Dinsdag 23 BLOOKER'S No. 7638. 58e Jaargang KOSTELOOS. Stadsnieuws. firma a h. van cleeff te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdn<j Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post ƒ1.15! Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosfeloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reo amos 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten do stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTE GR ACHT'O Postbus 9. Telephóon 19. Wie zich met 1 APRIL wenscht te doen in schrijven als abound, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT; Gezien artikel 28 der Kieswet; Brengen ter kennis van belanghebbenden,'dat heden is vastgesteld en van heden tot en met 21 April a.s. ter Secretarie voor een ieder ter inzage zal liggen en in druk tegen betaling der kosten verkrijgbaar is de Kiezerslijst voor 1909|i910. Een ieder is bevoegd tot en met den 15 April a.s. bij het Gemeentebestuur verbetering van de vastgestelde Kiezerslyet te vragen, op ongeze geld papier, ingevolge art. 50 der Kieswet, op grond, dat hij zelf of een ander, in stryd met de wet, daarop voorkomt, niet voorkomt, of niet behoorlijk voorkomt. De ingezetenen worden met nadruk gewezen op de wenschelijkheid, zich ter Secretarie te komen vergewissen of zij op do Kiezerslijst zijn geplaatst,dear, mocht dit verzuimd zijn, alsdan herstel nog mogelyk is door middel van reclame. Tevens liggen ter Secretarie ter inzage de alphabetische lijsten, bevattende de namen en voornamen van hen, die voor het eerst op de Kiezerslijst zijn gebracht en van hen, daarvan zijn afgevoerd. Amersfoort, 22 Maart 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. Levenskunst. Onder de inlandsche Cbristenen onzer scboone Molukken heerscht een zeer aardig gebruik. Hun onverwoestclyke vroolijkheid houdt stand tegen elke beproeving en wan neer zij om iets in zak en asch zitten, waar over het pas geeft zekeren tijd te „rouwen", en er doet zich onverwachts een feestje voor, dan „leenen" zij een dag aldus het zeg gen van hun rouwtijd, bereid om het geleende door een dag langer rouw terug te betalen. Gij zegt, dat de rouw dier Christenen dan niet van harte gaatdat, wanneer men wer kelijk in rouw is, men er niet aan denkt, feest te vieren. AccoordMaar gij gelooft niet niet waar dat deze menscben niet wezenlijk zouden kunnen rouwen. Zij zijn monschen dat wil zeggen, zij hebben 's levens alphabet in de school der beproe vingen geleerd, en op de E reeds de »EUen- den" des levens gevonden. Maar zij zijuzóo opgewekt van aard, dat het licht hunner blijgeestigheid het geheele leven doorschijnt, eu dat zelfs hij of zy, neergebogen onder zeer zwaar leed, nog een glimlach heeft voor anderer vreugde, een glimlach, welke weldra hun trauen wegvaagt. Het zyn gelukkige menschen, en in de levenskunst zouden wy, zwaarkleiïge karak ters dezer lage laode», veel van hen kun nen leeren. Want laat het ons maar dadclyk erkennenvan de levenskunst verstaan wij niets. Wij vatten alles éon of twee graden te ernstig oponzen arbeid, onzo plichten, onze ervaringen, zelfs onze genietiogen. Onze levensmuziek is in miueur gesteld en op het orgel des levens spelen wy te veel in de lage tonen. De invloed van ons klimaat, weersgesteldheid, bodem ougetwyf'eid, welke zich wel altyd zal doen gelden. Niettemin is het goed, ons zeil' aan dat te zware van ons leven nu en dan te herinnerentot elkaar te zeggen j lach eens, scherts eens, kijk niet zoo bezorgd, vraag aan de blij geestigheid een dag te leenten slotte zal zij u niet om terugbetaling manen. Want een dag levensgenot aan 's levens zorg ont nomen, is het eenige geleende goed, «lat wy met een gerust geweten kunnen behouden. In de levenskunst, zeg ik, hebben de Christenen in de Molukken het verder ge bracht dan wijmaar hun talent is aange boren. Het kan 'echter geleerd worden door oefening en geduld kan men het er aardig ver in brengeD. De levens kunst ontstaat door nadenken over de levensvraag. Onderscheid, verzoek ik u, nadenken wel van wat de Duitschers »grüblen" noemen. Zy ontstaat, doordien wy onze zelfzucht weten in te perken, leeren begrypt-n dut er buiten het enge kringerje van onze dierbare Ikheid, met de satellieten onzer bloedver