Dinsdag 15
December 1908.
^idssszLZiïszr -
No. 7595
58e Jaargang
Wie zich met
KOSTELOOS.
FIRMA A. H. TAN CLEEFF 3SSS KTe-ï"
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
UITGAVE
te AMERSFOORT.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Postbus 9. Telephoon 19.
1 Januari weiiNcht te
doen inschrijven als
abound, ontvangt de
tot dien datum ver-
chijncnde nummers
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gelet op da HINDERWET,
Brengen Ier kennis van het publiek, dat een door
de HOLLAN8CHE IJZEREN SPOORWEG-MAAT-
SCHAPPIJ ingediend verzoek met by lagen om ver-
Sunniug tot het oprichteu van een vetgasfabrlek op
e terreinen der Hollandscbe IJzeren Spoorweg-
Maatschappij alhier, kadastraal seciie D. No. 2918,
op de 8ecret*rie der Gemeente ter viaie ligt, en dat
op Dinsdag 29 December 1908 aanstaande
dea voormiddaga te half elf uren, gelegenheid wordt
gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur
of van een of meer zyner leden, bezwaren tegen het
oprichten van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in artikel 16, le lid der
Hinderwet, zyn volgens de bestaande jurisprudentie
alléén zy gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7
der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of éen of
meer zyner leden xyn verschenen, teneinde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
Amersfoort, 15 December 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS,
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op art. 37 der Drankwet,
brengen ter openbare kennis:
lo. dat by hen is ingediend een verzoekschrift
om verlof tot verkoop van alcoholhoudendon drank,
anderen dan sterkedrank, voor gebruik ter plaatse
vau verkoop, door CORNELIS van den BRUL, in
het beneden-woonhuis van het perceel aan het Lieve
Vrouwe kerkhof no. 4 alhier
2e. dat binnen twee weken na deze bekendmaking
ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk
bezwaren by Burgemeester en Wethouders kan in
brengen.
Amersfoort, 15 December 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs.
Men weet, dat door den Gemeenteraad
bij zyn besluit van 29 September jongst
leden uit ziju midden is benoemd de «Com
missie voor het Fonds tot bevordering van
de verzekering tegen de geldelijke gevolgen
van onvrijwillige werkloosheid in de Ge
meente Amersfoort" en dat in die Commissie
werden benoemd de heeren C. J. Plomp
(Voorzitter), D. Gerritsen en H. Kroes. Als
Secretaris-Penningmeester van deze com
missie is met ingaog van beden opgetreden
jhr. S. M. van Reigersberg Versluys.
De Gemeente gaf daarbij een stamkapi
taal van éen honderd gulden om daar
mee een fonds te stichten tot b e v o r d fi
ring dier verzekeriug en bepaalde in de
op dit stuk betrekking hebbende verorde
ning onder meer, dat het fonds-zelt moet
ontstaan uit jaarlijksche bijdragen, makingen
en schenkingen.
Men weet óok, dat, op de vergadering
door het Centraal-besluur van de yereeni-
giug „Liefdadigheid" den 7 Januari dezes
jaars belegd, is benoemd een „Commissie
uit de burgerij tot leniging van den nood,
door gedwongen werkloosheid", welke com
missie als het ware leiding wil geven en
hen die onvrijwillig werkloos zijn, wil steunen
met raad en daad.
Evenmin is het onbekend, dat deze Oom-
missie in het begin des jaars een beroep
deed op de burgerij om niet alleen mei
goeden raad, doch met beter daad de onvrij
willig werkloozen ter zjjde te kunnen staan.
De burgeijj was zeer offervaardig en
bracht in korten tijd f5427.80 bijeen, waar
van rond f 1800 in kas bleef.
Het Dagelijksch bestuur van die Commissie,
destijds bestaande uit de heeren G. J. Buys,
(Voorzitter), R.G. Rijkens (Secretaris), J. W.
