Dinsdag 9 November 1909. No. 7737. 59e Jaargang, Stadsnieuws. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per S maaDden ƒ1. franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel* abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, offic'eële- en oateigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25 elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Cij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Postbus 9. Telefoon ZINGEN. Een algemeene klacht is, dat het met ODzen volkzang zoo treurig gesteld is. Wel wordt er bij tijd en wijle een commissie van toonkunstenaars en liefhebbers benoemd om in dien toestand verbetering te brengen, maar daarvan is tot nog toe bitter weinig te bespeuren. Zoo bestaat er te Amsterdam een commissie van, ik meen wel zes heeren, die al langer dan een jaar werkzaam is om liederen te verzamelen, die in den smaak zullen vallen van het volk. Laat ons hopen, dat baar werkzaamheid goede vruchten moge dragen. Een Nederlandsch schrijver heeft gezegd: »Ons Volk spreekt niet, het wauwelt of twisthet z i n g t niet, het lolt". Een hard oordeel, doch belaas I al te waar. En toch is de zang een van de heerlijkste gaven, ons geschonken. Ware ik dichter, ik zou een gloeiend loflied aanheffen op het zingen hoe het lied, dat uit het harte vloeit, is als de lieve zonhoe het lied jubelend uiting geeft, wanneer blijde blijdschap ons dooi .'rilthoe het lied. door een heerlijke stem gezongen, de edelste snaren van ons gemoed treft en doet klinkenhoe bet lied onder den arbeid vermoeidheid doei vergeten hoe een lied een geheel volk in geestdrift kan opvoeren tot een krachtsinspanning zonder wedergahoe het frissche kinderlied ons treft door zijn ongekunsteldheid en reinheid. Hoe het lied in de huiskamer moet zingen, in de feestzaal weergalmen. Hoe het lied op een feestdag, die ons heele volk omvat, dooi de lucht moet jubelen en schallen, als de rollende golven in de wereldzee. En toch, zoo verkillend koad klinkt daar: «ons volk zingt niet; het lolt". Ja, soms erger nog: het bulkt er maar gedachteloos op los. Bijvoorbeeld de Transvaalsche boeren heb ben hun moedigen kamp tegen de Eugelschen moeten opgeven, ze hebben den stryd ver loren; maar tocb hoort men langs de straat drenzen: „En de Boeren hebben 't overwon nen, hiep hiep, hoera!"; ol vindt op een feest dag het nationaliteitsgevoel zijn hoogste uiting in den dreun: „Nieuwenhuis moet zak- kjes plakkenleve Willem drie!" Nogmaals het is al zóo vaak gedaan te wijzen op het hollo en zoutclooze van het straatlied (soms, om zijn vuilheid, mocht het wel heete-i straatgeul lied) lust me niet. Jaapje zit nog altijd in de misère, Karliueke wil maar steeds niet komen, en hun vader kan er met zijn boereuhoofd nog altyd niet b(j. In de huiskamer wordt weinig muer ge zongen. Dc tijden, dat moeder mot de kin deren zong: „Klein vogelijn op groene tak" of «Zie, de maan schijnt door de hoornen", lij keu wel voorby. Eu dat is jammer, want juist op jeugdigen leeftijd is de mensch het meest gevoelig voor mooie, aardige of innige liedjes en liederen. Op vele scholen is bet zangonderwijs ge brekkig en waar het nog goed is, zingen de kinderen in de hoogste klas driestemmig. Oaar zal ik uiets op afdingen, want dat klinkt vaak eenig mooi; maar *n eerste plaats kost dat veel tijd (in dit gevai te veel) en later, wanneer die kinderen de school hebben verlaten, hebben ze zoo weinig aau hun tweede of derde stem. M.i. moesten ze op alle scholen, open bare zoowel als bijzondere, in de hoogste twee klassen een dertig- of veertigtal mooie Hollandsche liederen leeren zingen, éen-, op zyn hoogst twee-stemmig. Laat ons hier gerust volgen het