wantschap, andere werelden kringloopen, welke ten minste even belangwekkend, zoo niet meer belangwekkend, eveu schoon, zo-» niet schooner zijn dan het zonnestelsel, waarvan wij ons zolf het middelpunt achten. Eenmaal deze belangstelling gewonnen, en wal vreugden en smarten daardoor aan iu- tonsileit verloren, winnen zij aan scbakeering en rijkheid. De levenskunst ontstaat ook doordien wy ons zelf leeren gadeslaantoe schouwers worden in het drama, waarvan wij do hoofdpersoon zijn. Niets is gemakkelijker dan zich geheel over te geven aan het gevoel van droefheid of vreugde, dat zich plotseling om een of andere ervaring van ons meester maakt doch het is slechts een poover instrument, waaruit niet meer dan twee tonen te halen zijn. Ongelukkigerwyze of is het een ge luk? zijn de groote droefheden in ons leven even zeldzaam hIs de groote vreugdeu. Tusschen die twee uilersten ligt een ge heel gamma van kleine bezoekingen en kleine blydschappen, waarvan liet goed is, de juiste beteekenis voor ons te leeren bepalen. Niet te veel gewicht te hechten aan onze teleur- stellinkjes, verliesjes, miskenniukjes, onver wachte moeilijkheidjes aan onze kiespyntjes, I oofdpyntjes, buikpynijesniet te luid te jubelen over onze meevallertjes, winstjes, overwinninkjes om geen vat te geven aan volgende teleurstellingen ziedaar wat een goed begin is van onze oefening in de levens kunst. Maar de meeste menschen brengen het hierin nooit verder dan zekere prilheid. Jonge menschen, goéd, laat hen „bimmelhoch jauchzen, und zum Tode betriibt'' zijn, maar voor een volwassen man of vrouw past het een noch het ander, tenzy wij een dier zoo zeldzame redenen om to juichen of bedroefd te zyn hebbeD, waarvan een gewoon men- scheuleven er slechts enkele kan aanwijzen. En dan nog zyn zij die stil hun vreugden genieten en stil hun smarten beweenen, niet de minste onder de broederen en zusteren, en hun gevoel is er niet minder diep om. Herinnert gy u do scboone woorden van dien ongelukkigen dichter, Alfred de Musset, in zyn „N u i t d e m a i"? L'homme est un appronti, la douleur eet son [maitre, Et nul ne se connait, tant qu'il n'a passouf- [fert. C'est une dure loi, mais one loi supröme. Vieille comme le monde et la futalité, Que du malheur il nous faut recevoir le bap- [terae. Et qu' s\ ce triste prix tout doit^f-tre acfaeté. Zoo is hetin school de9 levens is de smart onze hermeesteres en zelfkenuis is niet te winnen zonder lyden. Maar wit kun- non wy in die school leeren, zoo niet het leven als redelijke monschen Ui genieten, en wat kunnen wij anders tegen don prijs van jammer en ellende koopen dan levensblijheid Zoo niet, ons schoolgaan is vergoefseh ge weest. Laten wy het tot elkaar zeggen en her halen, dat dit zoo er een duel van uit ons leven MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN, HOUDT VAST AAN DAALDERS CACAH; CE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. .'s, het geluk moet zyn. Oefenen wy ons in de bereiking er van vele wegen leiden ook naar dit Rome. 't Is waar, dat ieder zijn eigen weg moot zoeken en gaande een bereikt het geluk laDgs den heirweg, den koninklijken de ander slaat een zijpad in daar zijn enkelen die hun eigen weg aan leggen doch de meesten laten zich blindelings leiden door anderen, zonder te vragen wel ken wog zij gaan. Maar indien het levens geluk wordt gevonden, wat komt er dan de weg op aan? Het geluk des levens is schoon en louter, en afkeurenswaardige wegen er heen bestaan niet. Ongetwijfeld beschikken wij niet over zon neschijn en regen op onzen levensweg. Deze gaat met zonneschyn op het pad en wordt overvallen door een donderbuigene gaat in een stortregen uit, en tegen den middag doet het zonnetje hem puffenzaak ison der een en ander zyn goede luim te bewa ren. Dit nu ontbreekt ons, Nederlanders, veelal. Wij worden gauw knorrig en onze opge ruimdheid, zelfs waar die, zooals dikwijls het geval is, kunstmatig is opgewekt, kan tegen geen stootje. Trouwens, onze kunstmatig op gewekte opgeruimdheid is nimmer een blQ- vertje zij leeft niet langer dan de rozen en wy betalen haar door dubbel-overgehaalde gemelijkheid. Die twee ellendige kleine eigen schappen van ons volkskarakter knorrig heid en gemelijkheid bederven onze beste oogeublikkcn. Reeds