Zaterdag 17
Juli 1909.
No. 7688.
58e Jaargang.
OP REIS.
Binnenland.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post f 1.45. Advertentiën 4—6 regels 69 centelke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 4—5 regels f 4.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht
BUREAU:
KORTEGRACHT 9
stbus 9, Telephoon 49.
Bij dit nummer behoort een
BIJVOEGSEL.
Aan onze abonné's die tijdelijk elders,
binnen- dan wel buitenlands, vertoeven,
wordt op aanvrage en met duidelyke
opgave van adres, de courant eiken ver
schijndag tegen vergoeding van bet
porto toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
elfde wijze de geregelde toezending van
de „Amersfoortsche Courant" tijdens hun
tstedigheid zich verzekeren.
KENNISGEVINGEN.
Inkwartiering.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT.
Gelet cp art. 18 der Wet van den 14 Septem
ber 1866 (Staatsblad no. 138) houdende bepa
lingen betrekkelijk de Inkwartiering,
Doen te weten, dat de bij art. 17 dièr Wet
bedoelde lijst door hen is herzien, iu afschrift
aan de bergplaats bij het Raadhuis aangeplakt
is en gedurende veertien dagen, te rekenen van
heden, op de Secretarie der Gemeente, Kamer
no. 8, voor een ieder ter inzage ligt, alle Werk
dagen van 10 tot 1 uur.
Amersfoort 13 Juli 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Sec etaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
volgens schrijven van den Commissaris der
Koningin in de Provincie Utrecht, dd. 12 Juli
1909 van 22 Juli tot 14 Augustus a.s. schiet
oefeningen zullen worden gehouden van ver
schillende verdedigingswerken in de stelling van
Den Helder:
a. van het fort Kijkduin, waar'jy dc zee
onveilig is tusschen de ware richtingen
Z.W. en N.W., tot hoogstens 7500 M. van het
fort;
b. van hot werk Kaaphoofd, waarbij o n-
veilig wordt gemaakt een sector tusschen
de ware richtingen N. W. en N.O. (90°) tot op 4500
M. van het werk en tusschen de ware richtin-
tingen West en Noord (90°) .tot op 6000 M.;
c. van het fort Erfprins, waarbij het o n-
veilige terrein ligt tusschen de ware rich
tingen West tot N. N. O., tot op hoogstens
8500 M. van het fort.
De onveilige Bector zal voor elk fort worden
aangegeven door 2 stellen bakens, op het fort
of op de zeewering, geplaatst, en waarvan het
eene voorzien is van één en het andere van
twee merkendie van Kijkduin bestaan uit
sohuine dwarsplanken, vau Kaaphoofd uit drie
hoeken en van Erfprins uit horizontale dwars-
planken.
Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van
den vuurtoren van Kijkduin en van de betrok
ken forten eene roode vlag waaien, die drie uur
vóór het begin der oefening halfstok en Óen uur
vóór de oefening geheel voorgebeschen wordt.
Bovendien zal op den avond vóór en op de
dag dat geschoten wordt een waarschuwingsbord
geplaatst worden op het terrein van den ge
meentelijken vischafslag te Nieuwediep.
Vermoedelijk zal een stoom vaartuig aanwezig
zijn ter bewaking van het onveilige terreinde
aanwijzingen van den gezagvoerder moeten zoo
veel mogeljjk opgevolgd worden. Indien de
oefeningen het toelaten, zal door dit vaartuig
aan kleinere zeil vaartuigen desgewenscht hulp
wörden verleend om uit den onveiligen sector
te komen.
Bjj het uiteinde van het gedeelte der Helder-
sche Zeewering dat als onveilig word beschouwd,
zullen posten worden geplaatst, die door het
opBteken van roode vlaggetjes den tijd zullen
aangeven, waarop het verkeer langs die zeewe
ring verboden zal zijn, hetgeen in den regei niet
langer dan 5 minuten zal duren, terwijl daarna
het vuren eenigen tijd gestaakt wordt.
