Donderdag 8
October 1908.
No. 7568.
58e Jaargang.
UITGAVE
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
franrn A ^on^rda^.:. en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—
abonnAmnnt poHnC^i'o ^0n ,en 1—0 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
advertentiën nar r waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, olïïcieële- en onteigenings-
.«.ui uyj aanvraag K'
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracnt.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Postbus 9.
Telephoon 19,
KENNISGEVING.
Aangifte van vertrek nit en van
vestiging in de Geiuoente.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gelet op het Koninklijk besluit van den 27sten
Juli 1887 (Staatsblad No. 141), regelende de
verplichting der ingezetenen tot het doen van
aangifte voor de Bevolkingsregisters;
Herinneren den ingezetenen de op hen rus
tende verplichting tot het doen van aangifte
van vertrek uit en van vestiging in de Gemeen
te, en brengen daartoe bij deze te hunner ken
nis de bepalingen van gezegd Koninklijk besluit,
welke luiden als volgt
1. Zij die op den dag der volkstelling in den
vreemde of in eene der koloniën of overzeesche
bezittingen van het Rijk hebben vertoefd, geven
binnen éen maand na hun terugkomst hiervan
kennis aan het Gemeentebestuur.
Ztf die bij die telling zijn overgeslagen, geven
binnen éen maand na den dag voor elke telling
bepaald, van dit verzuim kennis aan het bestuur
hunner werkelijke woonplaats. Voor de leden
van huisgezinnen rust de verplichting tot ken
nisgeving op het hoofd van elk huisgezin.
2. Zij die uit een Nederlandsche kolonie, een
overzeesche bezitting of uit den vreemde hun
woonplaats overbrengen in een Gemeente bin
nen het Rijk, doen hiervan een verklaring aan
het Gemeentebestuur, vergezeld van het gebrui
kelijke getuigschrift voor hen die uit de kolo
niën of bezittingen, van een paspoort of reis- en
verblijfpas of andere door de politie deugdelijk
erkende bewijsstukken voor hen die uit den
vreemde komen.
Deze verklaring geschiedt binnen éen maand
na hun aankomst in de Gemeente.
3. De kennisgeving, in de twee vorige punten
vermeld, gaat vergezeld van de noodige opgaven
om in de Bevolkingsregisters te worden inge
schreven.
4. Zij die hun werkelijke woonplaats bin
nen het Rijk verlaten om die over te brengen
naar een Nederlandsche kolonie, een overzeesche
bezitting of naar den vreemde, doen hiervan
een verklaring aan het bestuur der Gemeente,
welke zij verlaten.
5. Zij die hun werkelijke woonplaats uit
een Gemeente van het Rijk naar een andere
Gemeente overbrengen, doen hiervan een ver
klaring aan het bestuur der Gemeente die zij
verlaten en waar z:j in het Bevolkingsregister
zijn ingeschreven, met opgaaf der Gemeente,
waar zij wenschen zich te vestigen.
Z\j ontvangen een kosteloos getuigschrift van
verandering van werkelijke woonplaats.
6. Ter plaatse, waar zij hun werkelijke
woonplaats overbrengen, doen zij uiterlijk binnen
éen maand na hun aankomst een verklaring
aan het Gemeentebestuur, met overlegging van
het getuigschrift, in het vorige artikel vermeld.
7. Elk hoofd ran een huisgezin geeft uiter
lijk binnen éen maand kennis aan het Gemeente
bestuur van ieder lid, dat in het huisgezin wordt
opgenomen of daar uitgaat, inwonende dienet
en werkboden daaronder begrepen. Omtrent die
kennisgeving geldt het bij sub 3 bepaalde.
De zelfde kennisgeving geschiedt door afzon
derlijk levende personen, wanneer zij andere
personen in hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten en
inrichtingen, liet staande onder bestuur of toe
zicht van het openpaar gezag, waar pe'sonen,
onder eenig bestuur samenwonen, geven maan
delijks aan het Gemeentebestuur kennis van alle
personen, die in de samenwoning zijn opgeno
men of daarvan zijn uitgetreden.
De verplichting vervalt, wanneer langs een
anderen weg de vereischte kennisgeving voor
het Bevolkingsregister gedaan is.
8. Onverminderd de bovenstaande voorschrif
ten ie een ieder, door het Gemeentebestuur
daartoe opgeroepen, verplicht tot het doen der
opgaven, aie vereischt worden om do Bevolkings
registers in te vullen.
9. Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of
geldboete van ten hoogste honderd gulden.
Amersfoort, 6 October 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
G. bTENFERT KROESE.
Nogmaals de Ongevallenwet.
Dat de Ongevallenwet alles behalve werkt
tot ieders tevredenheid, weet ieder die er mede
te maken heeft of heeft gehad, maar al te
goed.
Op de eerste plaats heeft zij de Rijks
Verzekeringsbank een ainzienlijk tekort be-
zorvd, slechts ten deele te compenseeren
door de verhooging der premie voor het
laden en lossen van ".hepen, waarover dezer
dagen da Rotterdamsche afgevaardigde Plate
in de Tweede Kamer interpelleerde en die
wel eens een gevoeligeu knak kon toebren
gen aan het havenbedrijf te Rotterdam.
Een nadere wettelijke voorziening om het
tekort aan te zuivereD, moet nog altijd ge
troffen worden.
Ten tweede werkt de wet veel te omslach
tig, welk euvel allicht eerst zal verholpen
worden als ook de wettelijke Ziekteverzeke
ring wordt ingevoerd.
Vervolgens klagen de geneeskundigen
over de moreele werking der wet.
Zoo heelt dr. Bijleveld, controleerend ge
neeskundige bij de Rijks Verzekeringsbank,
eenigen tijd geleden een artikel geschreven
waarin hg wees op den slechten invloed der
Ongevallenwet op den werkmansstand. Op
grond van zijn ervaring als medicus betoog
de hij, dat simulatie veelvuldig voorkomt,
door de wet eu haar toepassing bevorderd
wordt, door de geneeskundigen niet vol
doende wordt en kan worden tegengegaan
en aan arbeidskracht zoowel als aan (on
nutte) uitkeeringen schatten doet verloren
gaao. Bg onze publiekrechtelijke regeling
zoo eindigde hg staan wij tegenover
d simulatie volkomen machteloosnutte
loos is het, daartegen te strijden.
Ziju collega dr. E. W. de Flines, te Leider
dorp, viel hem bij, die, als praktizeerend arts
nogal eens oogev&llenpatiënten behandelend,
op grond van eigen waarneming de ervaring
van dr. Bijleveld volkomen kwam bevestigen.
Hij bepleitte een algebeele vervanging van
de bestaande Ongevallenwet door een rege
ling in den geest van het Eugelscbe stelsel:
verplichting van den patroon om de bij hem
in dienst zijnde werklieden te verzekeren;
toezicht daarop van den btaat; opheffing van de
Rijks Verzekeringsbank, enz. Hij gaf de hoop
te kennen, dat nog audere medici van hun
ervming zouden verhalen, wa it, schreef hg,
«ditiseeo waarheid, die mij dagelijks duide
lijker wordt: de uiet gewilde gevolgen der
Ongevallenwet, simulatie, zoogenaamde «trau
matische neurose» (d.w.z. zenuwziekte ten
gevolge van hei ongeval) euz., zijn zóo teleur
stellend, dat ze de vraag doen rgzen of de
wél gewilde gevolgen der Ongevallenwet niet
op betere wjjze te bereiken zijn».
Onlangs beeft dr.G.C. Bollen, te 's-Graven-
hasce, het voorbeeld zijner collega's gevolgd
en in een viertal artikelen,, Een en ander uit
de practijk onzer Ougevallenwetgeving» neer
geschreven, dat de mededeelingen der voren
genoemde lieeren volkomen bevestigt, al legt
hij meer den nadruk op .neurose» dan op
«simulatie» en al deelt hg niet 1 uri ingrij
pendeconclusies nopens de noodzakelijkheid
eener algeheele herziening onzer Ongeval
lenwet.
Hij vermaant: «Laat ors nu niet doordra
ven en zeggen, dat de geheele Ongevallen
wet niet leugt, omdat zg aan verschillende
elementen gelegenheid geeft om haar in
meerdere of mindere mate te misbruiken.
We gaan toch ook een flinken boom niet
vellen, omdat bij een paarzieke takken beeft?
Laat ons trachten, door wijzigingen en aan
vullingen tot verbetering te komen, zoo
dat het kwade elfect gestuit, zoo mogelijk
vernietigd, en het nuttige elfect verhoogd
worde».
Een Haagsch blad, polemiseerend met dr.
