondervonden, staat de geheelonthouding bij mij ver boven de afschaffing; doch wanneer de dranI-bestrij ding en bijzonder de geheelonthouding zóo wordt gehaarkloofd dau komt men er toe, het goede doel voorbij te streven en menigeen, die anders er voor te vinden zou zyn geweest, houdt er zich buiten en dit niet alleen, maar hij zal ook op de ge. lieeloothouding den leelijken stempel zetten de geheelonthouders zijn overdrijvers. Laat ik ten slotte een onderhoud mee- deelen, dat ik kort geleden had met een „cuisinier", een echt vakman, met een eerlijk, oprecht, open karakter. Uit dat onderhoud bleek me, dat wij toch al den weg opgaan, meer en meer den drank uit spijzen te ver wijderen zonder een bepaald verbod, doch alleen door de kracht der beweging die overal tegen den alcohol gaande is. Mijn zegsman dan verzekerde mij, dat, terwyl hij in vroegere jaren 24 flesschen rum per jaar noodig had vooi puddingen, hij thans nog hoogstens éen llesch gebruikt. „Evenzoo gaat het, zeide hij, met marasquin. Het is tegenwoordig zóo ver gekomen, dat dikwijls voor een dessert alcoholhoudende pudding ot taart wordt uitgesloten. Zelfs moeten wij, cuisiniers, er op bedacht zijn, het publiek te 'vragen ol het bepaald gesteld is op bedoelde dessert-artikelen, 't Is louter de beweging tegen den alcohol die het doet, want om misbruik van sterkedrank te maken door het eten van alcoholhoudende pi dding zou men een aardige portie moeten veror beren. Immers voor een rum-pudding die berekend is op tien personen, wordt slechts éen glaasje rum gebruikt en voor een ma- rasquin-bavaroise, op de zelfde grootte, ander half glaasje marasquin. „Rekent men nu, dat daarvan nog een zeer groot deel verkookt, wat schiet er dan over van de kracht van den alcohol? Weinig meer dan de idee, benevens een luttel smaakje. «Iets anders is een gelei van rum of ma rasquin, waarin een veel grootere hoeveel heid drank aanwezig is; doch dat wordt eveneens lang niet meer gebruikt in ver houding tot vroegere jaren". Volgens mijn zegsman en men versta wel, dat zijn zaak niet afgenomen, doch in tegendeel in den loop der jaren zeer uitge- oreid is wordt dat alles (ook pudding- sausen) vervangen door vruchtensappen en siropen, die even goed dienstdoen, als ze ten minste zuiver zyn. sWilt ge een goed adres voor zuivere, onvervalschte waar, zeide hij, eri waar ge u tevens op de hoogte kunt stellen voor de vervalsching der vruchten sappen, dan noem ik u den apotheker J. J. Post, te Rhenen". Sprekende over het gebruik van cognac of marasquin na ijs, om verkoeling der maag te voorkomen, zei mijn door en door kundige zegsman»Dat is heelema-il niet noodig maar men moet het ijs toedienen nagerech ten waarop het gebruik van ijs niet hindert. Ijs moet niet in botsiog komen met vijan delijke samenstelling der tundeering, die tij dens het diner en het dessert in de maag gelegd is''. Volkomen eens waren wij het, dat men in deze geen wetten mag scheppen waar Wie zich met. ingang uba 1 Juli op dit blad abonneert, ontvangt de tot dien datnm verschijnende nummers KOSTELOOS. KENNISGEVING. JACHT. De COMMISSARIS der KONINGIN in de provin cie UTRECHT, Gezien bet besluit van heeren Gedeputeerde Staten dier provincie, d.d. 10 Juni 1908, No. 1466; Gelet op art. 11 der Jachtwet; Brengt by deze ter kennis van belanghebbenden, dat de opening der jachtbedrijven, vermeld onder litt. d, f en h van art. 15 der voormelde wet (het schieten van waterwild, het vangen van waterwild met slagnetten en het vanRen van eendvogelBin een eendenkooi of daarmede gelijkstaand toestel) voor de provincie Utrecht is bepaald op Zaterdag 18 Juli aanstaande, ter plaatse, hij art. 1 van het Reglement op de uitoefening der jacht en visscherij en de af paling der eendenkooien in de provinoie Utrecht aan geduid. Utrecht, 11 Juni 1908. De Commissaris der Koniogin voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. DRANK-ETERS. Een zonderling opschriftmaar toch alweer niet zoo zonderling als ge zult gelezen heb ben wat hieronder volgt. Als vele bekeerlingen zyn ook sommige drankbestrijders tot de uitersten vervallen en roepen zij ach en wee over al wat maar even met alcohol in aanraking is geweest. Het is dan ook goed, dat anderen, met ruimer blik, opkomen tegen deze overdrijving, welke do goede, zaak der drankbestrijding