Dinsdag 6
No. 7644.
58e Jaargang
FIRMA A H VAN CLEEFF
ie AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en oateigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Recames 15 regels ƒ1.25 elke regel meer ƒ0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening "gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Postbus 9.
Telepboon 19.
KENNIS GEVINGKN.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT
Gelet op de aanschrijving van den Commis
saris der Koningin in deze provincie, dato 29
Maart 1909, 4e afdeeling, no. 1240/909,
Brengt de volgende miuisterieele beschikking
ter keunis van belanghebbenden.
MINISTERIES van LANDBOUW, NIJVER
HEID en HANDEL en van FINANCIER
De Ministers van Landbouw, Nijverheid en
Handel en van Financiën
Gelet op de Koninklijke besluiten van 22 Juni
1896 (Staatsblad no. 98) en 25 J uni 1906 (Staats
blad no. 135)
Mede gelet op de gemeenschappelijkbeschik
kingen van de Ministers van Binnenlandsehe
Zaken eu van Financiën van 21 Mei 1901 (Ne-
derlandsche Staatscourant van 26, 27 en 28 Mei
d. a. v., no. 121) en van de Miuisters vau
Landbouw, Nijverheid en Handel en van Finan
ciën van 3/7 Augustus 1906 (Nederiandsche
Staatscourant van 16 Augustus d. a. v., no. 190);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
ten aanzien van den invoer van paarden, be
stemd voor de in het tijdvak van 18 Mei tot
en met 30 September 1909 op de renbuan te
Duindigt (Wassenaar) te houden wedrennen en
harddraverijen, afwijking van do verbods-bepa-
lingtn, vervat in bovenaangehaalde ministerieele
beschikkingen, wordt toegestaan, onder voor
waarde
a. dat aan het eerste kantoor worde overgelegd
een door of vanwege den Secretaris van het
ren-comité van bedoelde renbaan afgegeven be
wijs, dat de paarden voor de rennen of draverijen
te Duindigt bestemd zijn
b. dat de paarden, voor zooveel zij na alloop
van de rennen bier te lande mochten blijven,
niet in het verkeer worden gebracht, dan na
door den districts-veearts te 's-Gravenhage of
een zijne, plaatsvervangers te zijn gekeurd en
gezond bevonden.
's-Gravennage, 5/13 Februari 19U9.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel,
(get.) A. S. TALMA.
De Minister van Financiën,
(gel.) KOLKMAN.
Amersfoort, 5 April 1909.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUIJTIEBS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
Gelet op de Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een door
de Hollandsclie IJzeren Spoorweg-maatschappij
ingediend verzoek, niet bijlagen, om verguuuing
tot hut uitbreiden der drijfkracht in de wagen-
werkplaats te Amersfoort sectie D, uo. 2913, met
a. een stoomketel, b. een stoomtuig, c. een
dynamo met drijfwerk en d. de nuoi'ige stoom
eu electrlsebe leidingen, op de Secretarie der
Gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag '20
April 1909, des voormiddags te naif elf uren,
gelegeuheid wordt gegeven om, teil overstaan
van het Gemeentebestuur of van een of meer
zijner leden, bezwaren tegen het uitbreideu van
de inrichting in te brengen.
Tot bet beroep, bedoeld ill artikel 15, le lid
der Hinderwet, zijn volgens de bestaande juris
prudentie, alléén zij gerechtigd, die overeen
komstig artikel 7 der Hinderwet voor het
Gemeentebestuur of éen of meer zijner leden
zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mon
deling toe te lichten.
Amersfoort, 6 April 1909.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIEltö.
De Secretaris,
J. G. 3TKNFERT KROESE.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving
van den Commissaris der Koningin in de pro
vincie Utrecht d.d. 2 April 1909, 4e afdee
ling, No. 1350/990, Ier kennis van belanghebben
den, dat in de Gemeente Renswoude eengevui
van MILTVUUR is voorgekomen.
Amersfoort, 6 April 1909.
De Burgemeester voornoemd.
WUIJTIER9.
Hoo moeten wij vlaggen?
Nu, naar wij hopen, binnenkort overal de
vlaggim zullen waaien, is het niet ondien
stig, te weten boe men deze op de juiste
wijze ir.oet aanbrengen.
Niet alleen toch, dat dikwerf «le vlaggen
door te langen of te korten wimpel, door
te veel versieiing of om andere redenen
niet aan de eischen voldoen, doch ook de
kunst om een vlag goed en naar behuoren
te doen waaien, is er een, die slechts wei
nigen kennen. Wij meenen daarom, dat het
tijdschrift «Eigen Haards goed heelt gedaan,
in woord en beeld te brengen, welke vlaggen
men niet en welke w e I moet gebruiken
en tevens hoe men op de juiste manier den
vluggestok moet aanbrengen. De bijgevoegde
illustratie» verduidelijken de bedoeling.
