hebben vorwachtirigen opgewekt bij do Ge meente-werklieden. De Voorzitter: Mij is ter oore gekomen, dnt de commissie nog niot geheel gereed is met haar taak. De heer Plomp: Er is een begripsverwar ring. Indertyd heeft de heor Van Esveld inge diend een molio ten gevolge wanrvnn werd be noemd een commissie vnn onderzoek tot rege ling van de rechtspositie der werklieden zoowel nis der ambtenarendoch verder niéts. I)io commissie is inmiddels tot de overtuiging gekomen, dat het wcnschelijk is, een reglement to inaken. Doch dut is gemakkelijker gozegd dun gedann, vooral nis men niet bepalingen wil maken waarvan men later berouw zou hebben. Het komt my voor, dat de arbeiders niets bobben te rcclumoeren, want de Raad heeft nog nimmer uitgemaakt, dat er een reglement zou zijn. Bovendien is er m. i. hier niet zoo groote behoefte aan een reglement. Zijn er feiten aan te wyzon, die een roglcmeut wenschelijk maken zyn er klachten Als men dit den menschen vraagt, antwoorden allenneen. De verhouding metae hoofden der bedryven is de best denkbare. Evenmin is loonsverhooging toegezegd, althans niet door den Raad. Alleen heeft éen lid bij de jon ste Begrooting gevrnagd om loonsverbete ring. Doch de Raad heeft nimmer eenige uit spraak gedann, noch over een reglement, noch over loonsverhooging. De heer Gerritsen: Ik erken, dnt do Raad geen uitspraak heeft gedaan maar ieder ver wachtte toch, dat dit zou gebeuren. In de afdee- ling waarin ik destijds zat, was de groote meer derheid er voor. De commissie is nu driejaar bezigik schaam mij er zelf over. In geen maanden zijn wo by elkaar geweest. Waarom De Voorzitter van onze commissie weet het zelf niet. Ware bet niet, dat ik den boel in de war schopte, dan had ik al ontslag genomen. Ik hoop, dat onzo Voorzitter mij inlichtingen zal geven. I)e heer Plomp heeft gezegd, dat er geen klachten zijn. Zoodra er kluchten zyn, hebben we 't al. Nu reeds hebt U 't al met hot verzoek tot bijwonen der vnk-vergndering. De Voorzitter: Dit is buiten de orde en komt straks. De heer Gerritsen: Pardonik wil het even uanstippon nis bewijs, dat de werklieden zijn overgeleverd aan de prudentie van B. en W. Het is beter, dal de werklieden komen aan den Rand. Iedere Gemeente heeft een reglementwaarom Amersfoort niet? De heer R ij k e n s De heer Plomp laat de commissie poseeren als de vermoorde onschuld. Het gnat niet aan, dat deze menschen, die in goed vertrouwen verwachtten dat zij een re glement zouden krijgen, worden afgescheept met sofismen. Men is hier nu al drie jaar bezig met een reglement; in andere Gemeenten is men daar mee kant en klaar in drie maanden. Desnoods kan men het goede uit reglementen van andere plaatsen overnemen. De werklieden moeten nu ien vaste belofte hebben. De heer Plomp: Men laat mij allerrlei din gen zeggen, die ik niet zeide. Ik heb eenvoudig beweerd, dat noch een ;eglement noch loon9ver- hoogiug ic beloofd. Als er klachten komen, wordt nog niemand geschaad, want de werklieden hebben beroep op den Raad. Du heer Van Esveld: Van verschillende zijden is eevrangd of de Voorzitter van de com missie wilde meedeelen de oorzaak der stagnatie. Toen de commissie was saamgesteld, is zij met vollen moed begonnen en heeft zij de werklieden cn de bedrijfsdirecteuren gehoord. De commissie heeft een soort project saamgesteld, want de reglementen uit andere plaatsen waren maar niet zoo over te nemen. De Secretaris van onze commissie hoeft zich aan 't werk gezetde heer Verluys word toon ziek en onze Secretaris moest hom vervangen en al dien tijd