Amersfoort, 16 Juli 1909.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUIJTIERS.
De Middenstands-enquête.
Bij Kon. besluit van 15 September 1908,
no. 49, werd ingesteld de Staats-commissie
voor de Middenstauds-enquête.
De 2e aldeeling dier commissie heeft te
gen Dinsdag 27 Juli een vergadering belegd
ln de groote zaal van „Het Valkje".
We willen trachten eens uiteen te zetten
wat dit onderzoek, dat over heel het land
wordt gehouden, bedoelt.
Eu vooraf willen we meedeelen waar
op ook wel iu de vergadering de nadruk
zal worden gelegd dat deze Staats-com
missie niet is een verkapte belasting-com
missie en dat dit onderzqek absoluut niet
wordt ingesteld met het doel om van de
handeldrijvende en de industrieele minden-
standers langs een omwegje te welen te
kooien hoeveel kapitaal zjj te beschikken
hebben en hoe groot hun omzet en hun windst
is om daarna er naar die gegevens hun
Bedrijfsbelasting te kunnen verhoogen.
De antwoorden op de Vragenlijsten wor
den door «ln commissie beschouwd als streng
vertrouwelijk.
Heteenige wat bet onderzoek beoogt, is:
van de middenstanders zalven te vernemen
boe zij bun zaken dry ven om, met die gege
vens in de hand, middelen te kunnen bera
men om het zaken-doen te vergemakkelijken.
Bij het onderzosk naar den toestand van
den bandeldiyvenden en industriëlen Mid
denstand is het slechts de bedoeling, te lee-
ren kennen den toestand van die groep van
bedreven, die niet uitsluitend als behooreude
tot groot-industrie of groothandel zijn te
beschouwen. In hei bijzonder is hel doel,
op de Ljogte te komen van den toestand
der ondernemers, die geacht kunnen worden
tot den middeiistaud te behooreo.
Het schijnt niet gewenscht, bij het onder
zoek van den aanvang af zekere onderne
mers uit te sluiten wegens te geringen of
te grooten omvang van hun bedrijf of andere
vooropgezette kenmerken. De omvang toch
en de beteekenis van de groep uit de mid-
denstaodsbedrijven, waarom het hier gaat,
zal eerst voor deu dag komen en nader kun-
ueo worden omschreven en vas.gesteld,
wanneer het geheele vak in den boven iu
algemeeuen zin aangeduideu omvang in ver
schillende plaatsen nauwkeurig is onderzocht
eu beschreven. Zoo bijv. de kleermakerij,
bakkerij, schoenmakerij, mauufuctuurhandel,
enz.
Ia enkele daartoe met zorg uitgekozen
typen van Gemeenten zullen zooveel mogelijk
alle bedryveo, voorzooveer zy in die plaats
worden beoefend, onderzocht moeten worden.
By dit onderzoek is hei vooral om twee
dingen te doen. Vooreerst om de ontwikke
ling te leeren kennen, van de onderzochte
Gemeente in 't algemeen en haar bedrijven
in 't bijzonder, over een tijdperk van ruim
dertig jaar, sinds ongeveer 48/4. ln de tweede
plaats moet een nauwkeurige beschrijving
worden verkregen van den toestand, zooals
die op dit oogenblik aanwezig is in de ver
schillende bedrijven.
Dit onderzoek is uitteraard zeer omvang
rijk. Het sluit in zich een beschrijvend on
derzoek naar elk bedryf in het bijzonder.
Eea dergelijk onderzoek zal in den regel
met vrucht kunnen worden bewerkstelligd
door éen persoon in plaatsen met een maxi
mum van ongeveer 20000 zielen. Voor
grooiere plaatsen zal slechts een eenigszins
volledig beeld der gezamenlijke middenstands-
bedrijven kunnen worden verkregen, als
daar enkele personen samenwerken.
Onderstaande punten dienen o;n eeuigszins
een leiddraad aan le geven by deze onder
zoekingen.
