Juli 1908.
Zaterdag 18
mm,
57e Jaargang.
No. 7533.
Beis exemplaren.
Feuilleton.
COURANT.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden /"l.
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1/25 elke regel meer f 0/25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasaeerkosten in rekening gebracht.
Aan onze abonné's die tjjdelijk elders,
hetz\j binnen-of buitenlands, vertoeven, wordt
op aanvrage en met duidelijke opgave
van adres, de courant eiken verschijndag tegen
vergoeding van het porto toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wijze de geregelde toezending van de
„Amersfoortsche Courant" tijdeas hun uitste-
digheid zich verzekeren.
laten we het beproeven
Weinig vermoedde hij, de wakkere
straatwerker Jan Vetkamp, dat hij nim
mer weer zijn huisje zou betreden, toen
hy het Maandagochtend welgemoed ver
liet om zich naar zijn werk te begeven,
den straatweg bij Oldettbroek te repa-
reeren.
Den geheelen dag en ook den volgende
arbeidde hij ijverighad hy er een voor
gevoel van, dat hij, toen hy zich 's avonds,
volgens gewoonte, in een hooiberg te
slapen legde (want wegens den verren
afstand keerde hy eerst Zaterdagavond
huiswaarts) den volgenden ochtend niet
meer ontwaken zou? Wie zal het
ons vertellen, wat er is omgegaan in de
ziel van hem, voor wien plots de myste
rie van den Dood ontsluierd werd, die in
enkele seconden de grens overschreed,
waarheen we allen vaak zoo peinzend
staren
Wie zal ons zeggen of de brave man
in dat ondeelbaar oogenblik, waarin hy
opgeroepen werd, nog 'n gedachte kon
wijden aan de zijnen, aan zijn vrouw
en zeven kinderen aan het achtste
dat heel spoedig nevens een deel zijner
liefde, ook een deel zyner zorgen zou
komen vragen.
Wel hem, zoo hem die marteling mocht
bespaard gebleven zjjn.
En terwijl we allen verlangen naar de
zon en haar verwarmende stralen, die
bloem en plant ten leven, tot groei en
bloei roepen, ging men tot de arme
vrouw in het kleine huisje om haar
mee te deelen, dat Mar zon eensklaps
Nog vóór de gravin iets kon antwoorden, trad de
baron binnen, stralend en gelukkig tooals bet be
hoorde, en toen nu bet tweede teeken voor bet diner
gegeven werd, kwamen ook de anderen binnenhet
laatrt Alexa en Claire.
„Zij ia werkelijk zeer lief," dacht de gravin, die
een paar woorden met haar wisselde en daarbij de
beaoheidenbeid opmerkte waarmee zij optrad. Die wist
tenminste welken eerbied men een gravin van ou
den adel verschuldigd was.
De bediende opende de deuren naar de eetkamor.
„Baron, geef uw meisje den arm," noodigde de
Kvin sprak. „Dat gaat niet; onder geen oonditie.
t heb ik den baron al aan bet station gezegd
vandaag zit Claire naast mjjdaarmee ben je im-
mera accoord gegaan, Claire?"
„Sinds wanneer noem jij het meisje van den ba
ron bij den naam vroeg de gravin, die 't eerste
oogenblik niet opreken kon van verbazing.
De graaf trok een heel verwonderd gezlobt.
Heb ik je dat niet verteld? Dan moet jij dat
niet geboord hebben. Niet waar, Claire ik zeg
Claire en niet juffrouw dat hebben we dadelyk
aan het station afgesproken ik zeg Claire, Alexa
doet bet; welnu waarom zou ik bet niet doen7
„Komaan, de soep wordt koud."
De gravin maakte een eind aan het gesprek.
Zij nad Claire's verlegenheid gezien en het speet
voor eeuwig is ondergegaan, dat wat er
aan haar zjjde ten leven opluikt, slechts
onder den killen adem van zorg en ont
bering ten wasdom moet geraken!
1° het wonder, dat zij, die zich zoo
eensklaps van allen steun beroofd ziet,
der wanhoop nabjj schijnt, als haar zeven
kinderen zes ervan zijn nog ouder
de dertien jaar, zich om haar heen
dringen?
Is het heden en morgen nog alleen
de smart om hem, die van haar ging,
welke haar zoo hartbrekend doet snikken,
dkn, dkn „tritt das Leben heran"de
werkelijkheid in al haar nuchterheid.
