hoeft gesproken te worden. Ik meen, dat dit wel een praetisuh resultaat is van de behande ling mijner motie. De heer Veis Heyn: Als dit alleen het nut is, vind ik het zeer dun. De Voorzitter: Ik geloof dit eenigsiins bedenkelijk. Als de Raad zich thans uitspreekt, bindt hij zioh eenigermate voor 1911. Ik geloof 6ok niet, dat de motie eenig praotisch nut zul •orteereD. Wethouder Celosse: Ik geloof, dat er met de nu zóo gewijzigde motie geen haast is. Er wordt^alleen in uitgedrukt het ul dun niet gewenachte der combinatie. Waarom dit niet te behandelen te juister tijd, dut ie over ruim een jaar? Op 't oogenblik zal ik niet stemmeii vóór de motie. De heer R o 1 n d,u s Hagedoorn komt ter vergadering. De heer Kroes: Ik heb juist gewacht met het woord te vragen. Ik bad gehoopt, dal meer deren hun stem zouden verheffen tegen de motie. Ik spreek bier niet als vriend van dr. Jorissen. Ik acht het met de heeren Plomp en Celosse verkeerd nu reeds, meer dan een jaar te voren, ons te binden. De quae8tie is deze: als men Gemeente-ge neesheer is, mag men dan niet zijn Geneesheer directeur van een ziekenhuis? Dut is de vraag en ik geloof niet, dut er éen bepaling is, die dit verbiedt. De heer Gerritsen: Ik geloof, dat de zaak wnt verward wordt. Ds heer Kroes wil een stemming uitlokken, dat hij niets ziet in de combinatie. Maar daar over loopt het niet; bet gaat er om of de Raad de combinatie ongewenscht acht na ai hetgeen er is voorgevullen. Als de meerderheid van den Raad tegen de combinatie is dan zyu B. en W. klaar. Bovendien ia sr een andere quaestio. Als de heer Jorissen de uitspraak van den Raad ver neemt, zul hij ontslug nemen als Gemeente-ge- neesheer. Ilij zal niet tegen den wil van den Raad eeu dubbele betrekking aanvaarden. Do heer Kroes: Maar wat is er dun toch voorgevallen En hoeveel en wat dan toot Waarom die geheimzinnigheid? Als ik iemand in dienst stel voor den lijd van vier jaren en hij doet zijn plicht naur ge weten dan heb ik niet het recht, hem tusschen- tijds te ontslaan. De hser Ooaterveen: Ik kan mij geheel vereenigen met het gesprokene door de heeren Plomp en Celosse. De heer Gerrit..eu zsgt wsl, dat de heer Jorissen het besluit zou kun nen nemen om ontslag als Gemeente-geneesheer te vragen. Ik zie daar een gevaar in, want dm. sou de heer Jorissen iets erkennen van „Ik hub te veel zieksu naar het ziekenhuis gezonden" en dus zichzelven in 't ongelijk stellen. Ik ben ermet B. en W. voor, de zaak te laten rusten tot 1911 en raad ook den heer Rijkens aan trek uw motie in. De heer Jorissen: Ik had eerst willen zwijgen, maar 't wordt me nu toch wel wat machtig. Ik heb hier het verslag der vergadering vun 26 October 1909 en leei daarin, dat de hser Rijkens toen teide: „Alvorens ik ga uiten, wat ik meen te moeten zeggen, wensch ik nadruk kelijk te verklaren, dat ik niet beoog eenig persoon onaangenaam te zijn, maar uitsluitend op het oog heb wat in. i. is een Gemeente-be lang". Daarmede diende hij ziju motie in en wat verder verklaarde hij zich tegen verdaging van de behandeling zijner motie tot een volgende vergadering en zeide daarbij „als wij veel over de zaak spreken dun krijgt zij allicht een ha- telijken kant". Ik zie niet in, dat dit noodig zou zijn of zou er onder de schaal iets leelijks zitten Ik wil wel directe behandeling, met volle gerustheid zelfs, omdat ik zachtjes aan medelij den krijg mot den heer Rykens. De heer Rijkens was al in April in blijde verwachting van zijn motiein September kreeg hij zitting in den Raad en reeds in October kwam de baby ter