Donderdag 11
November 1909.
No. 7738.
59e Jaargang,
UITGAVE
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden/T.—
franco per post f 1.45. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bn regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentien Der regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.525 elke regel meer f 0.25T Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
kortegracht9
Postbus 9.
Telefoon 19.
ARBEID
voor hinderen.
Arbeid is een zegenwij zullen niet
al de weldaden opsommen, die hij ons
schenkt.
Werken is zalig; dit alom verspreide
woord is te zeer als waar erkend om
daarvoor nog bewijzen te moeten aan
voeren.
Maar voor wie is de arbeid een zegen
voor wie is werken zalig? Alleen voor
aankomende jonge menschen en voor
volwassenen
Arbeid door kinderen wordt algemeen
afgekeurd en verboden. Een kind moet
spelen zegt menmaar tot hoe lang, en
moet het altijd spelen
Wanneer een kind speelt, houdt het
zich bezig met hetgeen 't het liefst doet
dan volgt het zijn eigen lust en zin,
ontwikkelt zich naar zijn eigen indivua-
liteit en toont daardoor welke geest in
hem is.
Sommige kinderen zijn zeer wispelturig
in hun spelenhet eene spel verveelt
hen spoedig, een ander wordt begonnen,
dat al even kort genoegen geeft, om dan
door een derde vervangen te worden.
Deze kinderen missen het noodige vol
hardingsvermogen, of het spel boezemt
hun geen belangstelling iu, zij gaan er
niet op inzij moeien geholpen, geleid
worden en leeren hoe met genoegen,
naar hartelust van hun spel te geuieteu.
Toch komen er oogenblikken voor het
kind, dat geen enkel spel het voldoet,
oogenblikken, dat het behoefte voelt aan
ernstige bezigheid, die niet alleen vol
doening geeft, maar tevens tot nut of
tot genot van anderen dient. Dan heeft
het kind behoefte aan arbeid en voelt,
zij het ook vaag, dat arbeid een zegen,
dat werken zalig is.
Kinderarbeid, we keureu die ten sterk
ste af, wanneer hij gedwongen iskomt
de behoefte tot werken echter uit het
kind zelf voort, spreekt uit de jonge ziel
het verlangen van mee te doen, waar hij
anderen ziet werkeu, waar hij dat werken
ziet gebeuren om anderen tot gemak en
hulp te zijn, en begint hy te begrijpen
hoeveel hem zelf ten goede komt van
anderer arbeid, dan mag hii niet terug
gewezen worden, als hij zijn begeerte te
kennen geeft om nuttig te zijn. Integen
deel is het de plicht van den opvoeder
om dien wensch van het kind zooveel
mogelijk te gemoet te komen en hem op
allerlei wijzen voct te helpen in zjjn op
gewekte zucht om iets voor een ander
te doen. Natuurlijk boude men daarbij
rekening met de krachten van het kind.
Op éen ding lette men echter vooral
en wel hieropdat het kind goed doet,
wat ook zijn bezigheid zij. Men leere hem
het werk op de eenvoudigste eu gemak
kelijkste mauier doen en worde niet
moede, telkens liefst met een aardig
heid of eeu grapje, iu ieder geval vrien
delijk en aangenaam op zijn fouten
te wijzen, zóo lang tot hij zijn werk
keurig netjes heeft gedaandaarna kan
men hem weer wat nieuws leeren.
Zoo leeren de kinderen al spelende,
zoo raken zij aan arbeid gewend, zoo
wordt hun de gewoonte ingeprent eigen
goed werkte doen en geen nieuwe taak
op zich te nemen eer de oude naar be
lmoren is afgemaaktdat alles wordt zóo
tot een| van zelfheid, dat zij later geen
slordig werk kunnen leveren.
