Zaterdag 8
Augustus 1908.
No. 7542.
57e Jaargang.
Reis exemplaren.
Feuilleton.
UITGAVE
firma a. h yèn cleeff
te AMERSFOORT.
Verschijnt DinsdaiDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 00 centelke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke .egel meer f 0.25. Groote
lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht.
kortegracht 9
Postbus 9.
Telephoon 19
Aan onze abonné's die tijdelijk elders,
hetzy binnen- of buitenlands, vertoeven, wordt
op aanvrage en met duidelijke opgave
van adres, de courant eiken verschijndag tegen
vsrgoeding van het porto toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wijze de geregelde toezeuding van de
„Amersfoortsche Courant" tijdens hun uitste-
digheid zich verzekeren.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMER8FOORT,
Gelet op ait. 264 der Gemeentewet,
Doen te weten dat het 2e eanvulliogekohier der
Inkomstenbelasting
over het dienstjaar 1908, goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende
vyf maanden op de Secretarie der Gemeente voor
eenieder ter lezing ligt.
Amersfoort, 7 Augustus 1908.
Burgemeoster en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Loco Br.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROE8E.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op art. 264 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat bet primitief kohie der
Straatbelasting
over het dienstjaar 1908, goedgekeurd door Gede
puteerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende
vjjf maanden op de Secretarie der Gemeente voor
een ieder ter lezing ligt.
Amersfoort, 7 Augustus 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Loco Br.
De Secretaris,
J. G. 8TENFERT KROESE.
Huisindustrie en huisvlijt."
„Neen, daarvoor krijgt ge myn
hulp nietal dat gefiguurzaag en doos-
jesgeplak maakt maar prutsers en daar
mee kan de maatschappij nooit vooruit
komen; onze jongens en meisjes moeten
flink worden en niet leeren met beuze
larijen zich af te gevenals u een wer
„Ge herkent dit als 't schrift van uw man,
mevrouw?" vroeg Holmes.
„Zeker, het is zijn gewoon handschrift".
„Mag ik dezen brief een paar uur hebben"?
„Als het moet, ja".
„Het is van belang". Holmes sprak nog
eenige onverschillige woorden. Hij raadde de
vrouw aan, te werken om eenige afleiding te
vinden.
„U werkt veel met de naald, nietwaar me
vrouw
„Ik naai alles zelve, wat ik noodig heb",
„Dat zie ik. Er ligt daar nog linnengoed,
waar u zeker aan bezig bent. Keurig genaaid.
Dat merk is er ook netjes opgezet, voor zoover
ik er over oordeelen kan. U merkt altijd rood,
nietwaar
„Hoe weet u dat
„O, u hebt een goeden smaak. Rood is 't
mooist. Op dien Zaterdag verwachtte gij uw
man zeker met het eten thuis, mevrouw, als ik
u nog een vraag mag doen
„Ja, hij zou alleen wat later thuis komen,
omdat hij bij Berries een borrel wou gaan
drinken".
„Zoo, ik ga even naar mijnheer Bernes toe.
Hij zal me misschien inlichtingen kunnen
geven".
„Holmes", zeide ik toen we buiten kwamen,
„ik zie aan je heele gezicht dat je een spoor
kelijk belang wilt bevorderen, maakt u
dan niet druk met die huisvlijt, waardoor
ons volk verslapt. Voor iets goeds kan
men altyd bij mij aankloppen."
Ongeveer zóo luidde het antwoord van
een zeer goedwillig man, die zich
zag aangespoord om mede te werken
aan de Tentoonstelling voor
Huisindustrie. Hoevelen in den
lande verwarren huisindustrie en huis
vlijt met elkander en worden daardoor
terug gehouden van medewerking aan
een onderzoek, hetwelk van het hoogste
maatschappelijk belang is en van de
meest ingrijpende gevolgen kan zijn voor
ons volksleven.
Huisindustrie en huisvlijt
Hoe dicht naderen zij elkaar eu toch
welk een enorm verschil ligt er tusschen
die beide begrippen.
O, zekerEr is voor beide een huis
en ook vljjt noodig, doch hiermede houdt
de overeenkomst op.
Zie de bljj moedige, vroolijke jongen
in de gezellige huiskamer met figuurzaag
of mes bezig een vogelkooi te maken
met kunstige krullen of schoone figuren
zie hem dan in de goed verlichte kamer
nadat zijn werk voor de school is afge-
loopen, terwijl het uur van slapen nog
nog niet heeft geslagen.
Zie het jonge meisje met een haak- of
borduurwerkje bezig of zich inspannend
een filigrain werkje samen te stellen,
terwijl de volle schyn van het gaslicht
haar den arbeid gemakkelijkt maakt.
Is dat geen alleraardigst gezicht)
Als het gure weêr eene wandeling of
het spelen in den tuin onmogelijk maakt,
dan is het goed wanneer de jon e hoof
den en handen bezig zijn om iets fraais
te vervaardigen, want..., „ledigheid is
des duivels oorkussen."