Middelburg (Penningmeester), L. A. baron
Van Itiersum, H. Noorman. D. Gerritsen en
G. van Wijland, werd in de eind-vergade-
riüg van 4 Mei 1908 permanent verklaard
en heeft thans baar even lofwaardige als
ondankbare taak hervat.
Want er zijn weer mopperaars en klagers,
die redeneeren, dat de GemeeDte „toch zóo
veel geld gaf voor alle werkloozen" en dat
de commissie uit de burgerij »nog duizenden
guldens" heeft en dat ze tóch niet worden
gesteund.
't Schjjüt heel moeilijk te wezen, voor
deze menschen zóo te schrijven, dat ze ook
begrijpen wat ze lezen. En van praten,
komt praten, en allerlei dwaze voorstellingen
worden geuit met een aplomb, dat belacblijk
zou wezen als de bewering niet zoo gevaar
lijk was.
Gevaarlijk is 't te beweren, dat »al dat
geld" maar wordt achterbaks gehouden en
uitgedeeld aan heD, die een ijselijk mooi
meelijwekkend gezicht kunnen trekken.
Immer3 te avond of te morgen moei de
Commissie uit de burgerij weer aankloppen
bij de stadgenooten. Het beetje geld waar
over zy te beschikken heeft, zal wel heel
gauw zyn uitgegeven.
In een vorig nummer vroegen we reeds
of het niet zeer gewenscht zou zijn, dat,
eer de Commissie zic'u weer wendt tot de
siadgenooten, in alle plaatselijke bladen
een zoo nauwkeurig mogelijke opgaaf komt
van den stand der werkloosheid.
Evenals dit in andere plaatsen geschiedt.
De Commissie beeft niets te verbergen,
maar door basr medcdeelingen in alle bla
den voorkomt zy de praatjes voor de vaak, t
die wellicht een al te gereede aanleiding j
zullen zijn om tbaos niet bij te dragen.
En dit zal waarlijk niet wezen in het be
lang van hen, die geheel buiten eigen toe
doen werkloos zijn.
Een andere vraag is deze: Zou het niet
nuttig wezen, ook hier op te richten een
Gemeentelijke arbeidsbeurs.
Evenals dit elders geschiedde en o.a. mor
gen te Zeist zal gebeuren.
Men moge verschillen in de appreciatie
van den werkman.
Men moge de vraag stellen of het niet
getuigt van zorgloosheid, ran gebrek aan
Fierheid, dat in de goede dagen niet wordt
ter zijde gelegd voorde kwade weken, waarin,
uit welken hoofde dan ook, niet kan worden
gewerkt.
En of 't niet wat vreemd aandoet, dat, zóo
kort nadat de seizoen-werkloosheid is aange
broken, er al uiets meer is in kast of huis
en dat er al dadelijk pandjes moeten gemaakt.
Weet men wel zeker, dat ergespaard kan
worden veroordeelt men niet een beetje te
veel op een afstand?
Al dat vragen en antwoorden, helpt echter
niet. Woorden moeten nu worden vervangen
door daden, zal het leed niet nög grooter,
LÓg meer onherstelbaar wordeD.
En hiervoor juist komt een Gemeentelijke
Arbeidsbeurs ons zoo gewenscht voor.
Wellicht vraagt deze en gene oDzer lezers
„wat is dan toch eigenlijk zoo'n Gemeentelijke
Arbeidsbeurs"
Laat ons trachten, die vraag te beantwoor-
den.
Iemand heeft bij zijn patroon gedaan ge
kregen. De man moet nu zien, weer bij een
ander aan den slag te komeD. Nu hij
op 't pad en vraagt bij verschillende bazen
of ze ook werk voor hem hebbeD. Van den
een loopt bij naar den ander. Telkens hoort
hij het teleurstellend antwoord, dat de baas
op het oogenblik geen werk voor hem beeft
en zoo kunnen er dagen verloopen eer hij
weer aan den arbeid komt.
Of omgekeerd, iemand heeft een of ander
werk aangenomen en moet de noodige grond
werkers, metselaars en timmerlieden hebben.
