hoeft gesproken te worden. Ik meen, dat dit
wel een praetisuh resultaat is van de behande
ling mijner motie.
De heer Veis Heyn: Als dit alleen het
nut is, vind ik het zeer dun.
De Voorzitter: Ik geloof dit eenigsiins
bedenkelijk. Als de Raad zich thans uitspreekt,
bindt hij zioh eenigermate voor 1911. Ik geloof
6ok niet, dat de motie eenig praotisch nut zul
•orteereD.
Wethouder Celosse: Ik geloof, dat er
met de nu zóo gewijzigde motie geen haast is.
Er wordt^alleen in uitgedrukt het ul dun niet
gewenachte der combinatie. Waarom dit niet te
behandelen te juister tijd, dut ie over ruim
een jaar? Op 't oogenblik zal ik niet stemmeii
vóór de motie.
De heer R o 1 n d,u s Hagedoorn komt
ter vergadering.
De heer Kroes: Ik heb juist gewacht met
het woord te vragen. Ik bad gehoopt, dal meer
deren hun stem zouden verheffen tegen de motie.
Ik spreek bier niet als vriend van dr. Jorissen.
Ik acht het met de heeren Plomp en Celosse
verkeerd nu reeds, meer dan een jaar te voren,
ons te binden.
De quae8tie is deze: als men Gemeente-ge
neesheer is, mag men dan niet zijn Geneesheer
directeur van een ziekenhuis? Dut is de vraag
en ik geloof niet, dut er éen bepaling is, die dit
verbiedt.
De heer Gerritsen: Ik geloof, dat de zaak
wnt verward wordt.
Ds heer Kroes wil een stemming uitlokken,
dat hij niets ziet in de combinatie. Maar daar
over loopt het niet; bet gaat er om of de Raad
de combinatie ongewenscht acht na ai hetgeen
er is voorgevullen.
Als de meerderheid van den Raad tegen de
combinatie is dan zyu B. en W. klaar.
Bovendien ia sr een andere quaestio. Als de
heer Jorissen de uitspraak van den Raad ver
neemt, zul hij ontslug nemen als Gemeente-ge-
neesheer. Ilij zal niet tegen den wil van den
Raad eeu dubbele betrekking aanvaarden.
Do heer Kroes: Maar wat is er dun toch
voorgevallen En hoeveel en wat dan toot
Waarom die geheimzinnigheid?
Als ik iemand in dienst stel voor den lijd
van vier jaren en hij doet zijn plicht naur ge
weten dan heb ik niet het recht, hem tusschen-
tijds te ontslaan.
De hser Ooaterveen: Ik kan mij geheel
vereenigen met het gesprokene door de
heeren Plomp en Celosse. De heer Gerrit..eu zsgt
wsl, dat de heer Jorissen het besluit zou kun
nen nemen om ontslag als Gemeente-geneesheer
te vragen. Ik zie daar een gevaar in, want dm.
sou de heer Jorissen iets erkennen van „Ik hub
te veel zieksu naar het ziekenhuis gezonden" en
dus zichzelven in 't ongelijk stellen.
Ik ben ermet B. en W. voor, de zaak te
laten rusten tot 1911 en raad ook den heer
Rijkens aan trek uw motie in.
De heer Jorissen: Ik had eerst willen
zwijgen, maar 't wordt me nu toch wel wat
machtig.
Ik heb hier het verslag der vergadering vun
26 October 1909 en leei daarin, dat de hser
Rijkens toen teide: „Alvorens ik ga uiten, wat
ik meen te moeten zeggen, wensch ik nadruk
kelijk te verklaren, dat ik niet beoog eenig
persoon onaangenaam te zijn, maar uitsluitend
op het oog heb wat in. i. is een Gemeente-be
lang". Daarmede diende hij ziju motie in en
wat verder verklaarde hij zich tegen verdaging
van de behandeling zijner motie tot een volgende
vergadering en zeide daarbij „als wij veel over
de zaak spreken dun krijgt zij allicht een ha-
telijken kant".
Ik zie niet in, dat dit noodig zou zijn of zou
er onder de schaal iets leelijks zitten
Ik wil wel directe behandeling, met volle
gerustheid zelfs, omdat ik zachtjes aan medelij
den krijg mot den heer Rykens.