wereld. Toen onze Voorzitter het wurmpje had gezien, heeft hij gezegd„slop het nog wat in de broedstoof'. Nu blijkt het te zijn een Siameescli tweelin- getje, wuarvuu de eene helft al dood is eii de andere helft met puppen in 't leven wordt ge houden. Ik krijg nu werkelijk medelijden met den heer Rijkeus, die zoo'n ongelukje ter wereld bracht. Er ging eeu groote roep vun hem uit eer hij in deu Raad kwamiedereen kreeg to, u een lesje van hem en de Nabetrachtingen over de Raadzittingen die hij schreef toen hij r.og geen Raadslid wus, deden bij my het denkbeeld ontstaan, dat zij wel konden saamgevoegd tot tot een eoort Handleiding voor Raadsleden. Later kreeg ik een ander idéé over den heer Rijkens sn dacht ik aan het: la critique est aisóe. De heer Gerritsen: (onverstaanbaar). De Voorzitter: Ik moet den hoe' Joris sen verzoeken, zich in zijn uitdrukkingen wat te matigen. Ds heer Jorissen: Ik uit geen beschuldi gingen, M. dc V.; dat deed de heer Rijkens, op wien ik zeer van toepassing acht hutbeuu- coup de bruit, peu du besogne. Hij moot uog heel wat werken eer hij een motie fatsoenlijk in elkaar kan teilen. De heer Rykens: De heer Jorissen brengt een toon in den Raad, die herinnert aan den toon der debatten in het Hongaursche Volkshuis, doch die ik niet gaarne zou nagevolgd zien in dezen Raad. Ook ontwikksit hy een virtuositeit in het insinuenren, die ik hem niet benijd. De heer Jorissen heeft bij dut alles om de zauk heen gedraaid. Ik acht het alleen mijn plicht, als Raadslid uit te spreken, dat ik de combinatie ongewenscht acht. Alleen het principe wensch ik naar voren te brengen en daarom diende ik uiyu gewij zigde motie in. De hear Gerritsen: In een der vorige zittingen heeft de heer Jorissen het zelfde 8e" daan legen mij, dat bij nu doet legen hetjonf?' ste Raadslid. Het is geen manier van do®a elkaar hatelijkheden naar het hootd te werpen, waar het geldt de belangen der Gemeente te bespreken. De heer Jorissen leze eens pag. 284 van het bekende werk vuo Oppenheim, waar staat„Op dc kieschheid der leden moet worden vertrouwd. Zij behoort hen uit de vergaderingen verwijderd te houden, waarin de belangen van hen of wie hen nabestaan, beraadslagingen en beslissing vragen". Ik had verwacht, dat de heer Jorissen zyu mond zou hebben gehoudenwanneer hij niet had meegepraat, had hij kiescher gehandeld. De heer Jorissen had, als hij dan toch mee sprak, dit veel vroeger moeten doen, en wel naar aanleiding van de Memorie vun toelichting van B. en W. op de Gemeente-begrooting voo: 1908, die toen reeds de combinatie als onge wenscht hebbe., gesignaleerd. Ik lees daar o.a. „De verpleegdagen van geopereerde patiënten uitgezonderd, blijkt het, dat éen Gemeente geneesheer geen verpleegdagen veroorzaakte, éen Gemeente-geneesheer 878, éen heel- en verlos kundige 72 en éen heel- en verloskundige 326. De verdeeling der wijken van de doktoren onderling kan hiervan niet alleen de oorzaak zijn, aangezien het aantal afgegeven „dokters briefjes", verdeeld naar de wijken, een geheel andere verhouding aangeeft dan het aantal ver pleegdagen, verdeeld naar de wijken. YVy betreuren, met het oog op het bovenstaande, verplicht te zijn een niet lager bedrag dan f8000 te moeten uittrekken". Toen is door B. en W. dus al duidelijk ge zegd, wat wij nu weder ter sprake hebben gezegd. Ik meen ook, dat, bij de benoeming van den heer Jorissen tot Geneesheer-directeur door den Voorzitter tot hem is gezegd: „U neemt nu zeker ontslag als Gemeente-geneesheer". De Voorzitter: Ik moet er tegen opko men, dat de heer Gerritsen