Maatregelen tegen besmette
lijke ziekten in het huis
gezin.
Het is bekend, dat allerlei voorwerpen van
dagelijksch gebruik, zooals kleeren, boeken
beddegoed, enz. do dragers kur.nen zijn van
allerlei besmettingskieiuen, ën dat meermalen
ia waargenomen, dat bijvoorbeeld pokken door
middel van kleedingstukken, roodvonk door
boeken, diphterie door kinderspeelgoed, enz.
verspreid zijn. Dat dit niet nog meer gebeurt
dan thans reeds geschiedt, hangt af van veler
lei factoren.
Vooreerst zijn niet alle menschen vatbaar en
dan zijn, in de verschillende tijdperken der
ziekten en naar gelang van de soort van be-
smeltingskiemen, de afscheidingen der ziekten,
die veelal de besmettende stoffen herbergen,
zeer verschillend gevaarlijk. Vervolgens hebben
ook de omgeving van den lijder en de zinde
lijkheid een woordje mee te spreken.
Bij menigen zieke toch aldus lezen we in
„Moleschott" zal het gevaar van besmetting
voor anderen zeker geringer zijn, naarmate men
tv strenger op let, dut al wat voorwerp van
gebruik is en met een zieke in aanraking kwam,
onmiddellijk na het gebruik behoorlijk ontsmet
wordt.
Nu weet tegenwoordig haast iedereen, dat bij
en na het voorkomen van diphtherie, roodvonk
cholera, enz, al wat bijvoorbeeld tot de eetge-
reedschnppen behoort en door den zieke ge
bruikt wordt of is, behoorlijk moet worden ge
reinigd; dat overblijfselen van spijzen, uit de
ziekekamer af komstig, vernietigd of onbruikbaar
dienen gemaakt te worden eer zij deze verlaten
dat de deurknoppen van zulke kamers ontsmet
moeten worden deze en meer dergelijke maat
regelen zijn vrij algemeen bekend.
Meer of minder nauwkeurig geschiedt dit
alles dan ook in vele gevallen in andere blijft
bet achterwege of gebeurt het z6o oppervlakkig,
dat men van een eigenlijke desinfectie i.iet
spreken mag. Het spreekt van zelf, dat in laatst
bedoelde gevallen de bron van besmetting lilijft
brBtaan en de ziekte van hieruit licht verder
verspreid kan worden.
Als een diphterie-patiëutjo een lepel gebruikt
en deze wordt na een slechts oppervlakkige
reiniging dooi een ander kind gebruikt, dan
ieder geneesheer neemt het dikwijls waar
wordt de ziekte van den een op den ander
overgebracht. Zelfs als het eerste kind reeds
genezen is, zal diet besmetting nog kunnen ge
schiedenwant wij weten zeer beslist, dat,
dik tv ijls nog langen tijd na bet bestaan der
ziekte, in het speeksel ziektekiemen voorko
men.
Deze en dergelijke gevaren kan men in de
meeste gevallen met vrij groote zekerheid voor
komen, als men het van diphterie genezen kind
uiteluitend zijn eigen eetgereedschappen laat
gebruiken.
Hoe dikwijls gebeurt dit echter in do werke
lijkheid? Ongetwijfeld zullen de meesie huisartsen
wel de noodigo voorschriften geven, maar aan
den anderen kunt zal aan deze zaken niet
steeds genoegzame aandacht worden geschon
ken.
Dergelijke overwegingen hebben er prof. Von
Ksmurch toe geleid, eenige proeven te nemen,
ter beantwoording van de vraag of do gebrui
kelijke reinigiogsuiethoden van bedoelde voor
werpen toereikend zijn en zoo neen welke
eenvoudige, zoo practisch en doeltreffend moge
lijke handelwijze, er voor in de plaats te stellen
zou zijn.
In de eerste plaats werden eet- en drinkge
roedscbappeu onderzocht. Het is bekend, dat
besmettingskiemen buiten het lichaam, langen
lijd in voebtigen en aaugedroogden toestand
levend kunnen blijven. Zoo zijn diphtherie-ba-
cillen in vloeibaar speeksel bewaard tot den
vierden, in opgedroogd speeksel tot den vijftien
den dag, nog levend. Er waren zelfs bacterie-
soorten, die, op de zelfde wijze op den rand van
een bekerglas gebrucht, nog na drie maanden
met goed gevolg overgebracht konden worden
op eeu voedingsbodem.
