verantwoordelijkheid door wordt ene coUege gedragen .ie"tadTer„lkVa?eê^\„™tr"' Z°°""'1 h" begrooting, als het voorkomen ^?!nen,™ «f voorstel to, wij.igingder Yan een onvolledig zijn voor "KaTr «*v Vlf geen reden kan het IrZ; r Van Duinen' te m®«nen, dat brenet hï' h™* T ■°0llege daalt- Bei(ie Punten van ons ooH 10 verband met de houding fabrieï ?e 6g6n d6n Directeur van de gas ODeeslnt^T" a°hten Wij ®ene verdachtmaking heid acht 008 0011686 beneden 2ii" waardig- De door den Directeur gebezigde woorden tij dens de behandeling van zijne reclame in zake de Inkomsten-belasting in 1905, getuigen zeker n.et van voo-zichtigheid; had hij kunnen ver moeden, dat van deze uitdrukking op dergelijke wijze, als thans plaats heeft, gebruik gemaakt zou worden, dan ware hij waarschijnlijk behoedzamer geweest. De aangehaalde mededeeling op zich zelf bevatte voor ons geen nieuwe waarheid. Zonder twijfel kan iedere Directeur van een tak van dienst, door geen buitengewone activiteit aan den dag te leggen, de financieele uitkomsten van het aan zijne leiding toevertrouwd bedrijf minder doen zijn dan bij gewone plichtsbetrachting, zonder dat het veelal mogelijk zal zijn, hem op plichtsver zuim te wijzen. Dat een ambtenaar hierop wijst, pleit voor zijne eerlijkheideen ambtenaar, die zich niet bewust is, steeds in alle opzichten het Gemeentebelang te behartigen, zal zich wel wach ten voor dergelijke uitdrukkingen. In hot begin van deze nota is nog aangehaald de volgende alinea van het schrijven van den heer Van Duinen: »Pleit de kennelijke uitsluiting van leveringen aan de Gemeente in alle dienstvakken Binds 9 April j.l. (den dag waarop de firma haar rekest inzond) voor de rechtvaardigheid van hem of hen, die beslissen over leveringen 't Riekt mij naar wraak; en U?" Deze bewering is onwaar. Behoudens kleinig heden is o.a in Juli voor openbare werken eene bestelling van f51.42 opgedragen. Wij betreuren het, dat een lid uwer vergade ring, die alle gewenschte inlichtingen kan krijgen, het goed vindt, eene dergelijke onjuiste bewering te publiceeren, daarbij de rechtvaardigheid in twijfel trekkende, en vragenderwijze het vermoeden uitspreekt, dat bij het opdragen van leveringen wraak uitgeoefend wordt. Met leedwezen richten wij deze nota tot U. Door het schrijven van den hoor Van Duinen niet te bespreken, achten wij het Gemeentebelang evenwel ernstig geschaad. Dat een lid uwer vergadering uitdrukkelijk verklaart, mededeelingen ter wille van het pres tige van ons college niet aan >de groote klok" te hangen, mogen wij niet zonder ernstig protest toelaten. Eene dergelijke bescherming van ons ooilege wordt door ons afgewezen. Indien er werkelijk handelingen door ons college verricht worden, die van dien aard zijn, dat ze ons pres tige doen dalen, dan brengt de plicht van het Raadslidmaatschap mede, in het belang der Gemeente te spreken, daar waar het behoort, d.i. in uwe vergadering. Door de handelwijze van den heer Van Duinen, n.l. in een dagblad te p u- bliceeren, dat hij als Raadslid ter wille van het prestige van Burgemeester en Wethouders z w ij g t, wordt wantrouwen gekweekt en daardoor het Gemeentebelang ernstig geschaad. Hiertegen met nadruk te protesteeren, achten wij onzen plicht. Burgemeester en Wethouders enz. WATERLEIDING. De 1ste afdeeling van den Gemeenteraad ver- gaderde op Maandag 7 December 1908. Tegenwoordig de heeren E. X. Visser, Voorzit ter T A Hamers, S. J. van Duinen, D Gerritsen, A M. Tromp van Hoi-st, N. Vels Hevn en W. Salomons, benevens de Burgemeester, ]hr. J. W a Barchman Wuytiers, en de Secretaris, mr. dr. j G. Stenfert Kroese. Vezig de heeren en mr. J. HEY.IOERS, welke laatste schriftelijk mededeelde, dat hij hulde brengt aan het beleid waarmede de w-Helinmn ziin gevoerd en verklaart zich rennen e/me. het roneept-beslni. tot wijziging der concessie. Tot rapporteur wordt aangewezen de heer D. Gerritsen. Aan de orde is de behandeling eener concept concessie voor de Utrechtsche Waterleiding Maat schappij in deze Gemeente. Een der leden verklaart Burgemeester en Wethouders hulde te brengen voor het werk, dat zij hebben geleverdhij vindt echter, dat daaraan ontbreekt een uiteenzetting van een eigen exploi- atie, zoodat hij zonder nadere inlichtingen zich niet met de voorstellen zou kunnen vereenigen. Hij vindt, dat Burgeineeester en Wethouders de Maatschappij nog te veel in bescherming ne men zijns inziens geeft de houding van de Maat schappij geen aanleiding tot consideratie. Naar zijne meening is eigen exploitatie verre weg het beste en voorzeker is het moment voor het nemen van een besluit daartoe gunstig, want heeft de Utrechtsche Maatschappij eenmaal de concessie en heeft zij de prise d'eau en verdere gebouwen, enz. overgebracht, zoodat zij vrij is van Utrecht, dan staat zij veel sterker. Nu geeft de Maatschappij, om de concessie te