Dinsdag 28 December 1909. No, 7757, 59e Jaargang, UITGAVE: firma a h van cleeff te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.— franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht on kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Ihi adver'.entiën van buiten de stad worden de inrasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Postbus 9. Telefoon 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT brengt ter algemaene kennis, dat door Gede- puieeido Staten van Utrecht bij besluit van 13 December 1009. Ie afdeeling, no. 4506/3021, is goedgekeurd de Verordening no. 7, houdende verbod tot het steilen van gebouwen op grond, welke in de naaste toekomst bestemd is tot den aanleg van eene straat, gracht of plein en dat deze verordening, met uitvoerige kaarten en grondtoukeningen, op de Gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage ligt. Amersfoort, 26 December 1909. De Burgemeester voornoemd, WU1JTIERS. Nieuwjaarsfooien. Met den Nieuwjaarsdag nadert een groote verzoeking voor velen, een groote kwelling voor anderen. De verzoeking is de drankde kwel ling is de overlast aan de huisdeur. Wordt algemeen de gewoonte afge schaft om op den Nieuwjaarsdug fooien uit te reike i, dau is aan dit dubbele euvel eeu einde gemaakt. Het is nu nog tijd om er eens met elkaar over te spreken en van dit over leg kan dan vrij algemeen het gevolg wezen, dat aanstaanden Zaterdag en Zondag geen geld aan de deur wordt gegeven. We bedoelen niet het uitreiken der gebvuikeljjke nieuwjaarsgift aan perso neel, boden ou dergelijke. We bedoelen geenszins, dat minder bedeelden hun fooi zouden derven, doch zouden wenschen, dat van deze giften eeu nuttig gebruik werd gemaakt en het geld niet wordt weggeworpen. Als allen, particulieren zoowel als neringdoenden, de Nieuwjaarsgiften eens deden uitreiken op 3 of 4 Januari dan ware veel gewonnen. Immers op die dagen gaat het leven weer zijn gewonen gang en is er veel meer kans, dat het geld nuttig wordt besteed. Eeu papiertje voor een der ramen met: „Voor 4 Januari worden geen Nieuwjaarsfooien uitgereikt" zal, dunkt ons, zeer nuttig werken. PECH. Merkwaardig toch, hoe soms in korten tijd een oorspronkelijk vreemde uitdruk king in onze taal wordt overgenomen, terwijl wij er zelf een goed equivalent voor hebben. Nog merkwaardiger, dat wij zoon woord maar niet doodeenvou dig vertalen. Met „Pech" is dat het ge val en dat „pech" zal toch zeker wel niet anders zjjn dan de Duitsche naam voor de bekende kleverige stof, die wij pek of pik noemen en die zoo geschikt is om vast te plakken, vast te houden, te lijmen in uitgebreiden zin. Is niet zoo'n »pech-dag" een dag, waarop wij in de ban van het ongeluk schjjuen té zjjn en lijkt niet de onge luksvogel, dien de Duitschers Pechvogel noemen, op een vogel, dio op een lijm stok gevangen is en ozoo graag zou wegvliegen, maar niet kan? Maar niet over de afleiding van het woord „pech" wenschen wy het te hebben. Wie is er, die loochent, dat er da gen zijn, waarop ons alles mislukt, waarop wij van 's ochtends vroeg tot laat in den nacht, door allerlei kleine onaangenaam heden worden bezochtde menschen, die wij bezoeken willen, zijn niet thuisonze best overlegde plannen mislukkenonze meest gegronde verwachtingeu blijken ijdelal dadelijk bij het toilet breken wij de lampetkan alle knoopen weigeren zich met het knoopsgat te vereenigen; wij missen den treinwij krijgen twist met onzen besten vriendwij vinden den man niet, dien wij noodzakelijk moesten sprekenwij glyclen uit op het vuilste stukje straat, en zoo veel meer. Is het wonder, dat men in de oudheid dacht aan een demonische kracht, een booze macht; of dat men aan den in vloed van onbereikbare sterren geloofde, of dat de Turk, met zijn Kisraet-geloof, meent, dat een bovennatuurlijke kracht hem beheerscht? Er ziju menschen, die zóo onder den invloed geraken van dergelijke kleinere en grootere tegenspoeden, dat zy niets meer ondernemen en als met lamheid geslagen zijn. Menschen, die den tijd aan zichzelf hebben, gaan niet uit, om daar door te minder kans te hebben, aan onaangename ontmoetingen blootgesteld te worden. Zijn er dan werkelijk vjjandelyke machten, die zoo baldadig in ons leven ingrijpen De beste verklaring ligt misschien in de auto-suggestie. Als wjj dadelijk bij 't opstaan eeu klein ongelukje hebben, zijn we onder zekere omstandigheden maar al te zeer geneigd, te meenen,dat het ongeluk ous vervolgt. Dat maakt ons onzeker, onvast; brengt ons uit ons gewonen doen. Er is zooveel, dat auto matisch, als 't