Dinsdag 13 $31 September 1910. No. 8766. 59e Jai 59e Jaargang. KOSTELOOS. BLOCKER'S DAALDERS CACAO; UITGAVE FIRMA A H VAN CLEEFF AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post f 4.15. Advertentüën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën Der regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. P th Q Bij advertentiën van buiten de stad worden de inoasseerkosten in rekening gebracht rost dus y. KORTEGRACHT9 Telefoon 19. w ie zich met ingang van 1 OCTOBER opgeeft als nieuwe abonné, ontvangt de nog in September verschij nende nummers Uitlachen. Onlangs vertoefde ik bij een familie, die gewend was, iederen ochtend een hoofdstuk uit de By bel te lezen. Aange zien er een jonge Engelschman in huis logeerde, las onze gastheer, uit beleefd heid voor hem, in het Engelsch voor en sprak, ofschoon die taal zeer goed mach tig, daarby een woord verkeerd uit. De jongeman begon, zonder eenig ontzag, spottend te lachen. Den zelfden avond zeide een der huis- genooten tot den student„U was op kostschool in Frankryk, niet waar, om goed op de hoogte te komen van de taal des lands". „Ja" verklaarde hy met groote zelf voldoening „mijn ouders wilden, dat ik in de kennis der vreemde talen zou uit blinken". „Een uitstekende gedachtevreemde talen komen altyd te pas. En hoe lang was U daar wel 1 „Drie jaar" klonk het nog trotscher. „Wel, dat is meer dan voldoende om het Fransch te leeren spreken als een Paryzenaar. Ik ben er heel bly om, want nu zult U wel zoo goed willen wezen, ons den avoód gezellig te helpen maken door ons wat voor te lezen uit „Sur la branche", een nieuw boek, dat heel belangwekkend moet zyn". Onze jongeman keek eerst wat sip, maar toen allen aandrongen, zag bij in, dat by niet kon weigeren. Och arme! Nooit hadden wy grooter moeite, ons ernstig te houden, want hetgeen we te hooren kregen, was een parodie van de Fransche taal. Doch geen onzer volgde zyn voorbeeld van dien ochtendallen hielden de oog leden neergeslagen, uit vrees elkaar aan te zien, en een der jongste meisjes, een lachebekje van belang, sloop voorzichtig heidshalve al heel gauw de kamer uil. „Ik ik vrees de uitspraak een weinig te hebben vergeten", stotterde de voor lezer eindelijk' „Vreemde talen zyn nuttig, maar altyd moeilyk", sprak de heer des huizes zacht, „dat hebt ge vanmorgen aan myn En gelsch geboord". Ik vrees, dat deze vriendelijke les voor ons studentje verloren ging. Sommige menschen en kinderen moeten eens flink by de ooren worden genomen, willen zy de waarheid verstaan, die men hen ver kondigt, en het leven belast zich daar mede; dat verzeker ik u. Laat ons nooit spotten met anderen. Elk onzer, ook gij en ik, beeft zijn kleine, lachwekkende zijden en al kennen wy ook nóg zooveel vreemde talen tot in het volmaakte, er blyven er nog altyd tientallen over, waarvan wy geen jota verstaan. Zoo gaat het met alles. De grootste wyze kan kluchtig wordendoor zyn verstrooidheid, zyn door gebrek aan tyd verwaarloosde kleederen. ,:~4 geen schande. Wat leelyk is, heelleelyk zelfs, is het uitlachen. Spotten met anderen is een bewijs van opgeblazenheid, want men zegt daarmee „Ik zou nooit zoo dom of zoo dwaas of wat dan ook, zyn!« Och, och, als men eens by ons ging zoeken naar onze zwakke zijden, hoe treurig zou het er dan voor ons uitzien In elk geval toonen wy reeds,, datwy ongemanierd zyn. Geen welopgevoed kind of volwassene lacht een ander uit. Dat is erger dan bespottelijkdat is onbe schaafd. Wy bewyzen daarmede ook gebrek aan goedhartigheid, want wy doen daar door pyn en wie onzer wil die eigenlijk veroorzaken. Neen, als ik die fout zie begaan, geloof ik altijd, dat zy uit on nadenkendheid wordt gepleegd; maar in den omgang met anderen mag men niet onnadenkend wezen en dit minder dan ooit, wanneer wy ons tegenover be jaarde lieden bevinden. Ouderdom is majesteit; zelfs de tot kindsheid vervallen grijsaard is een aarts vader, een koning onder de menschen geworden. Wij zouden het