Wat een zegen voor die jongens, als
zy geleerd hebben hun liefhebberij en
knutselwerk netjes af te makenwan
neer zij later met hun arbeid hun brood
moeten verdienen, zullen zij zicb scha
men, als die arbeid niet in alle opzich
ten mag bekeken worden. Zij hebben te
veel eerbied voor zichzelven gekregen om
dien niet ook in hun werk te laten
sprekenzy gevoelen hoezeer goed werk
gewaardeerd wordt en tevens hun eigen
waarde doet stijgenzij hebben hun
werk lief en doen het dus van harte
het is een deel van hen zeiven. Zij voe
len het, dat een knap en flink man, die
hart en hoofd bij zijn werk heeft, zijn
brood waard is en het ook vindt.
En onze meisjes? Zoo onze jongens
hart en gedachte bij hun werk moeten
hebben, willen zij eenmaal een goede
plaats iu de maatschappij innemen en
waardig zijn aan het hoofd van een
gezin te staan, voor onze meisjes is het
niet minder noodig om zich den lusten
de liefde tot den arbeid eigen te maken.
En hoezeer ligt het niet voor de hand,
dat de meisjes al vroeg een helpende
hand uitsteken. Kindereu doen graag
zooals zij volwassenen zien doenals een
meisje haar moeder druk bezig ziet,
begint zij al heel spoedig te vragen en
te probeereu, moeder te helpen. Laat
moeder dan nooit dat helpend handje
afwijzen, al is het haar op dat oogen-
blik niet tot gemak of hulpze zou in
haar dochtertje den lust tot arbeid
dooden, die nu voor het kind wel spel
is, doch wie weet hoe spoedig een sterke
behoefte, een lieve gewoonte, een groote
steun kan zijn.
Laat moeder toch niet haar meisje
antwoorden„ga maar spelen, kindje",
en daarbij denken, dat zij zelf dat werk
veel sneller en beter kan doen, dat het
kind nog zoo jong is en nog geheel in
de jaren, dat het spelen moet. Eilieve,
wanneer moet dan het werken geleerd
worden
Nog niet lang geleden hoorde ik van
een meisje van 15 jaar, dat in dagdienst
is, dat zij 's avonds nooit eeu hand uit
steekt om haar moeder, die den gan
sehen dag hard werkt, eenige hulp te
verleenen. Och, als ik moe vraag om
haar wat te helpen, zegt zij „laat maar.
dat kan 'ik zelf veel beter en veel
gauwer".
Volkomen waar; maar moeder zon toch
graag haar dochter toegerust zien met
alle huishoudelijke bekwaamheden eu
heeft daarom een dienst uitgezocht,
waar zij wist, dat het meisje van alles
kan leeren. Toch weet ik, dat de jonge
gedienstige den rechten lust, de noodige
liefde voor haar taak mist., die haar dus
lang niet gemakkelijk val'"., zoodat zij
vaak op terechtwijzingen en aangetoonde
fouten antwoordt: ik kan niet, of: ik
kan het niet beter. Geen wonder dus,
dat wanneer de vrouw des huizes er op
staat, dat het werk beter gedaan wordt,
er nogal eens zuchten gehoord en tranen
gezien worden.
Knappe moeders vinden het in den
regel heel onaangenaam het werk van
ongeschikte, onbekwame kinderhanden
te moeten verbetereu. Dat is ook lang
niet prettig; maar wie is meer aange
wezen om de dochters voor haar werk
bekwaau te maken dan de moeder, en
hoe is de moeder zoo knap geworden
Toch niet, omdat haar in haar jeugd
de arbeid onmogelijk is gemaakt.