krijgen, op allerlei onderdeelen toe. Hij brengt nog in herinnering hoe bij eene be proeving der brandkranen alles mooi was, maar toen het er op aankwam, bij brand, was de druk weder geheel onvoldoende. Vele ingezetenen vooral de bewoners van den Berg, zouden onge rust zijn als zij wisten hoe de toestand was. Hij zou wenschen, dat de geheimhouding van de rapporten, enz. ophield, en dat de ingezetenen kennis konden krijgen van alle bijzonderheden, terwijl hij van oordeel is, dat als de Waterleiding- Maatschappij bemerkt, dat de Gemeente ernstig denkt over eene eigen waterleiding, zij ook hare hou* ding wel zal veranderen. Alle leden sluiten zich aan bij de hulde voor het werk, door Burgemeester en Wethouders ver richt en voor hetgeen zij hebben verkregenmaar de meesten verklaren in principe voor eigen exploitatie te zijn en een onderzoek naar de kosten, enz. wenschelijk te vinden. Een der leden merkt nog op, dat als de Utrechtsche Waterleiding Maatschappij de conces sie aanvaardt, zooals deze wordt voorgesteld in het concept-besluit, zij er dan voordeel in moet zien en dan moet zulks ook voor de Ge meente mogelijk zijn. Een der leden wijst er op, dat de Water leiding Maatschappij steeds in eene onzekere positie verkeert, wat betreft de Gemeente Utrecht, want na 1921 kan deze de vergunning intrekken tot water levering aan Amersfoort en de kring op de Soes- terheide waar binnen geen water mag worden gehaald is zoo groot, dat op dat terrein geen andere prise d'eau kan komen. Verder kan Utrecht verlangen het zelfde tarief als Amersfoort. De Voorzitter zegt dat, B. en W. het in gediende voorstel dan ook niet zouden gedaan hebben als de van kracht zijnde concessie binnen een paar jaar afliep, maar deze loopt nog tot 1942. De Burgemeester merkt op, dat door den Raad twee jaar geleden aan Burgemeester en Wethouders is opgedragen, eene nieuwe concessie te ontwerpenhet college meent aan die opdracht to hebben voldaan. Er is heel wat werk verricht en veel geconfereerd om tot dit resultaat te komen. Nimmer is echter opgedragen, ook de mogelijkheid of wenschelijkheid van eigen exploitatie te onder zoeken. Hij gelooft, dat Burgemeester en Wet houders moeten waarschuwen voor eigen exploi tatie en ook in een der rapporten wordt deze afgeraden, maar als de Raad een crediet wil geven, zullen Burgemeesters en Wethouders natuurlijk bereid zijn, een advies van een deskundige in te winnen. De Voorzitter gelooft niet, dat de Maat schappij met de concept-concessie winst zal maken, maar voor een groote Maatschappij, gevestigd op verschillende plaatsen, Is dat niet strikt overal noodig. Hij wijst er verder op, dat men bij brand niet alleen op den druk van de waterleiding moet vertrouwen; evenmin zal deze voldoende kunnen zijn bij Gemeente-exploitatie. Voert men den druk te sterk op, dan zouden op enkelo plaatsen in de Gemeente de buizen springen. Een der leden verklaart zich niet te kunnen voorstellen, dat de Utrechtsche Waterleiding Maat schappij alleen ten genoege van Amersfoort zou werkendaar zouden de aandeelhouders zeker tegen opkomen; er moet dus winst behaald worden, maar al was dat gedurende eenige jaren bij eigen exploitatie niet het geval, dan nog vindt hij het zooveel waard, vrij te zijn, dat men er eenige jaren van groote uitgaven voor over moet hebben. Een der leden wijst er op, dat o.a. te Nijkerk de waterleiding van gemeentewege wordt geëxploiteerd. De Voorzitter merkt op, dat de kosten vergelijkenderwijs in deze Gemeente, met een uitgebreide kom, zeer veel hooger zijn. De Burgemeester vraagt, welke meerdere voordeelen de leden hadden verwacht in de nieuwe concessie, en wat de leden nu wenschen dat de Raad besluit tot een eigen waterleiding, of dat aan Burgemeester en Wethouders wordt opgedragen, door een deskundige een uitgebreid onderzoek te doen instellen en daarvoor een crediet wordt toegestaan. Hij wijst er op, dat als men nu tot eigen exploitatie besluit en het onder zoek van don deskundige valt ongunstig uit, het niet waarschijnlijk is, dat de Utrechtsche Waterlei ding Maatschappij tot de zelfde concessie als nu bereid zal zijn. De leden verklaren zich in beginsel voor eigen exploitatie, maar nadat nog besproken is de posi tie waarin de Utrechtsche Waterleiding Maat schappij zich bevindt tegenover Burgemeester en Wethouders, wat betreft de vaststelling van tarie ven, als ook de concurrentie die de Gemeente zou moeten aanbinden bij eigen exploitatie, spreekt de afdeeling als hare meening uit, dat Burgemeester en Wethouders aan hunne opdracht hebben vol daan, maar dat een onderzoek moet worden inge steld naar de wenschelijkheid en mogelijkheid van eigen exploitatie en daarvoor een crediet moet worden toegestaan, en wordt besloten de verdere behandeling der concept-concessie aan te houden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 6