Bolten, gaf als zijn meening te kennen, dat
de schadelijke nevenwerkingen der Ongeval
lenwet, duor dien'geneesheer geschilderd
alleen zouden kunnen verdwguen of sterk
door een herziening der wet
in privaatrechtelijken zin eu dus de ophef
fing van de Rgks Verzekeringsbank als cen-
traal-Staatsverzekeringsorgaan, behalve dan
voor enkele, op geen andere wijze te helpen
categorieën van werklieden.
Dr. Bolten erkende, dat aldus de »trauma-
tische neurose" met meer succes bestreden
zou kunnen worden en dat ook de behande-
liugsduur der organische aandoeningen daar
door weer meer tot den norm (den tijd, in
den regel noodig) zou naderen. Maar, zoo
vreesde hij o.a.lo. zou deze hervorming
andere nadeelen in plaats van de than3 be
staande in het leven roepen 2o. zijn de ver
schijnselen, die ik in mijn artikelenreeks
aanduidde, lang zoo veelvuldig niet als men
daaruit zou kunnen opmaken. Bij de 14370
aangegeven Haagsehe ongevallen zijn er im
mers vermoedelijk nog geen 70 die leidden
tot traumatische neurose, terwgl voor geheel
Zuid-Holland (Rotterdam met zijn 45 000 on
gevallen daarbuiten gelaten) het aantal neu-
roselijders nog geen 150 van de 45 990 door
een ongeval getroffen werklieden bedraagt
Klinkt dit geruststellend, bet zelfde mag
gezegd worden van de ervaring, opgedaan
door dr. Vareukamp, te Za.idvoort. Volgens
dezen medicus zal in verreweg de meeste
gevallen traumatische neurose voorkomen
worden, wanneer zijn collega's willen han
delen zooals hij gewend is dit te doen.
Zoodra nl. bij zgn patiënten een stadium
is ingetreden, waarbij iedere aanduiding van
objectief lijden ontbreekt, verzoekt bij een
spoedige samenspreking met den controlee
renden geneesheer der Rijks Verzekerings
bank, waarvan het gevolg bijna zonder uit
zondering is geweest, dat werd aangedron
gen op hervatting van bet werk en trauma
tische neurose werd voorkomen.
He» is te hopen dat de wetgever het mo
gelijk zal maken, dat, indien beide medici
overtuigd zijn, dat het werk hervatten hier
het geneesmiddel is, dit middel ook onmid
dellijk en niet kracht kan worden toegepast.
lu Engeland is de Ongevallenwet zoodanig
ingericht, dat de medische uitspraak, gedaan
onder bovengenoemde voorwaarden, niet voor
beroep vatbaar isdit lijkt ook dr. Varen-
kamp het eeDig afdoende systeem. Volgens
zijn ineeoing is het (natuurlijk onbewust)
de Holhuulsche wetgever, die ons traumati
sche neurosen bezorgde en zijn het vooreen
zeer klein, minimaal percentage wellicht en
kele ondeugende patiënten.
Intusschen zij hier naast deze deskundige
medische verklaringen opgemerkt, dat ook
de Regeering niet blind is voor de ernstige
gebreken onzer Ongevallenwet. Immers
Minister Talma heeft in de Eerste Kamer
gezegd: »dat de historie van de Ongeval
lenwet een bedreiging wordt voor de mo
gelijkheid van de tot stand koming eener
algemeene arbeidersverzekering" en dat bet
daarom allereerst zaak is »te doen wat men
kau om te zorgeo, dit die ongevallenverze
kering loopt". Z.Exc. wekte daarbij de ver
wachting op, >tot een oplossing te zijn
gekomen en een plan te zullen kunnen aan
bieden, dat inderdaad aan de gerezen moei
lijkheden een einde zal kunnen maken".
Na die woorden mogen wg zeker met ver
trouwen naai dit pian uitzien, hopend, dat
het onze Ongevallenverzekering in betere
sporen moge leiden.
Er is echter meer.
Ook voor den werkman zeiven is de On
gevallenwet niet a'.lyd billijk.