werd bij ont trokken ana do werkzaamheden der commissie thans is er zóo veel werk op zyn horens gelegd, dut hü niet goed kan werken voor de commissie. Doch het concept is thars zoo goed als gereed vandaag of morgen zal het bij de leden kunnen circuleeren. Ik geloof, dat nu die tjjd voor de commissie is gekomen om weer met vollen moed aan 't werk te gaan. De heer R y kens: We zullen dan maar weer moeten wachten. De heer Plomp heeft gezegd, dat een werklieden reglement nooit is toegezegd; dat is juist, muar de werklieden waren in de vaste idee, dat er binnen kort een reglement zou komen. Is dat niet het zelfde De heer Van Esveld zegt zoo juist, dat de commissie be zig is aan een reglement. voor do waardigheid van den Raad is het te wonschen, dnt er nu spoed wordt gemaakt. Do werklieden hebben in al hun adressen een bewonderenswaardig kalmen toon behouden en met ingetogenheid gewacht, nu reeds drie jaar lang. De heer Plomp: De heer Rij kene bewondert do houding dor werkliedener valt niets te bewonderen. De menschen vragen iets waarop zij geen recht hebben en dat niet zoo gemak kelijk te geven is, want de reglementen in au- dare Gemeenten laten ons in 't duister. De heer Van Esveld: De hoeren Plomp en Rij kens gaan beiden te ver. Ik geeQrtoe, dut een werklieden-reglement niet is beloofd, doch de commissie nam op zich, een reglement sa men te stellen. Een tydpirk daarvoor is niet gesteld. I)o werklieden meenden, dat dit zeer snel zou gebeuren maar recht op zekeren ter mijn hebben zij niet. J>e hoer R ij k e n sDrie jaar. Do heor Van Esveld: Het is waar, 't is langmaar do commissie, die met veel tegen spoeden te kampen had, kan geen ijzer met handen breken. De Voorzitter: Ik stel voor, aan adres santen moe te doelen, dat de zaak in bebande> ling is. Aldus besloten z. h. st. Ingekomen was nog een adres van de afitee ling Amersfoort van den Ned. Bond van Ge meente-werklieden, houdende verzoek om voor twee personen een buitengewoon verlof toe te staan om als afgevaardigden te gaan naar het congres, to Rotterdam te houden op 4,5 en 6 Juli. De Voorzitter: Burgemeester en Wethou ders hebben het verzoek afgewezen op het voet spoor van verleden jaar, waarvan toen de mo tieven niet zijn meegedeeld. Deze warer, dat B. en W. niet wilden vooruitloopen op liet re glement en ten andere omdat de werklieden de 3 of 4 dagen verlof, die zij per jaar hebben, kunnen aanwenden voor dergelijke vergaderingen. Ik stel voor, dit den adressanten mee te deelen. De heer Gerritsen: Straks heb ik geme moreerd hoe noodzakelijk een werklieden-regle ment is; was dit er, dan ware dit antwoord van B. en W. niet gekomen. Ik kon mijn oogeti niet gelooven toen ik het las. Zyn wo dan hier vijftig jaar ten achter, dat B. en W. weigeren een afgevaardigde te sturen naar een erkende vakvereeniging? Weigeren B. en W. dit ook als het geldt een vergadering van den Roomsch Katholieken Volksbond of Patrimonium of van Burgemeesters en Secretarissen of van andere hoofdambtenaren Ik zou dit diep betreuren. Ik had als argumeut verwacht het ecnig geldende dut de dienst het niet kon lijden, hoewel bij een zóo groot personeel dit toch niet opgaat. Do monschen vroegen zelfs, hun tractement in te houdeneen bewijs hoeveel belang zij er in stellen. Ik noodig B. en W. uit, het verlof alsnog te verleenen, zonder inhouding van tractement. De heer Rykens: Ik heb met eenige be vreemding kennis genomen van de weigering en zou gaarne vernemen of B. en W. eenstem mig zijn geweest bij het nemen van dit besluit, dat niet getuigt van