Dkt is huisvlijt.
Een ander beeld.
Kent gij het bestaan der huisindustrie)
Niet) Kom mee!
hebt".
„Ja, maar 't is zoo vaag, dat ik er me niet
over uitlaat. We gaan even naar mijn kamer".
Zoodra Holmes thans thuis was, begon hij
den brief nauwkeurig te bekijken.
„Ziet ge wel, Watson, de schrijver van dezen
brief was linksch".
„Ik moet bekennen dat ik het niet zie".
„Aan het schrift kunt ge 't ook niet zien. Maar
hier is 'n flauwe afdruk van de hand, die 't
papier bij het schrijven vasthield. En die is
aan den rechterkant. Als men linksch is, houdt
men 't papier natuurlijk met de rechterhand
vast. Hier, met 't vergrootglas kunt ge 't dui
delijk zien. De schryver had vochtige handen.
Nu, 't is geen wonder, dat mea wat zenuw
achtig is bij 't schrijven van zoo'n brief'.
„Eigenaardig" vervolgde Holmes. „De briefis
met onuitwischbaren inkt geschreven. Ge zult
zeggen, dat 't heel natuurlijk ia, omdat de brief
anders door 't water onleesbaar zou worden.
Maar iemand die zelfmoord wil plegen zal daar
aan niet denken, evenmin als om cr een datum
onder te zetten".
„Maar wat wilt ge daarmee zeggen
„O, voorloopig niets", zei Holmes op een
eigenaardigen toon. „Ha, daar is een briefje
van BerneB. Hij schrijft, dat hij ons vandaag
niet ontvangen kan. Ik ben van plan er toch
heen te gaan; wat bij kan meedeelen,is mis
schien van te veel belang. Watson, ik moet
nog even uit om eeu en ander te informeeren.
Om een uur of twee kom ik je halen. Blijf
hier koffiedrinken, de juffrouw zal als een moe
der voor je zorgen. Tot straks".
Ofschoon Holmes r.iet te veel van zijn hospi
ta bleek gezegd te hebben, zat ik hem toch on
geduldig te wachten. Langer dan een uur liet
In de kamer 3l/2 X 41/2, vader, moe
der en 4 kinderen om de ruwe, vuile
tafel by de kleine olielamp.
Ja, natuurlijk, het is reeds over elven
en die kinderen, nog geen dertien jaar,
moesten allang op bed liggen, maar het
gezin is naarstig en de kinderen worden
vroeg aan arbeid gewend. Ze moeten
vlijtig zijn, ook in huis.
Voor de jongens geen fraai sny- of
cartonnagewerkvoor de meisjes geen
handwerkjes of handwerk: de kinderen
doen precies wat vader en moeder doen;
geen ruime, gezellige kamer, geen bran
dende kachel, geen heldere gasvlam
niets dan de kale, vale wanden van het
armelijk vertrek, waarin gehuisd, ge
kookt, geslapen wordt, en als ge de gor
dijnen der bedstede in den hoek even
open slaat, zult gy er den uitgeputten
grootvader zien liggen, die tot voor een
paar uur ook zyn deel aan deze soort
huisvlijt genomen heeft, doch het door
overgroote vermoeienis heeft moeten op
geven.
Het is geen pleizierwerkje dat dit gezin
verrichthet is niet voor het genoegen
dat de arme kinderen uit den slaap ge
houden wordenhet is bittere, bit
tere armoede welke de moeder dwingt
hare kinderen, die ze zoo gaarne tijdig
naar bed zou laten gaan, aan te sporen
steeds sneller en sneller de erwten te
lezen, waaraan het geheele gezin met
koortsachtigen spoed bezig is.
Want er gaan vele duizenden erwten
in een hectoliter en er worden maar
weinige tientallen centen betaald om de
vuile erwten uit te zoeken opdat de
klanten van den grutter niet te klagen
zullen hebben over het ouoogelijk aanzien
en de slechte sorteering zijner waar.
Dtit is huisindustrie!
De huis v 1 ij t wordt beoefend voor de
aardigheid, om het jonge geslacht kunst
vaardigheid te leeren en aan geregelden
arbeid te gewennen.
De huisv 1 ij t kost den beoefenaren door
gaans geld en brengt nimmer iets op,
behalve een prijsje op eene tentoonstelling.
De huis industrie wordt uitgeoefend
hij me niet in spanning.
„Zeg eens", zei hij, op de roastbeaf aanval
lend, die op tafel stond, „die Roman was niet
linkschik heb 't onderzocht".
„Maar daaruit zou volgen..."
„Dat een ander die a brief geschreven heeft
wil je zeggen Misschien wel. Komaan, we moe
ten spoedig op 't pad".
Na met merkwaardige snelheid geluncht te
hebb. i, stak hij zijn revolver in den zak. „Ik
heb goede hoop, Watson", zei hy, terwijl we
opstapten, „we gaan eerst even naar Bernes".
't Huis waar deze woonde was een oud ver
vallen gebouw in de achterbuurt.