Hoe krijgt hij ze bij stuurt er een van zijn
knechts op af om werkvolk te zoeken.
Dit geldt natuurlijk niet alleen voor de
bouwvakken, maar ook voor eiken anderen
arbeidook voor kantoorbedienden, enz.
Een Arbeidsbeurs nu is een instelling om
werkgever en werknemer de behulpzame
band te bieden en ze bij elkaar te brengen.
Op zoo'n Arbeidsbeurs kan iedere werk-
nemer, welk vak bij ook uitoetent, zich aan
melden, als by zonder werk is. Zijn naam
en adres wordt aangeteekend, met alle mo
gelijke inlichtingen er bij.
En elk werkgever kan bij zoo'n Arbeids
beurs de lijsten van werkzoekenden inzien
eD nagaan of er iets van zijn gading is, en
opgeven welke arbeiders bij zoekt.
Nu rijst de vraag; moet zoo'n Arbeidsbeurs
juist door de Gemeente ingericht worden? Ken
dat niet door particulieren aangevat wor
den? Kunnen da patroons, vooral wanneer
zij georganiseerd zijn, -'at niet zelf doen Of
ligt het niet op den weg der arbeiders om
door middel van hun vakvereenigingen zoo'n
Arbeidsbeurs in te richten?
Stellig kan dat en wanneer het particu
lier initiatief ook hier zoo'n Arbeidsbeurs in
in 't leven riep, dan zou het niet noodig
wezen, dat de Gemeenteraad zich ook daar
mee bezig hield.
Doch waar van particuliere zijde deze zaak
niet is aangevat, en noch de werkgevers,
noch de werknemers het dedeD, wil het ons
voorkomeD, dat dit wel ligt op den weg van
het Gemeentebestuur.
Dit is geen Commissie van werkverschaf
fing; de Arbeidsbeurs brengt slechts werk
gevers en werknemers met elkaar in aanra
king en zou een zeer goede steun kunnen
worden van de Commissie uit de burgerij
voor de werkloosheid en zeer dankbaar werk
kunnen verrichten voorde onvrijwillige werk
loozen. üók voor hen, die niet bijdroegen
voor eenige werkloosheid-kas en uit dien
hoofde niet de geringste aanspraak kunnen
maken op eenige uitkeeriDg. Aan de Arbeids
beurs kan ieder werk vinden, als hjj maar
zorgt een goed en aanbevelenswaardig werk
nemer te zyn.
Ook hierom een Gemeentelijke Aibeids-
beurs omdat zij den besten waarborg geeft
voor absolute onpartijdigheid en omdat zij
niet behoeft te vragen of de werknemer
behoort tot eenige organisatie, welke ook,
dan wel moet gerekend worden tot de „aan
gesloten werklieden" waarvan de verorde
ning voor het Gemeentelijk werkloozenfonds
spreekt.
Belasting verhooging.
Vermoedilijk ligt het in de bedoeling, den
laatsten dag vóór Korstmis, na afhandeling
van de Begrooting, nog in allerijl er door
te jagen de beide wetsontwerpen 1e. van
de accijnsverhooging op het gedistilleerd en
2e. dat van de lien percent verhooging op
Vermogens- en Inkomstenbelasting.
Toch hopen we, zegt de „Standaard", dat
dit plan, zoo 't bestaat, niet zal doorgaan.
Althans uitstel van behandeling is hier niet
slechts geraden, maar ook geboden.
Als de Kamer doodop is van de eindelooze
debatten over de Indische begrooting en de
Staatsbegiooting, en alles naar huis verlangt,
is er geen atmosfeer om over zóo gewichtige
ontwerpen met rustige kalmte te beraad-
^A?n'kan men met de Redactie van de
„Residentiebode" erkenneD, dat Minister Kolk
man zeer terecht niet eükel in de indirecte
belastingen een middel wil vinden om 't gat
te stoppen, toch dient het geheel vau de
plannen te worden overzien, en de vraag
overwogen, of men ook in een laatste jaar
der legislatieve periode, vlak vóór de stem
bus, zulke plannen aan de orde kan stellen.
