Donderdag 19 Mei 1910. No. 7816. 59e Jaargang. UITGAVE: FIRMA A H VAN CLEEFF AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.— franco per post f 1.15. Advertontiën 16 regels CO cent; elke regel meer 10 cent. Bij regol- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigeningB- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25. Öroote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals af/.onderljjke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de inoasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT9 Postbus 9, Telefoon 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT breoKt ter kennis van belanghebbenden, dat vol gens mededeehng van deu Commissaris der Koningin in d(Zi Provincie, d.d. 17 Mei 1910, 4e afdeeling no. 2263/1524, op do navolgende dagen schietoefe ningen zullen plaats hebben Op 19 en zoo uoodig ook op 20 Mei 1910 van bet fort Har.-sens. Er ztl gevuurd worden met kanonneu van licht kaliber (6 c.M.), wanrby onveilig wordt gemaakt de rerde van Texel tot op 4500 M. van bet fort. Op 24 en zoo noodig ook op 25 Mei zal gevuurd worden met kanonnen van zwaar kaliber (30 C.M.), waarby onveilig wordt gemaakt de recde van Texel tot op 9000 M. van htt fort. Op de dagen, dat gevuurd wordt, zal van het fort eene roode vlag waaien, die 3 uur vóór het begin der oefening halfstok en éen uur vóór de oefening geheel voorgehescheu wordt, alsmede gekleurde vlag gen, aangevende de ware richtingen, waariu gevuurd zal worden. Bovendien zal op deu avjud vóór en op den dag der schietoefening een waarschuwingsbord geplaatst worden bij bet gebouw van den vischafslag aan de buitenhaven, vermeldende in welke richting dien dag gevuurd zi.l worden, terwijl bh het torpedo- magariju en aan deu ingang der haven borden zullen geplaatst worden, waarop is aangegeven de beiee- kenis der gekleurde vlaggen, als volgt: roodwitte vlag beteek ent Noord, wiUwaitö vlag N.O., zwarie vlug Oost. Op 19 en zoo noodig ook op 20 Mei e. k. van het fort Pampus. Er z.tl gevuurd worden met kanonnen van licht kaliber (6 cM.), waarbij onveilig wordt gemaakt een Bector, begrensd door do ware richtii g-n Oost tot Z.O. ten Z. (56 gr.) tot op 4500 M. van het fort. Op de dagen, dat gevuurd wordt, zal van het fort Pampus een roode vlag waaien, die 3 uur vóór bet begin der oefening halfstok en éen uur tóor de oefening geheel voorgebeschen wordt. Bovendien zullen tegelijkertijd en op dezelfde wijzeroude vlag gen waaien van de but eryen Diemerdam en Bur gerdam, de Westbatterij naby Muiden en den kerk toren te Muiderbe.'g. Op den 28 Mei a.s. van het fort iJmuideu. Er zal gevuurd worden met kanonneD van licht kaliber (6 c.M.), wanrby onveilig wordt gemaakt een Bector tot op 4500 M. van het lort en begrensd aan do N.zijde door eene lijn van af het fort iu de «are richtingen N.N.W. en »an de Z.zijde door bet Noor- derboofd en eene lijn in de ware richting W. Z. W. van het uiteinde daarvan. De N.lyke grens van dezen sector zal op het fort aangegeven worden door een stel palen met roodeD driehoek als tootecken. Op de dagen, dut gevuurd wordt, zal van hetfoit een roode ving waaien, die 3 uur vóór het begin der oefeningen halfstok en een uur vóór de otfening geheel voorgehescben wordt. Bovendien zal op deu avond vóór eu op den dag, dat gevuurd wurut, een waarschuwingsbord worden geplaatst bij deu ingang van de viascbershaven. Amersfoort, IS Mei 1910. Verkiezing van loden der Provinciale Staten van Utrecht. De BURGEMEESTER der Gamecut: AMERS FOORT, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van. Utrecht dd. 19 April 1910, le Afdeeling no. 960 Gelet op de betrekkelijke bepalingen der Kieswet, der Provinciale wet en der Koninklijke besluiten van 26 Februari 1897 (Sia-itshlad no. 69) en 8 Mei 1897 (Staatsblad no. 144); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge art. 5 der Provinciale we', ter vervulling der opvallende plaatsen wegens pe riodieke aftreding van leden der Provinciale Staten van Uttecht, in het kiesdistrict Amers foort eene verkiezing moet plaats hebben op Dinsdag, den 7den Juni a.s., dut wegens den vastgestelden rooster aaD de beurt van aftreding.zijn K. VAN DEK BURG, A. J. BICKER CAARTEN, H. C. A. DE JONG, W. van KLOOSTER dat voor deze verkiezing de stemming, zoo noc.dig, zal geschieden op Vrijdag 17 Juni a.s. en de herstemming, zoo noodig, op Dinsdag, den 28sten Juni d.a.v., dat op den dag der verkiezing (d.i. op 7 Juni 1910) bij hem ten Stadhuize van des voormid- dugs 9 uur tot des namiddags dags 4 uur op gaven van candidaten kunnen worden inge leverd. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van de candi daten en onderteekend zijn door ten minste veertig kiezers, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt. De formulieren voor de bedoelde opgaven zijn kosteloos verkrijgbaar tor Gemeente-secretarie van heden tot en met 7 Juni d.a.v. De inlevering moet persoonlijk geschieden door een of meer dergenen, die haar hebben onderteekeud. Amersfoort, 19 Mei 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTTEKS. Luisteren. Kinderen, zegt uien, bezitten bij hun geboorte de kiemen van alle denkbare deugden en ondeugden de opvoeding, de levensomstandigheden, wellicht ook de erflijke geschiktheid beslissen, welke tot bloei zullen komen en welke verstikt worden. Doch de groote meerderheid der meuschen kenmerkt zich en geluk kig! door een kalmeerendu onbedui dendheid, en liet lijkt dus, alsof er van die kiemen meer verstikt worden dan er tot bloei komen. Iluu karaktertuintje bevat op lateien leeftijd veel laag-bij-den- grondsch gewas en simpele heidebloempjes doch weiuig hoog geboomte eu zonue- bloemen. Maar ieder heeft opgemerkt, dat alle kinderen éen deugd, want dat is deze eigenschap, zij 't ook een bij-deugd, jaren lang behouden die van te kunnen luistereu. Vertel hun een sprookje of een geschiedeuisje, eu zy leven er geheel iu opzjj zuchten of glimlachen er hij, er komen traantjes in hun oogjes, of zij klappen er by in de haudjeszij geloo- veu kortom, dat alles waar gebeurd" is. Maar let op uw woordeu, want zij betrappen u op de geriugste afwijking, indien gij, maanden later, het verhaal uög eens vertelt. Zeg den tweeden keer niet, dat Roodkapje in het bosch made liefjes plukte, terwijl gjj 't deu eersten hebt doen voorkomen alsof het viooltjes warende kleine luisteraars zullen u oogenblikkelijk opmerkzaam maken op deze afwyking in het verhaal. Wat is er van deze beminnelijke eigen schap twintig jaren later over Zoo goed als niets meer. Het leven heeft haar bij de meeste meuschen niet tot bloei lateu komen. De schuld ligt voornamelijk uan de vertellers, zekerindien er meer men- schen waren, die iets te vertellen wisten, zouden er ook meer luisteraars zjju, doch het meeste, dat de meerderheid der meu schen zegt, is nauwelijks het aauhooreu waard, lloe zou men er dan naar kuunen luistereu Meu verneemt een gerucht het is eeu kort onwillekeurig opvangen dikwijls nog zonder aandacht van wat gesproken wordtmen hoort een bevelde aandacht eu de wil om te hooren zijn daarbjj reeds aanwezigmen luistert naar een muziekstuk. Maar ook daar luisteren de meeste meuscheu niet naarimmers zij küuneu niet meer luiste reu, hoe gaarne zij het ook willen, en ofschoon zij zich er voor neergezet hebben. 0, te kuunen luisteren, is een deugd. Iets te kunnen vertellen öok. Maar van de twee is de eerste de liefste, wijl ze is zoo geheel zonder ijdelheid. Zóo erva ren, zóo geestig, zóo diepzinnig is ten slotte niemand, of in hetgeen hij zegt, toont zich de onvolkomenheid van den menschelijken geesthij herhaalt zich, hjj struikelt over een woord, hij zegt geheel onnoodige tusschenvoegsels om zijn gedachten tijd te geven zich, al voortgaande, te ordenen; maar de goede luisteraar stoort er zich niet aan eu houdt den spreker of verteller bij in het geen zijn gedachtengang aan logica bezit. CV7 Trouwens, deze onvolkomenheden zyu onmisbaar iu de oeconomie van spreken en luisteren beide. Denkt gij, dat Socrates met zijn vrienden, wier oogen en ooren en geheel wezen nimmer genoeg van hem kond -n opnemen, wanneer hij bijvoorbeeld sprak over deu idealen Staat, denkt gij, dat hij zóo scherp belijnd, zóo vast aan eengesloten zijn gedachten, zóo naaldpunt op naaldpunt sprak als Plato het ons wil doen gelooven Het zou dau onmo gelijk geweest zijn, naar hem te luiste ren zyn vrienden zouden, de een na den ander, naar buiten zijn geslopen om in de schaduw van een olijfboom eeu oogen blikje verkoeling te zoeken voor zóo veel over hen uitgestorte wijsheid. En indien de .wijze koning" Salomo zjjn Spreuken, of onze sceptische vriend „De Prediker" zijn ervaring dat alles ijdelheid is, of Marcus Aurelius, de Rouieinsche keizer, zijn gedachten eens iu een gesprek, zon der rust, zonder herhaling van eeu woord, zonder eeu enkel onnoodig .zie-je 1" of .nou, toeu", of „wil-je-wel-gelooven" zou afdraaien, wat zou de uitnemendste luis teraar er aan hebben Niemand zou den spreker langer dau vijf minuten kunnen volgen. Neen, ook de goede luisteraar is een mensch, wien