voorbeeld van onze Duitsche burenmaar het dan ook goed volgen. Al zijn hun de woorden op dien leel'tyd nog niet ten volle duidelijk, dat wordt latei- beter. Als ze 20 jaar en ouder zyn, kunnen ze toch niet zingen van»Danr zaten zeven kikkertjes", of: »EeD haantje en een hen netje, die gingen uit de stad" 7 En nu onze Zangverenigingen. In het voorbijgaan wil ik hier wijzen op de voorliefde om Duitsche muziekwerken uit te voeren. Wanneer men nu weet, dat van de zangers en zangeressen, in het gun stigst geval, ongeveer de helft, en van het luisterend publiek een vierde deel of nog minder den tekst van het gezongene ver staat en begrypt, dan is die voorbelde, op zijn zachtst, onbegrijpelijk. Nu is er in onze taal weinig keus in groote muziekwerken voor gemengd koor; maai- cr zijn tocb ge noeg liederen in dit genre. Denk maar aan het bekende koor van Wognum. Een anecdote, hoe die voorliefde voor vreemde muziek in malle verdwaasdheid kan ontaarden, lasch ik hierin. Twee jonge meisjes zingen met pianobe geleiding een beurtzang. De wijs is een weinig sleepend en zwaarmoedigdit treft twee vrouwen uit het publiek blykbaar zoo danig, dat de tranen over hun gelaat stroo men onderwijl vraagt de eene aan de an dere: «Wat zou het wezen, Fransch of Duitsch?" Dit maakte blijkbaar geen ver schil. Het grappigst was evenwel, dat het Hollandscb was. Bij zoo iets staat het verstand van een gewoon menschenkind stil. Terwijl ik dit schrijf, lees ik dat 'twee zaug-leeraren aan wel 900 directeuren van zang-vereenigingen een schrijven hebben doen toekomen met bot verzoek om zoo nu en dan 't. frissche schoollied te loten zingen. Juist mijn bedoeling, of liever niet heele- maal, niet het frissche schoollied alleen, maar ons kernachtig Hollandscb lied, al is het dan unisono (éénstemmig.) Ieder is het meer dan eens opgevallen by een feestelijke gelegenheid, dat de lust om te zingen er wel is, maar dat de stof ont breekt. En toch bezitten wij een schat van Hollandsche liederen. In bet «Nederlandscb Volksliederenboek", van het Nut, en het „Liederenboek vau Groot-Nederland", van Goers, hebben we een rijke voorraadschuur ook is er nog een zangbundel, getiteld: „Keur van Nederlandscbe liederen". Uit deze drie een vijftig of zestig mooie, kern achtige of aardige liederen samen te lezen, zou niet moeilijk ziin. Deze moesten dan in de scholen, zing- scholen en koren, geleerd worden (al was het elke week of om de 14 dagen éen lied). Dan konden we, als de gelegenheid zich voordeed en velen byeen waren, zingen, juichend zingen ons eigen krachtig Hollandscb lied en ons éen voelen, als kinderen vun éen volk. Mijn moeite van dit schrijven zal ruim schoots beloond zijn, als het onderwijzers, direotsin-s en leden van zang-vereenigingen moge opwekken, het beoogde doel te berei- kcu. Welke liederen moeten gezongen wor den, laat ik aan ieders oordeel over, hoewel ook hierin eenheid verreweg het beste is. »F.en lied, dat uit het harte vloeit, is als de lieve zon". Het initiatief van de Vereeniging van Hoofden vau scholen in Nederland in zake «Eenheid in den volkszang" heeft ten ge volge gehad, d it er een commissie benoemd is door een vergadering van gedelegeerden v. -• verschillende vereenigingen op bet ge bied van Lager onderwijs en van zang. Deze Commissie bestaat uit negen leden, voor het meerendeel dames en heeren mu sici. Zij zal zich o.a. bezig houden met het vaststelleu van een 20 a 30 tal liederen, dat aanbevolen zal worden voor alle scholen in Nederland. Zal het werk van deze commissie slagen, dan lijkt het gewenscht, dat er bij de keuze der liederen zooveel mogelijk rekening ge houden wordt met de wenschen van tal van onderwijzers uit