noodzakelijkerwijze moet schaden. Zoo schreef dezer dagen de heer Th J. H. Bianchi in «Sobriëtas", het maandblad der R. K.. drankhestrijdings-vereenigingen, welke, het zij hier terloops gezegd, volgens het jongste Jaarverslag samen een 100000 leden tellen, mannen en vrouwen, kinderen en volwassenen, onder meer het volgende Is »alcohol-eten" wel geoorloofd Laten we de vraag maar eens heel precies stellenmag een afschaffer al dan niet ge bruik maken van een rum- of marasquin- pudding en dergelijkemag een geheelont houder gebruik maken van wijn-of biersoep, gestoofde peren, nazepeper en dergelijke waarin wijn voorkomt, en van een gewone pudding met madera- of dergelijke saus. Onze strijd gaat tegen de gewoonte van het drinken van alcoholhoudende dran ken, waarvan toch geen sprake is bij het eten van spijzen, die, om er een kleurtje of smaakje aan te brengen, met den eenen 30). Omdat de weg vry was en niemand of niets te zien was, vervulde nij baar wensch. „Nu zult u eens zien hoe mijn Mercedes loopen kan." En zij vlogen er iB een adembeknellende vaart van door. Eindelijk m' tigde bij bet tempo„Nu, gravin, zeg nu zelf eens, is dat niet duizendmaal prettiger dan dat atap-stap met een rytuig, waarbij men bij hoogten stapvoets moet garn en bergaf de paarden tegenhouden om ben zelfs op den vlakken weg niet te veel in te spannen?" Zij gaf bem g'lyk. De snelle vaart had baai levendigeu aard nog meer aangewakkerdbaar roode wangen schitterden door den blauwen sluier heen en het was den landraad alsof by haar oogen zag schitteren door den bril heen. Anders was het met Dagmar. Die kon het gevoel van angst, dat haar v-n het begin af bezield bad, niet meer kwyt raken. Huur onrust steeg naarmate de wagen sneller liep cd ay was bly, dal de sluier en de bril het niet verrieden boe bleek zy was en boe angstig zy er uit zag. Meer dan eenmaal bad zy willen vragen: „Stop even en laat mij u.Utappen en te voet terug gaan" bestendig lagen haar de woorden„Niet zoo stiel langzaam, langzaam" op de lippen. Maar zy zeide ze niet: ze was liever gestorven dan den baron haar angst te toonen. Waarom was zo ook meegegaan? Niet uit eigeu verkiezing, alleen maar om den baron te toonen, dat zij toegaf, alleen om hem te bewijzen hoe on verschillig by baar was. Hij alleen was er schuld aan, dat haar hart van angst dreigde te barsten wauneer de auto om een scherpe bocht vloog of in duizelende vaart een hel ling afdaalde; de baron was er schuld aan, dat het in haar hoofd bamerde, dat zij voortdurend tegen een gevoel van angst moest kampen. Wat baatte zy hem. Wanneer zy zijn aanwezigheid maar niet behoef de te verdragenHy had geprobeerd met baar te praten, maar dat ging moeilijk en hjj zag ook wel, dat zy moeite deed, iets voor bem te verbergen. Hij had werkelijk medelijden met baar; een paar maal wilde hij baar zelfs zeggen, dat by zichzelf verweet haar tot dezen tocht verleid te hebben, maar hij zweeg om haar trots niet te beleedigen en niet te toonen, dat bij wist hoeveel moeite zy doen moest om zich goed te houden. Eeindelyk was men aan het doel en halfdood steeg Dagmar uit den wsgen en viel dadelijk opeen stoel neer. „Was het niet heerlijk?" jubelde Alexa. „Dit weet ik welpapa beeft van nu uf geen rustig oogenblik meer vóór dat by ons een auto gekocht heeft. En wanaeer hy zelf er geen wil hebben, dan moet bij er mij een geven de landraad heelt beloofd, my te zullen leeren sturen." Toen eerst zag zy Dagmar's bleek gelaat en schrok. „Wat heb je 1 Ben je niet goed En ook de land raad informeerde bezorgd wat haar scheelde. „Niets, niets ik heb den gebeelen dag al wat hoOfdpiju door het Bnelle ryden is dat erger geworden." „Maar om 's hemelswil, gravin," zeide landraad, „U hadt toch maar éen woord behoeven te zeggen, dau hadden we dadelijk langzamer gereden. Ik maak mezelf daar een verwijt van maar gravin Alexa smeekte me hard te ryden en ik dacht, dat u het ook aangenaam vondt." „Zeker dat dacht ik ook." Zij beproefde den land raad gerust te stellen. „Het gast ook al veel beter en wanueer ik maar een oogenblik stil zit, zal het wel heelemaal over zyn. ik keu die hoofdpijn heel goed die verdwijnt even gauw als zij komt." Maai Alexa vertrouwde dat niet. Anders bad baar zuster er thuis wel een woord van gezegd, dat zy Uoofdpiju had. en dus riep zij plotseling „Myne