De heer Rijkens was al in April in blijde
verwachting van zijn motiein September kreeg
hij zitting in den Raad en reeds in October
kwam de baby ter wereld. Toen onze Voorzitter
het wurmpje had gezien, heeft hij gezegd„slop
het nog wat in de broedstoof'.
Nu blijkt het te zijn een Siameescli tweelin-
getje, wuarvuu de eene helft al dood is eii de
andere helft met puppen in 't leven wordt ge
houden.
Ik krijg nu werkelijk medelijden met den
heer Rijkeus, die zoo'n ongelukje ter wereld
bracht. Er ging eeu groote roep vun hem uit
eer hij in deu Raad kwamiedereen kreeg to, u
een lesje van hem en de Nabetrachtingen over
de Raadzittingen die hij schreef toen hij r.og
geen Raadslid wus, deden bij my het denkbeeld
ontstaan, dat zij wel konden saamgevoegd tot
tot een eoort Handleiding voor Raadsleden.
Later kreeg ik een ander idéé over den heer
Rijkens sn dacht ik aan het: la critique est
aisóe.
De heer Gerritsen: (onverstaanbaar).
De Voorzitter: Ik moet den hoe' Joris
sen verzoeken, zich in zijn uitdrukkingen wat
te matigen.
Ds heer Jorissen: Ik uit geen beschuldi
gingen, M. dc V.; dat deed de heer Rijkens,
op wien ik zeer van toepassing acht hutbeuu-
coup de bruit, peu du besogne.
Hij moot uog heel wat werken eer hij een
motie fatsoenlijk in elkaar kan teilen.
De heer Rykens: De heer Jorissen brengt
een toon in den Raad, die herinnert aan den
toon der debatten in het Hongaursche Volkshuis,
doch die ik niet gaarne zou nagevolgd zien
in dezen Raad.
Ook ontwikksit hy een virtuositeit in het
insinuenren, die ik hem niet benijd. De heer
Jorissen heeft bij dut alles om de zauk heen
gedraaid.
Ik acht het alleen mijn plicht, als Raadslid
uit te spreken, dat ik de combinatie ongewenscht
acht. Alleen het principe wensch ik naar voren
te brengen en daarom diende ik uiyu gewij
zigde motie in.
De hear Gerritsen: In een der vorige
zittingen heeft de heer Jorissen het zelfde 8e"
daan legen mij, dat bij nu doet legen hetjonf?'
ste Raadslid. Het is geen manier van do®a
elkaar hatelijkheden naar het hootd te werpen,
waar het geldt de belangen der Gemeente te
bespreken.
De heer Jorissen leze eens pag. 284 van het
bekende werk vuo Oppenheim, waar staat„Op
dc kieschheid der leden moet worden vertrouwd.
Zij behoort hen uit de vergaderingen verwijderd
te houden, waarin de belangen van hen of wie
hen nabestaan, beraadslagingen en beslissing
vragen".
Ik had verwacht, dat de heer Jorissen zyu
mond zou hebben gehoudenwanneer hij niet
had meegepraat, had hij kiescher gehandeld.
De heer Jorissen had, als hij dan toch mee
sprak, dit veel vroeger moeten doen, en wel
naar aanleiding van de Memorie vun toelichting
van B. en W. op de Gemeente-begrooting voo:
1908, die toen reeds de combinatie als onge
wenscht hebbe., gesignaleerd. Ik lees daar o.a.
„De verpleegdagen van geopereerde patiënten
uitgezonderd, blijkt het, dat éen Gemeente
geneesheer geen verpleegdagen veroorzaakte, éen
Gemeente-geneesheer 878, éen heel- en verlos
kundige 72 en éen heel- en verloskundige 326.
De verdeeling der wijken van de doktoren
onderling kan hiervan niet alleen de oorzaak
zijn, aangezien het aantal afgegeven „dokters
briefjes", verdeeld naar de wijken, een geheel
andere verhouding aangeeft dan het aantal ver
pleegdagen, verdeeld naar de wijken. YVy
betreuren, met het oog op het bovenstaande,
verplicht te zijn een niet lager bedrag dan
f8000 te moeten uittrekken".
Toen is door B. en W. dus al duidelijk ge
zegd, wat wij nu weder ter sprake hebben gezegd.
Ik meen ook, dat, bij de benoeming van den
heer Jorissen tot Geneesheer-directeur door den
Voorzitter tot hem is gezegd: „U neemt nu
zeker ontslag als Gemeente-geneesheer".