verschillende streken van ons land. Daarom wekt de heer J. Veldkamp, Brede- rodestraat 76 te Amsterdam, alle belangstel lenden op, hun wenschen omtrent een keuzo Tan een 25-tal liederen, geschikt om aan bevolen te worden voor een algemeen reper toire, kenbaar te maken aan zijn adres, op dat bij bovengenoemde commissie van die wenschen in kennis kan stellen. De firma P. Noord boff, te Groningen, heeft dezer dagen aan Het hoofd en het persoDeeel van meer dan 500 openbare en bijzondere scholen een present-exemplaar gezonden van een bundeltje „Eenheid in den volkszang", bevattende het plaatselijk streven naar groo- ter eenheid in den volkszang van Amster dam, Hilversum, Limburg, Leiden en Arnhem. Voorzoover liederen van iemands keuze in dat bundelije voorkomen, zou bij dus slechts hebben op te geven de nummers waaronder die liederen in genoemd bundeltje zijn op genomen. Van de overige liederen kan ae titel en de vindplaats genoemd worden. Van alle liederen dient aangegeven te wor den of de bedoeling is, ze éen- dan wel meer stemmig te zingen. Van de Vaderlandsche liederen met verschillenden tekst óok aan geven welken tekst men wenscht. Tot 15 November worden wenschen hier omtrent gaarne ingewacbl. Ds. A. M. Donner, die heden onder zeer groote belangstelling zijn 25-jarige Evange lie-bediening mocht herdeoken, hoopt aan staanden Zondag een gedachtenis-rede uit te spreken. In „De spiegel", week-illustratie voor het Chr. gezin, is opgenomen een zeer fraai portret van den jubilaris, terwijl daarbij wordt herinnerd, dat hij 9 November 1884 door nu wylen zijn vader, den bekenden zendings-director ds. J. H. Donner, uit Leiden, in het predikambt bij dc Chr. Gerefo: meerde kerk te Genemuideo werd beve-.Ugd. Hij volbracht zijn studiën aan de Theolo gische school te Kampen, waarvan bij thans Secretaris-curator is. Na vijf jaar te Gencmuiden te hebben gearbeid, nam hij eeu beroep aan naar Assen, vanwaar hij in 1897 vertrok naar Amersfoort. Ook wordt herinnerd aan zijn Voorzitter schap van «Veldwijk", zyn Secretariaat van het Militair tehuis aan de BeeksUaat hier, terwijl ook de plaatselijke aldeeling van de Vereeuiging tot steun aan miliciens in hem een zeer gewaardeerd Bestuurslid heeft. De gemeenteleden schonken hem een salon-tafel met canapé; van zijn mede-regen ten van het Gereformeerd weeshuis mocht by evenzeer een blijvende herinnering in ontvangst nemen, terwyl de jongelings- vereeniging aPaulus" hem een beeld en zijr, catechisanten hem ern Gouda-vaas vereerden. Tal van bloemstukken en gelukwenseheo, ook van niet-gemeenteleden, verkondden de hartelijke sympathie in zjjn zilveren feest. Rijk van Bennekom zal löNoremberden dag herdenken waarop hij dertig jaar geleden in dienst trad als brievenbesteller aan het Post kantoor te Amersfoort. De heer A. Nijhoff, Commissaris van poli tie hier ter stede, is wederom benoemd tot lid en Voorzitter van de commissie, belast met het afnemen van het examen voor ad- spiranl-inspecteurs vau politie, dat vanwege den Bond van inspecteurs van gemeentelijke politie in Nederland is ingesteld en op 3 en 4 December te Amsterdam zal worden ge houden. Er zijn ditmaal 8 candidaten. De heer J. A. Hoogenboezem, civiel-inge- nieur, is benoemd tot Directeur der Java and Borneo oil and rubber company. Voor de ingeschrevenen voor en htehngen van de militie en voorts aan hen die in 1910 voor de Nationale militie zullen wor den ingeschreven en voornemens zijn zich bij het reserve-kader te verbinden, wordt nogmaals de aandacht gevestigd op het bepaalde in het Kon. besluit van 18 September 1909, no. 66, krachtens hetwelk de jaarlijksche toelagen, verbonden aan de rangen van vaandrig en