deze aanhaling uit de Memorie van toelichting zóo opvat. Het strekte alleen tot verdediging van het hoogere crediet voor de verpleging van armlastige ken waarvoor vroeger f2000 noodig was, doch waarvoor sedert de opening van het ziekenhuis f8000 werd geraamd. B. en W. hebben toen niet gedacht aan de combinatie; de heer Ger ritsen kan dit tusschen de regels door lezen, doch ik moet beslist ontkennen, dat het er staat of er do bedoeling van is. De heer Gerritsen: Het klopt anders prfccieJ met hetgeen B. en W. later in hun rap port schreven. Ik protesteer er tegen, dat de heer Jorissen ds zaak bespottelijk tracht te maken. De Voorzitter: Ik wil nog opmerken, dat B. en W geen leiddraad van den beer Rijkens noodig hebben. I)e heer 1' 1 o in pIk hoop nóg, dat de heer Rijkens zijn motie zal terugnemen, anders zal ik er tegen moeten stemmen. Die motie brengt den Raad in een onmogelijken toestand, want er kan slechts uit voortvloeien een verdachtma king van den heer Jorissen en daartoe bestaat geen reden. In vind uiet voorzichtig hetgeen B. en W. in 1907 schreven. Toen hadden we het St. Eli sabeths gasthuisje in de Muurhuizen waar de armlastige patiënten kosteloos werden verpleegd, eu Aldegonde en toen kostte de verpleging daar f 2000. Het moest gebeuren, dat de verple ging in het nieuwe, groote ziekenhuis duurder moest worden. Dc gang van den tijd is, zooveel mogelijk de patiënten te doen verplegen in een ziekenhuis. Ik meen, dat B. en W. onvoorzichtig waren in hetgeen zy schreven; zij erkennen dit trou wens in hun latere rapport. De discussiën leiden er slechts toe, dr. Joris sen verdacht te maken. Het verschil in de verpleegdagen iB me niet duidelijk. Ilet St. Elisabethsgaathuis is eon R. K. gesticht; sommige doktoren zullen er hun patiënten gaarne heenzenden, andere geneeshee- reu niet. Maur misbruik is niet gepleegd. De heer Kroes: Ik onderschrijf gaarne alle woorden van den he^ir Plomp en herhaal mijn vraag: zijn er patfctënton naar het ziekenhuis gezonden, die er niet in behoorden Ik herhaal leze vraag. Als er misbruik is gepleegd, zal ik vóór de motie stemmen. De lieer Rykens: Men haalt er weer aller lei bij, dal ik er juist uit heb willen houden. Ik heb dit al verzekerd bij het indienen mijner motie; eeu fatsoenlijk man kan zuik een ver zekering niet herhalen zonder zijn reputatie te schaden. Hel is niet de quaeBtie of hot een R. K. ziekenhuis of een ander ziekenhuis is; het geldt de combinatie der betrekkingen. Willen sommigen anderen beweegredenen zoeken, my laat dit koud. Ik heb alleen de principieele quaestie willen sielleu. Ik vind, dat éen persoon geen twee belangen kan dienen, die met elkaar in strijd kunnen komen en heb door het indienen mijner motie, do zank aangebonden zoodrs ik daartoe de ge legenheid had en wilde alleen vragen hoe de Raad er over denkt. De heer Veis Heyn: De heer Rijkens mag dan al geen directe beschuldiging hebben guuit, de heer Gerritsen heeft thans gesproken vau „na al hetgeen er is voorgevallen". Wat is er dan toch voor abnormaals gebeurd? De heer Kroes: Ja juist; dat wenschte ik te weten eu ik herhaal daarom mijn vraag. De heer Gerritsen: Ik bedoeldena &1 hetgeen er gi-Bpruken is. Deu heer Kroes wil ik antwoorden, dat hij heel goed weet, dat een geiKeeheer, die oridcr eede slaat, nooit is te bewijzen eenig geval van kwade trouw. Dc heer Kroes: Er is dus niet bewijzen of er al dan niet patiënten in het gastnuia zijn ge racht, die er niet in behoorden De heer Gerritsen: Neen. De heer Van Kalken: Ik heb al gezegd, dut we ons begeven op zeer