„Een rare residentie voor een student", zei
Holmes. „We zullen nog maar niet aanbellen.
De achterkant moet op de Theems uitkomen.
Dat moet ik eerst eens zien".
We liepen door een ander steegje, tot we aan
een brug over de rivier kwamen.
„Juist, daar woont hij. Schilderachtig hé, die
huizen, oprijzende uit 't water. Een hoekje van
Venetië. Nu moeten we even op de kamer van
Bernes zijn".
„Meneer is uit", zeide een niet bijzonder zin
delijk uitziende juffrouw, die ons de deur opende.
„We komen om dien patiënt van meneer even
te zien, juffrouw. Er is hier immers een heer,
die aan slaapziekte lijdt?"
„Jawel, meneer. Weet u er van?"
„Ik oen zijn broer, dus zal ik het wel weten".
„Maar ik mag er niemand by laten".
„Dat begrijp ik wel. We moeten alleen even
op meneer's zitkamer zijn".
De juffrouw, ons nu vertrouwend, bracht ons
boven.
„Een echte studentenkamer, Wataon", zei
Holmes. „Hm, dat is een groote fiesch morphine.
door werkelooze mannen, die het krach
tige lichaam moeten leenen voor ver
slappenden en versuffenden arbeid.
De huis industrie wordt uitgeoefend
door hongerende en wegkwijnende vrou
wen, die hun tijd beter voor het huis
gezin konden besteden, om althans
niet nög meer te kort te komen dan
anders.
De huisi n d u s t r i e wordt uitgeoefend
door grijsaards en kinderen, wier krachte-
looze lichamen niet anders in staat zyn
eenige verdiensten te maken dan door
erwtenlezen, tabaksstrippen, touwpluizen,
garnalenpellen.
De huis industrie krabt dag na dag
den blos van de kaken onzer jonge meis
jes, die in dienst van den sweater, dasjes
en blousjes maken voor een schamel loon
en drijft ook de deugdzaamste niet zelden
naar de prostitutie.
In het kortde huis v 1 ij t khn een
zegen zyn voor menschen, die zich tot
geen anderen arbeid geroepen voelen en
door eenig werk hun tyd althans beter
besteden dan door kwaadspreken van
anderen of lanterfanten.
De huis industrie is een der
zwaarste bezoekingen van den arme,
die uit nooddruft zich eu zijn gezin, tot
zelfs de jongste kinderen moet pressen
tot diep in den nacht den meest geest-
doodenden arbeid te verrichten, meestal
voor een loon, dat het leven als mensch
niet mogelijk gemaakt.
De aandacht waard.
Een voorval, dat onlangs veel besproken
werd, geeft stol tot nadenken.
Eeu jongmeuscb van aanzienlijke huize
is op reis; de vrij dure kamers, die by be-
woout, beeft by zelf kostbaai gemeubileerd
en nij heeft er kunstvoorwerpen en berinne-
ringeu, waaraan bij zeer gehecht is.
llij gaat op reis en terwijl bij in Zwitser
land van de natuur geniet, is 't gevaar, dat
zyn buisheer dreigde, eindelijk gekomen.
De deurwaarder komt en legt beslag op
ontleend aan een circulaire van de commissie
van Huisindustrie.
Die Bernes is zeker afschaffer".
Kyk maar eens wat een flesscheu melk. Een
zeer verstandig jongmensch. Ga je mee, Wat-
sou, ik heb het al gezien. We zijn hier dicht
bij Robbers, is 't niet
„Bedoel je dien handelaar in lijken?"
„Jawel, en in geraamten, armen, beenen,
enfin, in al wat een weetgierig arts of student maar
verlangen kan. We loopffn er even heen".
„Wat drommel heeft die er mee te maken
„Je zult het gauw weten. Daar zijn we er
al. Bonjour Robbers, gaat de affaire goed
't Schikt nogal, meneer Holmes".
„Ja, maar alle klanten zijn niet tevreden.
Meneer Bernes pruttelt ov?r dat lijk, dat je hem
geleverd hebt, de vorige week".
„Het was toch precies de lengte, vyf voet
zeven, en ook de kleur van haar, meneer."
„Zoo, enfin, een volgenden keer beter. Een
handig jongmensch, die Bernes, hé? Maar hjj
heeft er bij zyn studie wel eens last van dat hij
linksch is, geloof ik".
„Och, waarom, meneer Dat maakt geen
onderscheid".
„Soms wel. Nu bonjour, Robbers. Zie zoo,
Watsou, de zaak is gezond. Ik kan me het
genoegen niet ontzeggen, even naar mevrouw
Roman toe te gaan, om b*ar te vertellen, dat
haar man onschuldig is".
„Heeft hij dan niet gestolen Maar waarom
dan die zelfmoord
„Hij heeft geen zelfmoord gepleegd. Maar ik
moet absoluut zeker zijn, dat hij nog leeft,
voor ik daarvan iets aan zijn vrouw vertel.
Dan moet gij haar maar eens voorbereiden.
Je zult het beter doen dan ik".
(Slot volgt.)