Donderdag 3
BLOOKERS
No. 7669.
58e Jaargang
DAALDERS
CACAO.
UITGAVE
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, olïicieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
lals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Postbus 9.
Telephoon 19
KENNISGEVINGEN.
Ter-visie-ligging opgaven van candidate».
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT
maakt bekend, dat de bij hem ingeleverde
opgaven van Candidaten voor de op heden ge
houden verkiezing, ter vervulling van een plaats
in de Tweede Kamer der Staten-Generaal even
als het door hem opgemnnkte proces-verbaal
van sluiting der candidatenlijst, ter Gemeente
secretarie voor een ieder ter inzage liggen
dat afschriften dier stukken aangeplakt en
tegen betaling der kosten verkrijgbaar zjjn.
Amersfoort, 1 Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De BURGEMEESTER %an AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Ge
meente, dat de door den Direcieur van 's Rijks
directe belastingen, enz. te Utrecht executoor ver
klaarde kohieren Nos 5, en 6 van de
Personeele belasting,
over het dienstjaar 1909 aan den Ontvanger vao
's Rijks directe belastingen alhier zjjn 'er ha' d gea eld
aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen
aangeplakt te Amersfoort den 1. Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving
van den Commissaris der Koningin in de pro
vincie Utrecht d.d. 28 Mei 1909, -Ie afdee-
ling, No. 2401/1701, ter kennis van belanghebben
den, dat in de Gemeente Utrecht een geval
van KWADEN DROES is voorgekomen.
Amersfoort, 1 Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd.
WUIJTIERS.
STEMMING
ter verkiezing van éen lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT
brengt ter openbare kennis, dat op Vrijdag
den 11 Juni aanstaande, van des morgens acht
tot des namiddags vijf uren, de stemming zal
geschieden ter vervulling van éen plaats in de
Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het
kiesdistrict Amersfoort, waartoe deze Gemeente
behoort,
De candidaten, in nlphabetische volgorde, zijn
ASOH VAN WIJCK, Jhr. Mr. H. W. van
BEAUFORT, Mr. W. II. de
LEEUWEN, Dr, J. van
De herstemming, zoo noodig, zal plaats heb
ben op Woensdag 23 Juni d.a.v.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op art.
12S van het Wetboek van Strafrecht, luidende:
„Hij, die opzettelijk zich voor een ander uit
gevende aan een krachtens wettelijk voorschrift
uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar".
Amersfoort, 2 Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Een belangrijk adres.
Men verzoekt ons, liet volgende adres in
extenso op te nemen, dal door den Raad
der Gemeente Zeist is verzonden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Geeft met verschuldigden eerbied te ken
nen,
De Raad dor Gemeente Zeist,
dat hij met belangsielling heeft kennis
genomen van het ontwerp van wet tot wij
ziging der Gemeentewet, dat bij Konink
lijke Boodschap van 18 Februari 'j.l. by uwe
vergadering werd ingediend
dat het doel van de voorgestelde wjjzi-
ging: lenging, althans verzachting te bren
gen in de fioaneieelen nood, welke onder
scheidene Gemeenten drukt, zijn volle sym
pathie heeft;
dat bij echter met bescheidenheid ver
meent, dat de middelen, die in het ontwerp
worden aangegeven, niet voldoende zijn om
tot hel geweuschte doel te geraken
dat toch, al zullen er Gemeenten zijn,
thans in financieelen nood verkeerende, (he
door de verruiming van het heflingsgebied
der plaatselijke belastingen, zeer zullen wor
den gebaat, daartegenover staat, dat andere
Gemeenten, welke nu in haar eigen huis
houding, zonder te hooge belastingheffing,
kunnen vooizien, in financieelen nood zul
len gaan verkeeren, als het ontwerp, zooals
het thans luidt, tot wet zal zyn verheven,
zoodat de financieele nood der Gemeenten
niet gelenigd of verzacht, maar slechts ver
plaatst zal worden
dat het zeer zeker voor de thans in nood
verkeerende Gemeenten met lanbouwende
bevolking gewenscht zal zijn, het recht te
verkrjj>ren de elders wonende eigenaren van
in de Gemeente gelegen onroerende goe
deren meer in de plaatselijke belastingen te
doen bijdragen, evenals het voor de groote
Gemeenten met veel nijverheidsondernemin
gen, die zich belangrijke uitgaven getroosten
ten behoeve vau den handel en de nijver
heid, van groot belang is, ook vao de elders
wonende bestuurders van in de Gemeente
gevestigde industrieele ondernemingen, als
mede van de rechtspersonen, hun aandeel
in de lasten te kunnen vorderen
dat het echter voor eerstgenoemde Ge
meenten, van hoeveel belang de voorgesti Me
verhooging der opcenten op de Grondbelas
ting ook moge zijn, nog wenschelijker zou
wezen, wanneer zij vrijheid verkregen de
opcenten op de ongebouwde eigendommen
tot het zelfde getal te bepalen als voor de
gebouwde, op het voetspoor van art. 126ter
der in 1905 gewijzigde Provinciale wet,
waarbij zelfs verboden is, de opcenten op de
ongebouwde eigendommen tot een lager
getal te heffen dan voor de gebouwde
dat, wanneer de veijiooging der opcenten
op de Grondbelasting (art. 242a), de helling
t ener beiastingop het bedrijf (Ul t- 241)1), er.