zouden wij veel winuen, indien wy hen verloren. Welnu, het is niet moeilijk hen te keer te gaan wat nadenken, wat zelfbeschouwing, wat zelfbedwang vooral is daartoe voldoende. Het kan zijn nut hebben, te vragen of het wel waar is, dat wy ons over iets verheu gen, maar van tienvoudig meer beteekenis voor ons is het, dat wij ons dit ;<fvr»gon by onze ergernissenwant ia de niecste geval len moet het antwoord ontkennend luiden. Heb de huiskamer uws levens in over drachtelijken en letterlijken zin des woords aan de zonnige zijde. Meet de grieven, welke gij tegen het leven meent te hebben niet te breed uit; zij bezitten een gelukkige neiging tot krimpen, wanneer gy ze met blijmoedig heid draagt, zoodat gy ze spoedig aflegt als waarlijk voor u te klein. Doe in uw mis troostigheid tracht althans te doen wat onze Moluksche vrienden doen, als ze treurig gestemd zijn; by do eerste gelegon- heid de beste vragen zy aan de levensvreug de »oen dag te leen", en zij zyn slecht van terug betalen. Dit ziju de eenige schulden, die raen ma ken kan, waardoor men niemand verarmt. lntegaade*1!, door diep by de levensvreugd iu de schuld td komen, maakt men anderen en zichzelf gelukkiger. Aldus Peregrinus, in het «Nieuws van den Dag". Ds. K. den Hollander, die den 9 Septem ber 1907 overleden predikant ds. H. J. tér Haar Romeny opvolgde b\j de Ned. Her vormde gemeente hier. werd Zondagochtend bevestigd door ds. G. W. C. Vunderink, die tot tekst had gekozen Lucas 1016. In den avonddienst hield de nieuwe leer- aar zijn intreerede naar aanleiding van II Corinthe 4:7. Do kerk was overvol. De gemeente zong hem toe Gezang 91 3. Het geschenk der vrouwen in de Provin cie Utrecht aun H. M. de Koningin is Ot*. afgebeeld in het jongste nummer van »l)e Prins". Omtrent het lossen der vreugdeschoten na de blijde gobeurteoir teu Hove is het vol gende bepaald Heeft de gebeuitenis overdag plaats, dan zullen de saluutschoten boo spoedig mo gelijk op den zelfden dag worden gelost Heeft deze zóo laat op den dag plaats, dat het aantal saluutschoten niet meer vóór zons ondergang kan worden gelost, dan moeten zjj den volgenden ochtend te 7 uur worden ge daan. Nog slechts tot het einde van deze maand zjjn munt- (goen bank-) biljetten van f 10 en van f50 geldig. Na dien tijd zijn ze niets meer waard. Men wissele ze dus nog deze maand in bij een der Rykskantoren. Dat zyn dus do zoogenaamde bruintjes. De waarnemend Directeur der Ryks Post spaarbank verzoekt oos, nogmaals er aan te herinneren, dat wegens inlagen van f 25 en hooger, voortaan goen kennisgevingen meer door die Bank worden verzonden. Het aantal kiezers, geplaatst op de gister vastgestelde Kiezorslyst, oedraagt 2723, tegeo 2677 ten vorigen jare. Het aantal inwoners bedroeg 24294, tegen 24 097 op 1 Januari 19'8. Men zie do kennisgeving aan het hoofd van dit nummer. Aan hot plaatselijk telefoonnet fs onder no. 214 alsnog aangesloten de heer A. ran der Kuilen, WestsiDgel 33. Ook de jongedames C. E. Mousing en A. H. do Noo behaalden de akte Nuttige hand werken. De heer L. H. Sinnige, assistent aan de Rijks-universiteit te Utrecht, is met ingang van 1 Mei benoemd tot assistent aan het Rijks-landbouw proef-station te Groningen. De heer J. A. Weenink, Hoofd der Chr. school te Scherpenzael, is benoemd tot on derwijzer in Nederlandsehe taal aan de Cbh normaalschool te Amersfoort in de vacature, ontstaan door hot vertrek van den heer H. Wissels, uit Soest, naar Rotterdam. Verschenen is het aMeelingsonderzoek van de Tweede Kamer op het voorstel tot wljxi- Sing der opleiding voor den officiersrang by e landmacht. Het voornemen tot opheffing der Cadet tenschool werd, in beginsel, algemeen toe gejuicht. Adspiranten mogen daarmee wol rekening houden. De miliciens van het wapen der infante rie, bohoorende tot de eerste ploeg van het blijvend gedeelte der lichting 1908, gaan 26 dezer met groot vurlof, terwijl die der twee de ploeg van die lichting op den zelfden da tum onder de wapenen komen en 24 Juli in Let genot van verlof worden gesteld. Do kapelmeester van hot muziekkorps vm het le regiment veld-artillerie is bevorderd tot adjudant-onderofficier. Waarom 't zich hier nooit doet hooren 7

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1