reserve-officier, niet meer zullen wordeD genoten door den vrij williger van het reserve-kader, die bij de militie is ingelyfd en die zijn verbintenis by bet reserve-kader heeft gesloten na 31 De cember 1909. De jaarlyksche toelagen, verbonden aan die rangeD, bedragen voor een vaandrig f100, voor een reserve-luitenant f250, voor een reserve eerste-luitenant f300 en voor een reserve-kapitein 1400. Voor deze categorie van kader-reservisten, die zich na 31 December 1909 bij het re- serve-kader verbindeD, is de vrijheid van opkomst onder de wapenen aanzienlijk beperkt. Om degenen, die geen aanspraak kunnen maken op geheele vrijstelling van bet wetenschappelijk toelatings-examen tot het reserve-kader, in de gelegenheid te stellen alsnog vóór 1 Januari 1910 zich bij het reserve-kader te kunnen verbindeD, wordt op 14 December e.k., en, zoo noodig, opeen of meer volgende dagen o.a. te Amersfoort het toelatings-examen gehouden. Zij, die aan dit examen wenschen deel te nemen, moeten zich onder overlegging van een extract uit het geboortr register of een authentiek stuk, waaruit hun leeftijd blijkt, welke moet liggen tusschen 17 en 24 jaar, aanmelden vóór i December e.k. bij den hoofd-officier van bet reservekader, te 's-Gra- venhage, Willemstraat 4, alwaar ook nadere inlichtingen kunnen worden verkregen. Luitenant J. H. van Reede, van het le regiment veld-artillerie, is ter vervanging van luitenant C. A. Prins benoemd tot in structeur by de Rijschool. Nogmaals herinneren we er aaD, dat het gewenscht is, vóór morgen (Woensdagavond) zich by de boekbandelaren Slothouwer of ValkbnfF te voorzien van een toegangskaart voor de lezing van mevrouw FlothuisVan Dommelen over Gewijde kunst, hier 18 dezer te geven. Dit, opdat zoo noodig een ruimer lokaal kan worden besproken dan de Remonstrant- sche kerk. Een buitengewoon talrijk publiek woonde Donderdag bij den muziknal-dramatischen voor- drachts-avond, door den heer Albert Vogel èn mevrouw Voute-Celosse voor het plaatselijk Nuts-departement gegeven. We mogen als bekend veronderstellen, dat mevrouw Voute den heer Vogel óok accompag neerde toen hij in Onze-Indische bezittingen en de Hollandsche kolonies in China en Japan en Engelscb Indië deed genieten van zijn groot talent. Zij begrijpen elkaar volkomen, vullen elkaar aan op de meest juiste wijze, geven iets, dat geheel af is. Geen wonder dan ook, dat aan het eind de heer Vogel mevrouw Voute liet deelen in den warmen bijval en haar, die driemalen over een bloemenhulde in ontvangst mocht ne men, meetroonde naar bet podiumgeen won der, dat beiden met een krachtig handgeklap werden ontvangen toen zij de zaai betraden. Bürger's „Lenore", met muziek van F. Koe berg, Heine's „Edith Schwanenhals", getoonzet door Eug. Pirani. en Von Wildenbruch's „Hexen- lied'*, met Schilling's compositie, stellen buiten gewoon hooge eischen aan declamator èn bege leidster. Heerlijk was dit zeggen van „Lenore"; aan grijpend mooi het „O Mutter, Mutter I Hin ist binoverweldigend dat „Und ansser., horeb ging's trapp trapp trapp", onvergetelijk dat „Hurrah I", dat „und hurre hurre, hopp hopp hoppl" of het geweldige „Wir sind, wir eind zur Stelle". Maar minder natuurlük was de toon waarop Wilhelm zijn geliefde telkens weer vroeg „Grrrraut Liebchen auch vor Todten" en weinig fraai klonk af en toe de v. Dat moge weer conventioneel zijn, doch het Falerunser was zelfs hinderlijk van dezen Nederlander, die zich toch nimmer als Fogel zal voorstellen. Veel van den machtigen indruk ging verloren door het te lange naspelwat echter alleen moet geweten aan den componist. De heer Vogel gaf nog „Die zwei Grenadiere".

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1