meeleven met de personen, die in onzen dienst arbeiden en te wiercpzichte we nog andere plichten hebben dun hun het loon uit te betalen. Zelfs al gaven we hun het hoogste loon hetgeen nog bij lange na niet het geval is dan zouden wij daarom nog niet ontslagen zijn van onzen plicht van deelneming en belang stelling ook in hun geestelijke ea zedelyke verbetering. Zij willen hun gezichtskring ver ruimen, won8chen deel te nemen aan het ver- eenigingsleven en onze plicht is het, dit niet tegen te werken, doch juist te bevorderen. Iets anders zou het worden, wanneer elke veertien dagen zoo'n congres werd gehouden doch dit komt slechts éen maal voor in 'tjaar. Het verzoek is dan ook volstrekt niet onbe scheiden en ik huop, dat het alsnog zal worden toegestaan. De heor Vnn Esveld: Hebben deze perso nen hun verlof al opgemaakt Anders kunnen zy hun eigen verlofdagen bezigen. De Voorzitter: Er wordt gevraagd om buitengewoon verlof, dus buiten de gewone ver lofdagen. Den heer Gerritsen wil ik antwoorden, dat, voorzoover ik my herinner ambtenaren of hoofd ambtenaren nooit buitengewoon verlof hebben gevraagd voor het bijwonen eener vergadering. Den heer Rijkens kan ik meedeelen, dat de weigering van het verzoek door B. en W. een stemmig is genomen. Do heer Sanders, Wethouder van Open bare werken: Mijn eenig motief voor de wei gering was, dut ik geen antecedent wilde schoppen met het oog op het komend reglement. Ik voor my vind het zoowel in het belang der Gemeente als in dut der werklieden, dat zij deelnemen aan dergelyke vergaderingen. De heer R ij k e n s In theorie. Wothouaor Sanders: Oók in prnctijk. De heer R ijkenB: Dat blijkt. Wethouder Sanders.- Ik hoop, dat dit in do toekomst wel meer zal blyken. De heer Gerritsen: Ik geloof wel, dat allen hier het eens zijn, hoe hoog noodig een werklieden-reglement is. Wat B. en W. aanvoeren over een antecedent, begryp ik niet. Met de verklaring van den heer Sanders zal de commissie zeer zeker rekening houden. De heor Plomp: Wat de heer Gerritsen wil, ligt niet op den weg van don Raad. De hoer Gerritsen: Ik geef alsnog in overweging, het verlof toe te staan. Do heer Plomp: De Raad kan er zich niet in mengen. Do hter Gerritsen: Ho, ho. Als Burge meester en Wethouders iets onrechts vaardigs doen, kan de Raad wel degelijk tnsscheDbeide komen. De heer Plomp: Dit behoort tot de bevoegd heid van B. en W., waarin de Raad niet te treden heelt. De beer Gerritsen: Dat weet ik wel. Ik stel dan ook voor, dat B. on W. in ernstige overweging nemen, het veriof alsnog te ver leenen zonder inhouding van loon. De heer Plomp: Ik moet tegen dit verzoek stemmen, omdat het is een iugrijpen in de be voegdheid van B. en W. De heer Van Esveld:. Neem eens aan, dnt de Raad zich gunstig uitspreekt over uw voorstel misschien wilt U dit uitlokken dan zou in het reglement moeten worden opgenomen, dat elke vakvereeniging het recht heeft, congreseen bij te wonen. De heor Kroes: Dat zou dan moeten om de billijkheid. De heer Veis Heyn: Deze zaak behoort tot de competentie van B. en W. en ik zal stem men tegen elk voorstel, dat het recht van B. en W. aanrandt. De heor Gerritsen: Dat is geen bezwaar. Misschien is het veel prettiger voor B. en W., dut de Raad zich uitspreekt. De heer R ij k e n s De heeren vergeten, dat dit adres is gericht aan den Rand. Er is geen enkel bezwaar, dat de Raad het verzoek over brengt aan B. en W. De heer J o r i s ee nWie stemmen tegen de motie-Gerrit8en verklaren daardoor nog niet, dat zij zijn tegen het verlof, doch doen daarbij