Maken plaatselijke omstandigheden zulks
wenschelijk dan wordt natuurlijk aan de
onderzoekers vrijheid gelaten om, voorzoo-
veel noodig, hiervan af te wjjkeD. Met het
oog op de vorming der algemeene eindcon-
clusiëa is het echter gewenscht, dat zooveel
mogely k het hieronder gegeven schema worde
gevolgd.
Historische ontwikkeling van de plaats
sedert 4874.
a. Bevolking. Statistische cijfers vol-
£ens perioden vau 5 jaren, te beginneu 31
'ecember 4874. Het laatste cijfer31 Decem
ber 19J8.
b. Karakter van de plaats. Hoofdmid
delen van bestaan (byv. industrieplaats met
groot-industrie, marktplaats, landbouwge-
meente, enz.).
Veranderingen daarin gedurende bet be
doelde tijdvak.
Statistische gegevens aangaande de markt-
bewegiog, de ontwikkeling van belangrijke
takken van industrie, den landbouw.
c. Verkeersmiddelen. üntwikkeliug der
verschillende verkeersmiddelen met de be
langrijke data dienaangaande (opening nieu
we verkeerswegen). Statistiek van ver
voer, zoowel van goederen als van personeo.
d. Schoolwezen. Ontwikkeling en toe
stand van bet onderwijs (Lagere en Middel
bare scholen, vakonderwijs). Statistiek van
het aantal leerlingen, met tijdperken van 5
jaren (bij vestiging van nieuwe scholen in
de laatste jaren, liefst mpt kortere termijnen).
e. Orediet- en Bankwezen. Aantal cre-
dietinstellingen en omvang daarvan. Be
loop der disconto-'s bij bet agentschap of
correspondentschap der Nederiandsche Bank.
Bedrag van incasso's o. a. door middel
van de Post. Bestaan en ontwikkeling,van
Coöperatieve crediet-, volks- en hulpbanken.
f. Geldelijke toestand van deoodernemers.
Hierbij kunnen worden geraadpleegd de
kohieren van de hoofdelijke omslagen in de
lau'Ste tien jaren. Het is van belang, na te
gaan of deze te stand in verhouding tot dien
van de andere klassen der maatschappij is
vooruitgegaan dan wel de zelfde is geble
ven.
II.
Beschrijving van de afzonderlijke vakkeD.
Rij deze beschrijving zal de bewerker van
hot onderzoek zich zooveel mogelijk voor
elk vak, dat hy onderzoekt, iu verbinding
stellen met de vereemgingen van patroons
in dat vak ter plaatse, of indien deze niet
bestaat, eenige patroons bijeenroepen.
Het is gewenscht, in eeo dergelyke bijeen
komst zoowel de algemeene als de bijzondere
vragenlijst van dat vak te bespreken.
Met deze besprekiDg wordt niet bedoeld
reeds dadelijk antwoorden te verkrijgen op
de vragen, maar iolicbtingen te erlangen
omtrent de doelmatigheid der vragen, die
Voorkomen in de bijzondere vragenlijst voor
bet betreffende vak.
Terwijl uit den aard de algemeene vragen
lijst onveranderd moet worden gelaten, kan
do byzondere vragenlijst, op grond van deze
bespreking,de door den onderzoeker gewensch-
te veranderingen ondergaan.
Daarna worden de lysien aan de patroons
toegezonden. Indien de invulling door dezen
niet op voldoende wijze plaats vindt, is bel
gewenscht, eenige personen uit te noodigen
om de patroons te bezoeken teneiDde een
voldoende invulling der lijsten te bevorde
ren.
De verzamelde gegevens -kunDen dan door
den bewerker worden geschift en aangevuld
met betgeen hem van andere zjjde (byv.
door het onderzoek van de belastingkohieren,
navraag by Bankinstellingen of groothande
laren, leveranciers, enz.) is gebleken.
De bewerking van deze gegevens geeft
aanleiding tot het samenstellen van een be-
schrjjviug aan de band van de verschillende
onderstaande punten. Deze bescbiyving worde
ingezonden liefst tezamen met bet materiaal,
waarop de conclusies berusten.
