Dinsdag 24
Mei 1910.
No. 7818.
59e Jaargang.
FIRMA A- H VAN CLEEFF
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fl.
franco per post f 1.45. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, olTicieële- en onteigenings-
ad verten tien per regel 15 cent. Reolames 1—5 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25, Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Postbus 9.
Telefoon 19.
kennisgevingen.
Schuldvorderingen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
alle vorderingen ten laste van bet Rijk, de Pro
vincie of de Gemeente, het dienstjaar 1909 be
tredende, op strafte van verjaring moeten wor
den ingezonden vóór of op 80 Juni 1910 bij hen,
op wier last de leveringen of anderszins rijn
geschied
dnt het aanbeveling verdient, dien uitercten
termijn niet af te wachten, doch de inzending
der stukken zooveel mogelijk te bespoedigen
dat zulks in het bijzonder geldt voor decla
ration van besturen van instellingen VHn wel
dadigheid wegens onderstand, enz.
Amersfoort, 21 Mei 1910.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
De Burgemeester,
WU1JTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFKRT KROESE.
De BURGEMEESTER der Gem-eute AMERS
FOORT,
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving
van den Commissaris der Koningin in de pro
vincie Utrecht, d.d. 19 Mei 1910, 4e afdeehng,
no. 2316/1564, tor kennis van belanghebbenden,
dut in de Gemeenten Breukelen-Nijenrode en
Maarssen gevallen von MILTVUUR zyn voor
gekomen.
Amersfoort, 21 Mei 1910.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIER8.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op artikel 37 der Drankwet.
Brengen ter openbare kennis
1. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift
om verlof tot verkoop van alcoholhoudenden
drank, anderen dan sterkedrank, voor gebruik
ter p' atse van vtrkoop, door BAREND OER-
LEMANS in de beneden voor-lokaliteit van het
perceel Ouden Dievenweg no. 11 alhierj;
2. dat binnen twee weken na deze bekend
making ieder tegen het verleenen van het ver
lof schriftelijke bezwaren bij Burgemeester en
Wethouders kan inbrengen.
Amersfoort, 23 Mei 1910.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJT1ERS.
De Secretaris.
J. G. STENFERT KROESE.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS-
FOORT,
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving
van den Commissaris der Koningin in de Pro
vincie Utrecht dd. 23 Mei 1910, 4e afdeeling
no. 2375/1606, ter kennis van belanghebbenden,
dut in de Gemeente Loenen een geval van
MILTVUUR is voorgekomen.
Amersfoort, 24 Mc' 1910.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Zelfvolmaking.
Van alle kanten kan men tegenwoor
dig een slacht hooren over gebrek aan
energie. Die klacht schijnt niet ongegrond;
het totaal aan krachtsinspanning kon
zeker veel grooler zijn. Men is „intens"'
moe moe te zijn, lijkt wel bijzonder
in de mode. Zeker is het gemakkelijker,
te doen alsof .ineu al genoeg heeft van
allen arbeid, dan frisch en opgewekt zich
een taak te stellen en de hand aan den
ploeg te slaan.
Vraagt men naar de oorzaak van dit
gemis aan geestkracht, dan meen ik, dat
deze grootendeels gezocht moet worden
in de opvatting, die men van het leven
heeft. Men vraagt met practischen zin
naar het doel van allen arbeid en blijft
het antwoord schuldig. Eu wanneer dan
het betrekkelijke van alle resultaat is
erkend, komt men er zoo licht toe, te
deelen in de algemeene matheid, die
van geen levenslustige inspanning weet.
Waaruit zal men de geestkracht putten,
noodig om de ideale taak der zelfvolma
king te aanvaarden 1 Is het nog noodig,
te werken zoolang het dag is 1 Of is het
een ijdele waan gebleken, dat de arbeid
gelukkig maakt?
Al het groote in de wereld is voort
gebracht door krachtige inspanning van
den geest. Dit kan niet genoeg in het
oog worden gehouden. Het is het kleine
succes, zonder veel moeite behaald, met
de elegantie van een „tour de force",
dat toejuichingen oogst. Toch zjjn het
juist die toejuichingen, welke men niet
zou kunnen missen om den begonnen
arbeid tot een goed einde te brengen.
Het moge soms grooter lijken, te werken
in stilte, niet aangemoedigd door de
meeuiug van onze omgeving, maar spoe
dig werpt men de wapens weg in den
moeiljjken kamp, wanneer men geheel
is overgelaten aan eigen geestkracht.
Heeft men misschien te weinig benut
de waarde van prikkels, die van buiten
af werken De eeuw, die achter ons
ligt, heeft zich gekenmerkt door oneer
biedigheid. Onder den invloed van dien
tyd, die zich nu doet gelden, schijnt
men zelfs, bij weinig achting voor an
deren, eenigszins den eerbied voor zich
zelf te zijn kwijtgeraakt.