uitkomen, dat zij ineenen niet te mogen ingry- pen in een zaak, die behoort tut de competentie van B. en W. en niet tut die van den Ruud. De stemming zal zijn een onzuivere. Wat de heer Gerritsen met zijn motie wil bereiken, krijgt hij toch niet gedaan het eenige, dat de Raad kan doen, is de wenschelijkhud uitspreken. De beslissing berust bij B. en W. De motie-Gerrilsen wordt nu verworpen met 8 tegen 4 stemmen. Vóór de heerenGerritseu, Rijkens, Van Kalken en Sanders. iDo V o o r z i 11 e rIk breng thans in stem- m ng het voorstel van B. on W. Do heer Gerritsen: Na dit votum, waarby de stemming onzuiver was, zou ik wenschen, dat aan B. en W. werd overgelaten, te ant woorden hetgeen zij thans dienstig achten. De Voorzitter: Wenscht iomand hoofde lijke stemming Do heer Plomp: Naar mijn meening behoort de zaak niet bij den Raad. Ik stel voor, het adres te renvoyeeren aan B. en W., ter afdoe- ning. De heer Rijkens: 19 dn Raai dan niet een college in hooger beroep De heer Kroes: De zaak wordt hoe ianger zoo duisterder. De heer Veis Heyn: Dat heeft mijn stom ook uitgedrukt. Het voorstel-Plomp wordt nu aangenomen met 11 stemmen tegen 1; die van den heer Rijkens. Eerst punt 2 der agenda (schoolgeld H. B. S.) guf discussie. De heer Gerritsen: Ik stel voor, ook voor de Hoogere Burgerschool schoolgeld, te hellen naar progressie. Voor de kleine burgerij is het anders niet doenlijk, haar kinderen naar de Hoogere Burgerschool te zenden. Na 26 October 1909 hebben we echter niet meer gehoord van een progressieve schoolgeldheffiug. Iu de vorige vergadering heeft, tot mijn genoe gen, ook de heer Van Knlken zich verklaart vóór progressie. Ik stel voor, het voorstel opnieuw te renvoy eeren aan B. en W. met verzoek, er progressie in le brengen. De heer R ij k e n s Na het in de vorige zit ting gevoerde debat over progressie, zal ik wel niet behoeven te zeggen, dat ik iedere heffing, die niet op progressie steunt, uit den booze acht. Ik erken dankbaar, dat or tegenwoordig veel wordt gedaan voor den nrbeiderdoch het is volstrekt niet zeker, dat door de op een paar sporten der maatschappelijke ladder hooger ge plaatsten niet nog meer financieel wordt geleden. Waar men weel, dat kennis macht is, wil men gaarne zijn kinderen die kennis doen bijbrengen, maar dikwijls gaat dit boven de financieele draagkracht der ouders, niettegenstaande dezen daarvoor zich allerlei ontberingen getroosten. Denzulken hun lol wat gelukkiger te helpen ma ken, lijkt mij een wonderwel voorstel rn ik juich daarom het voorstel-Gerritsen ten zeerste toe. De heer Plomp: lk acht het heel dwaas, thans met dit voorstel te komen, juist nu, ter wijl we ons moeten haasten het Rijks-subsidie te verkrijgen, nu we weten, dat do Minister deze verordening goed vindt. Over het geheel nieuwe beginsel vnn progressie zou wel een afzouderJyk dagje dienen gesproken te worden. De heer Rykens: De heer Plomp zegt, dnt we ons moeten haasten. Jawel; maar op die wijze knn men wel elk voorstel dood maken omdat het wat laat wordt ingediend. De Minister zegt, dat hij dit voorstel goedkeurt, maar dit zegt nog niet, dat hij een ander voor stel niet óok zou goedkeuren. De heer Celosse, Wethouder van On der wijs: Ik ben het geheel etns met heer Plomp. Voor Amersfoort is de progressie eon geheel nieuwe zaak. De beer Rykens had eerder zijn voorstel moeten doen. De heer R ij k e n sPardonhet voorstel is van den heer Gerritsen. Wethouder Sanders: Ik verbaas me er over, dat de heer Rijkens een soort vcrwyt maakt over een voorstel op 't laatste moment. Zulk