ware, gedaan goed gaat. maar mislukt, als wy er op letten. Wij zelf zijn de schuld er vau door den dwang, dien wij ons opleggen. Daardoor, namelijk door dien dwang, komt het volgende ongeluk en 't gevoel van on vastheid, dat de grens nadert van bijge- loovige vrees. Laat ons dat ophelderen met een paar eenvoudige voorbeeldeu. Is het u uooit voorgekomen, dat gij op eens, bijv. bij het schryven, voor eeu woord staat, waarvan ge u wijsmaakt, dat ge uiet weet, hoe het gespeld wordt. Hadt ge de pen maar laten gaan en gedachteloos voortgeschreven, dan ware alles goed gegaanmaar daar op eens twijfelt ge; en ge krabbelt het woord op twee of drie manieren en gij zijt niet gerust vóór ge een woordenboek hebt geraadpleegd. En nu houdt ge het bij u, want de vrees is opgekomen, dat gij straks, bij een ander woord, voor het zelfde geval komt te staan. Iets anders. Gij zjjt de trap in uw huis wel honderdmaal opgestormd en afgevlogen en uw onderdanen hebben geheel werktuiglijk de treden genomen. Maar eens dacht ge: „als ik eens mis stapte" en toen was het mis. Üjj werd onvast, groept naar de leuning (dien ge nu werkelijk noodig hadt)dacht zelfs aau duizeligheid en toch de geheele zaak was niet anders dau de overgang van een samenstel van werktuiglijke be wegingen tot het verrichten van zorg vuldig waargenomen afzonderlijke han delingen. Gij 'loet gemakkelijk den sprong over een slootmaar zoodra gij gaat over leggen „kom ik er wel of „op welk punt zal ik afzetten T, of „met welken voet neem ik den sprong?" dan is het mis. Spring maar niet, want gy haalt dan stellig een nat pak. Gebeurt nu zoo iets op oen goeden, of zooals ge dau aanstonds geueigd zyt te zegaen, een kwaden dag dau dringt zich de meening bij ons opt is van daag een ongeluksdag'' eu do eimvoudig- ste dingen mislukken omdat do inoed, de energie, do vastheid en zekerheid dat alles goed moet gaan, te wandelen zyu. Zeker, er zyu ongeluksdagenmaar meestal makeu wij ze zelf; wy scheppen de „pech'', doordat wjj do kalmte en de bezouneuheid in den doofpot stoppen. Wanneer men later eens kalm al die kleine onaangenaamheden nagaat en st rk genoeg is om onpartijdig ten op zichte van zichzelven te zjjn, dau zal men zien, dat er maar wuiuig is ge beurd, dat men niet zelf had kunnen ver anderen. Zooals het met die ongeluksdagen is, is het ook met de ongeluksvogels, wieu alles tegenloopt. Ook hier speelt de sug gestie eeu voorname rol. Wel ziet ineu soms, dat het eene ongeluk op het andere volgt met onverbiddelijke wreedheid, maar dat zijn dan zaken, waarop wij geen iuvloed hebben kunnen uitoefenen. Wij hebben het nu over de kleine on- vafien. Het gevaarlykste is, zichzelf voor een ongeluksvogel te houden. Dat gevoel brengt vrees en beneemt ons onze vast beradenheid, ons overleg. Wie by elke onderneming, elk plan, begint met te zeggeu „mij gelukt toeh niets" zal ook zeker het verkeerde of een onvoldoend middel aanwenden en dus zjjn voornemen zien mislukkenmaar door een booze macht, die niet buiten hem, doch in hem huist. En dan zyu er by die mislukkingen nog goede vrienden, die komeu troosten met„Och, er zjjn nu eenmaal menschen, wieu alles mislukt". Dio beste vrienden nemen dau het greintje moed, dat nog behouden was gebleven, ook weg. Dau blijtt de man zitten in onrust en in een stemming, waarin hem alle overtuiging ontbreekt en waarin hy zich van liet „wie waagt, die. wint" niets meer her innert. Een goed begin is het halve werk; maar juist dengene die zich zelf voor een ongeluksvogel houdt, is dat goede begin oumogelijk, orndat hem de over tuiging ontbreekt, dat hy wat kan aan het halve werk komt hy dus met toe, nog minder aan ho.t heele. Het leven van honderden menschen is onnut voorbijgegaan, omdat ze zich zelf voor onmachtig hielden om iets goed te doen of omdat medelijdende goede vrienden hen door hun onbewuste sug gestie tot hulfhedeu maakten. Wie t goed rneeut met anderen, be paaldelijk ook met kinderen en jongelie den die aan zjjn zorg zjjn toevertrouwd, kweeke zelfvertrouwen eu leere hen tot lijfspreuk kiezen: „'t Moetkuuuen". Woeker. Aan ongeveer 11000 personen die Rijks-pen sioen genieten, zal op 1 Januari n.a. door do Rij k abe taal moesten» in do verschillende arrondis sementen een circulaire worden uitgereikt, uit gaande van de Nationale vereeniging tot be strijding van den woeker, waarin het bestuur dier Vereeniging geponslonnoerdon opmerkzaam maakt op de golcg'-nhold, welke er, ondorgoed- kouring van den Minister van Financiën, wordt gegeven tot hot verkrijgen .van voorschotten op pensioun.ikton, tegen