Bij het onderzoek naar den toestand van
een vak is te Ietten achtereenvolgens op:
I. Uitoefening van nevenbedryven
II. de opleiding van den ondernemer;
III. het vaste- en het bedrijfkapitaal
IV. de aanschaffing der grondstoffen
V. de werktuigen en machines;
VI. de arbeidskrachten en arbeidsvoorwaar
den
VII. de verwerking der grondstoffen;
VIII. den verkoop;
IX. de boekhouding;
X. het veroenigiDgsieven
XI. de algemeene en byzondere opmer
kingen, die de ondernemers zelveo bij de be
antwoording van verschillende by bet onder
zoek te berde gebrachte vragen hebben ge
maakt.
De Commissie stelt er prys op, dat deze
opmerkingen, alscnc.de de beschouwingen van
den onderzoeker dienaangaande, zoo volledig
mogelijk worden opgenomeD, maar vestigt
er de aandacht op, dat naar onderscheidene
vraagstukken, o.a. het crediet-vraagstuk, on
eerlijke concurrentie, Zondagsrust, winkel
sluiting, vliegende winkels, expositie van win-'
kei waren en détail verkoop, openbare ver-
koopingen van nieuwe goederen, uitverkoo-
peD van nieuwe winkelgoederen, openbare
markten, venten, enz. nog een afzonderlijk
onderzoek zal worden ingesteld.
Deze volgorde ligt bet meest voor de baud
bij de beschrijving van den Industrieelen
middenstand. Het spreekt van zelf, dat by
een beschrijving, die uitsluitend den handel
tot onde-werp heeft, sommige rubrieken
eenige verandering moeten ondergaan.
Eindconclusies zijn dan door den bewerker
zei ven af te leiden ten aanzien van den
geldelijken toestand der ondernemers, den
toestand der bedrijven, de oorzaken van
achteruitgang, vooruitgang, enz., bet even
tueel geleidelijk verdwijnen van bedrijven,
bet ontstaan van nieuwe of de specialisatie
van bestaande bedrijven, verwachtingen
aangaande de toekomst, middelen tot herstel
bij gebleken achteruitgang, enz.
De totaal-inkomsten der Rijksmiddelen over
bet eerste halfjaar zyn niet ongunstig. Het
totaal- cijfer f 78257 3l»4 is verkregen door een
vrij algemeene toeneming der middelen, ter-
wyl onder de achterblijvende eenige waren,
waarover men zich niet bezorgd pleegt te
maken, n.l. bet successierecht, dat bijna an
derhalve ton, en de accyo3 op bet gedistil
leerd, die bijna drie ton minder opbracht
dan in 1908. In het geheel is er 25 millioen
meer ontvangen dan io 4908, zoodat er op
de helft der raming nog slechts ruim 2 mil
lioen tekort is.
Door de Regeering is ingediend een wets
ontwerp tot wijziging der Wet tot regeling
van het Lager onderwijs. De strekking er
van is om aan het Meeruitgebreid lager
onderwijs meer subsidie van Rykswege te
verleenen.
Ter toelichting wyst de Minister van Bin
nen!. Zaken er op, dat er in den laatstee
hjd by de Regeering ook van de zijde van
de Staten-Generaal herhaaldelijk op is aan
gedrongen, dat maatregelen zouden worden
voorgesteld om meer steun te verleenen
aan het Meeruitgebreid lager onderwijs. Die
aandraog is nog sterker go worden in ver
band met het voorstel tot subsidieering van
byzondere Hoogere Burgerscholen. Zoolang
echter werkelijk niet vaststaat wat in bet
algemeeu onder Meeruitgebreid lager on
derwijs is te verstaan, is het niet mogelijk
merkt de Minister op een afdoende
wettelyke regeling te maken betreffende
de subsidieering van dat onderwijs.
F.n daartoe zal men z. i. eerst kunnen ge
raken wanneer de gelegeabeid zal hebben