Dkn voelt zjj by al haar leed, hoe
ze eensklaps alleen staat voor de zorg
voor al haar kinderen, die met haar
schreien, ook voor het kleintje, dat elk
oogenblik kan geboren worden, geboren
onder zulke in-droeve omstandigheden.
Dan moet over baar komen dat
wanhopige gevoel te staan voor een taak,
die ze meent, niet te kunnen volbrengen,
omdat die moreel en materieel zoo ont
zettend groot en zwaar is
Wie en wat haar ontnomen is, haar
man, de kostwinner van het gezin, haar
steuü dat alles kan niemand baai-
teruggeven.
Maar wat we wèl kunnen en wat
velen, hoop ik, ook zullen willen dat
is haar zorgen verlichten, met haar mee
voelen, haar oprichten, haar toonen dat
er voor elk leed verzachting bestaat.
Toe, laten we dat beproeven
Gij, die ook treurt over een u dierbare
overledene, gedenkt haar en haar kinderen
uit medegevoel, omdat gij zoo beseffen
kunt in vollen omgang, hoe zielsbedroefd
die arme vrouw moet zijn, in wie mis
schien de moeder meer nog lydt dan de
echtgenoote.
En gy, die gelukkig nog geen verlies
van die u lief is te betreuren hebt, gij
zult die zwaar beproefde evenmin ver
geten al ware het slechts in een opwel
ling van dankbaarheid dat u dit leed
tot dusverre bespaard mocht bljjven, al
zij het met de gedachte„heden zij, mor
gen ik
En juist die gedachte, weemoedig in
haar onfeilbare verwezenlijking, moet
ons mild en zacht stemmen.
En boe kon baar man nu zoo egoïst zjjn, haar naar
tafel te galeiden en baar daardoor het genot van
het direr te vergallen?
Maar met verbazing zag de gravin, dat do jonge
dames van tegenwoordig toch anders dachten dau
die van een vroegere generatie.
Claire scheen haar verloofde absoluut niet te missen;
baar aanvankelijke verlegenheid verdween meer
en meer en al was nog eenigszins gereserveerd,
2ij ondorbiold zich toch vrooljjk en opgewekt mot
den graaf, lachte over diens grappen en liet zich
zelfs een klein beetje het bof door hein maken. En
ook verder gedurende het diner onderhield de graaf
zich zón uitsluitend met baar, dat Clairo geen gele
genheid had, meer dan een paar vluchtige woorden
met de gravin te wisselen.
„Weet u wel, baron," vroeg Dagmar haar tafelheer,
„dat ik nog nooit iemand heb geziea die pas geën
gageerd, is, die sioh zóo weinig om zjjn meisje
bekommert als u?"
De baron werd bang. Hy had zich toob vast
voorgenomen, een gelukkigen bruidegom te spelen
en althans vandaag nog in geen onkel opzicht reden
tot argwaan te geven; maar hy had zóo opgowekt
met Alexa en Marianne gepraat, dat hjj Claire bee-
lemaal eobeon vergeten te bobben,
En ook hjj moest voortdurend veinzen, want hjj
bemerkte, dat Dagranr nadacht over zjjn plotselinge
veiioving, hoe doodeljjk zy daardoor beleedigd was,
nl deed zjj ook haar best, een lachend gezioht te
tooneD.
„Die taeele onbevangenheid, die wel-is-waar zeer
gekunsteld is, maar nstuurljjk moet zchjjnen, heeft
ten doel jou te bewjjzen hoe bij) ze is, zich heel
ongedwongon to kunnen laten gaan, zonder angst
te moeten hebben voor jou hulde en attenties,"
zeide hjj tot zichzelf. „Jammer alleen maar, dat ik
het tooh doorzie."
Vooral mild
Moge dat schitterend blyken
Suzr Frrdkriks—
Van CbRRfF.
Ds. G. W. C. Vunderink, Viandenstraat
7, en de Redactie der Amerfoortsche
Courant, Kortegracht 9, zullen gaarne
bydragen ontvangen en dieverantwoorden.
Ik kan niet meer zwjjgen.
Den 9 September wordt Leo Tolstoi tach
tig jaur. Woensdag had men dat willen
herdenken, doch hij beeft geweigerd.
Geen feest, geen hulde wil hij op zjjn
jaardag; doch zelf beeft hjj die gologenheid
aangegrepeu ora een stuk du wereld in te
zenden, een wanhoopskreet over het bloed
vergieten in zjjn land, dat, vertaald in allo
belangrijke talen, opgenomen in de groote
bladen der verschillende lauden, ouder de
oogen zal komen van heel de werold.