Ot is het niet opmerb-lijk, dat velen
het niet de moeite waard achten, te wer
ken tot zelfvolmaking? Het gemis aan
energie wordt voornamelijk daar gevoeld,
waar geen directe prikkel tot iuspanniug
aanspoort. En toch, terwijl niemand de
zelfontwikkelende inspanning het recht
cp achting durft ontzeggen, komt men
er niet toe, den weg naar het ideaal te
betreden.
Hebben zij, die schouderophalend naar
het doel van het leven en stroven vragen,
niet gedacht aan de zelfvolmaking? Of
kan ook de grootheid van het ideaal,
volmaking van onze vermogens, niet meer
bezielen
Wjj kannen niet spreken over zelfvol
making zonder naar de bronnen te zien,
waaruit de kracht ertoe voortkomt.
Het moet dadelijk erkend, dat er indi
viduen zijn in wie een natuurlijke levens
kracht overvloedig werktzij gevoelen
van binnen uit een onweerstaanbaren
drang om hun gaven te ontwikkelen. Toch
kuunen de bevoorrechteu zoo min als
anderen den steun missen om tot inspan
ning te worden geprikkeld. Die enkelen
kunnen ons dus geenszins outmoedigen.
Staan wij niet allen als gelijken tegen
over de aanmoediging door anderen?
Nooit zijn wij geheel afgesloten van
de buitenwereld en tot ons zelf beperkt
onze omgeving, onze vrienden, de men
sehen uit den zelfden kring steunden we-
derkeerig elke inspanning, die in dienst
van de goede zaak wordt aangewend,
door hun goedkeuring en sympathie. En
wie zou, bij schitterend succes, onge
voelig zijn gebleven voor de bewonde
ring vau breeder kringen?
Zelfs zij die openljjk de opinie der me
nigte verwerpen, hebben de koesterende
sympathie en bewonderiug van een kleine
minderheid noodig om moedig de meer
derheid te weerstaan.
Maar alléén zich te stellen tegenover
allen, zonder ergens instemming te ont
moeten en zonder waardeering te genie
ten, eischt bovenmenschelijke, taaie vol
harding waarvan geen voorbeeld is aan
te wijzen.
Waarlijk de opinie van anderen is een
prikkel, die nuttig kan worden aange
wend. De kracht van dien prikkel is
grooter dan men misschien gereedelijk er
kent veel moet op rekening daarvan
worden geschreven.
Eeu Frausch schrjjver vertelt hoe hem
steeds de herinueriug bijbleef aan het
groote verdriet, dat hij als kind onder
vond toen hy naar school moest gaan
met een jas waarin, aan een der ellebo
gen, een stukje was ingezet, zóo klein,
dat hij zeker de eenige was die het op
merkte.
Zou van dit kinderlijk gevoel bij
„groote meuscheu" niet in andere
verhoudingen iets zijn overgebleven,
dat hun zwaarder wegen mag dan het
oordeel over een jas
Er bestaat een nauw verband tusschen
persoonlijk streven en de algemeene ach
ting. Wanneer men bewonderiug koes
tert voor hetgeen werkelijk groot en
edel is, wanneer de algemeene achting
uitgaat naar volmaking door geestkrach-
tige inspanuing, ondervinden de iudivi-
duën den iuvloed daarvan.
Het oude At.heue heeft door eenstem
mige bewondering voor lichamelijke ont
wikkeling en kunstuiting de inspanning
zijner burgers geleid in de richting der
meest ideale zelfvolmaking.
Laat men hier niet aanvoeren, dat de
Atheniënsers allen bijzondere menschen
waren. De aanleg tot edele gevoelens en
de overtuigiug van het waardevolle der
inspanuing is in vele naturen aanwezig.
Men zou die eigenschappen kunueu ver
gelijken bij teere planten, die niet tieren
wanneer de omgeving-jien niet gun
stig is.
Een andere machtige pi'ikkel gaat uit
van het voorbeeld van groote geesten.
Hartverheffend is het, kennis te maken
met het leven van energieke mannen en
vrouwen, die groote dingen tot stand
hebben gebracht. Vele groote manuen
hebben getuigd, dat zij hun welslagen
te danken hadden ain de kracht waar
mee voorgangers hen bezielden en dat
zeifvolmaaktheid hun als een ideaal voor
oogeu stond. De dooden worden weder
levend in hun voorbeeldde helden ver
richten nog heldendaden na hun dood
de klassieke figuren kunnen steeds de
zielen doen gloeign voor zelfvolmakiug.