betaanslaan van rechtspersonen (art.'244a, 3e)
niet voldoende zijn om den liiiuncieelen nood
van sommige Gemeenten te lenigen en hel
daarom noodig mocht wezeo, ook de elders
hooldverblijf hebbende personen in de plaat
selijke belasting, voor van den aanslag,
te doen bijdragen voor hunne inkomsten uit
iu de Gemeente gelegen onroerende goede
ren of iu de Gemeente uitgeoefende betrek
king, beroep of bedrijf, dit toch geciiszius
mag geschieden ten koste der Gemeenten,
waar die personen hun hoofdverblijf hebben
dat dit juist het geval zal zijn als de voor
gestelde bepalingen iu de arlt. 244den'246e
tot wet zullen ziju verheven, omdat dan het
inkomen van den belastingplichtige, dat ont
leend wordt aau elders gelegen onroerende
goederen of elders uitgeoefende bedrijven,
enz. slechts voor of '/2 van hel bedrag
in aanmerking mag komen ter berekening
van den aanslag in de Gemeente van het
hoofdverblijf;
dat deze bepulingen blijkbaar teo doel
hebben dubbelen aanslag te voorkomen, doch,
wanneer dit niet kau worden overgelaten
aan do belastingplichtigen zelf die meestal
dubbelen aanslag zullen voorkomen door te
gaan wonen in de Gemeente waar de goe
deren gelegen ol' de bedrijven gevestigd zijn
eu de wetgever het noodig mocht vinden,
dubbilen aanslag onmogelijk te makendoor
beperking van de vrijheid der Geraeontebi-
stureti, dit beter kau geschieden door de
bevoegdheid tot belastingheffing der Gemeen
ten, waar do goederen zijn gelegen of het
bedrijf wordt uitgeoefend, en die thans nog
geen recht tot belastingheffing hebben, te
beperken tot van a°a aanslag> dan *n"
breuk te maken op de bestaande rechten dei-
Gemeenten van bet hoofdverblijf;
dat toch aan de Gemeenten, waar de
vermogende eigenaars van elders gelegen
onroerende goederen of elders gevestigde
handels- of uyverbeidsondernemingeu zich
GEEN CACAO SMAAKT
Z00 KRACHTIG ALS
gaarne vestigen, juist daardoor hooge eischeo
gesteld worden en de huishouding dier Ge
meenten juist door de grootere draagkracht
der inwonende belastingplichtigen kostbaar
der is ingericht, dan het geval zou zijn ge
weest, wanneer de bevolking hoofdzakelijk
bad bestaan uit de arbeidende klasseenden
kleinen burgerstand
dat din Gemeente dus uitgaven hebben te
doen en verplichtingen hebben na .e komen,
die in andere Gemeenten onbekend zyn
dat het daarom niet aangaat, de huishou
ding dier Gemeenten in de war te brengen
door wettelijke bepalingen,|die de Gemeenten
beletten van haar ingezetenen belasting te
heften naar het volle bedrag hunner inkom
sten
dat hierdoor door den Rijkswetgever een
greep zou worden gedaan in de kas der Ge
meenten als nimmer te voren zonder schade
vergoeding ia geschied
dat immers in 1865, toen de inkomsten
der Gemeenten werden verminderd door de
afschaffing der gemeentelijke accynsen, de
Gemeenten daarvoor werden schadeloos ge
steld, doordat het Rijk aan haar afstond het
*/6 gedeelte der Rijks Personeele belasting,
terwijl in 1897 bij de Wet regelende de
financieele verhouding tusschen het Rijk en
de Gemeenten, toen de wetgever een goedd
formule meende gevonden te hebben om
het bedrug der Rijksuitkeering te berekenen,
het bedrag der vroegere uitkeering werd
gewaarborgd voor die Gemeenten, welke,
volgens de nieuw aungenoium berekening,
minder zouden ontvangen dan volgens de
vroegere regeling
dat in lr 65 zoowel als in 1869 terecht is
ingezien door den wetgever, dat het niet
aangaat, de Gemeenten een gedeelten der
inkomsten, waarop zjj gerekend hebben en
waarnaar zij haar buishouding hebben inge
richt, te ontnemen
dat de Gemeente, waar thans vele ver
mogende ingezetenen zyn gevesiigd wier
bronnen van inkomsten gelegen zijn in andere
GemeenteD, door de voorgestelde artikelen
244d en '246c veel zwaarder zullen worden
getroffen dan in 1865 of 1897 met de meeste
Gemeenten het geval is geweest;
dat, mocht de onveranderde aanneming
der artikelen '244a 3e, 244(1 en 246c beslist
noodzakelijk zijn om den financieelen nood
van sommige Gemeenten te lenigen en om
dubbelen aanslag onmogelijk te maken, de
billijkheid medebrengt, dat ook nu, evenals
in 1865 en in 1897, door het Rijk aan de
Gemeenten worde vergoed, het bedrag der
schade, die zy volgens de nieuw ontworpen
bepalingen in baar financiën ziuden lij
den;
dat het hem vootts een teleurstelling is,
dat de Wet van '24 Mei 1897, Staatsblad
156, regeleude de financieele verhouding
tusschen het Ryk en de Gemeenten niet te-
veus aan een tierzieniug wordt onderwor-
pen
dat, al mocht men van meentng zijn, dat
de grondslagen' dier wet niet behooren te
worden gewijzigd, het toch wenscheiyk moet
worden geacht, het bedrag der vergoeding
volgens die wet opnieuw vast te stellen, naar
gegevrns over het dienstjuar 1908 of 1909,
aangezien de voor de oorspronkelijke be
rekening gediend hebbende gegevens van
1896 zoozeer verouderd zyn, dat zy '.hans
moeilyk meer als juiste basis voor de bere
kening van hetgeen het Ryk aan de Gemeenten
behoort te vergoeden, erkend kunnen wor
den.