Zeg nooit, dat niet alle meisjes de
huiselijke bezigheden behoeven te leeren
in den tegenwoordigen tijd, nu zoovele
meisjes zich bekwamen voor de eene of
andere betrekking om daarmede een be
staan te verwerven, wordt over huishou
delijk werk dikwijls minachtend gespro
ken. Mij duukt, ieder meisje, voor welke
betrekking zij zich ook voorbereidt, moest
eerst zich de huishoudelijke bekwaam
heden eigen gemaakt hebbendat is de
plicht, ja het recht van elke vrouw. Men
zal zeggen, dat het twijfelachtig is of zij
ooit aau het hoofd van een huishouding
komt te staan en dat de uren, aau d i e
studie besteed, verloren zouden zijn, wan
neer de vrouw alleen en op zich zelve
aangewezen blijft. Maar die bewering
gaat niet op. Welke positie het meisje
v ook wacht, als vrouw, als moeder, als
dochter, als steun, als hulp, zelfs als al
leenstaande vrouw, haar huiselijke arbeid
is haar noodig, onmisbaar. Studie eu werk
in haar betrekkiug buitenshuis kunnen
haar niet voor audereu doen zijn, wat
zij zoo gaarne zou wezen, als zij met een
hart vol medelijden en liefde anderen
ziet lijdenzij heeft niet geleerd haar
medelijden eu liefde practisch te maken.
Met de verdiensten, die haar betrekkiug
oplevert, zijn de lijdenden niet geholpen,
wel met de bekwame hulp der vrouw
zelve, die zich geeft en begrijpt eu ge
voelt hoe de ongelukkigen het best ge
steund worden, in 't kort door de geheele
toewijding der vrouw, die de huiselijke
plichten en arbeid kent eu gevoelt hoe
de vervulling daarvan gelukkig maakt,
zoowel haar zelve als wie in haar om
geving zijn.
Zich een bestaan verzekeren, o, het is
heerlijk zicb onafhankelijk te kunnen ge
voelen maar daartegenover staat het
i treurige van vereenzaming, dat vroeger
of later komt voor iedere vrouw die het
leven en streven voor zichzelve stelde
boven een leven voor anderen, boven ge
lukkig maken en gelukkig zijn.
Bewaren wij onze meisjes voor die
bittere ouderviuding en laten wij hen
reeds vroeg bekend maken met de
plichten van den huiselijken arbeid en
het geluk, daaraan verbonden.
Al veroveren zij zich dan een onaf
hankelijk bestaan, wij zijn er gerust op,
dat zij, welk lot hen ook moge bescho
ren zijn, de toekomst oubevreesd te
gemoet kunnen gaan, omdat zij toege
rust zijn met lust en liefde tot alle
werk, dat haar hart en hand vindt om
te doen.
Aldus mevrouw A. I. S. ic het
„Maandblad voor weezen-opvoeding"'.
Een belangrijk plan.
Bij de behandeling der suppletoire begroo
ting van Hoofdstuk J., trekkende om aan
de Directeuren en de Commiezen der pos
terijen eu telegrafie verhoogd salaris toe te
kennen, evenals dit vroeger plaafs had voor
de overige categorieën van ambtenaren en
beambten van dezen tak van Staatsdienst, is
in de Tweede Kamer ouder meer ter spra
ke gebracht een algeheel reorganisatie van
dat personeel.
De Minister van Waterstaat zeide hierom
trent
Wat het verlangen betreft van de geachte
afgevaardigden, die van mij reeds een volle
dig uitgewerkt reorganisatie-plan hadden
verwacht, wil ik zeggen, dat men mij terecht
roekeloosheid zou kunnen verwijten, indien
ik hier, kort na mjjn optreden, bij de Kamer
ware gekomen met zulk een volledig plan.
Ik wil eerst een proef nemen en wanneer
ik zooals een van de geachte afgevaar
digden heeft voorspeld hier vier jaar zal
blijven, dan zal ik er ernstig naar streven
om vóór mijn aftreder, in overleg met het
Hoofdbestuur der posterijen en lelegraliie,
de grondslagen vast te leggen van een blij
vende organisatie in de toekomst".