Wij kunnen helaas niet het volledige ar
tikel weergeven, maar nemen uit don harts
tochtelijken woordenstroom over, wat on» het
allergewichtigste toescbjjut in dit ander
„J'accuse".
Tolstoi knoopt zjjn aanklacht tegeu de
bloedvergietende regeering vast aan een be
richt, dat or te Cberson twaalf booren zjjn
opgehangen wogens diefstal met wapen
geweld.
Mot heel zijn groet schrijvers-talent schil
dert hij de verschrikkingen van zulk een
terechtstelling en vervolgt dan
>Dat alles wordt zorgvuldig op touw gezet
door ontwikkelde menschen van de leidende
klasse. Zij doen het stilletjes bij bet aan
breken van den dag en verdoelen op zulk
een wijze de verantwoordelijkheid, dat ieder
van hen kan denken en zeggen, dat bjj niet
de verantwoordelijke persoon is. Zij spannen
zich in om de geringsten en de ongelukkig-
sten aller menschen te vinden voor het beuls
werk, dat door ons wordt goodgokeurd, en
verachten dan den man die het volbracht".
»Eq dat zijn niet de eonigo verschrikkin-
kingen, die voorvallen. Onder het zelfde
voorwendsel en met de zeilde barbaarsche
wreedheid worden alle andero soorten van
martelingen, andere gewelddaden gepleegd,
in de gevangenissen, de vestingen, de ga
leien.
Het is afschuwelijk, en zooveel te afschuwe
lijker omdat dit niet geschiedt impulsief
onder de heerschappij van (jomuedsbewe-
gingen die het verstand het zwygen opleggen,
haar voor haar, want <tie had natuurljjk duizendmaal
lievor nazat haar verloofde gezeten. Zij wierp baar
man een afkeurenden blik toe on vroeg zichzelf af:
hoe ia bet mogeljjk, dat iedere man zóo jjdelis.dat
hjj denkt, dat een dame bet liefst naast hem zit,
Hjj moest zjjn best doen, zjjn vriiugdo niet te
toonen, dat. Daginar hem juist daardoor haar innerljjk
wezen toondo.
„Meent u workeljjk, gravin, dat ik al« verloofde
niet teeder genoeg ben vroeg bjj oiudoljjk.alshad
hjj eerst over doze woorden moeten nad nken. „Ik
geloof, dat u mjj onrecht doet. Niet betgoen wjj
n li ar buiten toonen, is de spiegel v»u ons ware
innerljjk; dat verbergen wjj doorgaans beel diep
in ons bart, vaak zóo diep, dat wjjzelf vaak zookon
mooten om het to vinden."
Hjj hield zjjn blik, terwjjl hjj sprak, vast op haar
gorioht; zjjn woorden doelden op baar. Wat betoe-
kenden die du, nu bjj verloofd was? Wilde hjj nu
met haar spelen, nadat hjj vroegor in ernst moeite
voor haar gedaan had, of wiloe bjj haar er oon
verwjjt v.m tuakon, dat zjj vroeger geveinsd bad,
eu doelden zjjn woorden er op, dat zjj daarvan nu
zelf de govolgen moest dragon
Zij deed alsof zjj hem niet begrepen had
„Nu, zóo diep zal uw liefde nu wol niet vorbor-
gen zijn. Anders begrjjp ik niet wtarom u zich zoo
plotseling verloofd hebt."
„Zoo plotseling? Ja, weet u dan, dat het werke-
ljjk zoo plotseling is gegaan? En dan nog, hoe
vaak heeft niet óen dag beslist ovordogesobiedeni»
van een volk. Waarom moet de beslissing in oen
mensehonlevon don zooveel langor durou?"
„U hebt goljjk, en ten alotie ook de karakters
verschillen. Do een verlooft zich snel, de twoedo
langzaam en do derde nooit."
„U moet dat laatste andere zeggen, gravinnooit
nooit."
BUREAU:
KORTEGRACHT 9
Postbus 9. Telephoon 19.
zooals voorkomt in den oorlog, in twist,
zelfs in gewone vechtpartijenmaar omdat
dit integeudeel geschiedt in naam van da
redo, van de berekening die juist het gevoel
doet zwjjgen. Dat maakt die handelingen
zoo bjjzonder hateljjk. Hateljjk, omdat die
handelingen geploegd door menschen die,
van den rechter af tot aan den beul too,
ze niet willen plegen duideljjkor dan
wat ook bewjjzen, hoe verderfeljjk voor de
menscbeljjke ziel het despotisme is, de heer
schappij van den menscb over don raensch.