Zoo zien we, dat er zeker geen gebrek
is aan opwekking tot inspauuiug voor
wie er een gewillig oor voor heett. Van
buiten de opinie van anderen, wier oor
deel men hoog steltdan het voorbeeld,
dat treft, liet komt er slechts op aan,
de middelen te grijpen, die voor de hand
liggen. Intusscheu blijft het waar, dat
men doordrongen moet zyu van de levens
kracht, welke zelfvolmaking geeft. En
men moet achting gevoelen voor zichzelf
en bewonderiug koesteren voor de groot
heid, zullen de uitwendige prikkels waarde
hebben.
Zelfvolmaking heet de weg die naar
bet ideaal voert der volmaaktheid. Zouden
wij gaan vergeten, dat dit streven inhoud
geeft aan het leven Zou men in onzen
tijd, met zijn tekort aan. geestkracht, over
het hoofd hebben gezieu het ideaal en
den natuurlijken drang het te bereiken,
die ondergaat wanneer hij niet met zorg
wordt aaugekweekt Het schijnt wel zoo.
Het schijnt ook, dat volhardende arbeid
minder hoog ia achting staat dan het
gemakkelijk bereikte succes. Deze alge
meene opvatting moet de geestkracht
verlammen zij kan niet prikkelen tot
die heilzame inspanning, welke zelfvol
making ten doel heeft. Worden wjj niet
allen naar de grondgedachte der zelfvol
making de idee moge dan vervaagd
zijn voor het leven opgeleid. Hoe ver
heeft men zich van dien leiddraad ver
wijderd
Wij allen zoeken naar geluk welnu,
we zouden willen zeggen geluk is de
vrucht van inspanning in dienst der zelf
volmaking.
V. G.
Wat onze kinderen eigenlijk
dienen te leeren.
De hoenderteelt op kleine schaal heeft voor
ben die er zich mee bezighouden, aldus
schrijft »Praktikus" in de N. R. Crt., een echt
paedagogische, echt economische en hoogst
praciische beteekenis; zij leert iemand zijn
tijd goed te besteden. Maar men dient na
tuurlijk met eenige kennis van zaken te werk
te gaan.
Üp een oppervlakte van 25 M2. kunnen
gemakkelijk 20 kippen worden gehouden.
Zoo'n ruimte heeft ie Ier in zjjn tuin beschik
baar. Nachthok en ren worden natuurlijk op
de goedkoopste manier gemaakt; het nacht
hok moet goed tocht- en waterdicht zijn't
kan bjj voorbeeld met asphalt papier gedekt
worden. Van binnen wordt het terdege ïd
de witkalk gezet, vooral de hoekeu en ójk
de zitstokken. De ren kin op gelijke wijze
gedekt worden, moet óok aan de koude en
natte kanten (Noorden en Westen) goed tocht
en waterdicht zijn en kan overigens worden
afgesloten met ijzergaas, waarvan de mazen
zój wijd zijn, dat de vogels, als musschen,
er niet door kunnen. Hok en ren moeten
aan de Noordzijde vau den tuin liggeo, opdat
de zon er 't grootste deel van den dag flink
in kan schijnen. Met een zak of wat turf
molm als 't kan, met zand vermengd
is er een goed droge laag in te bre.igen,
waar de hoenders in kunnen krabben en
baggerenkalk hebben ze noodig, zoowel
joóf zichzelf als voor 't vormen van de
Serschalen. Het beste is voor dit doel fijn
geklopt kalkpuin; als dat niet te krijgen i®,
kan men gemalen krijt door 't voer in de
voerbakken mengen. I ooge eiordoppen zijn
ook heel goed, mils voldoende fijngemaakt.
Dat ze er dan nog eierenpikken van zouden
leeren, is een louter praatjenog belache
lijker is de bewering, dat ze er broedsch van
zouden worden.
De ron mo..t zooveel mogelijk droog blij
ven, hetgeen des zomers nogal gaan zal,
maar gedurende heifst en winter moeilijk
zl worden, wegens het lekken van boven
zoowel als door het inslaan van regen aan
den voorkant. Alles met glasramen af te
sluiten, is uatuuilijk per lekt, maai' het kost
geld.
Spit den grond in de ren van tijd tot tijd
om en neem ééns of tweemaal per jaar de
bovenste laag, als die al te vuil en vast is
gewordeu door mest en nattigheid, erafora
er een paar zak droge turfmolm voor in de
plaats te strooien. Dat laatste zul voor 's win
ters wel noodig wezen, want dan kan zoo'n
open loop, waar de slagregen van voren zoo
wat vrijen toegang heeft, er (lioig uitzien
en heel wat op een modderpoel gaan lijken.
Kippen, op die manier gehouden, gedu
rende wel vijfden opeenvolgende jaren, ga
ven gemiddeld zeer bevredigende uitkomsten.
Van 1 Januari tot en met 31 December
19U9 werden bijv. ruim 3300 eieren verkre
gen. Als men die tegen gemiddeld 5 crut
verkoopt, is dat een aardig sommetje.
Dat twintigtal was dan stellig van een
I