gevaarlijk terrein (het overige ia onverstaanbaar door het te gelyk spreken van eonige leden). Ik ga mee met het voorstel om te wachten met de beslissing tot Maart 1911. De heer Van Es veld: Het spijt a», ik niet kan meegaan met den heer 1 lomp, die met andere woorden zegtwie stemt vóór de motie, etemt tegen den heer Joriszen. De heer PI om p: Dat heb ik niet gezegd. De heer Van Esveld: Neen, maar het volgt er uit. Ik voor mij ben de meening toegedaan, dat het oordeel over de combinatie der betrekkingen geheel staat buiten de persoon, die de betrek kingen bekleedt.Ik acht den lieer Jorissen heel hoog en ben volstrek niet tegen zijn persoon, muur zal stemmen tsgen de combinatie, die B. en W. óok ongewenscht achten. De Voorzitter: Ik stel voor, een einde te maken aan de discussiën en eerst uit te maken of over de motie zal worden gestemd. Mot 10 tegen 6 stemmen wordt besloten over de gewijzigde motie te stemmen (vóór du stem ming de heeren: Veis Heyn, Tromp van Holst, Van Esveld, Gerritsen, Rolandus Hagedoorn, Plomp, Hamers, Kroes, Van Duinen eu de voor eteller). De gewijzigde motie wordt hierna verworpen met 10 tegen 6 stemmen (er vóór stemden de heeren Gerritsen, Van Duinen, Tromp, Hage doorn, Van Esveld en de voorsteller). De heer Jorissen onthield zich beide malen van medestemmen. Bij de rondvraag vestigde de heer V e 1 H e y n de aandacht van B. en W. op een steenen paaltje in het trottoir van de Beekcnsteinsche- luan tusschen du fabriek van de firma Wolters Dros en de lantaarnpaal. Niet alleen spr. is en over gestruikeld, maar ook bejaard man is er over gevallen en heeft zich daardoor ernstig aan het hoofd verwond. De Voorzitter zegde voorziening toe. De vergadering werd hierna gesloten. Tot alle vrouwelijke ambtenaren bij Pos terijen, Telegrafie en Rijkstelefuon is door het Nationaal bureau voor vrouwen-arbeid een circulaire gericht om haar er op te wijzen, dat het zooveel grooter ziekte-verzuim van de vrouwelijke dan van de mannelijke amb tenaar, hetwelk voor een niet onaanzienlijk gedeelte aan simulatie te wijten is, gepaard aan de bij haar zooveel talrijker bijzondere werischet; omtrent den dienst, een gevaar dreigen op te leveren voor de toekomstige vrouwelijke ambtenaren, die daardoor wel licht in veel geringer getale, in sommige takken van dienst misschien wel in het ge heel niet meer, zullen worden aangesteld. Daar bij enkele werklieden-organisaties de lust tot toetreding in de vakvereeniging niet groot genoeg is om tol het vereisrhte getal 15 te komen die dan, als ondersteuningskas bij werkloosheid, Gemeente-subsidie kunnen bekomen, worden bij den Chr. bestuurders- bond stappen gedaan om uil de aangesloten Chr. vereenigingen zelfstandige groepen van vakgeuooten samen te stellen die dan mer het vereischte aantal leden dergelijk onder steuningsfonds zullen vormen. Met ingang van 1 Februari is de bulpbe- sieller H. .1. van Beonekom, alhier, benoemd tot besteller tc Roosendaal, terwijl de bestel ler W. J. Mulder van daar is oveigeplaatst Ui ar het kantoor Amersfoort. Mr. J. G, van Heuven, sedert 20 Augustus 1^00griffier bij het kantongerecht bier, is benoemd tot kantonrechter t« Terborg. Notaris A. P. Schroder is belast met de waarneming van net kantoor van nu wijlen notaris D. van lleuven te Barneveld. De heer I. Gosschalk, thans Penningmees ter van hei godsdienstig Jsraëlielisch begra fenisgenootschap, mocht Maandag den dag hordenken waarop hij 25 jaar geleden werd gekozen tol Bestuurslid van dat genoot schap. Als stoffelijk blijk van erkentelijkheid voor het zeer vele