Redenen waarom de Raad der Gemeente
Zeist zich tot uwe vergadering wendt mei
beleefd verzoek, in bet ingediende ontwerp
van wet tot wijziging van de Gemeentewet
de volgende wijzigingen te willen aanbrengen
le. Art. 242a te lezen
Het getal opcenten op de QrondbahUng
kan tot tachtig gaan en mag voor de onge
bouwde eigendommen niet hooger zfjo aan
van de gebouwde
'2e. Art. 244d en hot 2e lid van art 246c
te doen vervallen;
3e. In art. 245c in plaats van 3/4 Ie lezen V*
4e. Aan het slot van het wetsontwerp
een nieuwe bepaling toe te voegen van de
volgende strekking»In de arti. 2, 3, 4 en
5 der Wet van den 24 Mei l897,St*atablad
156, worden de jaartallen 1894, 1895, 1896
en 1897 veranderd respectievelijk in 1966,
1907, 1908 en 1909, of in 1907, 1908, 1909
eu 1910."
Vuor 't goval tegen de inwilliging van
het hierbovon onder 2e gevraagde bezwaar
mocht bestaan, verzoekt de Raad voornoemd
beleefd, een bepaling in do wet to willen
opnemen, volgens welke de jaariyksche uit
keering van het Rijk aan de Gemeenten
wordt verhoogd met het bedrag, dat de Ge
meenten, ten gevolge der bepalingen van de
artt. 244'/. en '246c, bij geiyk heffiogspercen-
tage, minder zullen ontvangen aan plautse-
lijLj belasting op het inkomen, dan zjj zou
den hebben ontvuogeD, wanneer die bepa
lingen niet tot wot waren verheven.
Dat adres werd vastgesteld in de Raads
vergadering van 15 Mei.
Een wel zeer goed ingelicht medewerker
der «Nieuwe Zeister Crt." we kannen
hem persoonlyk, doch vinden geen vryheid
zyn naam of zijn qualiteit hier mee te dee-
len schrijft daarover:
Doel van die wetswyziging is om verschil
lende noodlijdende GemeenteD, zooals Am
sterdam en andere, te hulp te komen.
Doch gevolg van dit edele streven der
Regeering zou wezen, dat Zeist en andere
soortgelijke Gemeenten, die nu op eigen
beenen kunnen staan, in nood zouden gaan
verkeeren en hulpbehoevend werden.
Immers al du forenzen dat zyn de
menschen die hier wonen, maar hun zaken
te Amsterdam of elders dryven zouden
volgens die nieuwe regeling maar de helft
aan bdastiug betalen, van hutgeen zy nubjj
onzen Gemeente-ontvanger brengen.
En de grondeigenaren, die hier wonen,
maar in Friesland of Zeelaod of ergens
elders hun boerderijen hebben liggen, zou
den, ging die wetswyziging door, slechts een
vierde deel in do Gemeentekas storten van
du som, die zij nu aan Gemeentebelasting
opbrengen.
Als een berekend werd op hoeveel schade
dit oDze Gemeente zou komen te staan, zou
dat gowis blyken een aanmerkeiyke som te
zyn.
Met het oog nu op dat vorlies aan in
komsten uit de belasting van de forenzen
en de grondeigenaars besloot de Gemeente
raad, zich tot de Tweede Kamer te wenden.
En we vertrouwou, dat niet enkel Zeist,
maar ook wel Baarn en Bussum en Hilver
sum en Driebergen, Doorn en meer derge
lijke plaatsen do stem zullen verheffen. Want
die allen zouden heel wat nadeel lyden.
En nu zegt wellicht deze of gene«Maar
Zeist en ai dorgeiyke dorpen pr.diieeren
toch ook maar prachtig van de vele foren-