niet wagen een Vorst uit te lachenhoe dnrven wy het dan degenen doen, die reeds staan op den drempel der Eeuwigheid, die de kroon der jaren dragen, die geleden en gestreden hebben en het geluk der jeugd moesten afstaan? Spotten is wreed, is onzinnig. En tocli zyn enkele lieden er zoozeer op gesteld, dat zy altyd naar de belachelijke zjjden van anderen zoeken om daarmee in ge zelschap zoogenaamd aangenaam te zyn. Laat ons niet alleen zorg dragen,, dat deze ellendige gewoonte nooit de onze wordtmaar haar ook anderen afleeren, door niet mede te lachen om hun har- telooze aardigheden. Indien doodsche stilte het eenig antwoord ware, dat op spotternij volgde, zou zy spoedig voor altijd verbannen zijn uit alle kringen. En dat ware een weldaad. GELIJK EN TOCH ONGELIJK. Alle leden van de Tweede Kamer ver dienen f2000. Deze gelijkheid is een groote ongelijkheid, aldus „Het Huisgezin". Er zyn er onder, die geen duizend gulden waard zyn en anderen, wier werkzaam heid met vijfduizend niet te ruim voldaan ware. De onderwyzers-salarissen zyn niet overal de zelfde, maar in de zelfde Ge meente genieten alle onderwijzers met het zelfde aantal dienstjaren en de zelfde bevoegdheid het zelfde traktement. De factoren „bekwaamheid" en „toewijding" blyven buiten rekening. Hier ontvangt een onderwijzer, die volgens de verorde ning f800 geniet, te veel, en elders een, die volgens de zelfde verordening maar op f600 staat, veel te weinig. Voor een categorie werklieden is het zelfde uurloon, het zelfde weekloon vast gesteld. De gelijkheid is er inschyn; want de een werkt veel vlugger, veel beter, veel nauwkeuriger dan de ander en heeft dus op een hooger loon aanspraak dan zyn collega, die een mindere hoeveel heid en minder goed werk levert. Het kan bezwaarlijk ontkend worden, dat de vakorganisatie, welke de loonactie al1» een harer eerste bezigheden beschouwt, uit den aard der zaak te veel nivelleert en te zeer goeden en slechten over éen kam scheert. In schyn gelykheid bren- VRAAG, in plaats van losse cacao of poedet -hocolade, BUSSEN gij betaalt minder en krijgt betere kwaliteit, vierkante bussen van ons 10 ets. 1 ons 18 V, pond 42 Y, 1 pond 80 m 2 pond 150 gend, bevordert zy de ongelijkheid. Nu is het niet aangenaam, wanneer een werkman een werkman met het hoofd- of werkman met de hand ervaart, dat hy ondanks zyn grootere bekwaam heid, zijn grooteren ijver en zyn grootere toewjjding niet meer ontvangt dan een ander, die voor het zelfde loon veel minder presteert. Wy zouden er wel op willen aandringen, overal waar zulks eenig9zins mogelijk is by Kamerleden, rechterlijke ambte naren en anderen gaat het nu eenmaal niet niet werktuiglijk en automatisch het loon vast te stellen, maar weldege lijk rekening te houden met de verrichte hoeveelheid arbeid en de hoedanigheid van dien arbeid. Men houdt er zoodoende den moed en den lust in, prikkelt tot grooter ijver en voorkomt het neerdruk kende gevoel: of ik veel doe of weinig, ik verdien toch evenveel. Zeker, er is nog de factor plichtsbesef en wy onderschatten de waarde van dien factor by velen niet; maar niet op allen werkt hij even sterk. En dit onaan gename blyft, dat in veel gevallen wie weinig doet evenveel ontvangt als wie zich uit alle macht inspant. Er bestaat, wy ontkennen zulks niet, eenig gevaar voor willekeur, wanneer van den vasten, gelijken norm voor allen wordt afgeweken. Maar wat beteekent deze mogelykheid by de willekeur, ge legen in het stelsel van gelijkheid voor allen, dat de triomf is van de ongelijkheid? Wij hebben al eens meer gezegd, dat men by alle bestryding van bet indivi dualisme als leer moet waken tegen het verminderen der individualiteit, waarvoor het gevaar niet denkbeeldig is. Tot het verminderen der individualiteit werkt ontegenzeglijk mee de gelykheid van loon by ongelijkheid van verdienste. Het is beel mooi, dat men zich lid voeit van een vereeniging en dat het solidariteitsbesef by de menschen van het zelfde beroep