verwyt zou op heinzelven van toepassing zijn. Een paar maanden geledon is de methode der heffing besproken; geen enkele verhief er zijn stem tegen, óok niet de heor Rykens. Het voorstel-Rijkens is bovendien op dit oogenblik zeer onpractisch, want we moeten ge reed zijn vóór September en dan de verhouding tu8schen de stads- en de buitenlingen hebben geregeld. De heer Gerritsen: Ik gevoel zeer goed, d/vt het voorstel wat laat is, maar ik hoop, dat dr, Wethouder van Onderwijs eens zal nazien wat hij in 1909 heeft toegezegd over progressief Bchoolgeld. Wethouder Celosse: Ik? Da heer Gerritsen: Ik meen in Mei en zeker 26 October 1909- Ik zie nu in, dat by niets deed. Ik trek mijn voorstel in, doch hoop, dat B. en W. met den mcesten spoed progressie zullen voorstellen, anders zal dezerzijds het voorstel komen ten bate van de kleine beurzen. Wie kinderen heeft, tracht ze op een hoogere sport der maatschappelijke ladder te brengen en wel door goed onderwijs. Het is onbillijk een zelfde schoolgeld te vragen van hen wier inkomen f1000 a f1500 is als van hen die f 10 000 a f20 000 inkomen hebben. Niet alleen voor de Hoogere Burgerschool maar óok voor de Lagere scholen. De heer Jorissen: Wie meent de heer Gerritsen dan wel, dat tot de kostelooze scholen moeten to-gelaten? De heer Gerritsen: Ik sprak over inko mens van f 1000 a f1500. Wethouder Celosse (na de verslagen te hebben doorgezocht): Alleen de heer Gerrit sen heeft in 1909 iets gezegd over progressief schoolgeld. Er blykt, dat geen uitdrukkelijke toezegging is gedaan. De heer Hagedoorn komt nu, te 2.45, ter vergadering. De Voorzitter: Ik breng in stemming de heffing8-verordening. Artt. 1 tot 7 worden goedgekeurd z.d. of h. st. Bij art. 8 wil de ho)r Gerritsen toevoe gen benevens de leermiddelen. De heer Plomp: Do leermiddelen worden niet. door de school verstrekt. Hoe kan dit worden opgenomen in do heffings-verordening De heer Gerritsen: Dan stel ik voor, dat de kostelooze leerlingen die leermiddelen krijgen uit de Gemeente-kas. De Voorzitter: Beier ware, dit niet va9t te leggen in deze verordening, doch in een afzon derlijk besluit. Indien do Raad dit opdraagt, nan B. en W... De heer Gerritsen: Heel graag. Ik trek dan mijn voorstel in. Artt. 8 tot 10 worden hierna goedgekeurd z. b. sl. en de goheele lieffings-verordeniug aangenomen met 12 stemmen legen 1die van den heer Rijkons. De verordening op do invordering wordt aangenomen z. d. of h. st. en het geheele voorstel ten slotte met nlgetneene stemmen. De heer Gerritsen: Ik zal in een volgende vergadering een voorstel doen om de leermid delen aan kostelooze leerlingen kosteloos te verstrekken. Punt 5 (Uitbreidingsplan gaf weer discussie. De heer R ij k e n sUit de discussion, in de Tweede Kamer gehouden bij de debatten over het ontwerp-Woningwet, is duidelijk gebleken, dat de wetgever ons in art. 28 een der middelen heeft willen geven om de verbetering in de volkshuisvesting te bevorderen. Het Uitbrei dingsplan, of juister gezegd het Bebouwingsplan, moet aangeven hoe de gemeenschap zulrworden gehuisvest. Daarop moeten dus ook voo komen zaken, die voor de gemeenschap noodig en nut tig zijn. Doet men dat niet, dun heeft men eenvoudig, zooals hier het geval is, een stratenplan, dat geen beteekeni* heeft voor de verbetering van de volkshuisvesting. Dat hebben steden als Amsterdam en Den Haag, waarvan ik het Uitbreidingsplan bij mij beb, dan ook ingezien. Voor de gemeenschep zijn ook noodig pleinen voor openluchtspelen. Een poging van de Ge zondheids-commissie om ons iels meer to geven dan een eenvoudig wegen- of stratenplan, heeft schipbreuk geleden, en een besluit van den Raad wordt thans eenvoudig als „niot noodig" terug gezonden. 