niets uieusckelyks vreemd isbet is hem geschonken, slechts naar zeer onvolmaakte sprekers of vertellers te kunnen luisteren. Doch wijl de mees ten maar al te ruimschoots aan deze voorwaarde beantwoorden, wordt juist daardoor deze eigenschap een kleine, maar daarom niet minder beminnelijke deugd. Er is eeu oud gezegde, volgens het geen ieder een gek kwartier heeft per dag. Eeu kwartier slechts? Iudieu ieder zijn gedachten, woordeu, daden aan het eind van den dag kon afwegen, zouden de meeste meuscheu dan véél meer dan een kwartier overhouden, ik wil niet zeggen van wijsheid, maar van gewoon gezond verstand Immers, indien het onvermengde .gezond verstand" mogelijk, zelfs denkbaar ware, zou het blijken te zijn als een dier medicijnen, welke men slechts druppelsgewijs in een glas water kan innemen, wijl zij, onvermengd, schadelijk, zoo niet doodelijk zijn. „Niet te veel op eeus", slechts op deze voorwaarde zal eeu spreker of verteller een luisteraar vinden indien hy er eeu vindt. Goede luisteraars, aandachtige toehoor ders zjjn echter nog zeldzamer dan on derhoudende sprekers of ervaringrijke vertellers. Op de honderd meuschen zijn er wellicht slechts vijf naar wier spreken het deu tijd van een mensch, die het leven voelt, waard is langer dan een kwartier het oor te richten en slechts vier, die er het vermogen toe bezitten. De meeste menschen hebben niets te ver tellen zij zien het leven als door een sleutelgat. Wel merken zjj op wht er in voorvalt, doch zjj zien niet het hoe, den samenhang van het een met bet ander. Wat zjj van het leven ervaren, zijn fragmenten, welke allerminst door hen bijeengevoegd kunnen worden. Niet temin ondergaan zij nu eu dan de be vlieging om iets van betgeen zjj gezien, opgemerkt, ervaren hebben te willen mededeelen, eu zelfs versterkt zich deze lust, naarmate zjj ouder worden. .Het is dan, dat zij behoefte gevoelen aan een toehoorder. Het geluk, een luisteraar te vinden, overkomt hun niet eiken dag en zij houden hem vast, zoodra zjj de hand op een kun.ien leggen. Maar met vertel len en luisteren, gaat het als met de goede huweljjkeu, welke in den hemel gesloten worden, zooals men zegt. Niet iedere verteller past bjj iedere luisteraar immers tusschen de twee moet zekere harmonie bestaan. Soms kan de luisteraar den verteller niet bijhoudendeze gaat hem te hoog iu het blauwe uitspausel der afgetrok kenheid, of te ver in het kreupelhout der oubeduidende persoonljjke ervaringen, dat groeit langs het geëffende pad der mede delingen de spreker ziet aan de oogen van zijn toebehoorder, dat diens aandacht naar huis terugkeert. Nog vaker is de luisteraar als de hond. die met zjjn mees ter een wandeling maaktmet langzame schredeu gaat de wandelaar voort, maar de houd rent hem vooruit, jaagt in het bosch aan den weg een konjjn na, keert tot zijn baas terug, rent op het doel af, komt opuieuw terug eu staal reeds vjjf minuten laug voor de huisdeur te kwis pelstaarten als de langzame wandelaar daar eiudeljjk aankomt. In het eene en in het andere geval is de verteller ietwat knorrighij breekt, indien hijzelf niet te véél aandacht geeft aan wat hij spreekt, zijn verhaal af, wjjl de ander niet meer naar hem luistertof hij verwjjt hem „wacht even, je laat mjj niet uitspreken", indien de luisteraar het slot van zjjn verhaal te snel naar zjjn zin bereikt. Gij zult zeggeu, dat geen van beiden een goed luisteraar is, en gjj hebt gelijk. Luistereu is daarom een deugd (een bjj- deugd hebben wjj gezegd) wjjl het een zekere mate van zelfverloochening eischt en dit is misschieu de oorzaak, dat er zoo weinig echte luisteraars worden ge vonden. Want vooral jegens oudere of hooger gestelde meuscheu komt menig een allicht tot een huichelachtige^ schijn van te luisteren. En, het mag dan niet vau een verheven karakter getuigen, vooral tegenover oudere menschen bezit zelfs deze huichelachtige nabootsing van het luisteren nog iets, dat niet geheel onbeminnelijk is. Laat het ons maar er kennen tot deze huickelarjj vervalt iedereen wel eens, en zelfs niet in zjjn slechtste oogenblikken. Wanneer een grijsaard of een oud moedertje begint met „in mijn tjjd", dan schuiven wij de stoelen wat dichter bjj, al weten wij, door vroegere ervaring, dat in dien tjjd óok niet altijd alles even belangwekkend was. De echte luisteraar is eeu zeldzame vogelhij bezit ook veelal de gaaf om het levensgeluid van de andere vogels te kunnen nabootsenmen noemt hem dan soms een novellist, of een roman-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1