door hein verricht, weid den jubilaris eeu wandelstok met zilveren knop aaogebodeu door de medebestuurders. Omtrent den heer YV. C. Schimmel, wieus benoeming tot Directeur van 's Rijks Vee artsenijschool we reeds vermeldden, wordt uog geschreven, dat hy 4 Juli 18ü7 werd benoemd tot veearts. Den 28aa Febr. van het volgende jaar volgde zijn az.ustelliiig tot paardenarts derde klasse i-n '3 Met 187(j zijn bevordering tot tweede klasse, intiisscheu was hij van '1 September 187U werkzaam aan dc Koninklijke Militaire Academie te Breda. Den 1 Mei 1877 volgde zijn benoeming tot leeraar aan de Rijks veeartsenijschool, welke betrekking hij sedert met on vermoeiden ijver vervult. Sinds 2 September 19üt) is de heer Schimmel waarnemend directeur dier inrichting, Van zijn hand verschenen verscheidene werken en referaten, voornamelijk op chirur gisch gebied. Ook behoorde hij tot de gere gelde medewerkers van bet Tijdschrift voor Veeartsenijkunde, het Ncderl. Tijdschrift voor Geneeskunde en hut Oesterreicliische Monatschrift für Tierheilkunde. Men herin nert zich allicht uog de uitnemende wijze, waarop hij verleden zomer het iuternalio- naul Vftearisenijkundig congres te Sehuve- niiigen heeft geleid. Directeur Schimmel doceert heelkunde, operatie-, verbandleer, oogheelkunde, hoelbeslugleer, hoefziukteu en is daarbij tevens als kliuiker werkzaam. Kapitein B. liefjiivaati, van het 5e regiment infanterie, zal kapitein YV. J. Steiobuch opvolgen nis leider van het Voorbereidend Militair Onderricht in Utrechten Gelderland. Luitenant-kolonel-kwai'tiermeester D. G. M. de Vries, controleur over de inwendige ad ministratie der korpsen 2e bureau, dat 1 Februari te Amersfoort komt, heeft tegen 1 Mei pensioen verzocht. De te luitenants der infanterie B. E. Slövet' en E. C. J, Moonen, leerlingen van de Hoogere Krijgsscho >1, worden 1 Mei gedetacheerd bij (,Ht lo regiment huzaren te Amersfoort. Luitenant A. G. J. C. VVilkens, van het la regiment veld-artillerie te Utrecht, wordt 17 Mei gedetacheerd bij de ry- en hoefsraidscbooi te Amersfoort. De bazar ten behoeve van het suppletie fonds voor aSonnevanck", het sanatorium voor tuberculose-lyders bij Harderwijk, beeft zich tnogen verheugen in een zeer druk be zoek. Vooral Dinsdagavond, toen zij met een kort doch hartelijk woord door ds. Donner werd geopend, was de achterzaal van »De Arend" bijna geheel gevuld met belang stellenden en nadut een jongedame haar talenten had ten beste gegeven door een drietal welgekozen liederen te zingen, ving het koopon auu en wisten de vorkoopsters heel wat aan dun man en een enkelen keer ook auu de vrouw te brengen. Den eersten avond werd een f 400 ontvangen. Gistermiddag otn 2 uur werd het liefde werk voortgezet tot na tienenhet bleef taestroomen van bezoeksters en bezoekers eu weer werd er heel veel verkocht. Nie mand dacht er aan, moe te worden als was 't ook nbg zoo ongewoon werk, de koopwaar aan Ie prijzen, of te wegen, te doen vis- sehen, sigaretten te slijten of chocolade en niet al- l)e pop, wier naam nög uiet gera den ishoe vaak is ze »Juliana genoemd? deed opgeld en in de bijzonder fraaie tent, een meesterstukje van decoratief werk van den heer D. J. Smits, werden menig geu rig kopje thee en heel wat groote koppen cacao verschalkt. Nagenoeg f300 was het resultaat vun dezen dag. Hedenavond totale uitverkoop bij opbod en aisl'ag; alles moet weg eu alles wordt grif gekocht, 't Is immers oin den minder bedeelden paiiëulen, die de verpleegkosten niet alleen kunnen dragen, de gelegenheid te geven in »Sonnevanck" heul te vinden voor hun ziekte. 