De Voorzitter: Ik moet er tegen opko
men, dat de heer Gerritsen deze aanhaling uit
de Memorie van toelichting zóo opvat. Het
strekte alleen tot verdediging van het hoogere
crediet voor de verpleging van armlastige
ken waarvoor vroeger f2000 noodig was, doch
waarvoor sedert de opening van het ziekenhuis
f8000 werd geraamd. B. en W. hebben toen
niet gedacht aan de combinatie; de heer Ger
ritsen kan dit tusschen de regels door lezen,
doch ik moet beslist ontkennen, dat het er
staat of er do bedoeling van is.
De heer Gerritsen: Het klopt anders
prfccieJ met hetgeen B. en W. later in hun rap
port schreven.
Ik protesteer er tegen, dat de heer Jorissen
ds zaak bespottelijk tracht te maken.
De Voorzitter: Ik wil nog opmerken,
dat B. en W geen leiddraad van den beer
Rijkens noodig hebben.
I)e heer 1' 1 o in pIk hoop nóg, dat de heer
Rijkens zijn motie zal terugnemen, anders zal
ik er tegen moeten stemmen. Die motie brengt
den Raad in een onmogelijken toestand, want
er kan slechts uit voortvloeien een verdachtma
king van den heer Jorissen en daartoe bestaat
geen reden.
In vind uiet voorzichtig hetgeen B. en W.
in 1907 schreven. Toen hadden we het St. Eli
sabeths gasthuisje in de Muurhuizen waar de
armlastige patiënten kosteloos werden verpleegd,
eu Aldegonde en toen kostte de verpleging
daar f 2000. Het moest gebeuren, dat de verple
ging in het nieuwe, groote ziekenhuis duurder
moest worden. Dc gang van den tijd is, zooveel
mogelijk de patiënten te doen verplegen in een
ziekenhuis.
Ik meen, dat B. en W. onvoorzichtig waren
in hetgeen zy schreven; zij erkennen dit trou
wens in hun latere rapport.
De discussiën leiden er slechts toe, dr. Joris
sen verdacht te maken.
Het verschil in de verpleegdagen iB me niet
duidelijk. Ilet St. Elisabethsgaathuis is eon
R. K. gesticht; sommige doktoren zullen er hun
patiënten gaarne heenzenden, andere geneeshee-
reu niet. Maur misbruik is niet gepleegd.
De heer Kroes: Ik onderschrijf gaarne alle
woorden van den he^ir Plomp en herhaal mijn
vraag: zijn er patfctënton naar het ziekenhuis
gezonden, die er niet in behoorden Ik herhaal
leze vraag. Als er misbruik is gepleegd, zal ik
vóór de motie stemmen.
De lieer Rykens: Men haalt er weer aller
lei bij, dal ik er juist uit heb willen houden.
Ik heb dit al verzekerd bij het indienen mijner
motie; eeu fatsoenlijk man kan zuik een ver
zekering niet herhalen zonder zijn reputatie te
schaden. Hel is niet de quaeBtie of hot een R.
K. ziekenhuis of een ander ziekenhuis is; het
geldt de combinatie der betrekkingen. Willen
sommigen anderen beweegredenen zoeken, my
laat dit koud. Ik heb alleen de principieele
quaestie willen sielleu.
Ik vind, dat éen persoon geen twee belangen
kan dienen, die met elkaar in strijd kunnen
komen en heb door het indienen mijner motie,
do zank aangebonden zoodrs ik daartoe de ge
legenheid had en wilde alleen vragen hoe de
Raad er over denkt.
De heer Veis Heyn: De heer Rijkens mag
dan al geen directe beschuldiging hebben guuit,
de heer Gerritsen heeft thans gesproken vau
„na al hetgeen er is voorgevallen". Wat is er
dan toch voor abnormaals gebeurd?
De heer Kroes: Ja juist; dat wenschte ik
te weten eu ik herhaal daarom mijn vraag.
De heer Gerritsen: Ik bedoeldena &1
hetgeen er gi-Bpruken is.
Deu heer Kroes wil ik antwoorden, dat hij heel
goed weet, dat een geiKeeheer, die oridcr eede
slaat, nooit is te bewijzen eenig geval van kwade
trouw.
Dc heer Kroes: Er is dus niet bewijzen of
er al dan niet patiënten in het gastnuia zijn
ge racht, die er niet in behoorden
De heer Gerritsen: Neen.