Alle overhaasting dient gemeden te wor
den. Men kan afwachten hoe 't met de in
komsten loopt. Het is zoo, beide ontwerpen
zullen bij latere invoering iets minder ople
veren, maar zóo nauw knelt de schoen ge
lukkig nog niet.
De Haagsche medewerker van het „Hdbld."
schrijft iets te hebben hooren verluiden van
plannen tot uitstel van de fmancieele voor
stellen, met inbegrip van de opcenten. Er
zal daartoe rechts zoowel ak links wel nei
ging zjjd.
Wanhoop.
Hebt ge ooit de wanhoop gevoeld, ellende
te zien en niet in staat te zyn te geven;
vóór iemand te staan, die vol vertrouwen tot
u komt en niet te kunnen helpen? Verdriet
te zien zoo groot, dat we slechts met ontzag
mede lijden en bijna niet durven troosten? Van
armoede te hooren, die niet met geld te ver
helpen is, maar die werk vraagt, en niet bij
machte te zijn, dit te verschaffenl
Die wanhoop van machteloosheid komt
over allen, die slechts een tipje van den sluier
der ellende oplichten.
Langzaam aan dringt het in ods door, en
leeren wij het voelen en begrijpen, het groote
leed van al die zwoegende, tobbende, zwer
vende menschen, ongelukkig soms door op
voeding, omstandigheden, soms door wat men
noemt „eigen schuld" maar toch altijd leed
even moeilijk te dragen.
Dan staat men, met den eenen kant de
ovestelpende,zich aan ons opdringende ellen
de, aan de andere zijde het gevoel van on
macht om slechts bet kleinste deel hiervan
te verzachten; men is immers slechts tus-
schenpersoon.
Want éen mensch, al wilde by alles op
offeren, kan tegen dezen berg van armoede
niet op; dear moet de groote massa komen
om te steunen en te geven.
Zelfs de enkelen, die ons zoo krachtig bij
springen, zijn niet sterk genoeg; allen moe
ten hier helpen en ieder kan zich iets ont
zeggen, al is bet nog zoo weinig.
Verleden jaar kreeg ik een gift, ontstaan
uit een collecte op een diner. De gastvrouw
Had den zedelijkeu moed gehad, de risico te
loopen de stemming van haar feest te beder
ven door te berinueren aan de armoede die
heerschte, en bield een collecte. Geen gift
haast was zoo vol beteekenis voor mij.
De buisvrouw die een dineetje geeft, kan
éen gerecht minder op 't menu zetten, mén
kan éénmaal minder uitgaan en zoo is er
veel dat men kan sparen.
Waut al doen we nog zoo ons best en at
willen de directies der publieke vermake'yk-
heden ook nog zoo gaarne de herinneung
aan wat ons drukt verre houden door ons
een portie geestelijk opium toe te dienen
het geeft Diets.
We weten, dat de armoede er is; we
zijn als het medium dat, overal, in alle ka
mers, in alle meubels het kloppea hoort van
een geest, waarmede het in verbinding staat,
het laat ons niet los, we voelen het als we
een warme jas aantrekken, in de tram zit
ten, aan tafel gaan of in bed stappen en ons
goed toedekken. We kunnen er niet meer
aan ontsnappen, bet heelt ons gegrepen.
Het maakt het leven nog wat droever,
ons wat ernstiger, maar ook kalmer bij ver
driet want we vergelijken zoowel bet goede
als het erge in ons leven met dat van al
die stakkerds en we voelen de verplichting,
te geven wat we kunnen missen en soms
nog iets meer.
Wilt u ons helpen in dezen moeilijken win-
ter?
Ik vraag niet voor onze inrichting alleen,
ik vraag voor allen steun. By het werk, dat
wy trachten te doen, valt kleinzielige ijver
zucht weg. Er is ellende, ze moet verzacht,