Voervlgens werden glazen besmet door met
speeksel vermengde diphterie-bacillen en dan
nagegaan hoe het gevolg was van reiniging,
indien deze geschiedde op de manier zooals
in slaapkamers of in kofliehuizen het mee3t
gebruikelijk is, nl. door schoonmaken met
koud water. Het resultaat vau de genomen
proeven (en het waien er vele waren) het
zelfde; of de gla/.en onder de waterleiding of
in den spoeleinmer, dan wel of ze door wrij
ven met een doek of borstel, met veel dan wel
met weinig water werden schoongemaakt,
altijd waren na het schoonmaken nog ontel
bare kiemen aan den rand van het glas blijven
kleven. Met opzet werd daarbij zoo flink mo
gelijk te werk gegaan, zoodat eenmaal zelfs een
glas in de handen brak. Na de reiniging werd
de rand van het glas stevig met een kiemvry
gemaakt sponsje afgewreven en daarna op
diphterie-bacteriëu onderzocht. Ging uien dan
nög eens met zoo'n sponsje over den rand van
het glas, dan werden ook daarin deze bacteriën
gevonden.
Werden de glazeu na het afwusschen met
uitgekookte of uitgestoomde doekeu droog
gewreven, dan had deze dubbele schoonmaak,
die in slaap- en toiletkamers wel, doch in
koffiehuizen, waar de uitgespoelde glazen gewoon
worden opgehangen om te drogen, uitzondering
vormt, in enkele gevallen zonder twijfel hel
gevolg, dat het aautal kiemen inderdaad ver
minderde.
Volkomen werden zij echter hierbij nooit
verwijderd.
Beter gevolg werd bereikt als in plaats van
koud, warm water werd gebruikt, als dus ge
handeld werd, zooals in keukens bij het reini
gen van vaatwerk gebruikelijk is. Was het
water 8lechts lauw-warm, dan was het effect
zeer onzeker en slechts enkele keeren, als bijv.
besmet speeksil of slijm nog niet aan het glas
was aaigedroogd, als dus weinige minuten nu
de infectie der glazeu reeds met schoon niakeu
werd begonnen, konden na het afdrogen geen
besmeUii.gskiemcn meer worden aangetoond.
Het resultaat verander le ook met veel, als
in plaats van lauw water, water van 50 gr. C.
werd gebruikt, een temperatuur, welke de haud
nog juist kan verdragen en die in de keuken
wel niet veel zal worden overschreden. Werden
de glazen hierin slechts kort afgespoeld, dun
bevatten zij, ook na het afdrogen, bijna steeds
levende ziektekiemen, zij het ook in merkbaar
kleiner aantal.
Een zekere vernietiging werd echter eerst
bereikt, als de glazen langer dan 5 minuten in
het beete waier hadden gelegen, hetgeen bij de
proefneming ook bleek he' geval te zijn met
verschillende soorten van ziektekiemen, zooals
die der diphtherie, typhus, enz.
Eveneens nam prof. Von Esmarch proeven
met vorken. Eerst werd vastgesteld, dat aan
ijzeren vorken de typhus- en diphtherie-bacil,
met speeksel gewreven, ten minste 24 uren in
het leven blijft aan alfenid-vorken konden zij
slechts tot 6 a S uur liiï de besmetting levend
worden aangetoond. Het spreekt van zelf, dat
deze tijd rijkelijk voldoende is om infectie mot
genoemde ziekten te weeg te kunnen brengen.
De reiniging der vorken geschiedt gewoonlijk
op de zelfde wijze als die der borden en drink
glazen.
Dat de proeven juist zoo uitvielen als bij de
drinkglazen, is niet te verwonderon, daar men
Hier met een mechanisch schoonmaken te doen
heeft, hetgeen by de oneffenheden eem r vork
misschien nog meer moeilijkheden oplevert,
dan bij de wegens haar gladheid gemakkelijker
toegankelijke glasoppervlakte. Overigens werd
do proefexemplaar tweemaal op zoodanige wijze
herhaald, dat aan het dienstpersoneel, zonder
medeweten, een met opzet besmette vork
schoon lo maken word gegeven. Beide keeren
kwam zij terug „schoongemaakt", doch met
bacteriën beladen.
Deie onderzoekingen leeren voldoende om te
concludeeren, dat door de gebruikelijke mecha
nische reiniging, zelfs met aanwending vqn
warm water, geen afdoende uitwerking is te
bereiken, met name wat het verwijderep van
eventueel aanwezige bachteriën betreft.
Er moest dus naar werkdadige en teven
eenvoudige en in de practijk bruikbare reini
gingsmethoden worden gezocht.