De heer Van Kalken: Ik heb al gezegd,
dut we ons begeven op zeer gevaarlijk terrein
(het overige ia onverstaanbaar door het te gelyk
spreken van eonige leden).
Ik ga mee met het voorstel om te wachten
met de beslissing tot Maart 1911.
De heer Van Es veld: Het spijt a»,
ik niet kan meegaan met den heer 1 lomp, die
met andere woorden zegtwie stemt vóór de
motie, etemt tegen den heer Joriszen.
De heer PI om p: Dat heb ik niet gezegd.
De heer Van Esveld: Neen, maar het
volgt er uit.
Ik voor mij ben de meening toegedaan, dat
het oordeel over de combinatie der betrekkingen
geheel staat buiten de persoon, die de betrek
kingen bekleedt.Ik acht den lieer Jorissen heel
hoog en ben volstrek niet tegen zijn persoon,
muur zal stemmen tsgen de combinatie, die B.
en W. óok ongewenscht achten.
De Voorzitter: Ik stel voor, een einde
te maken aan de discussiën en eerst uit te
maken of over de motie zal worden gestemd.
Mot 10 tegen 6 stemmen wordt besloten over
de gewijzigde motie te stemmen (vóór du stem
ming de heeren: Veis Heyn, Tromp van Holst,
Van Esveld, Gerritsen, Rolandus Hagedoorn,
Plomp, Hamers, Kroes, Van Duinen eu de voor
eteller).
De gewijzigde motie wordt hierna verworpen
met 10 tegen 6 stemmen (er vóór stemden de
heeren Gerritsen, Van Duinen, Tromp, Hage
doorn, Van Esveld en de voorsteller).
De heer Jorissen onthield zich beide malen
van medestemmen.
Bij de rondvraag vestigde de heer V e 1
H e y n de aandacht van B. en W. op een steenen
paaltje in het trottoir van de Beekcnsteinsche-
luan tusschen du fabriek van de firma Wolters
Dros en de lantaarnpaal. Niet alleen spr. is
en over gestruikeld, maar ook bejaard man is
er over gevallen en heeft zich daardoor ernstig
aan het hoofd verwond.
De Voorzitter zegde voorziening toe.
De vergadering werd hierna gesloten.
Tot alle vrouwelijke ambtenaren bij Pos
terijen, Telegrafie en Rijkstelefuon is door het
Nationaal bureau voor vrouwen-arbeid een
circulaire gericht om haar er op te wijzen,
dat het zooveel grooter ziekte-verzuim van
de vrouwelijke dan van de mannelijke amb
tenaar, hetwelk voor een niet onaanzienlijk
gedeelte aan simulatie te wijten is, gepaard
aan de bij haar zooveel talrijker bijzondere
werischet; omtrent den dienst, een gevaar
dreigen op te leveren voor de toekomstige
vrouwelijke ambtenaren, die daardoor wel
licht in veel geringer getale, in sommige
takken van dienst misschien wel in het ge
heel niet meer, zullen worden aangesteld.
Daar bij enkele werklieden-organisaties de
lust tot toetreding in de vakvereeniging niet
groot genoeg is om tol het vereisrhte getal
15 te komen die dan, als ondersteuningskas
bij werkloosheid, Gemeente-subsidie kunnen
bekomen, worden bij den Chr. bestuurders-
bond stappen gedaan om uil de aangesloten
Chr. vereenigingen zelfstandige groepen van
vakgeuooten samen te stellen die dan mer
het vereischte aantal leden dergelijk onder
steuningsfonds zullen vormen.
Met ingang van 1 Februari is de bulpbe-
sieller H. .1. van Beonekom, alhier, benoemd
tot besteller tc Roosendaal, terwijl de bestel
ler W. J. Mulder van daar is oveigeplaatst
Ui ar het kantoor Amersfoort.
Mr. J. G, van Heuven, sedert 20 Augustus
1^00griffier bij het kantongerecht bier, is
benoemd tot kantonrechter t« Terborg.
Notaris A. P. Schroder is belast met de
waarneming van net kantoor van nu wijlen
notaris D. van lleuven te Barneveld.
De heer I. Gosschalk, thans Penningmees
ter van hei godsdienstig Jsraëlielisch begra
fenisgenootschap, mocht Maandag den dag
hordenken waarop hij 25 jaar geleden
werd gekozen tol Bestuurslid van dat genoot
schap.