beeren, geloof Dagmar nietzy is bang geweest; dat is alles. Angst, dood gewoon angst." Eu op verwijtenden toon voegde zij er aau toe „Maar Dagmar, boe is dat nu mogelyx?" Dagmar had baar zuster kannen slaan. Een heftig antwoord lag haar op de lippen, maar nog eer zij wat zeggen kon, antwoordde de baron j „U doet uw zuster onrecht, gravin. Wy hebben den gebeelen weg over opgewekt gepraat. I Van angst kan by gravin Dagmar geen sprake zyn.' I In plaats van bem te danken, wierp zy een woe- 1 denden blik op den spreker; hoe kwam hy ertoe. het publiek reeds als van zeil door de kracht der propaganda tegen het alcoholisme mee werkt. Ook zijnabonné's, dagelijksche gasten aan zijn open tafel, onthouden zich tegenwoordig voor een groot deel van wijngebruik tijdens bet diner, hoewel geen enkele h inner lid is var. een drankbestnjders-vereeniging en allen best in staat zijn, een glas wijn aan tafel te bekostigen. In plaats daarvan wordt ge bruikt mineraalwater of licht bier, vrij van salicylzuur. Laten wij toch in 's hemelsnaam besluiten om de raenschen in het gebruik van derge lijke s p ij z e n vrij te laten. Al dergelijke zifterij kan niet anders verwekken dan anti pathie bij hen, die overigens de actie in de drankbestrijding genegen zijn. Dat alcohol-eten niet mag worden toege past op bet gebruik van alcoholhoudende bonbons heoft de in 1848 opgerichte inter nationale »Orde van goede tempelieren" nog onlangs in bet licht gesteld. Wel verre van de tempelieren uit den Kruistochtentijd, die berucht waren om bun drankmisbruik, hebben ook de leden dezer Orde den strijd aangebonden tegen koning Alcohol. Dezer dagen nog waarschuwde de Orde tegen het naderend gevaar van den toene- menden verkoop van zoogenaamde rumboon- tjes en likeurbonbons. Deze, in vorm gelij kende op chocolade-pralines, worden gevuld met rum, arac, cognac of ander alcoholhou dend vocht, waarin zich van 45 tot 65 pCt. alcohol bevindt. Van den grootsten banketbakkerswinkel tot in het kleinste snoepwinkeltje worden die boontjes of bonbons tot bij zeer kleine hoeveelheden verkocht. Het gevaar bestaat voornamelijk hierin, dat de verkooper noch de kooper beseft aan welke verleiding het jonge geslacht lang zamerhand wordt blootgesteld door het ge bruik van bedwelmende stoffen en dranken, wat tot treurige gevolgen moet leiden. Geen enkele kindervriend zal bet in zijn gedachte krijgen om een kind op eenmaal 2l/a Liter bier te doen drinkenbier bevat slechts 3 tot 14 pCt. alcohol. En toch bevat éen ons rumboontjes ol likeurbonbons een gelijke hoeveelheid alco hol als twee glaasjes jenever of 2*/2 Liter bier. De Drankwet kan helaas den verkoop niet tegengaan, zoodat de plicht daartoe rust op ouders, opvoeders, onderwijzers, ja op geheel ons volk. Als dit ontkiemend gevaar lhans met kracht wordt bestreden, doen wy ons en onze kin deren een grooten dienst. haar te beschermen Had zy zyn hulp gevraagd? En wat beteekende, dat hy 't over een opgewekt gesprek bad Geloofde hij, dat zij met opzet niet met bem gepraat had en waren zyn woorden niet anders dan bittere ironie? Zy verkoos zijn hulp niet; zij wilde zich wreken en hem op de kaak stellen, tegen de anderen zeggen dat hij loog, zeggen, dat zij veel angst had gehad om hem daardoor t° tooneD, dat zy den moed der waarheid wel degelyk bezat, ook al moeit zy daar door een zwakheid van zichzelf bekennen. Maar toch zweeg zyhet loonde de moeite niet, hem tegen te sprektn. De landraad was gerustgesteld en ook Alexa was gekalmeerd. Zij nam de band van baar zuster in de haro en zeide: „Wees niet boos op me, Dagmar, dat ik je voor laf bield." „Laf is niet het juiste wooTd," zeide de baron. „Zelfs waaneer uw zuster bang was geweezt, wat ik herhaal het met nadruk absoluut niet bet geval is geweest, zelfs dan zou dat nog niet met lafheid iu verband staan, welke men als volwassen mensch na'uurlyk overwinnen moet en kan, maar met een spanning van onze zenuwen, waartegenover wy machteloos staan. Alle wilskracht bijvoorbeeld helpt niets tegen zeeziekte en uit onze jonge jaren kennen wij allen nog het rare gevoel in ons hoofd, wanneer we lung in een draaimolen hadden gezeten. En zoo iets had het by gravin Dagmar ook geweest kuooeu zijn. wanneer zyzelf niet verklaard had, dat bet hoofdpyn was." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1