Een paar voorbeelden daarvaneen boot
werker van de HollandAmerika Lijn, te
Rotterdam, kreeg een ongeval, waarbij hem
zijn linkerschouder werd gekwetst, zóo ern
stig dat hij maanden en maanden buiten
staat was te werken, en eindelijk aan een
operatie werd onderworpen. Deze operatie
schijnt niet al te goed gelukt te zijn, althans
de man, een boom van 'n kerel, ruim 30
jaar, is voorloupig, of misschien voor zijn
ieveu lang ongelukkig, want als een gevulg
van alles wat er gebeurde, heeft hg over-
i gehouden een machteloozen arm, met een
hand, waarvan de vingers rechtuit en uitge
spreid staan.
Toch wordt deze man voor 40% geacht
zijn werkzaamheden te kunnen verrichten.
Waar Bg wien Op welke wijze
De Rijks Verzekeringsbank, die aldus be
schikte, verzuimde dit er bij aan te geven.
Voorts diteen jongen van 13 jaar was
als kleine hulp werkzaam in een zeepfabriek
te Rotterdam, waaraan is verbonden een
handel in zeeppoeder. Op een goeden dag
krijgt het kereltje een ongeluk hij valt uit
een raam en in 't Ziekenhuis wordt hem
een arm afgezet. Zoo is bij reeds op 43-
jarigen leeftijd voor heal zijn volgend l9ven
verminkt. Kreeg hij een uitkeering, dan
zou dit bedragen (omdat bij geen „leerling"
was in den zin der wet) 7U% van een loon
van 11.50 per week, heel zijn leven lang.
Een paar stuivers per dag dus; óok op
lateren leefty l. Maar hem wordt elke uit
keering geweigerd, omdat hij het on
geval kreeg in dat deel van het bedryf, da
den zeeppoeder handel aangaat
En zoo zijn er legio gevallen op te
noemen.
Wat blijkt uit dit alles? Dat de harziening
der wet èn den misbruikers de gelegenheid
daartoe behoort te ontnemen èn de in de
termen voor hulp vallenden ook zonder uit
zondering moet helpen.
Dan nog een flinke vereenvoudiging van
de uitvoering der wet en we beginnen er
zoowat te komen, zegt de „Utr. Crt.".
Uit de Pers.
Het «Friesche Dgbld." schrijft, onder aan
haling van Laurillard's woorden „Waar de
dokters de rechters opzij dringen, juichen de
boeven"
Lombroso heeft met zijn leer van de on
toerekenbaarheid van misdadigers weinig
goeds en veel kwaads gesticht.
in zijn theorie schuilt een element van
waarheid, en het laatste woord er over is
laug nog niet gesproken.
Maar tegen overdrijving dient gewaakt;
en van die hoognoodige waakzaamheid ont
dekt men bg do „deskundigen", die de recht
banken moeten voorlichten, weinig of niets.
Als het zóo doorgaat, wordt eerlang bijna
ieder misdadiger ontoerekenbaar verklaard.
W:s in drift iemand vermoordt, komt dan
niet meer iu den kerker. Of is drift eigenlyk
iets anders dan acute en zoer kortstondige
krankzinnigheid? En men kan toch niet
iemand straffen voor hetgeen hij in een staat
van krankzinnigheid bedreef!
Zóo ver is het gelukkig nog niet; maar
het is reeds erg genoeg.
Daarenboven schijnen er „deskundigen" te
zijn, die tegen hun overtuiging io verklarin
gen afl-iggen.
In 1906 verklaarde althans een geneeskun
dige, dat bij een beschuldigde, die wel toe
rekenbaar was, voor ontoerekenbaar heeft
verklaard, om hem te bewaren voor een,
naar het oordeel van dien medicus, geheel
onnoodige gevangenisstraf
Als dat niet de spuigaten uitloopt, begrij
pen wij er niets van, zegt het blad, dat in
tusschen nalaat den naam van dien medicus
te noemen.
Een geneeskundige legt opzettelyk een
valsche verklaring af om temaud uit de ge
vangenis te houdenl
In een ander geval, verhaalde die zelfde
deskundige, had bij iemand, die niet toere
kenbaar was, verklaard voor wél toereken
baar. want hij vond het noodzakelijk, dat de
beschuldigde voor geruimen tyd uit de sa
menleving werd verwijderd.
Moet zulk een bedrog, zulk een aanmati
ging, zulk een rechtsverkrachting niet ver
oordeeld worden?
Zoo struikelt het Recht op onze straten.
Ook de «Nieuwe Prov. Gron. Ct.» vindt, dat
het met de oplossing van het kiesrechtvrgag-
stuk den goeden kant uitgaat. Het bleek wel,