een rente van ten hoogste pCt. per jaar (dat is éen en eon kwart percout per pensioentermijn) door verschillende, in dio circulaire genoemde instellingen. liet is nl. aan het bestuur dier vereeniging gebleken, dat nog steeds misbruik wordt gemaakt van don tijdelijken nood van sommige gepeusionneerden om tegen zeer hooge ronto voorschot te geven op ponaioenakton. In do circulaire wordt er de nadruk op gelegd, dat het natuurlijk ullorminat in do bedoeling ligt van do voreoniging om het boloenon van pensioenakton te bevorderen; doch daar de ondervinding leort, dat sommigo gopension- neerden «omtyds in omstandigheden geraken, die hen dwingen, tydolijk gold op hun punsioen- akto op to nomen, meent de vereeniging deze personen ten storksto to rnootun aanbevolen, zich te wonden tot een dor iu ile circulaire genoemde instulliugo» en zioh niet in te laten met particuliere geldschieters, aan wio hot geven van voorschot op de pensioonakte bij do wot verboden is on dio in do moeste g va Ion een solmnduljjk misbruik ïuakon van den nood dor geperisionnuerden. Do hoor J. C. Pooroloom hooft iu hot door hom gurudigoerd „Huurlemsch Dagblad" eons woor uitoungezot üoo or hulp wordt verleend aan wio dozo soms zoo zeer noodig hebben, juist uls de nood het meest schrijnt, hot moest kwelt. Er is wel niemand zoo schrjjft hij onder moor of hij hoeft nu on dan gebrek aan contant gold. Ilot is guheol onjuist, zich rijke menschen voor to stellon, die maar altoos in hol bezit is vuu veel bankpapier of gouden en zilveren munt. En zelfs voor den millionair kun or oon oogenblik wozon, waarop hij gebrek hooft aau gangbare munt en dus gonoodznakt is, oen gedeelte vau zijn bezittingen te gelde te makon. Daarover bekommert hy zioh weinig. Immers hy bezit olfiicton, schuldbekentenissen feitelijk vun andoren, die in do oflicieelo prijscourant van do ÜourH genoteerd stuau en dus een zeke ren koers hebben, oen bekende waarde verte genwoordigen. die gewoonlijk (behulve bij zoo- gonaamdo speculatieve fondsen) weinig veran dering ondergaat. VVaunoor hij dozo waardepa pieren nu Lij oon baukior of kassier brengt, geeft deze hom or gaarne geld jU, waarvoor hij natuurlyk rente moot bulalen. Zelfs is hy vol strekt niet genoodzaakt, bij een bepaalde tinna te gaan. Vergt deze oen naar zjjn meening te hoogu rente, dun kan hy de leeuing sluiten bij een ander, dio 't goudkooper doet. Ilij heeft dus de keus. Men staat voor hem klaar. En heeft hij, na vier weken of vier maanden of hou lang dun ook, weer voldoondo contanten liggen, clan lost hy he: beleende effect, betaalt de verschuldigde ronto en do zaak is afgoloopon. Menschen uit dun burgerstand hebben niet altijd effecten om te betoenen. Krijgen zy be hoefte aan eon vry belangrijk bedrag, dan gaan ze er dikwjjls toe over, hun huis te verpanden, vooral wanneer zu met het geld, dat zij duar- voor outvungon, moer winst kunnen maken, dan rente eu aflossing van de hypotheek be dragen. Ook hebben zij dikwijls onder hun fa milieleden of vrienden bemiddelde personen, die borg voor helt blijven bij een Bankinstel ling. Weliswaar kan deze soort van ioening door do dikwijls hoogu ronto en aflossing druk kend wezen, maar do belanghebbende is er dan toch meermalen uil grootun nood door gehol pen. En mocht het ergste gebeuren, zou hij iu de onmogelijkheid komen om tijdelijk of zelfs voor langen lijd ruuto en utlossing te voldoen, dun kunnen du borgen, al trekken ze ook een zuur gezicht omdat ze aangesproken worden tot betalen, ur meestal niet toe komen, al de strengheid vun hun rechten op den schuldenaar toe te pussen. Naarmate wc lager afdalen op don montschan- polijkoii ladder, blykt hot verkrijgen van gold grouter moeilijkheden op te leveren. Du arbei der, die over het algemeen niet zooveel verdient, dat hij en bedrag van betcekenis sparen kan, heeft op het oogenblik. dat hji geld noodig heeft, noch effecten, noch uitroeiend goed oie aan zijn schulduischer in pand te geven, terwijl hij boven dien onder vrienden of familieleden maar zelden personon kan vinden van zoodanige llnancieele kracht, dat een geldschieter, dio zieh met oen matige rente tevreden stelt, met ben als borgen genoegen neemt. Zonder zoodanige borgen kun nen ze evenwel bij du hulpbanken, zeer nuttige stichtingen overigens vun pbilunlropisohon uaril, al niet meer terecht. Hebben ze evenwel eeu tlinko verdienste in een vaste betrekking, zjjn ze menschen vau een geregeld leven, dan kunnen zu wal terecht bij de eene of uudere voorschot-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1