Als stoffelijk blijk van erkentelijkheid voor
het zeer vele door hein verricht, weid den
jubilaris eeu wandelstok met zilveren knop
aaogebodeu door de medebestuurders.
Omtrent den heer YV. C. Schimmel, wieus
benoeming tot Directeur van 's Rijks Vee
artsenijschool we reeds vermeldden, wordt
uog geschreven, dat hy 4 Juli 18ü7 werd
benoemd tot veearts.
Den 28aa Febr. van het volgende jaar volgde
zijn az.ustelliiig tot paardenarts derde klasse
i-n '3 Met 187(j zijn bevordering tot tweede
klasse, intiisscheu was hij van '1 September
187U werkzaam aan dc Koninklijke Militaire
Academie te Breda. Den 1 Mei 1877
volgde zijn benoeming tot leeraar aan de
Rijks veeartsenijschool, welke betrekking hij
sedert met on vermoeiden ijver vervult. Sinds
2 September 19üt) is de heer Schimmel
waarnemend directeur dier inrichting,
Van zijn hand verschenen verscheidene
werken en referaten, voornamelijk op chirur
gisch gebied. Ook behoorde hij tot de gere
gelde medewerkers van bet Tijdschrift voor
Veeartsenijkunde, het Ncderl. Tijdschrift
voor Geneeskunde en hut Oesterreicliische
Monatschrift für Tierheilkunde. Men herin
nert zich allicht uog de uitnemende wijze,
waarop hij verleden zomer het iuternalio-
naul Vftearisenijkundig congres te Sehuve-
niiigen heeft geleid. Directeur Schimmel
doceert heelkunde, operatie-, verbandleer,
oogheelkunde, hoelbeslugleer, hoefziukteu en
is daarbij tevens als kliuiker werkzaam.
Kapitein B. liefjiivaati, van het 5e regiment
infanterie, zal kapitein YV. J. Steiobuch
opvolgen nis leider van het Voorbereidend
Militair Onderricht in Utrechten Gelderland.
Luitenant-kolonel-kwai'tiermeester D. G. M.
de Vries, controleur over de inwendige ad
ministratie der korpsen 2e bureau, dat 1
Februari te Amersfoort komt, heeft tegen
1 Mei pensioen verzocht.
De te luitenants der infanterie B. E. Slövet'
en E. C. J, Moonen, leerlingen van de Hoogere
Krijgsscho >1, worden 1 Mei gedetacheerd bij
(,Ht lo regiment huzaren te Amersfoort.
Luitenant A. G. J. C. VVilkens, van het la
regiment veld-artillerie te Utrecht, wordt 17
Mei gedetacheerd bij de ry- en hoefsraidscbooi
te Amersfoort.
De bazar ten behoeve van het suppletie
fonds voor aSonnevanck", het sanatorium
voor tuberculose-lyders bij Harderwijk, beeft
zich tnogen verheugen in een zeer druk be
zoek. Vooral Dinsdagavond, toen zij met een
kort doch hartelijk woord door ds. Donner
werd geopend, was de achterzaal van »De
Arend" bijna geheel gevuld met belang
stellenden en nadut een jongedame haar
talenten had ten beste gegeven door een
drietal welgekozen liederen te zingen, ving
het koopon auu en wisten de vorkoopsters
heel wat aan dun man en een enkelen keer
ook auu de vrouw te brengen. Den eersten
avond werd een f 400 ontvangen.
Gistermiddag otn 2 uur werd het liefde
werk voortgezet tot na tienenhet bleef
taestroomen van bezoeksters en bezoekers
eu weer werd er heel veel verkocht. Nie
mand dacht er aan, moe te worden als was
't ook nbg zoo ongewoon werk, de koopwaar
aan Ie prijzen, of te wegen, te doen vis-
sehen, sigaretten te slijten of chocolade en
niet al- l)e pop, wier naam nög uiet gera
den ishoe vaak is ze »Juliana genoemd?
deed opgeld en in de bijzonder fraaie tent,
een meesterstukje van decoratief werk van
den heer D. J. Smits, werden menig geu
rig kopje thee en heel wat groote koppen
cacao verschalkt. Nagenoeg f300 was het
resultaat vun dezen dag.
Hedenavond totale uitverkoop bij opbod
en aisl'ag; alles moet weg eu alles wordt
grif gekocht, 't Is immers oin den minder
bedeelden paiiëulen, die de verpleegkosten
niet alleen kunnen dragen, de gelegenheid
te geven in »Sonnevanck" heul te vinden
voor hun ziekte.