't Is wal een heel stout beslaan geweest van den heer Vetkude, óok „Macbeth" op te voeren, een treurspel vol moord en booze dingen, d»t werkelijk niet meer van onzen tjjd is en door tjjn griezelig heden in alle een-en-twintig tufereelen uiet boeien kan, zelfs niet als het wordt gegeven door de „Ha- gespelers", al heefi hun leider in samen werking niet mejuffrouw Cato Neeb en den heer Frans Cle- tou ook alle denkbare zorg besteed aan deaanklee- (ling, al is hy er ook iu geslaagd de grootst moge lijke beperking van stemming- en tijdroovende pauz-• ii t- ber.-iken door handig gebruik vun eeu bij a lie tafereelen passende zelfde afsluiting, al heeft hij ook geen oogenblik geaarzeld zu fa naar Amers foort, waar de recette toch zoo veel kleiner moet wezen dan in de andere speelplaatsen, alle requisi te» mee ie brengen de beide gangen, het tooneel •>1) alle kleedkamers vol, en zóo'u talrijk personeel, ook achter do schermen. In zoover zijn we den heer Vorkade dan ook dank verschuldigd voor hetgeen bij ons wilde laten zier.doch de opvoering iu haar geheel kon slechts matig voldoen. Behalve dan de heksen, vooral by hun brouwke tel in het vierde bedrijf, en de portier in iiet tweede, de evenknie van eeu der doo grovere in .Hamlet". Dat de vertoouing iu haar geheel geen dieper indruk heeft gemaakt, moot wel hiervan liet gevolg zijn, dat enkele der voornaamsie rullen werden vertolkt op een wijze, waaruit maar ul tn zeer bleek, dat de heer Verkade de krachten van zijn gezelschap voor dit genre heelt nveracnat. En zichzelven. Hij gaf een creatie van deu Mac beth, dien Shakespeare zich toch anders heeft gedacht. Hij was niet do held, de man met edele inborst zooals .Shakespeare dien sche tst.', doch eeu slappe ling. die up aam-token zijner doortrapt—lcchui vrouw ten reeks misdaden bedrijft of doet plegen eu zich om zyu gmieraalssohap uiet bekreunt. Ook lady Macbeth miste tc uei.en male hoogheid, zelfs aan het feestmaal, hij de handige verschijning van den geest vun Bfenquo, eu haar slaxpwaï del- scè.e werd tot een paskwil gemaakt door liet koperen blakertje met een stukje bougie zóo uit de Konink lijke waskaarsenfabriek te Gouda, Een vetkaar» had het wèl zoo goed gedaan, desnoods een toorts, die toch by do hand was, al was met een stukje mica een heel bruikbare „lanthorn" te maken ge weest, geheel in den lijd vun het stuk. Iu trouwe, deze opvoering verschilde hemelsbreed by die van den „Hamlet" en was uiet te vergelijken by die van een huwelijk onder Lodewijk XVII, de de Ovsier, Dolly betert zich, Belangrijkheid van ernst en de vele andere moderne stokken welke de Hage- spelers hier gaven en waarover nóg hier wordt ge sproken, die de vele uitstekende qualiteiten van dit bovenal zoo zeer gedistingeerd gezelschap zoo schitte rend deden uitkomen. Nog bij geen enkele voorstelling bier was pu bliek zóo koolditmaal kwam slechts een slop handje na bet 2e, het 3e en het 4e bedrijf, meer nog als succes destime dan uit enthusiasms. Costumes, wapens en decoratief waren in eén woord weer subliemeen bewijs te racer mor de uitste kende voorbereiding. W. 1 jammer, dat de mueite, daaruun besteed uiet beter Is beloond. Mevrouw J. Tli. M. Wurutink-Cartier va" Dissel, sedert haar oprichting du stuwende kracht der vereeniging welke op voorschrift der doktoren eieren of melk Verschaft aan zwakken of herstellende patiënten, heeft door allerlei bezigheden zich genoopt gezien ontslag te nemen. Zy heeft een goede plaatsvervangster ge*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 2