Het meest voor de hand lag het gebruik van
water van hoogere temperatuur eu inderdaad
volgde, bij in deze richtiag genomen proeven,
zonder uitzondering, indien men goed kokend
water gebruikte, de dood der kiemen met groote
zekerheid binnen enkele minuten.
Dergelijke hooge temperaturen hebben echter
inde practijk eenige uadeelen, die hun toepas
sing in den weg staan, althans belemmeren.' Im
mers, voorwerpen van glas springen gemakkelijk
in zulk heet water, de handvatten der messen
gaan losstaan en uit het water halen der voor
werpen is al mede aan bezwaren verbon
den.
Vervolgens werd aandacht gewijd aan de toe
voeging van z. g. chemische ontsmettingsmidde
len aan het water. Het grootste deel dezer stoffen
moest echter buiten beschouwing blijven, deels
om het schadelijke of gevaarlijke, aan hun ge
bruik verbonden, deels om hun reuk, enz.
De soda-oplossing in verwarmden toestand en
reeds bij een sterkte van 1 tot 2 pCt. ontsmet
zeer goed, zooals genomen proeven dit bewe-
Wasde temperatuur van het water 40 gr. C.
en was het soda-gehalte 1 pCt. dun waren zelfs
na 3 minuten noch typhus-, noch diphtheriebac-
teriën gedoodmaar werd de temperatuur '10
gr. verhoogd, dan waren de diphtheriébacillen
na éen minuut gedood, andere eerst na vijf
minuten. Eerst toen het sodagehulte tot op het
dubbele werd gebracht, dus in 2 procents
soda-oplossing van 50 gr., kon ook bij laatst
genoemde in éen minuut een beslist zeker ge
volg worden bereikt.
Leerrijk is in dit opzicht alweer een ervaring
aan de practijk ontleend. Een goed vertrouw
baar en accuraat laboratoriumknecht pleegt de
gebruikte glazen gereedschappen voorzoover zij
niet besmet ziju in een warme 1 pCt. soda-op
lossing om te wasschen, met zuiver water na
te spoelen en dan in de lucht te laten drogen.
Nu werden hem meermalen een reeks glazen,
waarop besmet speeksel aanwezig was, in stilte
bij de overige gevoegd, en daarop bleken de
gereinigde glazen ongeveer nog de helft besmet-
lingskiemen te bevatten.
Wat leeren nu alle tot dusver vermelde proe
ven
Vooreerst dit: dat de algemeen gebruikelijke
reinigingsmethoden voer eet- en drinkgereed
schappen niet toereikend zijn om ze, voor het
geval er besmettelijk speeksel aan zit, met ze
kerheid te bevrijden, lntusschen moet men in
het oog houden, dat bij al deze proeven een
zóo ruime besmetting opzettelijk plaats had,
als ze in werkelijkheid, zelfs in buitengewone
gevallen, wel nooit zal voorkomen, en bet is
zeer goed mogelijk, ja, missshien waarschijnlijk,
dat, als besmettingskannen in geringe hoeveel
heid met het speeksel zyn gemengd en slechts
weinige speren van dit speeksel aan hot glas
geraken, een zindelijke keukenmeid deze kie
men op de tot dusver gevolgde wijze van
schoonmaken in den regel gemakkelijk zal ver
wijderen.
Het is ook wel aan te nemen, dat een inllu.
enzu-lijder, een, diphtherie^patiëDt, zijn ziekte- ge
makkelijker door hoesten op anderen kun over
brengen, dan door middel vun zijn onvoldoend
gereinigd eetgereedschap of zijn drinkglas, maar
dit laatste verhoogt bet gevaar, ook voor de
niel-onmiddellijke omgeving. Zeer doelmatig
ware het, als in vele gezinnen, eu vuoral ook
in restaurants, meer zorg aan de reiniging dezer
voorwerpen werd besteed dan te dasverre ge
bruikelijk is.
Wil men geen kokend water gebruiken, dan
neme men.water van lagere temperatuur en voege
daaraan soda toe, zooals boven is uiteengezet.
Absoluut noodig wordt een dergelijke wijze
van reinigen als een lid van het gezin lijdt aan
de eene of andere ziekte, welke door bot speek
sel zou kunnen worden overgebracht, bijvoor
beeld diphtherie, influenza, longontsteking. Een
zorgvuldige en tot het geheel verdwijnen der
ziekte voortdurend volgehouden ontsmetting van
de voorwerpen voor dagelijksch gebruik, na
ieder gebruik door den zieke, is van evenveel
nut te achten, als de algemeene ontsmetting,
die men gewoonlijk op het laatst toepast.
Het spreekt van zelf, dat dit in nog hoogere
mate geldt voor herstelliugs (Kur) plaatsen,