En Z. Exc. ontwikkelde die proef in dezer
voege
•Naast iukrimping van de commiezen acht
ik een veel sterkere inkrimping van het
koi ps der klerken zeer gewmscht. Er zijn
bij voorbeeld op de kleinere postkantoren
meestal vereenigd roet hulptelegraaf- of
telefoonkantoren en op vele vereenigde
kantoren, waar de Directeur door meerdere
klerken wordt bygestaao, tal van werkzaam
heden, die verricht zouden kunnen worden
door jongelui met minder ontwikkeling.
«Het voornemen bestaat, dat die jongelui
mei zoozeer uit den middenstand zullen
worden gezucht, maar in nog meer demo
cratische richting dan de heer Heldingen
meent, nl. kinderen van spoorwegcouducteurs
en dergelijke. Nu zulleu die jongelui zooveel
mogelijk door den Directeur zelf worden
uitgekozen eu onder zijn toezicht worden
opg.-leid. Io de toekomst is het de bedoeling,
meer en meer, in overleg met het Hoofd
bestuur, naast de cursus-opleiding voor de
noogste categorie, nl. de commiezen, terug
te keuren tot het systeem van opleiding op
de kantoren zelf.
»Die jongelieden zouden beginnen in hun
leertijd met een tegemoetkoming van f10
per maand, niet met het doel om hen 4 jaar
daarmede te laten rondloopen, maar om hen
bij voorbeeld in het tweede jaar f20, in het
derde fj0 te geven, en dau op hun 19de
of zOste jaar op f 400 per jaar aan te stel
len, terwijl zij op hun plaats van aanstelling
blijven uu niet verplaatst worden, teQzij op
eigeu verzoek, eu dan nog wanneer er spe
ciale redenen zijn. üp deze wijze zouden zij
ter plaatse opklimmen tot een maximum
van 1950, terwyl, zonder bepaalde aanspraak,
de bes'.eu bestemd kunnen worden voor
assistent en dan tot f1175 kunnen komen.
»Ik denk, dat de geachte afgevaardigde
uit Fr&neker ua deze toelichting over het
stelsel van locale krachten niet meer zoo
mioachtend zal oordeelen als hij gedaan
ueeft.
„Nu wil ik er echter op wijzen, dat de in-
voenug van die locale krachten met groote
voorzichtigheid zal moeten geschieden. Toen
ik kort na mijn optreden iets voelde in de
richting der locale krachten, heb ik dien
aangaande overleg gepleegd met den Direc
teur-generaal, en mot mijn vo u-kennis is
toen door dezen voeling gehouden met de
Inspecteurs, die op hun beurt met de Di
recteuren overleg hebben gepleegd. Het
ligt in de bedoeling, die locale krachten
slechts daar als proef in te voeren, waar de
Directeuren cou amore er mede instemmen,
en ik kan wel zeggen, dat de overgroot»
meerderheid van de Inspecteurs en Direc
teuren het stelsel toejuicht.
»Het zal zaak zijn om ook in de toekomst
net overleg lusschen Hoofdbestuur, Inspectie
en Directeuren aan te houden, omdat, waar
het geldt routine-werkzaamheden, het niet
mogelijk is om van uit het Hoofdbestuur te
decreteeren hoever die zich uitstrekken, daar
dn veel kan afhangen van plaatselijke om
standigheden, eu door het over eg, zelfs met
ilwijking in de toepassing, doch volgens de
zelfde grondbeginselen, door het Huoldoe-
stuur zal gehandeld kuiineu worden.
»Het zijn de krachten, die de meest etn-
voudige werkzaamheden zullen verrichten
en dus aanvullen hetgeen niet door de an
dere lagere beambten, n. 1. de adsistenten,
uehoeft verricht te worden. Met betrekking
int den lecttijd van die jeugdige kracoteu
meen ik, dat ongeveer 17 jaar het bost zal
zijn.
Waarom?Omdat ik vooral niet wil heb
ben van die halfgeleerdeu, die te veel school-