Het is niet aan te zien, dat een mensch
een ander zjjn werk, zjju geld, zjjn os, zjjn
paard, zelfs zjjn zoon of dochter kan out-
rooven; maar hot is nog veel minder aan
te zien, dat de eene menscb den ander zjjn
ziel entneemt door hem te dwingen te doonwat
hom zjjn geestelijk „ik", zjjn waarachtig
welzjjn ontneemt. En dat is bet precies wat
die menschen doen, die in koelen bloede,
zoogenaamd voor het heil van hun raode-
monsclien, tegen geld of andere dreigementen,
andero menschen van den rechter af
lot den beul toe dwingen om handelin
gen to volbrengen, die huu zeker hun waar
achtig wei-zijn ontnemen.
„Wat in deze zaak het droevigst vanallea
is, dat is dat al die onmenscheljjke moor
den, behalve het onmiddelljjke kwaad dat
zjj don slachtoffers en hun gezinnen berok
kenen, nog veel giootor kwaad doen aan
bet volk zelf, doordat ze de verdorvenheid
verspreiden onder de Russen van alle klas
sen, zooals bet vuur zich verspreidt onder
het stroo.
„Die verdorvenheid wiut mot schrikbarende
snelheid onder de oenvoudige workliodon,
omdat al die ongerechtigheden honderd
maal erger dan al wat misdaan wordt of
ooit misdaan is door alle dieven, roovers en
rovolutiunnairon to zamen geschieden,
alsof zij noodzakeljjk waren, zeis goed en
overmjjdelijkZjj worden niet alleen ver
ontschuldigd, maar zelfs gewettigd door de
instellingen, die in den geest van het volk
onafscheidelijk verbonden zjjn aan hot denk
beeld van rechtvaardigheid, ja van heilighoid,
te weten aan den Senaat, ue Doemu, de
Synode, de Kerk, den Tsaar".
En dan, nadat Tolstoi als oen bewjjs van
don voortgang dier verdorvenheid aangehaald
heeft, dat terwjjl er vroeger bijna goon
menschen te krjjgen waren voor het beuls-
vak, thans er aanbod te over is, gaat hjj
voort
«Gij zegt, dat gij al die gruwolon pleegt
om de rust en den vrede te herstellen. Om
rust en vrede te horstellen I Door welke mid
delen denkt ge dat te doen? Door te ver-
„Wanntor u dat liever wilt, mjj li het goed, al
beteekent het voor mjj precies bet zelfde."
„Zeker, het none ie in den mond van een vrouw
preoios even woinig ernstig op te vatten als bot
andero. Dat heb ik ook bjj Claire bemerktdie telde
ook eerst „nooit, nooit" en nu sit sjj daar toob."
Hij hief zjjn glae op on dronk Olairo toe; maar
toen hij siali daarna weer tot Dagmur wilde won
den, ondorbiold deze xiob zóo druk mot Alexa on
Marianne, dst. het wol scheen alsof er niets andere
op de wereld bestond en alsof bjj er heelemaaal
niet moer was.
Do barou zig in, dat bjj in haar oogen weer eone
van nul en goon hoteekenie was en dus wendde hjj
zich tot Claire, die nog altjjd door den graaf werd
bosiggobouden. Ook toen mon van tafel opetond,
week de graaf niet van haar ijjde.
„Mask dat u weg komt, baron," zeide hjj, „u
hebt uw meisje later zoo lang u en zj) leeft, <1ue
kunt u mjj Claire die paar dagen, dat zjj bier ie,
wel gunnon. Oesprekkon met zjjn drieèn, wanneer
tweo daarvan verliefd op of verloofd mot elkaar
zjjn, hebben voor mjj goea bjjzoudere bekoring. Ga
nu maar naar mjjn damoi en leen mjj de uwe."
„Maar woes toob voorzichtig," zeide de baron. „U
loont uw belangstelling in Clairo te duideljjkvan
avond moogt. u nog nieta vorradon."
„Ik zal wel oppasten," zeido de graaf, die toob
wel eon weinig ichrok „on u bahoeft niet bang te
wezen. Mjjn vrouw is wol heel trotsoh op haar
niontebenkeunie, maar ze heeft tooh nog niet zóo
veel van da wereld gezien, dat zjj op do godaabte
zou komon, dat hier iets niet ia den haak is. Maar
vooriichtlgboid la hetorgeof jelui elkaar een kus,
natuurljjk op het voorhoofd, andors sou Hans ten
elotto tooh nog wel eene jaloerse!) kunnen worden."