't Is wal een heel stout beslaan geweest van den
heer Vetkude, óok „Macbeth" op te voeren, een
treurspel vol moord en booze dingen, d»t werkelijk
niet meer van onzen tjjd is en door tjjn griezelig
heden in alle een-en-twintig tufereelen uiet boeien
kan, zelfs niet als het wordt gegeven door de „Ha-
gespelers", al heefi hun leider in samen werking
niet mejuffrouw Cato Neeb en den heer Frans Cle-
tou ook alle denkbare zorg besteed aan deaanklee-
(ling, al is hy er ook iu geslaagd de grootst moge
lijke beperking van stemming- en tijdroovende
pauz-• ii t- ber.-iken door handig gebruik vun eeu
bij a lie tafereelen passende zelfde afsluiting, al heeft
hij ook geen oogenblik geaarzeld zu fa naar Amers
foort, waar de recette toch zoo veel kleiner moet
wezen dan in de andere speelplaatsen, alle requisi
te» mee ie brengen de beide gangen, het tooneel
•>1) alle kleedkamers vol, en zóo'u talrijk personeel,
ook achter do schermen.
In zoover zijn we den heer Vorkade dan ook
dank verschuldigd voor hetgeen bij ons wilde laten
zier.doch de opvoering iu haar geheel kon slechts
matig voldoen.
Behalve dan de heksen, vooral by hun brouwke
tel in het vierde bedrijf, en de portier in iiet tweede,
de evenknie van eeu der doo grovere in .Hamlet".
Dat de vertoouing iu haar geheel geen dieper
indruk heeft gemaakt, moot wel hiervan liet gevolg
zijn, dat enkele der voornaamsie rullen werden
vertolkt op een wijze, waaruit maar ul tn zeer bleek,
dat de heer Verkade de krachten van zijn gezelschap
voor dit genre heelt nveracnat.
En zichzelven. Hij gaf een creatie van deu Mac
beth, dien Shakespeare zich toch anders heeft gedacht.
Hij was niet do held, de man met edele inborst
zooals .Shakespeare dien sche tst.', doch eeu slappe
ling. die up aam-token zijner doortrapt—lcchui vrouw
ten reeks misdaden bedrijft of doet plegen eu zich
om zyu gmieraalssohap uiet bekreunt.
Ook lady Macbeth miste tc uei.en male hoogheid,
zelfs aan het feestmaal, hij de handige verschijning
van den geest vun Bfenquo, eu haar slaxpwaï del-
scè.e werd tot een paskwil gemaakt door liet koperen
blakertje met een stukje bougie zóo uit de Konink
lijke waskaarsenfabriek te Gouda, Een vetkaar»
had het wèl zoo goed gedaan, desnoods een toorts,
die toch by do hand was, al was met een stukje
mica een heel bruikbare „lanthorn" te maken ge
weest, geheel in den lijd vun het stuk.
Iu trouwe, deze opvoering verschilde hemelsbreed
by die van den „Hamlet" en was uiet te vergelijken
by die van een huwelijk onder Lodewijk XVII, de
de Ovsier, Dolly betert zich, Belangrijkheid van ernst
en de vele andere moderne stokken welke de Hage-
spelers hier gaven en waarover nóg hier wordt ge
sproken, die de vele uitstekende qualiteiten van dit
bovenal zoo zeer gedistingeerd gezelschap zoo schitte
rend deden uitkomen.
Nog bij geen enkele voorstelling bier was pu
bliek zóo koolditmaal kwam slechts een slop handje
na bet 2e, het 3e en het 4e bedrijf, meer nog als
succes destime dan uit enthusiasms.
Costumes, wapens en decoratief waren in eén woord
weer subliemeen bewijs te racer mor de uitste
kende voorbereiding. W. 1 jammer, dat de mueite,
daaruun besteed uiet beter Is beloond.
Mevrouw J. Tli. M. Wurutink-Cartier va"
Dissel, sedert haar oprichting du stuwende
kracht der vereeniging welke op voorschrift
der doktoren eieren of melk Verschaft aan
zwakken of herstellende patiënten, heeft
door allerlei bezigheden zich genoopt gezien
ontslag te nemen.
Zy heeft een goede plaatsvervangster ge*