ontwikkeld is; maar de vereeniging mag nooit de individuali teit van den mensch omlaag halen, het peraconlyke in hem dooden, want dan vergrijpt zij zich aan hetgeen het heilig ste en hoogste in den mensch is. Het ware wellicht dienstig, indien dit punt iets meer in het oog werd gehou den aan de aankweeking der individu aliteit wat meer waarde werd gehecht; en by de bepaling van het loon van meer waardeering voor de individualiteit werd bljjk gegeven. Wat minder respect voor de formule en wat meer voor de vele schakeeringen in het leven ware niet kwaad, dnnkt ons. De vleeschnood. Duitscbland, Frankryk, Oostenyk en de Vereenigde Staten gaan in den laatste» tijd gebukt onder de aeifde plaag; het duurder worden der levensmiddelen. De oorzaak scbjjnt voor het grjjpen te liggende jer genoemde landen huldigen een protection istische politiek. Eogeland daarentegen, met zyn vryhaDdelsstelsel, heeft niet te klagen. Natuurlyk kunnen er andere oorzaken by komen, maar een feit blyft het, dat bet verschijnsel zich juist voordoet in vier pro tectionistische landen. In de Vereenigde Staten van Noord-Ame- rika is de duurte der levensmiddelen zóo onrustbarend geworden, dat de gansche politiek er op 't oogenblik door beheersebt wordt en men op het punt staat, zyn toe vlucht te nemen tot net eenige logische middelverandering van het tarief, vermin- deringder invoerrechten. Iu Frankrijk, Duitscbland en Oostenrijk wordt, meer dan over het duurder worden van eenig ander voedingsmiddel, geklaagd over de stijging van den vleesch prijs. In Oostenryk is het zóo ernstig geworden, dat de middenstand (waartoe ook byv. rech ters gerekend wordeD, die in Oostenrijk al even slechts bezoldigd worden als in sommige andere landen) by na geheel van vleesch verstoken moet blijven. De Regeering heeft daarom maatregelen beraamd, en wil zelfs een poging wagen, de agrarische Kamer te bewegen, voor een klein deeltje af te stappen van de protectionistische beginselen en een geringen invoer van vee toe te laten. Zy heeft ook iemand naar Argentinië gestuurd om te onderzoeken in hoever bet mogelijk zal wezen, Argentijnsch vleesch in Oosten ryk in te voeren. Men zegt. dat daarmee ta Londen goede ondervindingen opgedaan zyn. 't Is evenwel zeer de vraag of de Kamer, die voor het meerendeel is saamgesteld uit belanghebbenden by den bloei vaD landbouw en veeteelt, en dus by booge vleescbprjjzen baar goedkeuring zal hechten aan die maat regelen. In Duitscbland staan de zaken al vrywel eender, behalve dat daar de Regeering na tuurlijk trouw de wenschen der agrariërs volgt en doof blyft voor de stemmen uit het volk, die steeds luider roepen om openzetting der grenzen voor het Hollandscbe en Deen- sche vee, wijl Duitscbland niet voldoende op levert voor de voeding van het volk. De Berlynsche Gemeenteraad heeft een ernstig protest en waarschuwing laten hooren tegen het duurder worden van het vleesch en bet uitvoerend gezag uitgenoodigd.zoo snel moge lijk maatregelen te nemen, opdat de vleesch nood in de Duitsche Rijkshoofdstad zal op houden. Over de duurte van het vleesch in Frankryk, in 't bijzonder te Parjjs, heeft de Eerste - □fluister met den Directeur van landbouw gesproken en samen hebben zy maatregelen beraamd om een einde te maken aan den vleeschnood. De Directenr van landbouw verzekerde, dat er geen enkele economische reden bestaat voor de prijsverhooging van het vleesch, en dat de duurte, althans in Frankryk, alleen de schuld is van slagers en speculanten, die opzettelijk den prijs opdrüven, teneinde bun eigen zak te spekken. Of dat waar is, kan men natuurlyk van uit de verte niet beoordeelen; alleen is het voor den buitenstaander wel opmerkelijk, dat hier, even als indertijd by de crisis in den wijnbouw in Frankryk, de fout gezocht wordt by de tusschenhandelaara eu men nooit een oogen blik twyfelt aan de juistheid van het door de Regeering gevolgde economische stelseL

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1