13. en W. betwijfelen ernstig of aanwijzing van een terrein voor openluchtspelen, op grond van de wet eenig gevolg kan hebben. Te Am sterdam of in Den Haag heeft men dat niet betwijfeld. Zou men daar zooveel dommer zijn dan hier? Terstond aankoopen of onteigenen van die terreinen is volstrekt niet noodig, als onze na komelingen maar in de gelegenheid zyn, ze te krijgen. Juist het feit, dut wij, in de oude stad, niet meer in de gelegenheid zijn, dergelijke speelplaatsen te krijgen, zou ons er toe moeten brengen, dergelijke plaatsen op het Uitbreidings plan aan te brengen, liet verwondert me, dat B. en W„ alvorens dit stuk zoo maar botweg aun den Raad terug to zendon, ui, t eens het advies hebben ingewonnen van don Inspecteur der Volksgezondheid, die belast is met het geven van adviezen inzake Uitbreidingsplannen. Ik heb zulks wel gedaan en kun meedeelen, dnt deze ambtenaar geheel aan mijn zijde staat. Ik zie uie dan ook gonoodziakt, voor te stellen het plan nogmaals aan B. en W. te ren voyeeren, opdat dezen thuns voldoen aan do wetisehen der Gezondheids-commissie. Wethouder Sanders: Ik verbaas me over hetgeen de heer Rijkeus zeide. De heer Rijkens gaat verder dan de wetgever heeft ge wild en blijkens de didcussiëu in de Tweede Kamer is gewenscht. De vraag is, of hetgeen de heer Rijkens wil voor Amersfoort geweuscht is. De heer Rijkens wees op Amsterdam en Den Haag en andere groote sleden. Daar is het door hem gewenschte zeer juist; doch zeer onjuist is het voor een kleine Gemeente als Amersfoort. Vergelijk Am sterdam met zijn 600000 inwoners eens met Amersfoort met 23 a 24000 enzijn wandelplaat sen, ook Birkhoven. Te Amersfoort is ruim voldoende terrein. Hetgeen de heer Rijkens wenscht, zou ook verre de financieele draag kracht van Amersfoort te boven gaan. Den vorigen keer heeft de heer Rijkens ge zegd, dadelijk terrein aan te koopen voor open luchtspelenthans zegt hij, dut dit niet terstond behoeft te gebeuren. Dergelijke inconsequentie begrijp ik niet. Bovendien zijn hier wegen en pleinen van 40 M. breedte en 100 M. lengte, die men eldeis vruchteloos zoekt. Waartoe dient na een advies van den Inspec teur der Volksgezoudhoid Diens algemeene wenBch moet door den Raad worden getoetst aan de practijk. De heer Rijkens: Do heer Sanders begrijpt my niet; welnu, ik begryp, dat hij mij niet begrypt. De heer Sanders is tevreden over zyn werk; dat gebeurt meer. De heer Plomp: En óf. De heer Rijkens: Het zou noodig zijn, dat de Inspecteur der Volksgezondheid dit den heer Sanders eens trachtte duidelijk te maken. De heer Sanders sprak over Birkhoven maar dat is een tennisveld voor de upper ten en dat is niet voldoende. Wij moeten plaatsen voor openluchtspelen hebben vlok bij huis. Ik handhaaf dan ook mijn voorstel. De V o o r z i 11 e r Aan het voorstel van den heer Rykens kan nooit worden voldaan omdat het in strijd is met de wot. De heer It ij k e n s Ja, U meent dathet is uw opinie, doeh niet die van den Inspecteur. De Voorzitter: Het is onmogelijk. Te Amsterdam en in Den Hnng wuren de betref fende gronden eigendom der Gemeenten. Dat heeft hiermede niets te makun. Het voorstel-Rijkens wordt nu verworpen met 9 tegen 4 stommenvóór de heerenVan Esveld» Gerritsen, Hagedoorn en Rijkens. Het voorBtel van B. en w. wordt hierna gopd- gikeurd z. h. b*. (Slot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 2